Ik ben bang voor de toekomst. Het lucht me gek genoeg op om dit te zeggen (schrijven), vast te stellen op papier. Maandenlang liep ik onzeker rond, nadenkend wat er mis aan me is. De toekomst. Ik heb angst voor de dagen erna die ik leef. Ga ik dood? Wat voor ’n werk ga ik doen? Wil ik trouwen? Kinderen? Huisdieren? Een huisje op Curaçao of toch liever terug naar het koude kikkerlandje?
Ik hoop, verkeerde woordkeuze: ik wil dat andere kinderen ook over de toekomst nadenken. De onbeantwoorde vragen spoken continue door mijn hoofd. Is dit echt wat ik wil, of gewoon weer eens een fase? Is dit een droom die ik keer op keer opnieuw beleef, of ben ik klaarwakker? Wil ik ontwaakt worden uit deze feeërieke droom en de harde wereld zien?
Ik word steeds nieuwsgieriger naar wat een ander denkt, als hij of zij ook aan de toekomst denkt. De wanhopige kreten in mijn gedachtegangen worden sterker en krachtiger, en ik begin al aan sommige mensen te vragen wat hij of zij later wilt worden, wat hij of zij met zijn of haar leven wilt doen. Ik wil weten als ik die kant ook moet opgaan, de anderen schapen volgen.
Het verleden kan me niets schelen, eerlijk gezegd. Wat zegt het verleden nou over iemand? We zijn hier, op dit moment en op deze plek. Wat hij of zij in de toekomst gaat doen is voor ons een groot vraagteken, zelfs onbeantwoord voor de persoon zelf. Sommige “deskundigen” of dromers proberen een lijn te maken in de toekomst van een vreemde. Ze willen de weg gemakkelijker maken voor de persoon, hem de weg laten wijzen en zeggen welke kanten hij níet op moet gaan.
Maar dat voelt niet fijn, naar mijn mening. Al een lange tijd heb ik aan de wensen van de mensen om me heen gehoorzaamd. Trek dit aan, zeg dat, doe dit, dans zo, lieg niet, ga niet die kant op, ga niet feesten middenin de nacht, vertrouw. En ik ben het spuugzat. Ik wil mijn eigen leven leiden, de heerseres zijn over mijn eigen gecreëerde wereldje en wetten opschrijven die ikzelf (en anderen) moet gehoorzamen. Ik hou er niet van om vastgeketend zijn, een slaaf zijn van de wereld.
En ja, misschien verloopt mijn toekomst niet helemaal rolletjes en zullen er gaten in komen in de weg. Misschien kruist een orkaan wel mijn pad en ik verlies al mijn hoop op nog een betere toekomst. Maar wie ben ik om te hopen, te wensen dat ik het beter krijg dan alle andere? Ik vrees voor morgen, de dag die elke keer op het puntje van mijn tong ligt. Ik vrees voor het moment dat mijn ziel uit mijn mond ontsnapt en zich samenvoegt met de andere miljoenen sterren.
Ik kan het niet meer aan. Ik kan niet meer in onzekerheden leven en zorgen dat iemand anders het initiatief neemt. Ik moet voor mezelf opkomen, nee zeggen tegen dingen en zelfstandig worden. Ik moet in de spiegel kijken, récht in mijn ogen staren en zeggen: “Ik ben gelukkig, nu en voor altijd.” Dan pas weet je het echt.

Reacties (4)

  • Candela

    Ik denk ook wel eens na over mijn toekomst, maar ik heb zoiets van; 'het komt zoals het komt, en het is te nemen of te laten' :Y)

    "Maar wie ben ik om te hopen, te wensen dat ik het beter krijg dan alle andere?"

    Dat is trouwens een kapot mooie zin. _O_

    1 decennium geleden
  • YMCMB

    Sorry sorry sorry! Ik reageerde op de column van Rutger, staat mn reactie ineens hier!!
    Sorry!!!


    "Ligt het aan mij, of is dit steeds dezelfde tekst ;-)"

    1 decennium geleden
  • KIGH

    Je hebt zo gelijk weet je, ik heb er ook een hekel aan om over mijn toekomst na te denken, want alles is nog zo onzeker!

    1 decennium geleden
  • Rutger

    Test reactie

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen