Bella!

En toen was alles koud, ijskoud. Ik schrok wakker uit mijn visioen toen de golven langs alle kanten aan me trokken. Even voelde ik me hulpeloos, maar toen herinnerde ik me dat ik sterk was. Met krachtige slagen dook ik onder en zwom in de richting waar ik het lichaam had zien drijven. Maar ik vond niets. Ik zwom dan maar terug naar de kant. ‘He alles goed?’ Ik keek blozend op. Alex sprong in het water en ondersteunde me. ‘Ja, best...’ Stamelde ik en sprong vlug op de kant. Hij lachtte – wat was zijn lach toch mooi - en krabbelde overeind. ‘Zoek je soms iets? Het was nogal vreemd, je sprong en toen was je plots bewusteloos, je hebt zeker 2 minuten in dat water gelegen voor je weer bijkwam. Ik wou je er juist uit gaan halen...’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik zoek Bella... Ze is weg!’ Hij lachtte weer. ‘Bella? Ik ken geen Bella. Maar je moet even meekomen, misschien kan ik je toch helpen!’ Nieuwsgierig volgde ik hem. Hun kampplaats was nog altijd op dezelfde plaats. Alex hielde een tent voor me open. Het was de grootste van allemaal. Er stonden een paar mensen en Timo zat voor een stoel... En op die stoel zat Bella!
‘Bella!’ Schreeuwde ik blij. Ze rilde onophoudelijk en had een handdoek over haar schouders geslagen, ze was kletsnat. ‘Wat is er gebeurd?’ Vroeg ik aan Anna. Ze lachtte. ‘Alex was bij de rivier, en zag haar plots paniekerig rondlopen, ze werd achtervolgd door iets volgens hem, ze is in de rivier gesprongen als een poging tot ontsnapping. Alex heeft haar uit de rivier gehaald en haar achtervolger was verdwenen. Hij heeft haar naar hier gebracht en is terug gaan kijken of er nog iemand was, en de rest van het verhaal ken je!’ Ik knikte. ‘Ok, dank jullie, zonder jullie hulp was Bella nu misschien dood, ik zal zeggen aan Edward en Carlisle wat jullie voor Bella hebben gedaan, maar nu moeten we terug...’ Ik hielp de rillende Bella opstaan en leidde haar de tent uit. Peinzend keek ik hoe traag ze vooruit ging. ‘Ik draag je wel!’ Besloot ik na een tijdje.
‘Wie achtervolgde je?’ Bella ademde even diep in. ‘Het was Hella, ze riep dat ze me ging vermoorden en dat mijn kind een uiterst pijnlijke dood zou sterven als ik zou ontsnappen...’