Niall voelde hoe er iets in de lucht veranderde en opende zijn ogen. Hij zag dat hij wat verder was weggedreven dan hij daadwerkelijk door gehad had. Hij zag wat donkere wolken richting het strand op komen en besloot verstandig het water uit te gaan. Hij had gelezen dat het weer redelijk snel kon omslaan en het laatste wat Niall wilde, was met onweer in het water zijn. Hij wist niet zeker of het zou gaan regenen maar hij besloot om terug te gaan. Rustig zwom hij terug en dankzij zijn goede conditie lukte dat ook zonder enkele problemen. Op het strand ziet hij dat de jongeren ook al weg zijn en hij loopt naar zijn tas. Niall droogt zich af en besluit zijn zwembroek aan te houden. Hij trekt zijn shirt aan en doet een zonnebril op en met de rugzak op zijn rug doet hij zijn sandalen aan. Tevreden met het ontspannen gevoel wat hij had mogen ervaren besloot hij terug te wandelen. Het was een andere route dan de heenweg en tot Niall zijn geluk hoefde hij niet meer langs de trappen van de tempel.

Hij volgde een slingerend pad wat van het strand zo richting de bossen heen liep. Op zijn gemak volgde hij het pad en hij hoorde en voelde hoe het begon te regenen. Hoewel de bomen een groot gedeelte tegenhouden duurde het niet lang voor hij de druppels voelde. Hij doet de regenlaag over zijn rugzak wat zou zorgen dat zijn tas en inhoud droog zouden blijven en wandelt verder. Het was rustgevend, het getik op de bladeren en de frisse regendruppels die op Niall vielen en langzaam omlaag kropen over zijn gezicht zo zijn shirt in. Hij was blij geweest met het besluit om zich niet verder om te kleden. Hij kijkt genietend rond en had nooit verwacht een regenbui zo te kunnen accepteren. Hij genoot er zelfs van. Na een uur lopen kwam Niall weer terug op de camping die er verlaten uit zag. Hier en daar zag hij in de tent een lampje branden of tenten een klein stukje open staan om te luchten.

Als Niall bij zijn eigen tent aankomt kleed hij zich eerst even om zodat zijn tent van binnen droog blijft. Zijn zwembroek en shirt gooit hij even over de stoel die hij leende weg, het was al nat, dus dan kon het beter buiten blijven. Hij trok een jogging aan en hij duwde zijn slaapzak bij elkaar zodat hij een muurtje kreeg. Wat leunend tegen het muurtje gaapte hij lui. Het warme weer in combinatie met de activiteiten van vandaag maakte dat Niall moe was geraakt. Hij pakt een boekje met wat puzzels erin en zoekt een pen. Zodra hij deze heeft zet hij zijn gedachten op de puzzel en met het vredig getik op de achtergrond probeert hij het op te lossen.

Een paar uur later was het getik op de tent gestopt en Niall ritst zijn tent open om buiten te kijken. Verschillende plassen waren er gevormd op het veld maar gelukkig had Niall een goed plekje uitgekozen. Dat maakte dat zowel hij als zijn spullen droog gebleven waren. Hij was blij dat de man van de winkel dat had gezegd, zet nooit in een kuil. Op zich klinkt het logisch maar je moest er wel maar net aan denken. Niall stapt uit zijn tent en met een touw wat hij meegenomen had spande hij een waslijntje tussen twee bomen. Zijn inmiddels doorweekte shirt en zwembroek hing hij hieraan op en ook de regenhoes van zijn tas hing hij op om te drogen.

Even keek Niall rond en zuchtte even diep. Het terrein leek verlaten en voor het eerst sinds de trip voelde Niall zich alleen. Hij voelde zich verdrietig en zuchtte dan ook even diep. Het was een strijd, een gevecht wat hij elke dag met zichzelf kon voeren. Niet laten zien hoe hij zich echt voelde en niet vertellen wat hij werkelijk dacht. Hij had het anders kunnen kiezen. Vanaf moment één gelijk open en eerlijk zijn. Iets wat hij soms wenste maar diep van binnen wist hij wel dat dat niet zo zou werken. Hij had het een poosje geprobeerd. Vertellen als het hem dwars zat, zichzelf op één zetten maar het was iets wat hem niet lukte. Hij wilde ruzies graag vermijden, zorgen dat anderen zich niet bezeren of overbelaste met als gevolg dat Niall dit zelf wel deed. Hij wilde niet dat een ander zich eenzaam voelde, dus zorgde hij dat hij er altijd was voor anderen, maar als hij echt iemand nodig had, zag niemand dat. Tuurlijk, Liam had het regelmatig wel door, maar als hij in de nacht sniffend in zijn bed lag ging hij er niet uit om iemand wakker te maken. Terwijl hij wist dat dat gewoon mocht, hij mocht een ander storen om zichzelf voor te laten gaan. In zijn hoofd voelde hij zich dan schuldig, ze slapen net terwijl ze zo weinig slaap hebben, het gaat wel voorbij.

Dat laatste klopte ook, het ging altijd voorbij. Niet in de zin waarin Niall het graag had gehad. Elke opkropping, elk traantje verdriet ging voorbij. Gemerkt of ongemerkt , maar het zorgt wel ervoor dat hij prikkelbaar werd. Soms weer wat chagrijnig reageerde wat maakte dat hij zich nog schuldig voelde. De jongens hadden zelf al genoeg aan zichzelf en hun thuis, dat van Niall konden ze er niet bij hebben. En zo werd de opeenstapeling alsmaar groter. Iets wat Niall geleerd had was dat die stapel, de toren van opgekropte emoties en gevoelens onwijs hoog kon worden. Zo hoog, dat als hij omviel je een totale chaos kreeg. Dat was dan ook precies wat er gebeurde als Niall wel eens omviel. Dan had hij geen controle meer over wat hij zei of deed. Dan kwamen de tranen bij elke scheet, dan reageerde hij op alles en kon niets los laten. Liam had wel eens gezegd, als je die toren niet zo hoog opstapelt, dan kun je er ook niet zo hard vanaf vallen. Daar had hij zeker gelijk in, en een poosje zou Niall dit advies ook ten harte nemen. Maar dan gebeurde er weer iets en zette hij zichzelf niet meer op één. Dan ging hij denken voor anderen en stapelde hij de toren weer zo hoog op dat het alleen maar erger kon worden.

Je zou in dat opzicht kunnen zeggen, ‘een ezel stoot zich niet drie keer aan dezelfde steen’. Ten eerste was Niall geen ezel, waren zijn gevoelens geen stenen en toch deed hij het keer op keer. Altijd met goede, liefdevolle redenen voor anderen. Het zat gewoon in hem, zijn ouders waren beide ook sterke mensen. Hij had ze echt wel eens zien huilen, maar ze gingen altijd maar door. Dat gold ook voor pijn. Niall gaf niet zo gauw pijn aan, ook niet met zijn knieën. En toen was het ineens te laat en moest hij geopereerd worden. Je zou denken, dan ga je beter je pijntjes aangeven maar nee. Je kon het wel aan iedereen vertellen maar wat konden zij er aan doen? Zij konden niet zorgen dat het wegging en je kwam zo zeurderig over, althans dat maakte zijn hoofd ervan. Nee, je kon beter een glimlach opzetten en de pijn negeren. Dan had je misschien nog iets leuks aan je dag. Zijn conclusie was dan altijd dat hij wel wist wat anderen dachten en dat hij anderen niet hoefde lastig te vallen. Het kwam vast wel goed, en zo niet dat lost hij het zelf op… of niet.

Niall knipperde even en kwam weer terug uit zijn hoofd. Hij stond nog altijd buiten en het zonnetje was langzaam weer tevoorschijn gekropen. Hij keek even op zijn telefoon en zag dat hij een behoorlijke tijd in zijn hoofd had gezeten. Die krengen van een hersenen konden een heerlijk spelletje met je spelen. Ze vulde je gedachten met mooie of juist lelijke dingen, lieten je er onwijs lang mee bezig zijn maar wel onbewust waardoor tijd voor leuke dingen weg was. Hersenen waren gemene achterbakse dingen besloot Niall en vond dat hij weer de controle moest hebben over zijn hoofd. Hij schudde het dan ook even heen en weer en pakte een blikje eten uit zijn tas en warmde zijn avondeten op.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen