Mijn excuses voor de grote pauze in dit verhaal, ik ben van plan om komende maand verder te gaan schrijven nu ik over mijn grootste writersblock heen hoop te zijn ^^ Hier nog even het laatste stukje van het vorige hoofdstuk.


‘Snode plannen uitgevoerd,’ grijnsde de jongen, voordat hij overeind schoot en de tweewegspiegel uit zijn tas opdiepte. De kleren die hij er zorgvuldig omheen had gewikkeld tegen het breken, gooide hij achteloos op de vloer- op de extra sjaal die als touw had gefungeerd na. Die had een heel nieuwe bestemming op zich wachten. Het wollen ding drapeerde hij met zorg over het gekunstelde hoofdeinde, het enige voorwerp dat nog van haar plaats zou kunnen komen, mocht iemand dat in woede proberen.
      ‘Toujours pur,’ grijnsde hij, terwijl hij naar zijn spiegelbeeld keek. ‘Non, toujours ridicule.’


Sirius sloot zijn ogen en vouwde zijn handen achter zijn hoofd. James vond de kamer geweldig en had zelfs nog een paar suggesties voor de foto’s die Sirius over had. Maar niet alleen dat, ook had hij onderweg naar huis een paar ideeën opgeschreven voor als ze terug zouden keren naar Hogwarts. Ze hadden al veel te lang niets groots uitgehaald en James had iets bedacht waardoor ze zelfs ongezien van het plaats delict konden ontsnappen. Heel duidelijk was hij er niet over geweest, maar het bevatte een kroonluchter, Wormtail, mogelijk Peeves en met een beetje overtuigingskracht misschien zelfs Nearly Headless Nick. Meer dan dat had James nog niet prijs willen geven totdat hij alles had uitgedacht. Wel had hij voldoende tijd gehad om het er nog eens in te wrijven dat de nieuwe namen veel beter waren dan die Sirius bedacht had.

      ‘Micky, waar blijf je? Bij Merlijn, schiet eens op!’ Een gespannen jongensstem galmde door één van de nauwe gangen van het kasteel.
      ‘Weet je, ik denk echt dat we die bijnamen nog eens moeten heroverwegen,’ reageerde een tweede stem bedachtzaam.
      ‘De bijnamen zijn perfect, Bambi. Houd je snuit.’
      ‘Ben er al,’ kwam een derde erbij. ‘Is het niet beter als ik gewoon-’
      ‘Dan wordt je door Bambi geplet.’
      ‘Geplet?’ De tweede stem klonk verontwaardigd. ‘Nouja zeg.’
      ‘Niet als ik gewoon over jullie heen kruip, toch?’
      ‘We hadden de onzichtbaarheidsmantel mee moeten nemen, dan hadden we gewoon de deur kunnen nemen.’
      ‘Komt ‘ie nu mee.’
      ‘Beter laat dan nooit.’
      ‘Beter op tijd dan te laat.’
      ‘Dat is geen uitdrukking.’
      ‘Maar wel waar.’ Hier kon de tweede stem weinig tegenin brengen en het werd even stil.
      ‘Kan je nu opzij of niet?’
      ‘Ik kan toch niet dwars door de muur heen!’
      ‘Waar is de uitgang gebleven?’
      ‘Daar ergens.’
      ‘Zou je denken?’
      Als het niet zo donker was geweest had James kunnen zien hoe Sirius als antwoord met zijn ogen rolde. Maar in de inktzwarte duisternis in de nauwe gang onder het kasteel, was niets van elkaar te onderscheiden, een probleem waar de drie jongens ondertussen ook tegenaan liepen. Het theoretische plan was een stuk eenvoudiger geweest en niemand had rekening gehouden met de verhoudingen van de doorgang waar ze zich doorheen probeerden te wringen.
      ‘Wiens arm is dit?’
      ‘De mijne.’
      ‘Hoe komt jouw arm hier?’
      ‘Hij zit aan mijn lichaam vast, genie.’
      Sirius deed een tweede poging om zijn been naar voren te steken en zich te kunnen bevrijden van de kluwen ledematen die zich in de tunnel gevormd had. Iets verderop dacht hij al licht te kunnen onderscheiden, maar hij was er niet helemaal zeker van nadat een elleboog van James (of Peter) per ongeluk tegen zijn slaap aangekomen was, en hij sindsdien overal sterretjes zag flikkeren.
      Het was de eerste volle maan sinds de drie vrienden erin waren geslaagd om elk naar believen in een dier te kunnen veranderen en weer terug. Remus was al door het strenge afdelingshoofd van Gryffindor opgehaald om via de verborgen ingang onder de beukwilg naar een veilige plek gebracht te worden. Remus had nog altijd zijn twijfels gehad, maar voor Sirius was het zo klaar als een klontje. Vannacht zou Remus niet alleen zijn. Punt. Daar had Remus zelf weinig tegenin te brengen.
      De hele dag hadden de Marauders zitten wiebelen op hun stoelen en zelfs de Quidditch-training had James niet kunnen afleiden van hun plannen van vannacht. Remus was een weerwolf, gebeten toen hij nog maar vier jaar oud was. Sindsdien heeft hij elke volle maan de pijnlijke transformatie helemaal alleen moeten doorstaan. Toen zijn vrienden uiteindelijk één en één bij elkaar hadden opgeteld, hadden ze niet stilgezeten totdat ze een oplossing hadden.
      Het enige nadeel was dat het worden van een animagus voor een reeks problemen zorgden, die ze zorgvuldig voor professor McGonnagal geheim hadden moeten houden. Voor elke leraar van de school natuurlijk, maar hun afdelingshoofd had de nare gewoonte te proberen van hun plannen op de hoogte te zijn voordat deze zouden gebeuren, waardoor er te vaak een halt kwam aan de prachtige ideeën. Niet alleen was het illegaal om zomaar een animagus te worden, als het Ministerie erachter kwam, riskeerden ze zelfs een gevangenisstraf. Dat was nou niet een beeld dat hen erg had aangesproken. Daar kwam nog bij dat ze talloze schoolregels met een uitgestreken gezicht aan hun laars lapten. Ze waren uit hun bedden en uit hun commonroom, ze toverden op de gangen en, misschien niet onbelangrijk, hadden een theekransje met een weerwolf gepland staan (maar hij vouwde zijn sokken, dus het telde niet).
      In de inktzwarte duisternis ging dit echter moeizamer dan gepland, bedacht Sirius, terwijl hij zijn hoofd nog eens tegen het plafond aan stootte. Ze zouden een kaart moeten hebben van het kasteel, dan konden ze een betere doorgang vinden dan dit kattenluik. Of James moest met het briljante idee van zijn onzichtbaarheidsmantel komen, voordat ze in zo’n situatie terecht waren gekomen.
      ‘Ik kan ons er ook uit toveren?’ merkte Peter ineens op.

Sirius leunde kletsnat met een vermoeide zucht tegen de muur van het kasteel. Achter hem probeerde James de restanten water uit zijn longen te krijgen, terwijl Peter met een bezorgd gezicht toekeek. Hij was de enige van de drie jongens die op een paar druppels na, droog was gebleven.
      ‘Micky,’ hoestte James, terwijl ook hij tegen de muur aan ging zitten. ‘Een reden voor het gebruiken van die precieze spreuk?’
      'Aquamenti is nu niet echt de eerste spreuk waar men aan denkt in zo'n situatie,' viel Sirius hem bij.
      Peter haalde schaapachtig zijn schouders op.‘Het werkte toch?’ Hoewel Sirius in het halfduister van de schemering het gezicht van James niet kon onderscheiden, was de cynische blik van zijn vriend haast voelbaar.
      ‘We zijn doorweekt, ja.’
      ‘Maar we zijn vrij. Bekijk het positief.’
      James zuchtte. ‘Oké, dat klopt.’
      Geschokt maakte Sirius zich los van de muur. ‘Bambi! Dit is helemaal niet oké!’ Theatraal gebaarde hij naar zijn druipende kleding en sloeg zijn armen met een groots gebaar om zich heen. ‘Om van mijn kleren nog niet eens te spreken, maar Bambi, mijn haar! Het is geruïneerd!’ Sirius’ prachtige, zwierige lokken hingen op dat moment triest voor zijn ogen. ‘Mijn arme, arme haren. Nog nooit zijn ze zo bruut geteisterd. Ik denk niet dat ze deze karaktermoord ooit nog te boven gaan komen hoor!’ Zwakjes wapperde hij met zijn handen naar Peter, die moeite had zijn gezicht in de plooi te houden.
      James rolde met zijn ogen. ‘Ja ja. Genoeg drama voor vandaag-’ Sirius maakte een geschokt geluid en greep naar zijn hart, ‘maar we moeten verder. Het begint laat te worden en we hebben al genoeg tijd verloren in die gang.’ Lenig kwam de jongen overeind en probeerde tevergeefs het meeste water van zich af te krijgen. ‘We moeten naar Moony toe. McGonnagal is ongeveer een halfuur geleden vertrokken, dus we moeten opschieten.’ Ondanks het vreselijke feit dat Sirius’ haren inderdaad volledig geruïneerd waren, had James zonder meer gelijk. Met een schuin oog op de opkomende maan wisselden de drie een serieuze blik uit, vlak voordat hun contouren begonnen te trillen en te verschuiven. De drie studenten waren binnen een ogenblik verdwenen en een hert, zwarte hond en een kleine bruine rat lieten de schaduwen van het kasteel achter zich, onderweg naar de beukwilg.

Reageer (4)

  • Sleepsong

    Also moest je ooit zin krijgen op dit verhaal terug op te nemen. Geef mee zeker een seintje. Klinkt veelbelovend!

    1 jaar geleden
  • Sleepsong

    Ik ga toch eens een recenter schrijfsel zoeken. Want blijkt dat ik al twee verhalen of semi verhalen van jou gelezen heb. & ik vond ze beiden zeer goed! Dus als je mij iets recent kan aanraden, graag!

    1 jaar geleden
  • Sleepsong

    Zo ontzettend fijn geschreven. Heb dit verhaal verslonden.
    Spijtig dat er niet meer hoofdstukken zijn.

    1 jaar geleden
  • GoCrazy

    IK heb even de hele story herlezen ;)
    Leuk dat je verder gaat en dit is echt al een tof hoofdstuk!! :D

    6 jaar geleden
    • ProngsPotter

      Ah, dankjewel! Ik ben blij dat je het leuk vindt, hihi ^^

      6 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen