Maken van een verhaal - Uitkomsten

probleem met emoties en personages (26 x uitgekomen)

Jij wil graag dat alle emoties en personages kloppen. Het moeilijke ervan is dat iedereen anders is. Je kunt niet kiezen uit alleen maar stoer,depressief,blij,grappig of lief. Bij bijpersonen is dat niet zo moeilijk. Je komt alleen hun uiterlijke personage tegen. Vaak niet over hoe ze denken en voelen.
Je kunt ervoor zorgen dat je meerdere soorten personages bedenkt. Zet het allemaal op een rijtje:

Achmed: uiterlijk = verlegen maar actief
innerlijk = rustig en meelevend
Karin: uiterlijk = arrogant en druk
innerlijk = gespannen en bang

Mensen bezitten over alle eigenschappen. Alleen niet allemaal evenveel. Alleen bij een hoofdpersoon kun je zoveel mogelijk gevoelens van emoties en eigenschappen laten beschrijven. Doe dit minder bij de andere.

spelling (10 x uitgekomen)

Jij wilt op een bepaalde manier indruk maken bij het lezen.
Meestal kun je door de manier van schrijven een sfeer aanpakken in het verhaal. En ook voor welke leeftijdsgroep, geslachtsgroep het is ,of gewoon voor mensen die van één bepaald boek veel houden.
Bij oudere mensen (volwassenen) willen nooit echt makkelijke boeken lezen. Die houden van lastige woorden en veel uitspraken waarvan je de betekenissen moet weten. Een idee is als je daar moeite mee hebt om een woordenboek of spreekwoordenboek bij de hand te hebben.
Voor de jongerengroep gaat het niet zozeer hoe je schrijft, maar hoe je het laat overkomen. Komt het overeen met hoe zij zich voelen. Jongeren hebben in hun periode te maken met liefde,vriendschap,school,loverboys,drugs,ouders,broers en zussen etc. Jullie weten vast nog meer
En kleine kinderen houden natuurlijk van mooie simpele boeken. Het wordt meestal in rijm gedaan zodat de kinderen het nog leuker vinden
Maar je hebt natuurlijk ook mensen die van een speciaal thema genieten bij een boek schrijven of een verhaal.
Actie,humor,drama,liefde,science-fiction of avontuur. Je moet dat zelf gaan uitvinden waar jij het leuk vind voor te schrijven en hoe je dat wil doen.

ik-verhaal of hij/zij-verhaal (16 x uitgekomen)

Je hebt een vaak meerdere stijlen van opschrijven.
Soms wordt het verhaal vertelt door een bijpersoon of de hoofdpersoon zelf of door de lezer.
Je moet dan goed kijken naar wel soort verhaal je uitkijkt.
Bij echt gebeurde verhalen of een verhaal over 1 persoon is het vaak als de hoofdpersoon geschreven.

plaats en tijd (4 x uitgekomen)

Ook ik heb problemen soms hiermee. Als je in de geschiedenis schrijft dan is het nogal moeilijk of bepaalde kleine dingen toen al waren uitgevonden. Een verhaal in de nu tijd kan makkelijk lijken, maar de technologie is zover dat je niet meer over een bankoverval kan gaan praten. Mijn oplossing is meestal door op internet te kijken (neem bijvoorbeeld wikepedia). Neem een bepaalde tijd aan en je vind boordevol informatie.
Een andere oplossing is om een fantasiewereld te maken. Dan hoeft niet alles meer te kloppen wat je opschrijft. Maar bedenk dan wel dat je dan moet bedenken aan een wereld zoals de Aarde, of echt zoiets als Fantasia.

fictie of niet-fictie (8 x uitgekomen)

In de realiteit moet je heel goed in je schoenen staan. Het mag niet saai worden. Maar in een andere wereld kun je alles veranderen. Maar dan ook echt alles, je kan bijvoorbeeld zelfs doen dat de uren overdag geen 24 uur duren maar 30 uur. Of dat je bepaalde wezens hebt, of kunt reizen door het heelal. Maar hierdoor kan het soms een beetje lijken op science-fiction.