Twee ogen ontluiken zich en kijken naar het schouwspel dat zich voor hen afspeelt. Een lustige kleur rood scheert langs de muren, om zich vervolgens neer te leggen op de huid van een rank gebouwd lichaam en diens wangen te signeren, door met een vluchtige penselenstreek een rode nevel aan te brengen. De vluchtige aanraking laat het lichaam sidderen en verlangen naar meer. Precies op dat moment omhelst een koude bries het lichaam en laat het ademen. Twee gevederde vleugels lijken een sluier te vormen en het rood te verbannen. Zo zwierig als het rood net was, zo stug is het nu. Binnen in een oogwenk begint het rood vlam te vatten, met een zwarte kleur achterblijvend. Onthutst lost het op in een donkere walm en lijkt een gezicht te vormen, dat net zo snel als het verscheen, oplost in de koelte.

Een indringend wit licht verschijnt voor haar ogen en lijkt zo haar ziel binnen te dringen. Gedwee laat ze het toe en laat zich vullen met een behaaglijke warmte. Haar lichaam heeft het allang opgegeven, maar haar geest is nog die persoon die zij eerst was. Die persoon die nog vol levenslust zat en zich volhardend verzette tegen die verstikkende dreigingen. Gestaag lijkt haar lichaam de overhand te krijgen en haar geest te bedwelmen met aangename toekomstbeelden. Het licht dat binnengedrongen is in haar ziel, fluistert haar zoete klanken toe. Klanken die haar doen relativeren en alle cellen in haar lichaam doen oproepen om zich te verzetten, want er zou nog zo’n mooi leven voor haar kunnen wachten. Een nieuw leven, voorbij die witte deur die het klinische karakter van de kamer afmaakt.

Sinds haar verblijf hier, wordt ze vergezeld door een aanwezigheid die zo net zo lichtgevederd is, als zijn vleugels. Twee prachtige tooien die ontspringen vanuit zijn schouders en meebuigen met de kromming van zijn rug. De veren die zich vasthouden aan de nerven, deinen mee met zijn bewegingen. De vleugels die zij zelf getekend heeft met haar gedachten en die maar een klein accent leggen op zijn daadwerkelijke gestalte.

Hij werd vrijwel meteen aangetrokken door haar zo futiel ogende geest, maar waar hij toch kracht uit kan putten. Zijn aanwezigheid is al net zo raadselachtig, als zij is. Hij ervaart gevoelens die zijn handelingen verstoren. Die afstand die hij moest bewaren, verliest het van haar krachtveld. In plaats van haar begeleider te zijn, wenst hij haar alleen nog maar te behagen. Zijn taak om haar niet af te doen dwalen, laten zijn gedachten juist afdwalen. De ruimte waar hij in verblijft is onderdeel van een hospice. De vrouw waaraan hij onontkoombaar verboden zit, verkeert in een terminale fase. Hoewel hij haar lijden eigenlijk zou moeten verzachten en haar als een gids zou moeten helpen bij het overgaan, neemt zijn eigen welzijn de overhand. Hij beseft maar al te goed, dat hij de macht heeft over het pad dat zij bewandelt en haar zijweggetjes in kan sturen, door haar weg en haar lijden daarmee te verlengen. Haar ogen vergiftigen hem, wanneer ze wanhopig bedelt om haar uit haar lijden te doen verlossen. Haar handen grijpen zich vast aan zijn vleugels en trekken er tot bloedens aan toe aan. Haar handen die verlangen naar haar doodsbed. Met het onverdraaglijke gevoel dat het meebrengt, verdrinkt zijn hart in frustratie en lokt het vuur hem naar zich toe, met zijn likkende vlammen. Maar hij weigert een gevallen engel te zijn en komt tot inzicht tijdens het verzetten, dat hij al die tijd zichzelf heeft vergiftigd. Hij sust haar en tovert woorden tevoorschijn die haar lichaam lijken te verzwaren. Haar geest, zo zacht als satijn, stijgt op om te proeven van het tere licht dat haar tegemoet komt. Zijn hand reikt naar de hare en ze smelten samen. Ze wordt overweldigd door zijn energie en smacht naar het gevoel van gewichtloosheid. Het loslaten van haar lichaam, dat haar geest verhulde en waarop ze niet meer kon bouwen.

Hij biedt haar een nieuw uitzicht aan en verbreedt haar horizon. Hij heeft haar beschermd tegen die verstikkende dreigingen, waaraan haar lichaam zich heeft overgegeven, maar wat haar geest sterker maakte en een nieuw einde knoopte aan de draad, die haar eerst met hem verbond. Zoals zijn gestalte eerder vleugels leek te hebben, heeft hij nu de vorm aangenomen van een vlinder, symbool voor een verlichtende vlucht die sereniteit verspreidt met zijn vleugels en laat oplossen in de lucht.

Reageer (2)

  • buffyxangell

    Mooi verhaal, mij trekken dit soort verhalen juist erg aan !!

    Echt mooi!!

    1 decennium geleden
  • Jonsu

    Naahw.. ik hou niet van verhalen die gaan over doodgaande mensen -heeft zojuist een ranzig verhaal geschreven waarin mensen tot 4 maal toe vermoord worden, nevermind-. Hij is wel heel mooi geschreven. Ik heb volgens mij nog nooit eerder iets van jou gelezen, maar ik vind het echt mooi :Y). Ik ga ook even kijken naar die andere (krul).

    x

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen