Na een drukke avond sliep ik als een roos. Ik lag lekker op mijn bed te slapen totdat…

“Zaina, wordt wakker!!!”, riep Nathan terwijl hij me kietelde. “Haha, stop, je weet dat ik niet tegen kietelen kan!”, riep ik. “Wat is er?” “Niks hoor, het was maar een grapje. Maak ontbijt”, zei hij terwijl hij de andere kant opkeek. Maar ik wist dat hij iets aan het uitspoken was. Elke keer dat hij loog keek hij naar achter, en nu deed hij helemaal hetzelfde zoals anders. “Nathan, als je niet vertelt wat er is, kietel ik je terug en krijg je er spijt van”, zei ik als middel van een dreiging.

“Nee, nee, nee, niet doen!”, zei Nathan. “O jawel, vertel nu of je gaat dood”, zei ik. “Ok dan… Ik wou gewoon zeggen dat ik van je hou, zonder jou is de wereld gewoon vergaan”, zei hij terwijl hij bloosde. Ik bloosde ook en gaf hem een knuffel.
Na me om te kleden en naar de wc te gaan, ging ik naar de keuken om het ontbijt klaar te maken. Er was nog steeds iets met Nathan, maar hij kreeg het er gewoon niet uit of hij wilde het niet vertellen.

We zaten aan de ontbijttafel, en na een halfuur waren we klaar met het ontbijt. Het was weekend. Ik ging net naar boven om mijn kamer op te ruimen toen Nathan opeens een emotionele aanval. Hij pakte me vast aan mijn arm en zei fluisterend in mijn oor: “We zijn bijna geselecteerd voor het nationale elftal. Over een week is de selectiewedstrijd!”
Even wist ik niet wat ik hoorde. Nationaal team? Selectiewedstrijd? Wat? Toen drong het me door. Onze kans om nationaal te spelen was nabij. “Yes! Waarom heb je dat niet eerder gezegd?!”, riep ik in zijn oor. “Maak me niet doof, anders-” “We gaan misschien naar het wereldkampioenschap!”, zei ik terwijl ik op en neer sprong van enthousiasme.

“Coach Hillmann heeft ons geroepen, we moeten straks naar de school!”, zei Nathan terwijl hij me probeerde te kalmeren. “Dus, we gaan iedereen zien die kan geselecteerd worden voor het nationaal team?”, zei ik. “Dat klopt”, zei Nathan. “O, dit wordt echt heel leuk!”, zei ik. “Kunnen we nu al niet gaan?”, zei ik. “Nu is daar waarschijnlijk niemand, slimmerik”, zei Nathan terwijl hij me zachtjes een duwtje gaf. “Ik ga trainen, blijf jij maar zitten waar je zit. Bye! Tot straks!”, riep ik en ik deed mijn jas al aan. “Wacht, ik wil ook mee!”, riep Nathan. Hij rende naar boven en hij deed zijn sportoutfit aan. “Moet jij je niet omkleden? Je hebt een jurk aan”, zei Nathan. “Maakt niet uit, ik kan er wel mee spelen”, zei ik terwijl ik mijn schoenen aandeed.

Het was een mooie dag. De zon scheen en er was een lichte wind aan het waaien. Ik en Nathan wandelden naast elkaar. Wat was het fijn om een broer te hebben, die alles begrijpt. En die soms ruzie kan maken als ik er zin in heb. En me kan vergeven wanneer het nodig is. “Zaina?”, zei Nathan terwijl hij me wakker maakte uit m’n gedachten. “Zin in een wedstrijdje?”, zei hij uitdagend. “Wat voor wedstrijdje?”, zei ik. “Om ter snelste bij het veld. “Makkie, als je maar niet te veel achter blijft”, zei ik. “Niet opscheppen, ik ben veel sneller dan jou”, zei hij. “Zullen we nog wel zien. Wacht, hier nog niet. Hier zijn verkeerslichten. We doen bij het voetbalveld, we moeten dan twee rondjes rond het veld lopen!”, zei ik. “Best, maak je maar klaar voor een uitstekende nederlaag”, zei Nathan met een grijns op een zijn gezicht. “Haha, dat zegt meneer de slak”, zei ik. En zo kibbelden we heel de tijd door tot we aankwamen op het voetbalveld.

We stonden allebei schouder aan schouder, en Nathan ging het startsein geven. “Start!”, riep hij. We renden schouder aan schouder, en Nathan probeerde me zelfs buiten spel te zetten door me te duwen. Maar ik ontweek hem en we gingen we verder. Gedurende één en een halve ronde bleef het zo, en de laatste bocht was in zicht. Nathan probeerde me te blokkeren en me zo voor te steken, maar we bleven naast elkaar rennen en kwamen zo aan bij de vuilbak die als finish diende. “Ik was een milliseconde eerder over de finish”, zei Nathan. “Niet liegen”, zei ik. “Jij bent blind”, zei hij. “Helemaal niet!”, riep ik protesterend.

Opeens zagen we allebei twee meisjes boven staan. “Lia? Nia?”, riepen we allebei. “Hallo! Hoe gaat het? Lang niet gezien!”, antwoordde Nia. “Goed, met jullie? Wat doen jullie hier?”, zei Nathan ongelovig. “Ja, dezelfde vraag voor jullie. “Zijn jullie door coach Hillmann geroepen voor straks?”, vroeg Nia. “Ja, jullie waarschijnlijk ook?”, zei ik. “Ik ben zo blij om jullie terug te zien!”, voegde ik eraan toe.

“Jullie hebben een waanzinnige race geracet!”, zei Lia. “Ja, ja”, zei Nathan geërgerd. “Is er iets?”, zei Nia. “Nee hoor. Eigenlijk wel. Ik ben gewonnen”, zei Nathan op een rustige toon. “Wat zei je?”, riep ik. “O ik zei gewoon dat jij een trage slak bent en dat ik de race heb gewonnen” “Helemaal niet!”, zei ik. “O jawel, ik ben gewonnen”, zei hij. “Jij kunt gewoon niet tegen je verlies”, zei ik boos. “Ophouden!”, zei Nia. “Hou je mond!”, snauwden ik en Nathan terwijl naar Nia keken. “Kom er maar beter niet tussen”, fluisterde Lia en Nia’s oor. Lia was verstandig.

"Ok, stop, we vechten dit thuis wel uit!", zei Nathan terwijl hij boos naar me keek. "Of los het nu op, door sorry te zeggen", zei ik voorzichtig. "Jij bent degene hier die sorry moet zeggen, niet ik", zei Nathan. "Sorry", zei hij na een lange stilte. "Vergeef me, ik heb ook wat foute dingen gezegd die ik eigenlijk niet had moeten zeggen", excuseerde ik me.

Reageer (2)

  • LinSwift

    Wat een leuk hoofdstuk!
    Toen er stond:
    Je hebt nog een jurk aan.

    Dacht ik dat Zaina dat Tegen Narhan zei! xD

    2 jaar geleden
  • pizzaa

    Zo, dat was snel opgelost
    😛
    Ik geloof dat Nia heeft gewonnen in hun race!

    2 jaar geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen