Hoe het allemaal begon

Het is negen uur in de ochtend. Daisy zit met haar meidengroepje in de klas te kletsen. Weet je wie een lekkerding is? Vraagt Lotte. Laat me raden ehm.. Jantje de Bruin? vraagt Silvie. Nee, natuurlijk niet. Andwoord Lotte. Vertel op. zegt Daisy. Ik ben verliefd op Coos. zegt Lotte. Dat hadden we kunnen verwachten. zegt Daisy, je hebt het al weken nergens anders over! De meiden lachen. Dan gaat de schoolbel. Meneer Jansen komt binnen. Goed. Zegt hij. Vandaag gaan we het hebben over de zon. De tijd vliegt voorbij en voor je het weet gaat de schoolbel weer. De meiden pakken hun boeken en gaan naar de volgende les. Onderweg loopt Lotte natuurlijk weer over Coos te praten. Maar dan ziet Daisy iemand lopen. Een jongen. Hij is iets groter als zij, heeft blond haar, blauwe ogen en is heel netjes gekleed. Daisy vindt hem wel knap. Ze blijft de jongen aanstaren. Zo lang dat ze tegen de muur op botst. De meiden barsten in Lachen uit. Waar zit jij met je gedachten Dais? vraagt Tina. Ow, ik bedacht net... Daisy twijfelde of ze het zou vertellen aan haar vriendinnen over die jongen. Ja, wat dacht je? vraagt Lotte ongeduldig. Ik bedacht net dat ik mijn boek in mijn kluis was vergeten. zegt Daisy. Loop dan terug. zegt Tina. Wij vertellen het mevrouw van de Wijden wel. De meiden lopen door. Daisy liep naar haar kluis. Ze was haar boek eigenlijk niet vergeten. Ze dacht aan die jongen. Wat een knappe jongen is dat zeg.