Twee handen steunen op een witte vensterbank, wier verf al scheuren begint te vertonen die lijken over te lopen in de rimpels. Zorgvuldig strijken de handen in een vast patroon over het kille hout, waardoor de verf uiteindelijk loslaat en vervolgens in schilfers naar beneden dwarrelt. De zon verwarmt stilaan haar gezicht en verlicht de kamer die haar volstrekt vreemd is. Het enige herkenbare aan deze kamer is de gele kleur die de zon op de muren schildert. Behoedzaam draait ze zich om en volgt haar dwalende voeten die evenmin, als zij weet waar ze naartoe gaan. Haar handen omklemmen krampachtig alles wat ze ook maar kunnen grijpen, alsof ze hun grip verloren hebben en deze wanhopig weer terug proberen te krijgen. Voorbij de drempel verzamelen verscheidende geluiden zich die wachten, totdat zij hen tegemoet stapt, zodat ze zich met hun volste gewicht op haar kunnen storten. Ze steekt haar neus voorbij de deurlijst, kijkt schichtig heen en weer en stapt de kamer uit, waarbij haar handen vluchtig naar een volgend iets grijpen. De geluiden komen van alle kanten en overdonderen haar. Angstig krimpt ze ineen en laat een jammerend geluid los. Een hand reikt naar haar schouder die zich onmiddellijk overgeeft. Een aangenaam geluid vloeit langst twee lippen zo haar oren in en laten alles tintelen. Ze denkt diep na, maar een zandstorm lijkt door haar gedachten te woeden en legt er een mantel overheen. De mist die om haar heen hangt, maakt plaats voor schimmen die af en toe een stuk van zichzelf onthullen. Een stuk dat slecht flarden van haar herinneringen oproept, maar waardoor zij zich toch geborgen voelt. Haar handen vinden al snel de weg naar die ene hand en omarmen hem vervolgens. Blindelings volgt ze de hand van één van de schimmen die met zijn woorden herinneringen in de lucht tekent. Een spiegel wordt haar voorgehangen en laat haar een jeugdig iemand zien die zij maar al te goed kent, zij is het zelf. Met een verstarde blik kijkt ze naar zichzelf, glijdt met haar vinger langs de contouren van haar gezicht en ontdekt dat kleine scheurtjes zich vormen na haar aanraking. Een naar gevoel bekruipt haar en laat haar sidderen. Argwanend gaan haar ogen de ruimte rond, waarna een hard gesis uit haar mond ontsnapt. Er volgt gemompel, onverstaanbaar voor haar omgeving, een taal alleen bestemd voor haar oren. Korte schokken lijken door haar lichaam te gaan, waardoor haar handen herhalend dezelfde beweging maken. Ze begint als een klein kind te huilen. Tranen sijpelen langs haar wangen en lijken alles wat zij was met hen mee te nemen. Eén van haar handen kruipt trillend langs haar hals omhoog naar haar mond, waarvan de duim zich nestelt tussen haar lippen. Ze verlangt naar haar ouders, maar lijkt niet meer te weten dat zij inmiddels al een moeder is, zelfs al oma is. Ze verlangt naar de armen van haar moeder die haar heen en weer wiegen, de woorden van haar moeder die als een kussen onder haar hoofd gaan liggen. Plotseling houdt ze zich stijf en kijkt met een lege blik naar de grond. Twee handen plaatsen zich op haar schouders en begeleiden haar richting de grond, waar een kussen zich om haar billen vormt. Liefkozende woorden vinden een weg naar haar en wikkelen haar in een warme deken. Langzaamaan begint het licht in haar ogen te schijnen en strelen de lichtstralen haar wimpers.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen