Terwijl Emily door het water zoefde, wapperend met haar staart, voelde ze het koele, zoute water langs haar lichaam stromen. Het was een genot om weer te kunnen zwemmen, na dagen stil te moeten liggen in hetzelfde muffe water.
Zo snel als ze kon zwom ze dieper het water in en pas toen ze de bodem had bereikt, durfde ze weer rustig adem te halen. Ze keek naar boven, maar het Bovenwater was volledig uit haar zicht verdwenen en had plaatsgemaakt voor een oneindige hoeveelheid zeewater.
Ze vleide zich tegen het bodemzand aan en sloeg haar armen om haar middel. Ze trilde. Zou haar vader de boot hebben gevolgd? Zou hij het hebben aangedurfd om de dagen dat ze vastzat, achter de boot aan te gaan en vlakbij het Bovenwater te blijven, om haar te redden? Ze had niets van hem of haar moeder vernomen toen ze vastzat in de bak water, maar misschien hadden ze haar wel constant vanaf een veilige afstand in de gaten gehouden, klaar om haar op te vangen als ze zou ontsnappen. Misschien kwam hij straks wel naar haar toe en zou hij haar in zijn armen sluiten, waarschijnlijk boos worden maar tegelijk ook verschrikkelijk opgelucht dat hij haar weer gevonden had. Ze had de afgelopen dagen weinig aan haar familie gedacht, maar nu ze het weer deed, besefte ze dat ze hen miste en dat ze naar hen toe wilde.
Emily bleef op haar plek, wachtend op haar vader, haar moeder, één van haar zusjes. Ze wachtte enkele minuten, een kwartier, een halfuur. Op een gegeven moment wachtte ze al meer dan een uur en zelfs meer dan drie uren. Ze kreeg trek en daarom zwom ze een klein rondje om wat zeewier te plukken. Daarna ging ze weer terug, waar ze nog langer wachtte, knabbelend op een stukje wier.
Er kwam niemand. Het begon langzaam maar zeker tot Emily door te dringen dat haar ouders haar niet hadden gevolgd, dat ze het niet hadden aangedurfd om de boot in de gaten te houden en dat ze haar hadden opgegeven. Scenario’s spookten door haar hoofd waarin haar vader de boot volgde maar de boot te snel was, waar haar vader aangevallen werd door een haai waardoor de boot uit zijn zicht was geraakt, waarin haar vader zelf ook gevangen was door de mensen. Geen van die scenario’s klonk haar geloofwaardig in de oren.
Het deed haar pijn dat haar eigen ouders haar niet hadden gevolgd. Dat ze haar niet belangrijk genoeg vonden om een risico te nemen. Haar zussen waren blijkbaar belangrijker. Zouden haar ouders Sofia wel hebben gevolgd, of Amanda? Hadden ze wel moeite in haar zussen gestoken, als die gevangen waren genomen? Emily was daarvan overtuigd.
Een hele nacht bleef ze wakker, in de hoop dat haar ouders alsnog naar haar toe zouden komen. Ze sliep niet en bleef op dezelfde plek, terwijl haar hoop iedere minuut verzwakte. De vermoedens die haar haar hele leven geteisterd hadden, bleken waar te zijn: haar ouders hielden niet van haar. Niet genoeg.

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen