Foto bij 01 Een nieuw begin

Ik hoop dat jullie het leuk vinden!

Het is een mistige avond als Ilke een wandeling maakt in de stad Lumbridge. De mensen van de stad kijken krenkend naar haar op. Louis, een man die Ilke al eerder had ontmoet, had haar gewaarschuwd voor de bewoners van Lumbridge. Volgens hem zijn ze arm en ongelukkig, maar zoals Ilke ze nu ziet had ze niet verwacht; Aan de overkant van de straat steekt een oude man zijn arm diep in een vuilnisbak om er een stuk brood uit te halen, wat verder zit een onverzorgde hond op een bot te knagen en aan haar rechterzijde ziet ze een klein meisje op de stoep zitten met een ballon in haar hand.

Na de wandeling gaat Ilke naar het oude huisje dat ze hier huurt. Onderweg komt ze Louis tegen die haar met een glimlach aankijkt. Ze ziet dat hij een kleine rugzak op zijn rug heeft.
‘Hey, hoe gaat het?’
‘Goed.’ Antwoordt Ilke met een glimlach. ‘Je had gelijk over de mensen van de stad, ze zien er inderdaad niet zo gelukkig uit.’
‘Ze zijn compleet gestoord. Een paar weken geleden had er iemand zijn eigen huis in brand gezet en die man woont daar nog steeds omdat hij niet genoeg geld heeft voor een nieuw huis.’
‘Ja dat is inderdaad gestoord. Over een huis gesproken, waar woon jij eigenlijk?’ Vraagt Ilke.
‘Aan de rand van de stad, maar morgen ben ik hier weg.’
‘Waarom?’ Vraagt Ilke geschokt. ‘Is het hier dan zo erg dat je hier weg wilt?’
‘Ja. Heb jij er dan geen problemen mee?’
‘Ik weet het niet, ik ben hier nog maar net.’
‘Ja, dat is ook waar. Maar ik waarschuw je, ga niet naar de plaats waar ik woonde, je weet nooit wat je tegenkomt.’
‘Oké.’ Zegt Ilke met een kleine glimlach.
‘Het is al laat, ik denk dat ik maar eens ga.’ Zegt Louis. ‘Misschien zien we elkaar ooit nog terug.’
‘Misschien’ Zucht Ilke teleurgesteld.
Louis stapt richting het bos dat achter het huisje van Ilke ligt. Hij draait zich om, zwaait een laatste keer naar Ilke en stapt verder het bos in. Ze kijkt hem nog even aan en gaat naar huis.
Thuis aangekomen, kruipt ze in haar warme bedje. Ze is doodmoe en doet het licht uit.

De volgende ochtend staat Ilke vroeg op om boodschappen te doen. Wanneer Ilke voorbij een klein straatje loopt, hoort ze twee oude mannen heel luid tegen elkaar praten over de plaats waar Louis woonde. Ze blijft even staan. Wat ze precies tegen elkaar zeggen verstaat ze niet. Nieuwsgierig gaat ze op zoek naar Louis’ oude huis. Na een paar meter wandelt ze voorbij een ander steegje met veel kraampjes. Ilke dacht meteen terug aan haar lege koelkast en wandelt het straatje in. Aan het begin van de straat zitten alleen maar mannen met ouderwetse theekopjes en andere antieke spullen, een beetje verderop zitten twee oude vrouwtjes aan een klein kraampje met heel veel speelgoedpoppetjes en breigerief.
Als Ilke dichter naar het kraampje stapt, ziet ze ook nog kleine emmertjes op de grond staan met knopen en kopspelden. Er staat nog een emmertje met nare, metalen figuurtjes in. Ilke kijkt er in en haalt een kleine driehoek uit de emmer. Ze bekijkt het figuurtje goed, toont het aan het aan de vrouwtjes die achter de houten tafel staan en vraagt:
‘Hoeveel kost dit?’
‘Oh, euhm,…’
‘Hij is gratis, je mag hem houden.’
Antwoordt één van de twee vrouwtjes terwijl ze met een lieve glimlach naar Ilke kijkt.
‘Bedankt.’Glimlacht Ilke.
Ze wandelt verder via de hobbelige weg en aan het einde van de straat ziet ze een kraampje met wat fruit. Ze kijkt nog eens even rond of er nog andere voedselkramen staan maar ze ziet er geen meer. Ze stapt richting het fruitkraampje en kijkt wat er allemaal in de houten bakken ligt. Er liggen watermeloenen, bananen en appelen. ‘Kennen ze hier niet meer dan al deze dingen?’ Na die gedachte leest ze op het kraampje: ‘Beperkt aanbod’
‘Wat zal het zijn mevrouw?!’
Schreeuwt de verkoper met een nare lach. Ilke bekijkt de verkoper met geschrokken blik terug en antwoord:
‘Een tros bananen en drie appels.’
De man pakt de gevraagde producten en steekt het in een witte zak.
Hij geeft de zak aan Ilke en zegt heel rustig:
‘Dat is dan vijf euro alstublieft.’
Ilke pakt wat geld uit haar zakken en betaalt de vijf euro aan de verkoper.
Ze stapt verder met de zware zak en loopt richting de brede straat waar ze vandaan kwam. In een bocht botst ze tegen iemand en laat per ongeluk de zak met fruit op de grond vallen.
‘Sorry’ zeggen ze allebei samen. Ilke raapt de zak met fruit op.
‘Hey, ik ben op zoek naar iemand, kun jij….’
Ilke onderbreekt de jongeman direct en zegt:
‘Ik ben ook op zoek naar iets, naar een plaats. Zullen we elkaar helpen?’ stelt Ilke voor.
‘Ja, is goed.’ antwoordt hij.
‘Ik ben Alfred by the way, noem me maar Alfie.’
‘Ik ben Ilke.’ Het wordt een seconde stil.
‘Oké, jij eerst,’ zegt Ilke ‘wie zoek je?’
‘Ik zoek mijn vriend, Louis, hij is groot en…..
‘Ik ken hem,’ onderbreekt Ilke hem opnieuw ‘ik moet je teleurstellen maar hij is gisteren vertrokken uit de stad. Het spijt me.’
Alfie kijkt haar geschokt aan. Het wordt weer even stil.
‘Ik ben opzoek naar Louis zijn huis, kun je me vertellen waar het is?’ Zegt Ilke.
‘Ik zal het je laten zien, kom mee.’

Wanneer Ilke en Alfie zijn aangekomen bij het huis van Louis kijken ze allebei geschrokken naar het huis. De ramen zijn kapot, er hangt graffiti op de muren, de vloer ligt vol met vuile troep en de meubels zijn kapot. Ilke hoort plots heel veel gelach en geroep van mensen. Ze hoort ook glas kapot gaan, een luide knal en andere nare geluiden. Er komt een bende jongens tevoorschijn achter een gebroken raam en één van de jongens krijgt hen in de gaten. Hij begint te lachen en tikt op de schouder van de jongen die naast hem staat.
‘Hé, kijk daar.’ zegt hij en wijst naar Ilke en Alfie. Ilke en Alfie kijken elkaar aan.
‘Ja, jullie twee daar! Jullie zouden beter kunnen weggaan want anders gaat het niet zo goed aflopen.’
‘Ik denk dat we beter gaan Ilke.’ Zegt Alfie stilletjes. Ze draaien zich om en keren terug naar de brede straat. Ilke hoort de bende lachen achter hun rug. Één van de jongens gooit een lege, glazen fles naar Ilke en Alfie die rustig verder stappen naar huis. Ilke hoort het glas kapot vallen en voelt een paar scherven in haar kuiten snijden. Ze draait zich om naar de bende en kijkt hen aan met een boze blik. Alfie voelde de scherven ook en draait zich half om. De jongens beginnen te lachen en te roepen.
‘Jullie hadden maar eerder weg moeten zijn!’ zegt een van de bende jongens. Er gooit opnieuw één van hen een lege, glazen fles naar Ilke en Alfie. Ilke ziet de fes op hun afkomen en vangt het glazen voorwerp. Ze gaat dichter bij het huis staan en gooit de fles door het raam op de bende.
‘Fuck.’ Zegt een van de gasten. Het glas heeft hem een lelijke schram in zijn gezicht bezorgd. Hij bekijkt Ilke met een woedend gezicht.
‘Als jullie glazen flessen naar ons gooien, hebben wij het recht om er eentje terug te smijten!’ Ze draait zich om en gaat terug naar Alfie.
‘Goed gegooid.’ Zegt Alfie.
‘Haha bedankt.’ Antwoordt Ilke geamuseerd. Ze wandelen verder langs de kasseien weg.
‘Sinds wanneer ken jij Louis eigenlijk?’ vraagt Alfie
‘Sinds gisteren. Dit is nog maar de tweede dag dat ik hier ben. Ken jij Louis goed?’
‘Ja, ik ken hem al ongeveer twee jaar.’
‘Ken jij hier nog meer mensen?’ vraagt Ilke nieuwsgierig.
‘Ja, ik ken nog heel wat mensen hier. We gaan vaak samen uit.’
‘Met hoeveel zijn jullie?’
‘In het totaal zijn we met veertien maar aangezien Louis weg is zijn we met dertien. Deze avond gaan we samen een film kijken dus als je tijd hebt mag je altijd langskomen.’ Zegt Alfie met een kleine glimlach.
‘Bedankt.’ Antwoordt Ilke met een glimlach terug. Ze ziet dat de straat opsplitst in twee delen en vraagt: ‘Naar welke kant moet jij?’
‘Ik moet naar links.’ zegt Alfie.
‘Ik moet naar rechts dus misschien tot straks.’ Zegt Ilke.
‘Ja, tot straks.’
Ze splitsen op en gaan verder naar huis.

Op weg naar huis stopt Ilke even bij een klein waterfonteintje in een smalle straat en steekt haar hand in het frisse water. Plotseling voelt ze een hand op haar schouder die haar stevig vast neemt en met haar rug tegen de stenen muur duwt. Ze bekijkt de persoon die voor haar staat en ziet dat het de kerel is die de lege fles naar hun smeet. Achter hem ziet ze nog twee andere jongens. De ene is groot met een donkere huidskleur, de andere is wat kleiner, heeft een bleke kleur van huid en heeft een knuppel vast.
‘Je hebt onze vriend zijn gezicht bewerkt dus hebben wij het recht om dat ook bij jou te doen ’
‘Jullie hebben mijn benen bewerkt, is dat al niet genoeg?’ Antwoordt Ilke. Terwijl ze dat zegt maakt ze een vuist en voelt ze een soort kracht in haar hand.
‘Nee.’ Zegt de jongen en kijkt naar de vuist van Ilke. De andere jongen die achter hem staat geeft de knuppel aan hem en fluistert iets tegen de knul dat naast hem staat. Ilke wordt losgelaten door de kerel en ziet dat hij zich klaarmaakt om te slaan. Terwijl de kerel een poging doet om Ilke te slaan met de knuppel, slaat ze hem met haar vuist. Achter haar vuist volgt een grote hoeveelheid water die op de jongens terechtkomt. Het water is zo krachtig dat de jongens omver vallen en kletsnat zijn.
‘Lopen!’ roept één van de jongens. Ze staan zo snel mogelijk op en spurten naar het einde van het kleine straatje en rennen terug richting het oude huis van Louis. Ilke kijkt naar het waterfonteintje en ziet dat het helemaal leeg is.
‘Hoe heb je dat gedaan?’
Ilke kijkt naar de Ingang van de straat en ziet Alfie die met een vragende blik Ilke aanstaart.
‘Wat doe jij hier?’ Vraagt Ilke verbaasd.
‘Ik had helemaal niet gezegd waar we hadden afgesproken voor deze avond.’

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen