Death is a surprise party, unless of course, you're already dead on the inside.

Omdat ik geen klok had was het onmogelijk te weten hoeveel tijd er voorbij was gegaan sinds ik mijn kidnapper voor het laatst heb gezien. Alles wat ik wist is dat ik teveel tranen heb verspild, en dat ik doodmoe ben. Ik wou hem geen voldoening geven, dus ik bleef uit het bed en ging in een foetus-houding liggen in de hoek van de kamer. Mijn tranen waren allang weg, maar de slaap wilde maar niet komen. Nadenken over hoe je gered wordt of hoe je de politie verteld wat er gebeurd was, was waarschijnlijk niet het beste idee, zeker niet omdat het leek alsof ik nooit kon ontsnappen. Maar ik wist niet waar ik anders aan moest denken.

Niet alleen deed mijn lichaam pijn, het was ook koud. Als ik mijn trots op zou geven, zou ik de gladde en zachte (nou ja, zo zagen ze eruit) dekens van het bed pakken, maar dat weigerde ik. Ik zou hem voor geen seconde laten geloven dat ik accepteerde hier een tijdje te blijven. Hij kon me hier niet houden, dat kon gewoon niet. No way.

Een plotseling hard geluid liet me ontwaken van mijn rare gedachten en ik ging snel rechtop zitten. Te snel, realiseerde ik me toen de kamer begon te draaien voor mijn ogen. In een nogal zielige poging om mezelf grip te geven hield ik mijn armen recht voor me uit, en een luide kreun ontsnapte tussen mijn lippen door terwijl er grijze vlekjes voor mijn ogen dansden.

'Je zult je beter voelen als je hebt gegeten en geslapen hebt.' Ik schrok van zijn stem. Ik had hem niet eens de deur open horen doen. Waarschijnlijk was ik te druk bezig met proberen niet flauw te vallen. Ik negeerde hem en bekeek hem nu eens goed. Bij de eerste de beste kans zal ik naar de deur rennen.

Natuurlijk zou die kans nooit komen, omdat hij er ontzettend dicht bij stond. Mijn moed zonk me in de schoenen en ik voelde die brok in mijn keel weer, die me aan mijn zwakte herinnerde. In zijn handen had hij een dienblad, met een bord en een beker erop. Dezelfde seconde dat hij merkte dat ik naar de beker keek, draaide ik mijn blik weer weg. Hij zette langzaam een stap naar mij toe, wat een rilling door me heen liet gaan en me dichter tegen de muur drukte. Het was bijna alsof ik hoopte dat ik er doorheen zou vallen.

'Je zult sterven als je niet eet of drinkt.' zei hij, zijn stem weer vol onverschilligheid. Ik hoorde mijn stem beven, meer van angst dan van de kou.

'Ik ga toch wel dood, toch?' Mijn vraag leek hem niks te doen.

'Eet op.' Hij legde het dienblad voor me, maar ik weigerde koppig om in zijn richting de kijken. 'Je zult wel eten als je honger hebt.' Hij klonk zo zelfverzekerd, dat ik hem een rotschop wilde verkopen.

'Rot op.' durfde ik te mompelen, en hoopte bijna dat hij boos zou reageren, of in ieder geval iets met gevoel. De manier waarop het hem allemaal niet leek te schelen liet mijn haren recht overeind staan. Als hij boos was of naar me zou schreeuwen of me zou vertellen dat ik mijn bek moest houden, zou dat laten zien dat hij in ieder geval iets voelde. Het leek alsof hij niks voelde. Helemaal niks.

'Ik ga ervoor zorgen dat je een klok krijgt, zodat je de tijd weet.' Met die woorden was hij weg. Mijn hart klopte hard tegen mijn borstkas aan en het voelde alsof die er zo uit zal vliegen. In mijn oren hoorde ik al de woorden die ik naar hem had willen schreeuwen. Eindelijk kon ik mijn woede niet meer binnenhouden.

Voor de eerste keer sinds ik wakker was, stond ik op. Ik werd een beetje duizelig, maar ik steunde tegen de koude muur en ik viel niet terug. Ik boog mijn knieën en pakte het dienblad op. Ik nam drie lange stappen naar de deur. Woede raasde door mijn lijf, niet alleen boos op mijn kidnapper, maar ook op wie daar boven was (God of wie dan ook) voor dit me laten gebeuren.

'Waarom vermoord je me verdomme niet gewoon klootzak?' schreeuwde ik, mijn stem hees. Ik gooide het dienblad met al mijn kracht tegen de deur, wat een kleverige mix achterliet. 'Je bent NIKS! Hoor je me? Je bent niets meer dan een zieke man die meisjes ontvoerd voor een één of andere domme reden!'

Mijn woorden hadden geen betekenis meer, en mijn hersenen konden mijn mond niet laten stoppen met schreeuwen. Al de emoties die zich hadden opgebouwd in mijn lichaam - angst, woede, verdriet, pijn, verwarring - alles explodeerde. Ik schopte met mijn blote voet tegen het koude staal van de deur en negeerde de stekende pijn die door mijn hele been trok.

'Ik wil naar huis!' Nu bonkte ik met mijn vuisten tegen de deur, terwijl ik beledigende dingen riep, alle woorden die ik kon bedenken, ze ontsnapten me allemaal makkelijk. En ik was niet het soort persoon wie vloekt als die over iets valt of zo. 'Ik ga je vermoorden.' Die zin eindigde in een harde snik. 'Ik ga je vermoorden.'

Mijn bloedende vuisten stopte met bonken tegen de deur die geen millimeter verschoven was. Ik viel op mijn knieën, bevend, nog steeds schreeuwend tot mijn stem compleet weg was, en ik alleen nog maar raspende geluiden kon maken.

'Ik wil naar huis.' smeekte ik zonder geluid.


De zon brandde op mijn gezicht, en hoe graag ik er ook aan wilde ontsnappen, ik kon me nergens verstoppen. Ik realiseerde me dat het geen zin had om in slaap proberen te vallen, dus uiteindelijk zat ik rechtop en rekte ik me uit. Met een snelle blik op de klok merkte ik dat ik nog 3 uur had voordat ik moest werken, dus ik kon rustig aan doen. Vol goede moed sprong ik uit het bed, licht rillend van de plotselinge kou die ik over me heen kreeg omdat de dekens weg waren.

'Goedemorgen!' zei ik tegen niemand in het bijzonder, net zoals ik iedere ochtend deed. Omdat ik alleen woonde betekende niet dat ik niet hardop praatte. Ik praatte de hele tijd tegen me zelf, en soms praatte ik ook wel eens tegen anderen. Ik wilde niet met iemand samenwonen, maar ik wilde ook niet dat het stil was.

Ik liep naar de badkamer, die aan de andere kant van mijn appartement was. Ik kwam de badkamer binnen, legde een handdoek klaar op de kapotte wastafel en deed de deur achter me dicht. Ik deed hem niet op slot; ik leefde alleen, wie zou er nou binnen komen lopen?


Ik werd met een schok wakker, vol met paniek. Het kostte me een paar seconden om me te herinneren waar ik was, en om mijn droom terug te halen. Het was al snel duidelijk dat dat het moment was geweest dat hij me heeft gepakt. Waarom deed ik de deur niet op slot? Of hij had al in de badkamer kunnen zijn, om me op te wachten. Waarom had ik geen hond?

Ik ging langzaam rechtop zitten en haalde een hand door mijn klittende haar. Ik merkte dat mijn handen vol zaten met opgedroogd bloed, door het gevecht met de deur (die ik verloren heb, trouwens). Mijn haar zal er waarschijnlijk nog erger uitzien als er bloedstrepen inzaten. Ik besloot dat nog meer tranen onnodig waren. Ik kreeg het voor elkaar op te staan en naar de wc te schuifelen, die in de andere hoek van de kamer stond. Toen ik ervoor ging staan, woog ik mijn opties af.

Het maakte niet uit hoe koppig ik was, het maakte niet uit hoe makkelijk ik de honger kon negeren of de brandende dorst in mijn keel, ik kon niet de behoeftes van mijn lichaam negeren. Ik moest plassen.

'Verdomme.' Ik had geen keuze, het moest gedaan worden.

Met één oog op de deur zorgde ik dat ik zo snel mogelijk klaar was, scheurde wat wc papier af en trok na het afvegen mijn broek zo snel mogelijk weer op. Mijn wangen brandden van schaamte, maar ik bleef mezelf vertellen dat ik geen andere keus had. Ik spoelde het toilet door en waste mijn handen, en opeens voelde ik me een ontzettende idioot.

Waarom waste ik mijn handen? Ik was een gevangene zonder douche, en mijn lichaamsgeur bevestigde dat. Ik had niet gedoucht sinds de dag dat ik ontvoerd was. Ik wist niet eens hoe lang dat geleden is. Een krankzinnige giechel borrelde op; ik had er moeite mee het weg te duwen. Ik kon niet gek worden, dat zou me geen voordelen opleveren.

Ik moest scherp blijven en niet opgeven. Zulke uitbarstingen waren niet goed. Het kon niet opnieuw gebeuren. Als ik dit wou overleven, moest ik slim en dapper zijn. Mijn positieve gedachten moesten het winnen van de dreigende gedachten dat ik dood zal gaan. Makkelijker gezegd dan gedaan, maar ik moest het proberen.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen