"Tot morgen!" zeg ik nog voordat ik ophang en mijn telefoon in mijn zak stop. Ik kan niet wachten om mijn beste vriendin morgen weer te zien. Ze woont aan de andere kant van het land voor haar studie en zie haar dus niet zo vaak meer. Mijn voet blijft achter een omhoogstekende stoeptegel haken en ik val op de grond.

Als ik weer opsta ben ik niet meer in de stad. Ik sta in een witte kamer, er lijkt geen einde aan te komen. Wat is dit? Waar ben ik? Er ligt een stukje papier op de grond. Wat zou er op staan? Ik pak het papiertje op en vouw het open. "Je bent verbannen uit het bestaan." Dat is alles wat er op staat. Wat heeft dit te betekenen? Dit moet toch gewoon een slechte grap zijn. Dit is niet echt. Ik ben op mijn hoofd gevallen en iemand haalt een grap met me uit. "Laat me hier uit!" schreeuw ik zo hard als ik kan.

Mijn telefoon zit nog in mijn zak! Ik bel mijn moeder gewoon. Misschien weet zij wat er aan de hand is. "Met Kate." "Mam ik zit vast in een of andere ruimte, wat is er aan de hand?" ratel ik. "Wie ben jij?" vraagt ze. "Mam ik ben het Hanna!" Weet ze echt niet wie ik ben? Of doet ze mee met deze grap? "Ik ken geen Hanna, je hebt een verkeerd nummer." "Ik ben je dochter!" roep ik wanhopig. "Sorry maar ik heb helemaal geen dochter," zegt ze nog. De verbinding wordt verbroken.

Nee! Dit kan niet echt zijn. Ik kan niet echt uit het bestaan verbannen zijn! Dit kan niet. Laat het alsjeblieft een grap zijn. "Help!" probeer ik nog een keer tegen beter weten in. Weer geen antwoord. Oh nee. Volgens mij besta ik echt niet meer. Niemand weet meer wie ik ben. Zelfs mijn moeder heeft geen idee meer. Het is net alsof ik nooit bestaan heb.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen