HOOFDSTUK 09 – Een geesten gesprek

Ik keek naar Bella en onzichtbaar wenkte ik haar. Ze kwam achter me staan en ze keek naar mijn geestenboek.

Waarom ben je hier? Wat heb jij met de Cullens?

‘Blijf bij Edward en de rest vandaan?’, zei Bella. ‘Ik kan het ze zelf wel duidelijk maken.

Bella, ik ben hier niet voor hen, maar voor jouw. Je bent al een tijdje dood en elke dode moet naar het licht gaan. Heb je dat dan helemaal niet gezien?

‘Natuurlijk wel, maar ik kan ze niet aan hun lot overlaten’, zei Bella. ‘Ik weet nog steeds niet wat hen in gevaar brengt, maar ik moet zorgen dat ze veilig zijn. Dat is mijn taak.’

Bella, ik kan je helpen. Laat mij je communicatie middel met hen zijn. Er moet toch iets zijn waardoor ik je naar het licht kan brengen.

‘En die geest bij jouw dan?’ vroeg Belle. ‘Moet die ook niet naar het licht.’
‘Ik ga pas naar het licht als Susan gelukkig is’, zei Michael.
‘En ik ga pas naar het licht als de Cullens veilig zijn en dat zijn ze voorlopig nog steeds niet’, zei Bella.
‘Laat Susan je helpen om hun veilig te stellen’, zei Michael.
‘Dat kan ik niet’, zei Bella. ‘Ik wil je niet in gevaar brengen Susan.’
De bel ging en Bella verdween. Ik deed alles in mijn tas en ik liep naar mijn volgende les. Dit was raar. Volgens mij was Bella eerder bang dat ik gevaar liep als ik bij de Cullens zou zijn, dan als het gevaar mij zou pakken. Dat snapte ik niet, maar ik zou er wel achterkomen. Bella kon me niet bij de Cullens weghalen, maar eerst moest ik meer van ze te weten komen.