Na het eten...

Na het eten was ik naar mijn kamer gegaan, terwijl Nia Xavier smeekte om haar naar een brievenbus te brengen. Ze kon echt heel goed zeuren. Ik had geen zin om nog over iets na te denken, dus ging ik direct slapen. ’s Nachts opende ik mijn ogen, keek op mijn horloge en zag dat het kwart over drie was. Het was dus nacht. Ik dacht even aan ontsnappen, maar die gedachte kon ik uit mijn hoofd zetten toen ik iemand op de gang.

“Ik zal het Raimon hartelijk ontvangen met voetbalrobots, en daarna zal ik ze de waarde van de Aliusrots uitleggen. Ze zullen versteld staan van alle kwaliteiten en ze zullen zien hoe mijn soldaten het opnemen tegen die van de president, die niet naar me wou luisteren”

Het leek me een bekende stem. Wie zou dat kunnen zijn? Ik ken hem.  Maar wie was het? Nu moest ik mijn hersenen gebruiken. Wie was het? Het was sowieso iemand die ik goed kende. 

 

Ik keek uit het sleutelgat. Het was vader. Is hij gek dat hij om 3 uur over die wedstrijd aan het praten is? Hij kan toch ook wachten tot ’s morgens? Het was dan toch iets belangrijk.

“Het was een goed idee van je, Godric, dat je die Sue had ondervraagd zodat we te weten konden kwamen welke spelers kwetsbaar zijn als hun beste vrienden gevangengenomen worden. Goed gedaan”

“Het was gewoon logisch, want die Sue houdt ervan om zich bezig te houden met zulke zaken die te maken hebben met liefde. Snel genoeg zullen we Raimon van deze planeet wegvegen met de Aliusrots, dan kunnen we verder met ons project”, zei Godric.

Ze verlieten de gangen en het werd weer stil. Ik wilde dit zo snel mogelijk aan Nia vertellen, maar waarschijnlijk was ze aan het slapen. Ik ging naar de badkamer en waste mijn gezicht, waarna ik in mijn bed ging liggen en probeerde ik te slapen. Sinds ik hier was, kon ik bijna niet meer slapen en kreeg ik veel te maken met slaapproblemen. Maar dat kwam denk ik door de verschillende bezorgdheden die ik heb over de wedstrijd tegen Raimon. 

Nu snap ik hoe Axel zich had gevoeld tegen Kirkwood. Maar dit is nog erger. Hoe kan ik hier in hemelsnaam uitkomen? Ik hoop dat dat mijn laatste wedstrijd zou zijn in Alius Academy en dat ik daarna weer terug naar Raimon kan gaan.

Ik kon niet slapen, dus stond ik op en deed ik mijn deur zachtjes open, zodat niemand me kon horen. Ik had zin om naar buiten te gaan, om wat frisse lucht in te ademen. Ik was niet eens twee gangen verder en opeens legde iemand een hand op mijn schouder. Ik keek verbijsterd naar achter en zag dat het Jordan was. "Jordan?", fluisterde ik. "Waarom moet je me altijd zo achtervolgen?" "Ik kon niet slapen", zei hij. 

"Ik ook niet. Is dat een familieprobleem?", zei ik en ik glimlachte. "Ik denk het wel. Heeft Nathan daar ook last van?" "Ja, maar dan komt hij bij me liggen en dan valt hij direct in slaap. Hij is echt een grote baby", zei ik. "Ik ga naar buiten om wat frisse lucht te scheppen, kom je mee?", zei ik en ik keek hem aan. "Tuurlijk, waarom niet?", zei hij en we liepen samen naar buiten. 

Ik was blij dat ik hier tenminste iemand had om open mee te praten, die andere aliens kon ik echt niet in vertrouwen nemen. Behalve Nia natuurlijk. 


"Ik ben blij dat je hier bent", zei ik tegen Jordan. "Ik ook", antwoorde hij en hij keek somber  naar zijn schoenen. "Wat is er?", zei ik. "Ik mis Nathan. Ik kan mijn vriend niet vergeten. Was ik maar bij jullie gebleven.

"Dat zou ik ook wel willen, maar momenteel zitten we hier vast. Als dit gedoe gedaan is, neem ik je zeker mee naar Nathan en dan kun je hem weer zien", zei ik en ik legde een hand op zijn schouder. "Dat zou leuk zijn. Ik heb gehoord dat jullie waren verhuisd, klopt dat?" "Ja, we zijn naar het midden van Tokio verhuist, dicht bij de school in een appartement" "Oh, leuk! Dan moeten jullie niet uren eerder vertrekken", zei hij opgewekt. 

Ik twijfelde even, maar toen zei ik: "We zijn eigenlijk verhuist door een taxichauffeur" Jordan werd op slag serieus en zei: "Wat bedoel je?" "Hij had Nathan vergiftigd en me waarschijnlijk ook geprobeerd te vergiftigen" "Wat??", riep Jordan iets te hard. "Hey, wie is daar?", zei Godric. "O nee, we zijn er geweest!", riep ik en we zetten het op lopen. We konden net nog achter een boom verstoppen voordat Godric naar buiten kwam. "Ik denk dat dat een verbeelding was", mompelde hij en hij ging weer naar binnen. 

"Oof... Net gered!", zei ik en ik keek naar Jordan, die trilde als een rietje. "We waren er geweest als hij ons had gezien!" "Ja, laten we maar terug naar binnen gaan, voordat je iedereen wakker maakt", zei ik. "Mag ik met je mee?", zei Jordan. "Ok, kom mee naar mijn kamer", zei ik en ik nam hem mee naar mijn kamer.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen