Foto bij Hoofdstuk 2

Al is de leugen wonder snel, de waarheid achterhaalt zich wel.

Ergens tegen het einde van het feestmaal stond hij wat ongemakkelijk op, met het gevoel alsof alle ogen op hem gericht waren. Hij liep naar de lerarentafel. De leraren hadden er blijkbaar nog geen erg in, want ze spraken rustig door.
'...en Ron.'
'Een vliegende auto? Tegen de Beukwilg?'
'Blijkbaar!'
'Kom op, zó dom zijn ze toch niet?'
'Dat dacht ik ook, maar Severus...'
Pas toen kregen ze Renzo in de gaten.
'Wat is er, jongen?' vroeg een van de leraren, die Renzo nu pas herkende als Gladianus Smalhart, de schrijver.
'Ik eh - ik moet professor Anderling spreken,' mompelde Renzo.
'Nu? Tijdens het feestmaal?' vroeg professor Anderling, die naast Smalhart zat, gepikeerd.
'Nou, het gaat om het indelen...' zei Renzo. Hij voelde zich ongemakkelijk. Hij had tot ná het feestmaal moeten wachten.
'Ja?'
'Ik denk dat ik verkeerd ben ingedeeld, mevrouw.'
Professor Anderling trok haar wenkbrauwen op.
'Dat denk ik niet. De sorteerhoed maakt geen fouten.'
'Maar ik hoor in Zwadderich thuis. Net als mijn familie.'
'Iedereen zit ingedeeld waar hij het beste thuis hoort, jongen,' zei professor Anderling streng. 'Waar je familie zit, heeft niets te maken met waar jij zit.'
'Maar professor...'
'Het spijt me. Ik kan je verder niet helpen. Ga terug naar je tafel en eet nog wat. Het feestmaal is bijna afgelopen.'
Renzo wilde protesteren, maar ze keek zo vastberaden en streng aan, dat hij teleurgesteld afdruipte. Hij zat eraan vast. Hij zat zeven jaar aan Griffoendor vast. Een enorm verlangen om in tranen uit te barsten borrelde in hem op.
Toen hij weer ging zitten, stond de oude man die in het midden van de lerarentafel had gezeten op. Hij had een lange baard en keek de leerlingen aan over zijn halfronde brilletje. Renzo wist dat dit Albus Perkamentus was, omdat hij hem wel eens op de Chocokikker-plaatjes had gezien. Dit was dus volgens Gary een onnozele oen.
'Het feestmaal is afgelopen. Ik hoop dat jullie ervan hebben genoten,' begon hij. Hij glimlachte, al was de glimlach niet helemaal gemeend. 'Ik ben ontzettend blij jullie weer opnieuw welkom te heten. Helaas kan ik geen lang praatje houden, door een paar omstandigheden. Ik ben straks terug.'
Renzo keek de lerarentafel rond, maar zag professor Anderling nergens meer zitten. Professor Perkamentus liep de zaal uit.
'Dat doet hij anders nooit,' fluisterde Fred, of George. Renzo wist niet meer wie wie was. 'En hij is normaal ook nooit zo serieus. Wat zou er zijn?'
'En waar zijn Ron en Harry nou?' piepte Ginny.
Renzo keek hen verbaasd aan. Zouden de leraren het over díe Ron hebben gehad? Op een of andere manier had hij daar niet aan gedacht. Hij haalde diep adem.
'De leraren zeiden iets over een vliegende auto,' mompelde hij. 'En - en een Beukwilg.'
Alle roodharigen keken nu zijn kant op, evenals een meisje met bruin haar en grote voortanden.
'Een vliegende auto?' zei het meisje. 'Dat meen je niet.'
'Ik weet niet,' zei Renzo. 'Dat zeiden de leraren.'
Het meisje sloeg haar hand voor haar mond, de tweeling grijnsde, de andere roodharige jongen werd rood en Ginny hupte een keer op en neer. Ze keken elkaar even geschrokken aan.
Niet veel later kwam professor Perkamentus terug. Hij schraapte zijn keel.
'Het spijt me, door omstandigheden moest ik professor Sneep even helpen,' begon hij. 'Maar nu heb ik nog een paar mededelingen. Allereerst: ik wil jullie eraan herinneren dat er tussen de lessen niet getoverd mag worden op de gangen. In de tweede week van het schooljaar worden proefwedstrijden gehouden voor de Zwerkbalteams. Wanneer leerlingen in het team willen proberen te komen, moeten zij contact opnemen met madame Hooch.
Tegen de eerstejaars, het verboden bos op het schoolterrein is verboden gebied. Dit vertel ik ook aan sommige oudere leerlingen. En dan nu, stel ik voor dat de klassenoudsten de leerlingen van hun afdeling naar de leerlingenkamer brengen.'
De oudste roodharige jongen stond op en begon te roepen: 'Griffoendors, volg mij! Ik ben klassenoudste! Volg mij!'
Renzo stond op en volgde hem. Ze verlieten de Grote Zaal en liepen een marmeren trap op. Als Renzo niet zo in de knoop zat met de indelingen, had hij zijn ogen opnieuw uitgekeken. Ze liepen langs honderden portretten die dingen zeiden als 'Welkom terug!' of 'Ze worden met het jaar kleiner...' Aan het eind van de gang hing een portret van een dikke dame in een roze zijden jurk.
'Wachtwoord?' vroeg ze.
'Knorhaan,' antwoordde de klassenoudste en het portret vloog open.
De Griffoendors klauterden door het openstaande portret en kwamen in de leerlingenkamer. Het was een gezellig, rond vertrek vol vormeloze stoelen.
'Weet jij misschien hoe laat het is?' vroeg een jongen die Renzo herkende als Kasper Krauwel.
Renzo keek op zijn horloge.
'Zeven uur.'
'Zeven uur?' reageerde een andere jongen. Renzo schatte dat hij 15 was. 'Nou, dan ga ik nog niet op bed, hoor. Normaal duurt het zo lang dat we om een uur of negen pas klaar zijn, maar alles ging een stuk sneller vandaag.'
Renzo knikte en ging op een van de stoelen zitten. Of hij nou om zeven of negen uur op bed ging, hij viel toch niet in slaap. Hij kon het gewoon nog steeds niet beseffen dat hij bij Griffoendor ingedeeld was. Zijn ouders haatten de Griffoendors!
Hij dwong zichzelf om aan iets anders te denken. Daarom probeerde hij de gesprekken een beetje te volgen. Hij had al snel door dat de gesprekken over de vliegende auto ging. Het was als een lopend vuurtje rondgegaan.
'Harry en Ron?' riepen sommigen ongelovig uit.
Anderen waren onder de indruk ('Ongelooflijk, hoe hebben ze dat geflikt?').
'Ze zijn tegen de Beukwilg gevlogen,' riep een derdejaars.
Op een gegeven moment hoorden ze stemmen vanachter het portret wegkomen. Toen die even later openging, begon iedereen in de leerlingenkamer te klappen. Renzo keek nieuwsgierig naar de twee jongens die naar binnen werden gehesen. De linker had knalrood haar en sproeten, en leek verdacht veel op de andere roodharigen. De rechter had zwart haar, knalgroene ogen en een ronde bril. Renzo staarde naar zijn voorhoofd - en zag het litteken.
'Briljant!' riep een donkere jongen met een brede grijns. 'Perfect! Wat een entree! Met een auto tegen de Beukwilg vliegen! Daar wordt over tien jaar nog over gepraat!'
'Meesterlijk,' zei een ander.
Iedereen klapte Harry Potter op de rug, maar Renzo kon alleen maar naar hem staren. Hij was nog zo jong. Hoe kon hij, zo'n klein jongetje, de Heer van het Duister hebben verslagen? Hij bleef naar hem staren, terwijl iedereen de jongen complimentjes gaf en bewonderde. Een tel lang keek Harry Potter terug - en toen wendde Renzo zijn blik af. Het was dat hij wist dat die jongen een vreselijk mens was. Anders had hij het niet geloofd.
'We gaan maar eens naar boven - we zijn een beetje moe,' zei de roodharige jongen.
'Welterusten!' riep Harry Potter.
Renzo volgde zijn blik en zag dat hij naar het meisje met de grote tanden keek. Ze zag er, in tegenstelling tot de rest van hun afdeling, niet zo vrolijk af. Ook de oudste roodharige jongen keek afkeurend. Daarna klapte hij in zijn handen.
'De anderen moeten ook naar bed,' zei hij.
'Waarom zouden we naar je luisteren, Perce?' vroeg een van de tweeling.
'Ja, wat geeft jou het recht om ons zomaar naar bed te sturen?' reageerde de ander.
'Ik ben toevallig wel klassenoudste, hoor,' zei de oudste.
'Alsof dat iets uitmaakt,' mompelde een van de tweeling nog, maar iedereen volgde de oudste en liepen naar hun slaapzalen. Hij wees hen aan welke voor de eerstejaars was. Renzo koos het meest linkse bed, zodat hij zo weinig mogelijk met anderen te maken kreeg. Helaas ging Kasper Krauwel op het bed naast hem liggen, en die begon druk tegen hem te praten.
'Mijn ouders zijn dreuzels,' zei hij. 'Ze weten helemaal niks van deze school. Daarom maak ik zoveel mogelijk foto's. Weet je dat tovenaars het niet kunnen geloven dat de foto's niet bewegen? Ben jij een tovenaar van tovenaarsouders? Of ben je net als ik?'
'Ik ben volbloed,' snauwde Renzo. 'En ik wil slapen.'
Een modderbloedje. Zijn moeder had al voor hen gewaarschuwd. Ze waren geen echte tovenaars. Ze dachten het alleen.
Ze kleedden zich om. Renzo kroop direct in zijn bed, al praatten de andere eerstejaars jongens nog met elkaar. Ze lachten met elkaar, waren enthousiast over hun nieuwe school. Maar Renzo kon niet vrolijk zijn. Hij was allesbehalve vrolijk. Hij was ingedeeld bij de verkeerde afdeling, en wist niet wat hij er tegen moest doen. Gary was kwaad op hem. En zijn moeder... die zou hem vermoorden. Ze had gezegd dat hij in Zwadderich zou komen. En ineens zat hij bij Griffoendor. Hij kon niet beseffen hoe teleurgesteld ze moest zijn.

Lieve pap en mam,

We zijn gisteren aangekomen bij Zweinstein. Het kasteel is mooier dan ik had gedacht. Ik ben blij dat ik er ben!
Gary en ik zijn beide bij Zwadderich ingedeeld. Het is er hartstikke gezellig, mijn mede-zwadderaars zijn hartstikke aardig.
Vanmiddag hebben we onze eerste lessen. Bezweringen, Geschiedenis van de Toverkunst en Toverdranken. Ik kijk ernaar uit!

Renzo

Hij legde zijn veer neer en las de brief over. Zou hij de brief sturen? Hij wilde absoluut niet tegen zijn ouders zeggen dat hij bij Griffoendor was ingedeeld, maar was bang dat zijn leugen uit zou komen. Bovendien had hij nog nooit tegen zijn ouders gelogen, zeker niet over zo'n groot iets.
Hij legde de brief onder zijn kussen en liep naar de Grote Zaal om te ontbijten. In plaats van direct aan de Griffoendor-tafel te gaan zitten, liep hij naar Gary toe, die aan de tafel van de Zwadderaars zat.
'Gary?' zei hij zacht.
Gary negeerde hem.
'Gary, laat me met je praten. Ik weet ook niet wat er is gebeurd.'
Gary keek hem woedend aan.
'Luister, Gar, als ik mocht kiezen, zou ik heus niet bij Griffoendor zitten!' zei Renzo wanhopig. 'Ik heb aan professor Anderling gevraagd of ik mocht ruilen, maar het mocht niet. De hoed heeft een fout gemaakt.'
'Ga weg,' snauwde Gary.
'Gary, alsjeblieft...' zei Renzo wanhopig. Als Gary niet mee zou werken, zou het sowieso niet lukken.
Gary stond op en trok hem ruw mee naar de zijkant van de zaal.
'Zet me alsjeblieft niet zo voor schut,' snauwde hij. 'Het is echt niet logisch om met Griffoendors om te gaan.'
'Sorry,' mompelde Renzo.
Gary's blik verzachtte. 'Luister, Rens. Je begrijpt toch wel dat ik niet meer met je om kan gaan? Je bent een Griffoendor. Dat kan nu eenmaal niet. Het spijt me.'
Renzo beet op zijn lip, maar knikte.
'Gary?' mompelde hij. 'Zou je iets voor me willen doen?'
'Hangt er van af wat,' zei Gary, die zijn wenkbrauwen optrok.
'Zouden jij en - en Hank niks tegen mijn ouders willen zeggen?' vroeg Renzo zacht. 'Je hoeft niet meer met me om te gaan... Je moet gewoon niks tegen hen zeggen. Dat is alles.'
'Ga je erover liegen?' zei Gary geschrokken. 'Dat kan toch niet?'
'Het moet wel,' zei Renzo. 'Ik kan niks anders. Mijn ouders zouden me voor eeuwig haten en me verbannen uit hun leven. Ik weet het zeker.'
'Ik denk het niet,' zei Gary. 'Ze zullen boos worden, maar het je vergeven en -'
'Jij kent mijn moeder niet,' mompelde Renzo. 'Wil je het voor me doen, Gary? Alsjeblieft?'
Gary keek hem even aarzelend aan.
'Ik zal Hank proberen over te halen,' zei hij ten slotte.
'Bedankt, Gar.'
'En nu ga ik weer terug, hoor. Het is slecht voor mijn imago om met jou te praten.' Gary keek hem even aarzelend aan. 'Succes.'
Renzo knikte en liep naar zijn afdelingstafel. Hij kon er niks aan doen. De Zwadderaars wilden niet met hem praten, dus zou hij het met de Griffoendors moeten doen. Maar hij had nog liever geen vrienden dan Griffoendors.
Renzo at net een stukje brood toen de uilen aankwamen. Hij verwachtte geen post en kreeg dat inderdaad ook niet. Er kwamen echter meer uilen dan hij had verwacht.
Hij zat naast Kasper Krauwel, tot zijn spijt. Die was naast hem komen zitten en begon direct tegen hem te praten. Renzo negeerde hem voor zover dat kon en at verder aan zijn brood. Hij kon er, ondanks alles, toch wel van genieten.
Hij schrok op toen hij ineens een keihard gebrul hoorde.
'... DE AUTO STELEN! HET ZOU ME NIKS VERBAASD HEBBEN ALS JE VAN SCHOOL WAS GESTUURD! WACHT MAAR TOT IK JE TE PAKKEN KRIJG, JE STOND ER NATUURLIJK GEEN SECONDE BIJ STIL WAT JE VADER EN IK ZOUDEN DOORMAKEN TOEN WE ZAGEN DAT HIJ WEG WAS...'
Hij zag Ron, de roodharige jongen, en Harry Potter beide roodkleuren.
'... GISTERAVOND EEN BRIEF VAN PERKAMENTUS. IK DACHT DAT JE VADER DOOR DE GROND ZOU GAAN VAN SCHAAMTE! ZO HEBBEN WE JE NIET OPGEVOED, JIJ EN HARRY HADDEN WEL KUNNEN VERONGELUKKEN... JE VADER EN IK ZIJN ECHT WOEDEND! ER KOMT EEN OFFICIEEL ONDERZOEK NAAR JE VADER, DAT IS ALLEMAAL JOUW SCHULD EN ALS JE NOG EEN KEER OVER DE SCHREEF GAAT HALEN WE JE DIRECT VAN SCHOOL!'
De envelop waar de stem uit was gekomen, vloog in de brand en krulde op tot een hoopje as. Renzo staarde er een paar seconden verbijsterd naar - de meid met de lange tanden begon een preek tegen de jongens te houden - toen Kasper tegen hem begon te praten.
'Ik heb daar wel eens van gehoord,' zei hij enthousiast. 'Dat is een brulbrief!'
'Ik weet wat dat is,' snauwde Renzo, geërgerd om zijn enthousiasme. Hij keek nog steeds naar Harry en Ron. Hun uiterlijk - zo jong, en veel te vriendelijk - bleef hem verbazen. Hij had op een of andere manier een jongen voorgesteld die er woest, gemeen en vooral groot was. En Harry voldeed aan geen van die eisen.
'Oké, natuurlijk, jij bent natuurlijk opgegroeid in een tovenaarsgezin,' zei Kasper. 'Weet jij hoe ze een brulbrief inspreken? Daar ben ik best wel nieuwsgierig naar, nu ik dit zo heb gezien.'
'Ze praten gewoon in de brief,' zei Renzo. Hij zuchtte zachtjes en draaide zich toen om, zijn blik expres niet op Kasper richtend. Hij keek even verlangend naar de Zwadderich-tafel, waar iedereen om Harry en Ron zat te gniffelen. Hij zag dat Gary een imitatie deed van hoe de moeder van Ron had moeten schreeuwen. En opnieuw voelde hij een steek van jaloezie. Waarom híj?

Reageer (1)

  • Memoria

    echt super goed geschreven(flower)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen