Emily bleef enkele tellen stomverbaasd naar de huidskleurige vervangers van haar staart kijken. Ze had nooit geweten dat zij in staat was om net zulke dingen te hebben als het wezen dat ze onder water tegen was gekomen. Haar hele leven had ze een staart gehad en het was bizar om iets anders op die plaats te hebben.
Ze probeerde de dingen te bewegen en tot haar verbazing lukte dat ook nog: de uiteinden, bestaande uit een soort mini-vingers, wiebelden heen en weer. Heel even dacht ze dat ze zich daar wel mee kon vermaken, maar toen begon het net waar ze zich in bevond weer te bewegen en werd ze met een dreun op het glimmende gevaarte onder haar gegooid.
Ze was te veel bezig met de pijn die dat opleverde aan haar nieuwe ledematen, om direct door te hebben dat er een grote groep wezens om haar heen was komen staan. Toen ze dat wel opmerkte, herkende ze vergelijkbare wezens als die ene in het water, behalve dat ze een zeemeermens-hoofd hadden. Het waren vijf mannen die zich naar haar toe bewogen op dezelfde aanhangsels die zij nu ook had. Ze hadden hun lichaam bedekt met stof; waarschijnlijk tegen de kou, Emily rilde erover. Ze had nooit echte kou ervaren en vond het bijzonder onaangenaam.
Ze had pas laat door dat het wezen dat haar had vastgegrepen, zich inmiddels ook in het Bovenwater bevond. Hij trok zijn hoofd eraf - even sloeg de schrik Emily om het hart - en toen besefte ze dat het een soort helm moest zijn geweest dat zijn hoofd ergens tegen had beschermd onder water. Het was net zo’n wezen als al die andere mannen.
Van het net waarin ze verstrikt zat, werd ze ontdaan en toen bleven de inmiddels zes mannen om haar heen staan in een cirkel. ‘Ze heeft helemaal geen staart, Jose.’ Eén van de mannen sprak de woorden in het Engels, de taal die ook Emily sprak en verstond.
Het leek haar niet handig om tegen zijn opmerking in te gaan, al deed ze dat het liefste wel; ze vond het maar niks dat hij zei dat zij geen staart had en dus geen echte zeemeermin zou zijn. Tegelijk vond ze het ook bere-interessant dat hij dat dacht, want hoe kon zij er ineens zo anders uitzien?
‘Zonet had ze die nog wel!’ De man die haar onder water had vastgegrepen, liep naar haar toe en zakte naast haar neer. Een rilling trok door haar lijf toen hij één van haar nieuwe ledematen aanraakte; in een reflex trok ze hem terug. Het voelde heel raar, zeker omdat ze gewend was dat ze slechts één staart had om te bewegen. Nu had ze ineens twee dingen die ze kon bewegen, apart van elkaar.
De man ging weer rechtop staan. ‘Misschien dat ze die alleen heeft in het water.’
Als reactie daarop besloten drie mannen dat ze dat konden uittesten door haar in een bak water te dompelen. De bak waarin ze de vis hielden - blijkbaar vingen ze vissen maar hadden ze nog geen vangst, net goed voor die mannen die haar vriendjes wilden ontvoeren -, leek hen wel geschikt en daarom vulden ze die met water.
Ondertussen was er één man naar haar toe gekomen die bij haar was gaan zitten toen zij bezig was om uit te vinden welke bewegingen haar nieuwe ledematen allemaal konden doen. Tot nu toe kon ze alleen de mini-vingers en de vervangende ellenbogen bewegen.
‘Ik vind het grote onzin dat je een zeemeermin zou zijn,’ zei de man met een glimlach op zijn gezicht. ‘Hoe ben je in het water belandt, meisje?’
Het stak Emily. Hoe kon hij zeggen dat het onzin was? Wat dacht hij dan dat ze was, een meermin zonder staart? Het was beledigend en ze wilde dat tegen hem zeggen, maar hield zich plotseling in. In plaats daarvan stelde ze een vraag waarvan ze hoopte dat die negatief beantwoord zou worden. ‘Bent u een mens?’
De man schoot in de lach. Hij legde een arm op haar been en knikte toen terwijl hij haar met een quasi-serieus gezicht aankeek. ‘Ja, meisje,’ zei hij, ‘ik ben een mens.’

Reageer (2)

  • GossipGirl21

    Ik vertrouw het ook nog steeds niet.

    5 jaar geleden
  • Slughorn

    Oei ik vertrouw het nog steeds niet...

    5 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen