• vanmorgen kreeg ik een idee, dat heb ik nu uitgewerkt. ik weet nog niet waar het over moet gaan (ik schrijf nooit met een plan)
    dit is het verbeterde idee:

    Ik loop tussen de mais door, steeds sneller. Ik heb het gevoel dat ik achtervolgd word. Ik loop wéer wat sneller, het is bijna rennen. Lettend op de weg voor me, uitwijkend voor de stengels mais, die niet mooi in éen rij gepoot zijn. Ik ren naar de smalle stroken zand, tussen de mais. Nog steeds het gevoel hebbend dat ik achtervolgd word. Ik stop, moe van het rennen kijk ik achterom.
    Ik zie iets bewegen tussen de mais, het duikt weg. Misschien is het een vos of een ander dier. Ondertussen ben ik bij het eind van het maïsveld aangekomen. Ik sta op een landweggetje, het is net éen meter breed. Aan de andere kant is een leeg akker. Het is een ongeveer een week geleden omgeploegd. Aan het eind kun je nog net de bosrand zien. Ik probeer weer te gaan rennen.
    ‘Ik moet eerder bij het bos zijn als dat ding dat me achtervolg’ denk ik. Ik kijk om en struikel. ik zie dat er een schim uit het maïsveld komt. Het lukt me nog net om mijn evenwicht nog net te bewaren en ren weer verder.
    ‘ik moet en zal eerder bij de bosrand zijn, dan kan ik een rustig beschut plekje zoeken en uitrusten’ dacht ik. De akker veranderd in een grasveld, ik kan wat makkelijker rennen. Ik wil achteromkijken, maar ben te bang om te vallen. Nu ik steeds dichter bij de bosrand kom word het veld begroeider. Om bij het bos te komen moet ik door de struiken rennen. Er blijft een stukje van mijn shirt aan een struik hangen. Ik hoor dat het ding dat me achtervolgt stopt en aan het stukje stof voelt. Ik heb nu weer een iets grotere voorsprong en kom inderdaad eerder bij de bos rand. Ik minder mijn vaart. Misschien zie ik een plek waar ik kan uitrusten. . Na een tijdje voorzichtig gelopen te hebben zie ik een omgevallen boomstam liggen. Ik loop er naar toe en ik ga zitten. Mijn tas gleed van mijn schouder en ik zet hem op schoot. Er zit van alles in zoals 2 appels, een pakketje boterhammen, een mes, een stuk touw, een jas, schone kleren en al dat soort spullen. Ook had ik een slaapzak en een matje bij. Het plan was om in onze hut te blijven logeren, het was immers toch vakantie. De hut staat in dit bos bij een mooie open plek waar een riviertje met schoon water stroomt. Het is diep genoeg om in te zwemmen. Het was nog een klein stukje verder en ik ga er naar toe. Daar aangekomen zie ik dat ik eerste ben. Ik heb nog steeds het gevoel dat ik achtervolgd ben. De bosjes achter me ritselen en even later zie ik Adem tussen de bomen vandaan komen.
    ‘hey Alec, hoe is het?’ vraag ik hem, ‘hey Luc, ja wel goed en met jou? Antwoord hij terug. Alec is de grootste van onze vriendengroep, ook tevens de oudste, daarna komen Yarec en Victor en als laatste kom ik. Ik ben er ook als laatste bij gekomen. Iedereen noemt Victor altijd Vic. Alec en ik lopen de hut binnen en maken onze slaapplaats gereed. Ondertussen zijn Yarec en Vic ook aangekomen. Het valt me wel op dat Alec, Yarec en Vic onder de modder en takjes zitten. Na alles klaargelegd te hebben en lekker gepraat te hebben maakt Vic een vuurtje en roosteren we er vis uit de rivier op.
    ‘goed gebakken Vic,’ zegt Alec, ‘moeten we nu niet eens vertellen waarom we hier zijn?’
    ‘ja denk het wel, Alec,’ zegt Yarec.
    ‘wat, waarom we hier zijn, ik dacht dat we gewoon gaan kamperen’ denk ik

    Het staat online (zie mijn profiel voor de link)

    [ bericht aangepast op 4 sep 2011 - 22:25 ]

    oke, zal kijken wat ik aan de woordkeuze kan doen, op quizlet zetten als ik wat meer heb??

    Uneventful schreef:
    Niet interessant genoeg, en ik houd sws niet van je schrijfstijl. Keep trying.


    wat is er met mijn schrijfstijl?? mischien kan ik het interessanter maken, heb je wel tips ??

    Het idee is erg leuk, maar je woordkeuze vind ikzelf alleen wat minder.
    Je zinnen beginnen ook heel vaak met ''Ik...'' waardoor het nogal.. Oke nu ben ik dat woord kwijt x]
    Maar je zinnen zijn daardoor soort van 'eentonig' omdat je veel met ''Ik...'' begint.
    Verder lijkt het me erg leuk, en in denk dat het in de ik-persoon het leukst is. Of anders 3e persoon.
    Zeker meer mee doen!:)


    • It is often the biggest smile, that is hiding the saddest heart. •

    Ik viel bijna in slaap en dan las ik alleen de helft --'
    En het zit bomvol kleine spellingsfouten


    The way that you flip your hair gets me overwhelmed - One Direction, What Makes You Beautiful

    Lykos schreef:
    (...)

    wat is er met mijn schrijfstijl?? mischien kan ik het interessanter maken, heb je wel tips ??


    Eerst moet je iets aan je Nederlands doen, daarna zou ik leren omgaan met komma's en punten, en daarna met spaties.


    And remember that, in a world of ordinary mortals, you are a Wonder Woman.

    tnx, ik zal naar mijn woordkeuze gaan kijken in het weekend, en dan zet ik het als ik het veranderd heb er nog eens op, om te kijken of dat beter is.

    ik weet het mijn spelling/Nederlands is slecht. maar er is niemand die het nu kan laten controleren (die het liever niet via beta-readers). dus daar word nog aan gewerkt

    Lykos schreef:
    ik weet het mijn spelling/Nederlands is slecht. maar er is niemand die het nu kan laten controleren (die het liever niet via beta-readers). dus daar word nog aan gewerkt


    Zal ik het voor je controleren/verbeteren? Ik verander niets aan je schrijfstijl, hoogstens af en toe een woordje erbij of verbeteren wat nodig is. Ik heb toch niets te doen.;)


    • It is often the biggest smile, that is hiding the saddest heart. •

    P1kachu schreef:
    (...)

    Zal ik het voor je controleren/verbeteren? Ik verander niets aan je schrijfstijl, hoogstens af en toe een woordje erbij of verbeteren wat nodig is. Ik heb toch niets te doen.;)


    ik had al een beetje een idee om het verhaal wat anders op te schrijven maar spelling controleren mag je altijd

    Ik zal het even laten zien hoe een simpele woordwisseling, het hele stuk kan verbeteren.

    Ik loop tussen de mais door, steeds sneller ga ik lopen. Ik heb het gevoel dat ik achtervolgd word. Weer wat sneller, ik ren bijna. Lettend op de weg voor me. Uitwijkend voor de stengels mais die niet mooi in rij gepoot zijn. Nu rennend op de smalle stroken zand tussen de mais. Nog steeds het gevoel hebbend dat ik achtervolgd word. Ik stop, ben moe van het rennen, ik kijk achterom.

    Ik loop tussen de mais door, steeds sneller. Ik heb het gevoel dat ik achtervolgd word. Ik loop wéer wat sneller, het is bijna rennen. Lettend op de weg voor me, uitwijkend voor de stengels mais, die niet mooi in éen rij gepoot zijn. Ik ren naar de smalle stroken zand, tussen de mais. Nog steeds het gevoel hebbend dat ik achtervolgd word. Ik stop, moe van het rennen kijk ik achterom.


    Let it come and let it be

    @CountMeIn dankje, het is inderdaad beter, ik zal proberen of me dat ook lukt, (ik hoop van wel):)

    Lykos schreef:
    @CountMeIn dankje, het is inderdaad beter, ik zal proberen of me dat ook lukt, (ik hoop van wel):)

    Het is héel simpel, je moet gewoon kijken of het lekker klinkt :3

    In het begin leerde ik schrijven door andere als het waren 'na-' te doen in hun woordkeuze en daarna heb ik het bijgeschaaft naar mijn eigen stijl :3


    Let it come and let it be

    oke, ik probeer het. en ik lees veel van andere (op quizlet en ook gewone boeken)
    vandaag bij de Nederlands les hadden we het over verhalen en poëzie, dus ik vind dat van mij een beetje een combi ervan is, en het daardoor een beetje een rare woordkeuze is.

    ik heb het veranderd eens kijken of dit beter is:
    Ik loop tussen de mais door, steeds sneller. Ik heb het gevoel dat ik achtervolgd word. Ik loop wéer wat sneller, het is bijna rennen. Lettend op de weg voor me, uitwijkend voor de stengels mais, die niet mooi in éen rij gepoot zijn. Ik ren naar de smalle stroken zand, tussen de mais. Nog steeds het gevoel hebbend dat ik achtervolgd word. Ik stop, moe van het rennen kijk ik achterom. Ik zie iets bewegen tussen de mais, het duikt weg. Misschien is het een vos of een ander dier. Ondertussen ben ik bij het eind van het maïsveld aangekomen. Ik sta op een landweggetje, het is net éen meter breed. Aan de andere kant is een leeg akker. Het is een ongeveer een week geleden omgeploegd. Aan het eind kun je nog net de bosrand zien. Ik probeer weer te gaan rennen.
    ‘Ik moet eerder bij het bos zijn als dat ding dat me achtervolg’ denk ik. Ik kijk om en struikel. ik zie dat er een schim uit het maïsveld komt. Het lukt me nog net om mijn evenwicht nog net te bewaren en ren weer verder.
    ‘ik moet en zal eerder bij de bosrand zijn, dan kan ik een rustig beschut plekje zoeken en uitrusten’ dacht ik. De akker veranderd in een grasveld, ik kan wat makkelijker rennen. Ik wil achteromkijken, maar ben te bang om te vallen. Nu ik steeds dichter bij de bosrand kom word het veld begroeider. Om bij het bos te komen moet ik door de struiken rennen. Er blijft een stukje van mijn shirt aan een struik hangen. Ik hoor dat het ding dat me achtervolgt stopt en aan het stukje stof voelt. Ik heb nu weer een iets grotere voorsprong en kom inderdaad eerder bij de bos rand. Ik minder mijn vaart, kijkend waar ik kan uitrusten.

    Dat is al een héel stuk beter :3
    Blijven schrijven, voor je het weet kijk je terug op je werk en denk je 'Wow, heb ík dat geschreven?!' :3


    Let it come and let it be