Terwijl ik naar mijn huis liep, voelde ik een mix van emoties die door mijn aderen stroomden. De gedachte aan Bill en het afscheid brandden nog vers in mijn geheugen. Ik wist dat dit de juiste beslissing was, maar het deed nog steeds pijn.
Toen ik bij mijn huis aankwam, belde ik aan, klaar om mijn moeder te zien en terug te gaan naar mijn eigen wereld. Maar tot mijn verbazing opende een vrouw die ik nog nooit had gezien de deur. Haar vragende blik ontmoette de mijne en voor een moment wist ik niet wat ik moest zeggen.
Ik besloot om wat meer informatie te vragen. "Excuseer, maar ik ben op zoek naar een vrouw genaamd Ariana. Ze is een ver familielid van mij, en ik dacht dat dit haar huis was. We hebben elkaar een tijdje niet gezien, en ik wilde haar verrassen."
De vrouw leek even na te denken en zei toen met een frons op haar gezicht: "Ariana? Nee, dat is niet de naam van de persoon die hier woonde voordat ik kwam. Ik heb dit huis pas onlangs gekocht, en de vorige eigenaar moest om medische redenen verhuizen. Ze ligt in het ziekenhuis, en het gaat niet goed met haar."
Mijn hart zonk bij dit nieuws. De gedachte dat mijn moeder zo ziek was dat ze haar huis had moeten verlaten, vulde me met bezorgdheid en verdriet. "Hoe lang is ze al in het ziekenhuis?" vroeg ik met een trillende stem.
De vrouw keek medelevend. "Ik heb de woning pas onlangs gekocht en heb nooit de vorige eigenaar ontmoet. Ik kreeg te horen dat ze een ernstige ziekte heeft en naar het ziekenhuis moest."
Ik voelde een brok in mijn keel en vroeg snel: "Kunt u me alsjeblieft vertellen welk ziekenhuis ze naartoe is gegaan? Ik moet haar dringend spreken."
De vrouw gaf me de naam van het ziekenhuis en een telefoonnummer dat ze had voor noodgevallen. Ze was duidelijk bezorgd over mijn situatie en zei: "Ik hoop dat ze snel beter wordt."
Terwijl de deur zich achter haar sloot, bleef ik even stilstaan voor het huis. De gevel leek op het eerste gezicht vertrouwd, maar het feit dat ik niet eens een blik naar binnen kon werpen om herinneringen op te halen, vervulde me met een diep gevoel van weemoed en verdriet. Met gesloten ogen stond ik daar, mijn gedachten dwaalden af naar mijn moeder, die ziek en hulpbehoevend was.
Ik opende mijn ogen en hoopte dat het kijken naar de vertrouwde gevel van ons huis genoeg zou zijn om me terug te laten ontwaken in mijn eigen realiteit.
Maar helaas, toen ik me omdraaide, stond Bill nog steeds een eindje verderop. Hij leek zenuwachtig, friemelend aan zijn broek, zijn blik gefixeerd op mij.

Ik liep naar Bill toe, en zijn ogen lichtten op van herkenning en opluchting. "Elise?" vroeg hij meteen, alsof hij het nog steeds niet helemaal kon geloven. Ik knikte, een traan gleed over mijn wang, en ik zuchtte diep. "Ja, ik ben het."
Hij keek me bezorgd aan en vroeg, "Wat is er gebeurd?" Mijn lippen trilden terwijl ik hem uitlegde dat mijn moeder in het ziekenhuis lag, dat ze me nodig had. Bill kalmeerde me met een zachte hand op mijn schouder. "Bij het hotel heb ik een paar taxi's zien staan, we gaan er onmiddellijk naartoe en nemen een taxi naar het ziekenhuis. Je moet bij je moeder zijn."
Zijn woorden gaven me kracht, en samen liepen we terug naar het hotel waar een paar taxi's stonden te wachtte. We stapten in, en terwijl de taxi wegreed, kon ik niet anders dan hopen dat ik snel in mijn eigen wereld zou zijn, bij mijn moeder die me nodig had.
Bill merkte mijn onrust in de taxi en legde zijn warme hand op mijn been. Zijn aanraking gaf me een geruststellend gevoel te midden van de chaos die in mijn hoofd woedde. Met zijn zachte stem fluisterde hij, "Elise, in deze realiteit heeft jouw moeder niemand die voor haar kan zorgen, dus waarschijnlijk woont ze in jouw wereld nog wel thuis."
Ik keek opzij naar Bill, zijn ogen straalden begrip en mededogen uit. Zijn woorden drongen langzaam tot me door, en ik begon te beseffen dat mijn moeder in mijn eigen wereld waarschijnlijk wel thuis was. De gedachte stelde me enigszins gerust en bracht wat rust in mijn onrustige geest. Ik glimlachte voorzichtig naar Bill, dankbaar voor zijn begrip en steun.
We zaten hand in hand in de taxi en af en toe kneep Bill bemoedigend in mijn hand, een gebaar dat me het gevoel gaf dat ik niet alleen stond in deze onzekere situatie.

We arriveerden bij de kliniek, en met een smoes slaagden we erin om binnen te komen. Het duurde niet lang voordat we voor de kamer van mijn moeder stonden. Voordat ik naar binnen ging, pakte Bill mijn hand stevig vast. We stonden in de gang van het ziekenhuis, en ik voelde me verscheurd tussen twee werelden. Mijn hart wilde bij Bill blijven, in de wereld waar ik gelukkig was en de liefde van mijn leven had gevonden. Maar mijn verantwoordelijkheid trok me terug naar mijn eigen realiteit, waar mijn moeder me nodig had.
Ik keek Bill aan, en mijn ogen vulden zich met tranen. "Bill," begon ik aarzelend, Mijn stem trilde terwijl ik geen woord meer kon uitspreken.
Bill glimlachte zwakjes en veegde een traan van mijn wang. "Elise, jij hebt mijn wereld veranderd," zei hij zacht. "En ik hoop dat je weet dat je altijd een speciaal plekje in mijn hart zult hebben."
Ik pakte zijn hand en gaf er een zachte kus op. "Ik moet terug, Bill. Mijn moeder heeft me nodig. Maar ik zal altijd aan je denken."
Bill knikte begripvol. "Ik begrijp het. Ga maar naar haar toe. Ze heeft je nodig."
We omhelsden elkaar nog een keer, en ik voelde zijn armen me stevig vasthouden. Toen liet hij me los en keek me diep in de ogen. "Vaarwel, Elise. Ik wens je het allerbeste."
Ik knikte, een brok in mijn keel, en draaide me om om naar de kamer van mijn moeder te gaan. Terwijl ik wegliep, kon ik de tranen niet tegenhouden. Het was een afscheid dat mijn hart brak opnieuw, maar ik wist dat ik de juiste keuze had gemaakt.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen