Emily's lip was zo dik geworden, dat ze zichzelf niet langer in staat stelde om normaal te spreken. Ze had hoofdpijn en gaapte van vermoeidheid, want ze had erg onrustig geslapen.
Emily drukte haar vingers tegen de wand van de bak en keek om zich heen. Ze draaide haar hoofd om naar de persoon die zich naast haar bevond - de blonde jongeman - en tikte op het glas.
De man richtte zijn blik op haar en trok zijn wenkbrauwen op. Hij zei niets en keek haar aan. Ze tikte nog een keer op het glas en wees naar boven, naar het zeil. Ze wilde niet vastzitten in het water. Niet nu ze het Bovenwater eindelijk kon ontdekken.
Hij mompelde iets wat ze niet kon horen, streek met zijn hand door zijn haar en haalde toen zijn schouders op.
Emily tikte harder op het glas. 'Hallo!' riep ze boos.
Toen de jongeman opnieuw niet reageerde, begon ze tegen het glas te bonzen. Met haar handen gebald beukte ze zo hard mogelijk - het glas begon te kraken - tot de man opstond. 'Stop!' Hij riep het zo luid dat ze het wel moest verstaan en ze stopte met beuken.
Ze wees opnieuw naar het zeil boven haar en sloeg daarna haar armen over elkaar. Toen hij niet snel genoeg reageerde, begon ze weer tegen het raam te tikken.
'Stop, stop...' Hij deed een stap naar de bak toe en begon aan het zeil te frunniken. Emily keek toe hoe hij een hoekje van het zeil losmaakte. Zodra het kon, stak ze haar hoofd erboven uit. De man deinsde achteruit.
'Ik probeer niet te ontsnappen, ik wil gewoon het Bovenwater zien!' zei ze vlug. Haar woorden kwamen er niet precies uit zoals ze bedoeld had en ze sliste voornamelijk, maar het leek hem toch te kalmeren. Ze deed een poging om haar arm ook door het zeil te krijgen, maar het gat was te klein en de rest van het zeil zat nog steeds strak gespannen om de bak.
'Hoe heet je?' Ze deed haar best om haar woorden duidelijk te articuleren, maar dat was lastig.
'Eh... Otis.'
'Hmm.' Ze knikte naar hem. 'Wat zijn dat?'
Hij keek naar beneden en fronste. 'Wat?'
'Die dingen. Die twee uitstulpsels aan je romp. Die lange ledematen. Waar je op leunt.' Ze sprak te snel en daardoor heel erg onverstaanbaar, maar hij had haar verstaan.
'Dat zijn... benen.'
'Benen...' Emily herhaalde het. 'Ze lijken wel een beetje op armen.' Ze probeerde haar eigen benen weer voor zich te zien. 'Maar dan langer en de handen zijn veel meer uitgerekt.'
Otis' mondhoeken schoten heel even omhoog. 'Die handen... Dat zijn voeten. Weet je serieus niet wat benen en voeten zijn?'
'Nee.' Emily keek hem serieus aan. 'Waarom zou ik dat weten? Ik heb ze nog nooit gezien! Ik heb een staart waar benen en voeten horen te zitten...'
'Jemig, ja' Otis knikte. Hij ging weer op zijn krukje zitten en keek naar een bandje om zijn pols. 'Ik word zo overgenomen. We hebben shifts wie op je let.'
'Shifts?'
'Ja. We houden je om de twee uren in de gaten. Het is nog lang varen tot de haven.'
'Haven?'
Otis' ogen werden groot. 'Jij weet ook werkelijk helemaal niets, hè?'
'Nou zeg.' Emily rolde met haar ogen. 'Ik weet niks van het Bovenwater, maar als je onder water zou komen, dan zou ik veel meer weten dan jij!'
Hij grinnikte. 'Hé, luister, ik moet je nu weer afdekken. Conrad komt me aflossen... Ik denk niet dat hij het risico wil nemen je kwijt te raken, dus ik sluit je weer op.'
Voordat ze kon vragen wie Conrad was, begon hij weer aan het zeil te friemelen en was ze weer afgesloten van het Bovenwater. Ze slaakte een diepe zucht en keek boos naar de man die Otis verving: de man die haar had opgetild. De stinkerd.

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen