Vandaag is de wedstrijd tegen Raimon.

Ik en Jordan hadden de hele nacht bij elkaar geslapen (gekletst) en toen de zon opkwam, ging hij naar zijn eigen kamer. We wouden niet dat iemand ons zou samen zou opmerken en dan zou irriteren.

Vandaag is de wedstrijd tegen Raimon en ik kon niet wachten om Axel en de rest weer te zien, maar ik wou eigenlijk ook niet tegen hen spelen, ik was bang dat ik hun pijn ging doen en dat ze me zouden haten wanneer ik weer zou terugkomen... Ik hoop dat ik niet als hoofdspits moet spelen en dat ik gewoon in de verdediging sta.

"Zaina, mag ik binnenkomen?", vroeg een bekende stem. "Kom maar binnen, Nia", riep ik en ik stond op. "Hey, hoe gaat het?", zei ik en ik lachte naar haar, terwijl ik wel zeker aan 400 andere dingen aan het denken was.
"Het gaat goed, hoe gaat het met jou?", zei ze en ze kwam naar me toe. "Het is tijd voor het eten, kom je?" "Ik ben nog niet eens omgekleed!", riep ik angstig en ik ging direct naar de badkamer. "Ik wacht op je, ok?", zei ze en ze ging naar buiten. Ik hoorde haar wat met Belletrix praten op de gang.

Toen ik binnen de vijf minuten had omgekleed, ging ik naar buiten. Belletrix was al weg. Ik keek op mijn klok en het was letterlijk 5 uur. "Waarom moeten we zo snel wakker worden?", zei ik en ik keek naar Nia. "Ik weet het niet. Om geen tijd te verspillen misschien?", zei ze. "Normaal stond ik toen ik nog niet naar het midden van Tokio was verhuisd, ook om 5 uur op..." "Ben je gek? Waarom?" "We woonden aan de rand van Tokio, en van daar was het te ver om naar school te gaan. Nathan wou perse naar Raimon, dus ja"

"Zat je sinds het begin al bij Raimon?" "Nee" "Waar dan?" "Royale" "Wat??", riep ze door de gangen. "Wat is er?", riep Xavier terwijl hij naar ons kwam. "Niks belangrijk" Als jij het zegt", zei Xavier en hij ging weer verder. We volgden hem naar de eetzaal waar het ontbijt al klaar stond. "Hey meisjes!", riep Belletrix. "Hallo", antwoordden we en we gingen aan tafel zitten, waar de rest al aan het eten was en praten was. Opeens kwam vader binnen, die ik inmiddels al haatte.

"Zijn jullie klaar, supersoldaten?" "Ja!", riep iedereen in koor, behalve mij. Gelukkig merkte niemand dat op. "We moeten de wereld de kracht van de Alius rots laten zien! Dit is ons moment om de wereld te veroveren!"

Deze toespraak beviel me helemaal niet, maar ik kon niet tegenspreken. Ik moest Axel en de rest zien!

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen