Monsters van de nacht

Als kind was ik altijd bang,
Voor de monsters in de nacht.
Er moest een lichtje blijven branden,
Als mama mij naar bed toe bracht.

Als kind was ik altijd bang,
Voor de schaduwen om mij heen.
Want overal zaten enge spoken,
Achter iedere paal, onder elke steen.

Nu ik groot ben, vrees ik niet voor spoken,
Het donker jaagt mij geen angst meer aan.
Ik weet dat ze verzonnen zijn,
En dat monsters onder het bed niet bestaan.

Maar een ding heb ik wel geleerd,
Iets wat ik nu vertellen mag,
Je bent veilig in het donker,
De monsters leven juist overdag.


voor POTM september '14
Thema: licht

Reageer (9)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen