Foto bij Hoofdstuk twee:

De gangen van het kasteel waren met stilte gevuld. Enkel het luide geklak van mijn schoenen was te horen. Het was ver na bedtijd, en eigenlijk had ik drie uur geleden al in de slaapzaal moeten zijn, maar geschiedenis van toverkunst had langer geduurd dan ik gepland had, waardoor mijn opstel voor toverdranken nachtwerk was geworden. Mijn stappen waren gehaast, Filch had het niet op zo op Gryffindor, eigenlijk had hij het gewoon niet op kinderen. En hij greep dan ook elke kans om er één te pakken te krijgen. Ik was zo diep in gedachten verzonken dat ik de bruine kat nauwelijks had opgemerkt en er over struikelde. Mrs. Norris schreeuwde het uit. Ze kromde haar rug en bleef schreeuwen, als een alarm dat niet uit wilde gaan. "Zijg toch, stomme kat!" siste ik. Maar het was al te laat. Filch had het gehoord. "Victoria Hodges, ik had het kunnen weten. Dat is de derde keer deze week, en dan te bedenken dat de week nog meer twee dagen bezig is. Wat is je excuus dit keer?" De man mompelde ze erg dat ik moeite moest doen om het te ontcijferen. "Reden, Miss Hodges?" Snel kroop ik overeind. "Ik was nog niet klaar met mijn schoolwerk, Mr. Filch, het spijt me vreselijk." De man snoof zijn neus. "Spijt komt altijd te laat, Juffrouw. Ik verwacht u morgen om drie uur in de great hall. Nu, zorg dat u als de bliksem naar u kamer gaat." Gehoorzaam knikte ik en liep snel weg, wetend dat hij de straf alleen maar zou verzwaren als ik protesteerde. Het portret van The fat Lady kwam al in zicht en het laatste stukje sprintte ik. "Een beetje laat, hé?" bromde de vrouw. Het gebrom paste niet bij haar hoge stemmetje waardoor een kleine lach rond mijn lippen verscheen. "Het spijt me, mevrouw. Ik ben de tijd volledig uit het oog verloren." De vrouw schudde afkeurend haar hoofd. "De jeugd van tegenwoordig, een echte schande. Nu, het Wachtwoord?"
"Banana Fritters." De vrouw gaapte luid en opende toen het portret, waardoor ik naar binnen kon stappen. De haard branden smeulde nog, waardoor ik kon uitmaken dat de laatste studenten nog niet zo lang geleden naar bed vertrokken waren. Zuchtend deed ik mijn schoenen en sokken uit, waarna ik met blote voeten de trap naar de slaapzaal opliep. De kaarsen gingen automatisch aan en uit toen ik langsliep, waardoor ik mijn weg niet in het pikkedonker hoefde te vinden. Wanneer ik in mijn slaapzaal kwam zette ik mijn schoenen stilletjes neer op de grote houten kist die mijn klerenkast moest voorstellen. Langzaam gleden mijn ogen langs de verschillende mensen, ze sliepen allemaal als een roosje. Zelfs Helena, wiens energie meestal 's avonds kwam, lag met haar mond wagenwijd open te dromen. Ik trok mijn mondhoeken wat omhoog. Het zag er gewoonweg te schattig uit!
Ik werd echter uit mijn gedachten gehaald toen de klok drie uur sloeg. Mijn ogen werden groot. Was het werkelijk al zo laat? Ik schoot uit mijn kleren en trok mijn nachtkleed aan. Een prachtig fluweel ding dat mijn moeder eens uit Rusland meegenomen had. Ze nam altijd een kleinigheidje mee als ze weer eens weg moest voor haar werk, niet dat ik er erg in had. Mijn moeder was een vrouw die je liever niet om je heen had. Ze was te netjes, te beleefd, te, in alles te. Ik was een teleurstelling voor haar, te min. Langzaam zakte ik onder de warme donsdeken en sloot mijn ogen. Mijn moeder en ik hadden gewoonweg niks gemeen, zij was mijn moeder niet en ik haar dochter niet. Met deze gedachten viel ik een diepe droomloze slaap.

"Molly!" Een roodharige man schudde zijn vrouw wakker. Verbaasd keek de mollige vrouw op. "Arthur, wat-"
"Geen tijd, Molly! De orde houdt een spoedvergadering, kleed je aan." De vrouw knikte beduusd, haar man mocht niet de meest rustige man zijn, maar zo had ze hem nog nooit meegemaakt. Terwijl ze zich haastig aankleden, staarde ze haar man aan. "Wat is er aan de hand, Arthur. Ik weet het liever op voorhand." De man keek haar niet aan, maar zocht naar hun bezems. "Hij is erachter, hij kent de naam van het meisje!" De vrouw staakte haar handeling en keek de man verbijsterd aan. "Hoe?" vroeg ze. Arthur greep de bezems. "Rudolf, de jongen werd zojuist dood aangetroffen voor zijn huis. Hij is gedood door duistere magie en we weten beide dat de jongen het emotioneel erg zwaar had. Hij heeft het geheim vast en zeker niet voor zich gehouden, daar was hij nu eenmaal niet sterk genoeg voor. Kleed je verder aan, Molly. We moeten gaan." De vrouw knikte en knoopte de jurk vanachter dicht, vervolgens stapte ze in haar schoenen. "Laten we gaan, ze verwachten ons."


omdat ik niet kon wachten :)

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen