-Hoofdstuk 1

Marnie Elisabeth Still.

"Marnie?" Marnie zuchtte diep en legde haar boek neer op het kastje naast haar bed. De rug van het boek zat vol met vouwen en het leek alsof de kaft ieder moment van de inhoud kon afscheuren. Ze vroeg zich af hoe vaak ze dit boek al had vast gehad.
"Marnie?" Haar broer stak zijn hoofd op de deur. Marnie keek op. "Ja, wat moet je?" Vroeg ze toen ze opstond en haar haren uit haar gezicht streek. "Er is een vreemde brief voor je aangekomen." Marnie knikte. "Ik kom zo."
      Marnie wierp nog één laatste blik in de spiegel op de gang en liep toen de trap af. "Waar is die o-zo mysterieuze brief?" Vroeg ze toen ze de woonkamer binnentrad. Haar vader stond op en reikte haar de brief aan. Marnie knikte en bekeek de brief zorgvuldig. Ze las de naam stilletjes in zichzelf. Hogwarts. Het zei haar niets. Ze doorbrak de rode zegel en haalde er een perkament uit.
"Het meest vreemde," begon haar moeder, "is dat er vandaag niet eens post wordt bezorgd." "Misschien is het wel van één of andere geheime organisatie." Wist haar tweelingzus er spottend uit te brengen. Marnie luisterde al niet meer naar het gesprek, haar ogen waren gericht op de letters op het perkament dat de woorden vormden.

'Beste Marnie Elisabeth Still,
We zijn vereerd u te mogen meedelen dat u bent toegelaten in Hogwarts school of witchcraft and wizardy.

Ze bleef die eerste zinnetjes maar herhalen in haar hoofd totdat ze wist wat er van haar verwacht werd. "Ik ben een heks."