Al fietsend naar het appartement voelde Katherina een licht briesje door haar lange blonde haren gaan. Het was nog redelijk warm buiten, ook al was het oktober, waardoor het briesje haar echt deugt deed. Een aantal verdroogde bladeren zweefden op en dwarrelden terug naar beneden, terwijl ze voorbij fietste. Ze ademde diep in door haar neus en snoof de herfstachtige lucht op. Met haar hoofd lichtjes naar achter gebogen, genoot ze met volle teugen van de omgeving. Eenmaal aangekomen aan het appartementsgebouw, zette ze haar fiets in de fietsenstalling op slot. Het sleuteltje stook ze weg in haar rugzak en ze haalde de sleutelbos van het appartement uit. Ze duwde de zwarte, zware voordeur van de hal met moeite open. Meteen links hingen de brievenbussen van elk appartement in het gebouw. Er zaten redelijk veel enveloppen, papieren en krantjes in de brievenbus van het appartement. Met het sleuteltje opende ze de brievenbus en haalde ze de post eruit. Ze opende de deur naar de gang, stak het licht aan en, al bladerend in de post, stapte ze de granieten trap op.
“Reclame, reclame, betaling… Wat is dit?” mompelde ze. Op de overloop van het eerste verdiep, bleef ze stil staan en scheurde snel en verbaasd de envelop open. Ze haalde de papieren uit de envelop en vluchtig gingen haar ogen over de woorden.

“Geachte,

Graag nodigen we u met deze brief uit om mee te doen met de fase 1 klinische trial. Dit omvatten het onderzoek voor een nieuwe behandeling voor de epidemie van Influenza H1N1/H3N1.

In de bijlage kan u het adres en tijdstip vinden voor het infomoment van deze klinische trial, indien u interesse heeft. Tijdens het infomoment wordt het protocol, voordeel en risico beter uitgelegd.

Hopelijk kunnen we u daar verwachten.

Met vriendelijke groet,

Maarten Breugels
Principal Investigator
GlaxoSmithKline Pharmaceuticals
+32 10 85 00 00”


Ze las het een tweede keer om zeker te zijn dat ze het juist gelezen had. Het verbaasde haar niet dat ze de klinische trials zo snel mogelijk wilden starten. De laatste dagen was de epidemie van het influenza virus overal op het nieuws te horen. Verschillende doden waren gevallen over Europa door het virus. Op haar werk waren ze er ook al over bezig geweest. Zij en haar labpartner Morena waren ervan overtuigd dat het nog maar een kwestie van tijd is alvorens het uit zal draaien in een pandemie. Ze beseften dan ook dat het virus verdomd slim was door zichzelf te muteren, wat dan resulteerde in een nieuwe virusstreng die gevaarlijker en meer virulent was dan de voorgaande strengen. Kortom gezegd, het was zeer moeilijk om dit virus tegen te gaan.
Maar ze voelde zichzelf verwrongen en verward. Waarom had uitgerekend zij een uitnodiging gekregen hiervoor? Contacteerden ze selectief mensen of bewust? Aan de ene kant voelde ze de drang om te weten te komen wat ze op de markt gaan brengen en of het effectief zou werken, ook tegen de meer virulente strengen. Ze wilde weten of het potentieel had ten opzichte van alle andere medicatie. Maar ergens wou ze hier niks mee te maken hebben. Of toch wel? Ze las verward nog eens de brief, wat niet veel hielp.
Ze was zo in haar gedachten verzonken waardoor ze opschrok toen het licht uitviel. Ze stak het licht weer aan en voelde of er een tweede papier was. Hierop stond de plaats en datum van het infomoment vermeld. Haar handen begonnen te zweten en ze werd nerveus toen ze zag dat dit de volgende dag al plaats vond. Hoe kon ze in godsnaam zo snel een beslissing maken? Het kon toch geen kwaad om gewoon eens te gaan luisteren? Of wel? Een ding wist ze zeker, dit kon ze beter eerst met haar vriend bespreken alvorens een beslissing te maken.
Ze nam de trap naar het tweede verdiep, nam de sleutel van het appartement en deed de deur open. Binnengekomen kwam ze meteen in de living met open keuken terecht en legde ze de post op de keukentafel. De invitatie voor de klinische trial legde ze bovenop zodat haar vriend het meteen kon zien. Het voelde warm in het appartement waardoor ze naar de overkant ging om het raam open te zetten. Terwijl ze het open zette, hoorde ze de motor van de oldtimer. Ze keek door het raam en ving nog net een glimp op van de zwarte Triumph Spitfire 1500 die de ondergrondse parking in reed. Haar vriend gebruikte haar auto, aangezien zij met de fiets naar haar werk kan gaan en hij verder weg werkt. Drie jaar geleden had ze die auto gekocht en het had een fortuin gekost. Maar ze was zo trots op die auto, en ze zou er zo weer 20 000 euro voor op tafel leggen. Als ze in de auto zat, genoot ze van het horen en voelen van de motor die draaide. De oldtimer kon in nog geen tien seconden van stilstand naar 120km/uur. In de zomer, kon ze het dak eraf halen en kon ze genieten van de wind in haar haren.
Ze ging terug naar de keuken, haalde het nodige keukengerief uit de kasten, haalde vlees en groenten uit de koelkast en begon met het snijden van de groenten. Terwijl ze aan het snijden was hoorde ze de sleutel in het slot omdraaien. Anthony deed de deur open en kwam binnen.
“Dag schat,” zei hij terwijl hij de deur weer sloot. De tocht zorgde ervoor dat ze zijn parfum en lijfgeur kon ruiken, waardoor er een glimlach op haar gezicht verscheen toen ze zich omdraaide. Ze had het mes nog in haar hand en met haar andere hand steunde ze op het aanrecht.
“Dag liefje, hoe was het op je werk?” Ze nam hem in zich op. Hij was iets groter dan haar en had een atletisch figuur. Zijn hemd accentueerde zijn borstspieren en de opgerolde mouwen lieten zijn onderarmspieren mooi uitkomen. Zijn bruine haren stonden weer warrig zoals altijd en zijn groene ogen keken haar voor een seconde liefdevol aan. Hij keek weer weg en zette zijn tas tegen de muur en legde zijn sleutels op de keukentafel. Een zucht ontsnapte zijn lippen.
“Och zowat hetzelfde als altijd he. Veel werk, veel drama, maar ik leef nog.” Bij dat laatste lachte hij zijn mooie witte tanden bloot. Aan zijn mondhoeken ontstonden rimpeltjes. Zijn oog viel op de stapel papieren op de keukentafel.
“Is dit de post?” vroeg hij. Zijn gezicht trok in een grimas bij het zien van de uitnodiging voor de klinische trials. Hij nam de uitnodiging op en las vluchtig de woorden.
“Wat is dit Katherina?” Het was nooit een goed teken als hij haar voornaam gebruikte en niet haar koosnaampje. “Je denkt toch niet serieus om hieraan mee te doen?” Hij verhief lichtjes zijn stem bij het stellen van de vraag.
“Waarom niet,” probeerde ze zo onschuldig mogelijk te klinken. Er was geen beginnen aan om dit uit te leggen en zichzelf te verdedigen. Ze kende hem en hij zou toch nooit akkoord gaan ermee.
“Oooooooooh tuurlijk, waarom niet he? Na wat er vorige keer gebeurt is, dan is dit zeker een geweldig idee,” begon hij al spottend. Katherina draaide zich terug om en keek stil naar het mes waar ze net nog groenten mee stond te snijden. Ze liet het allemaal over zich heen komen.
“Ik zou het zeker niet erg vinden dat mijn vriendin iets overkwam door de domme fout van een onderzoeker.” Zijn stem werd telkens luider en luider. Aan zijn reactie te horen had dit duidelijk een gevoelige snaar geraakt bij hem.
“Denk je nu echt dat ik dat al vergeten was? Maar deze keer zal het wel anders zijn,” probeerde ze zichzelf te verdedigen.
“Hoe anders? Die onderzoekers kunnen nog steeds zo’n fout maken,” antwoordde hij kwaad.
“Maar dat weet je niet, er zijn strengere regels nu. Het is bijna onmogelijk dat diezelfde fout nog eens gemaakt wordt.” Ze werd steeds meer overladen met een schuldgevoel en moest vechten tegen de tranen die zich begonnen te vormen in haar ooghoeken.
“Wel de andere proefkonijnen mogen je dankbaar zijn. Door jouw fout zijn ze nu in betere handen. Maar dat wil niet zeggen dat ik er nog maar aan denk om jou in die handen te laten vallen!” Een traan rolde over haar wang naar beneden en ze probeerde deze stiekem af te vegen. Ze probeerde zichzelf voor te houden dat hij dit alleen maar zei om haar te beschermen en niet om haar te kwetsen. Ze heeft die fout nooit expres gedaan en fouten kunnen nog steeds gebeuren. Maar de gevolgen waren onvoorstelbaar geweest en daar moest ze wel mee leren leven.
“Gewoon eens gaan luisteren kan toch geen kwaad?” Haar stem brak en ze voelde een prop in haar keel.
“Schat, ik ken je. Je gaat niet gewoon luisteren want je wil mensen helpen en ook de wetenschap helpen. Je hebt je gedachten al gezet op die trials en ik kan je niet tegenhouden, maar ik wou dat ik dat wel kon.” Zijn woorden klonken zacht en er was een verdrietige ondertoon. Hij ging naar Katherina in de keuken en bleef achter haar staan. Hij nam haar bovenarmen vertederd vast en wreef zachtjes op en neer. Zijn handen verplaatsen zich van haar armen naar haar buik. Ze legde het mes neer en leunde tegen hem aan en voelde zijn gespierde lichaam tegen haar rug drukken. Ze ging met haar handen over zijn onderarmen om zo haar handen op de zijne te leggen. Hun vingers verstrengelden zich met elkaar en terwijl liet hij zijn kin rusten op haar hoofd. Zo stonden ze nog een aantal tellen in de keuken.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen