Lieve God,

Volgens mij mag u mij niet meer. Waarschijnlijk heeft u mij ook nooit echt gemogen, net als vele anderen. Mensen die doen alsof ze me mogen om met andere in contact te komen waar ik toevallig wel veel mee omga. Mensen die zich langs me omhoog klauteren en me daarna als een blok laten vallen. Mensen die eerst aan me blijven plakken, maar me daarna alleen nog maar negeren en me vanaf de hoogte aankijken.
Vertel me eens, God. Waarom zijn mensen zulke ingewikkelde wezens? Waarom spelen mensen met de gevoelens van anderen? Waarom manipuleren mensen anderen om er zelf beter van te worden? Waarom zijn mensen zo belachelijk egoïstisch?

Ik haat het God, ik haat het. Is het soms te veel gevraagd om ook maar een beetje geïnteresseerd te vragen hoe het met me gaat? Zien ze niet dat ik vanbinnen helemaal kapot aan het gaan ben en dat ik gewoon een masker draag, gewoon voordoe alsof ik gelukkig ben? Zijn ze nou echt zo blind? Of betekent dat juist dat ze me helemaal niet zo goed kennen als ze beweren.
Niemand kent me. Ze weten dingen over me, dingen die ze er makkelijk in kunnen stampen. Maar ze weten niet hoe ik in elkaar zit, hoe ik reageer, hoe ik écht ben. Ze weten niet dat ik eigenlijk hartstikke onzeker ben, maar doe alsof ik stoer ben. Ze weten niet dat het me wel iets kan schelen wat andere zeggen en wat ze doen. Ze weten eigenlijk helemaal niets over me, helemaal niets.
Ben ik een goed mens, God? Ben ik een betere vriendin dan zij? Ik probeer namelijk wel zoveel mogelijk te onthouden, ze te helpen en geïnteresseerd te vragen hoe iets was. Ze vinden het leuk om over zichzelf te praten en ik luister ook nog eens, iets wat ik dus totaal niet van hen kan verwachten. Ik begin iets te vertellen en dan raken ze al meteen afgeleid door iets of iemand anders.
Geweldige vriendinnen heb ik, hè? Daar heb ik mee leren leven. Ik heb nooit echte vriendschap gekend, er was altijd wel iets mis.

Maar, lieve God, kunt u niet één keertje iets voor me doen? Zou u ervoor kunnen zorgen dat ik niet ziek word? Ik word er gek van, ik vind het vreselijk om ziek te zijn. Ik voel me nu al verschrikkelijk en het wordt alleen maar erger en erger.
Weet u, God. Laat maar. Zorg maar dat ik ziek word, ik heb er geen zin meer in. Ik heb nergens meer zin in. Ik wil in mijn bed gaan liggen, mijn ogen sluiten en als ik ze open doe, wil ik wakker worden in een geheel nieuwe wereld, waarin mensen wél om elkaar geven en aan elkaar denken.

Bedankt dat ik mijn hart kan luchten, dat doet me echt goed, gedeeltelijk. Het blijft nog altijd dwarszitten. Ik blijf me nog altijd verschrikkelijk voelen, maar misschien moet ik dat wel. Misschien ben ik gewoon een vreselijk mens en verdien ik dit.
Ik weet het niet.

Dag,
Anouk.

Reageer (2)

  • Bohemian

    prachtig!

    1 decennium geleden
  • Vancha

    Als je zo door schrijft ga ik Janken echt waar dit is echt heel mooi!! (H)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen