• Gebaseerd op Spartacus: De serie.

    Je hoeft de serie niet gezien te hebben om mee te kunnen doen.

    Het is 73 voor Christus wanneer de slavernij in Rome in volle gang is. Slavinnen die tot de prostitutie worden gedwongen en slaven die tot gladiatoren worden opgeleid om vervolgens elkaar op het zand in de arena af te slachten, wat door vele Romeinen zelfs als een vermakelijk schouwspel wordt gezien. Er was echter niemand die had verwacht, dat de onderdrukte slaven zich uiteindelijk tegen de mensen zouden keren die zich ooit eens hun meesters durfden te noemen.
    Een groep slaven van alle soorten en maten verenigt zich en ontsnapt uit Rome, de plaats waar afschuwelijke herinneringen zijn ontstaan en de verachting jegens de Romeinen is gegroeid. Hun leider besluit dat het voor eens en voor altijd eens afgelopen moet zijn met de slavernij en begint aan de opzet van zijn leger, zodat de rollen eindelijk omgedraaid kunnen worden en de Romeinen voor hun oude slaven zullen knielen. Zullen de slaven het oude Rome kunnen innemen en de machtige leider en zijn soldaten kunnen verslaan? Of maken de Romeinen uitzonderlijk goed gebruik van hun kapitaal en aanzien, en wordt er eindelijk een einde aan de rebellie van de slaven gemaakt?
    De strijd om Rome is begonnen.


    † ROLLEN †
    Slaven ~
    • Leider: Fairytalest

    • Lucia || Dancal || 1.1
    • Sunset || Newt_Runner || 1.3
    • Kora || Kayfabe || 1.2
    • Shae || Gannicus || 1.5

    • Dragomir || Bostick || 1.1
    • Cayden || KiIi || 1.6
    • Dequan || Aureolus || 1.4
    • Lucius || Crixus || 1.5

    Romeinen ~
    • Leider: Aurelius Cassius Vergilius || Gannicus || 1.1

    • Chara Anticea Caecilius || Gently || 1.3

    • Gaius Mettius Varinius || Kayfabe || 1.3


    † REGELS †
    • Er is een minimum van 200 woorden in dit RPG. Dit lijkt mij een haalbaar minimum.
    • Blijf realistisch en houd je vooral aan het tijdperk van het RPG.
    • Personages worden niet zonder toestemming bestuurd, noch gedood. Dit geldt niet voor NPC's.
    • 16+ is toegestaan.
    • Als je besluit om je uit te schrijven, zou ik het appreciëren als je dit zou melden en eventueel een afsluitende post voor je personage zou schrijven.
    • Verder gelden in dit RPG ook, zoals vanzelfsprekend, de huisregels van Quizlet.


    † HET BEGIN †
    De slaven zijn eindelijk aan de klauwen van het oude Rome kunnen ontkomen en houden zich op dit moment schuil in een vervallen tempel die aan een bos grenst. Ze weten echter dat Aurelius en zijn Romeinse leger hen op de hielen zit, en dat ze hun eigen, compacte leger in een mum van tijd moeten opbouwen.
    De slaven houden zich op dit moment veel bezig met jagen, eten verzamelen en trainen, terwijl de Romeinen hun uiterste best doen om uit te zoeken waar de slaven zich bevinden en hoe ze de rebellie het beste de kop in kunnen drukken.

    (Tip: Als je personage een slaaf is en deze met een Romein in contact wil laten komen of vice versa, kun je altijd een creatieve manier bedenken om dit voor elkaar te krijgen. Een slaaf dwaalt af bij het zoeken naar voedsel, of een Romein gaat in zijn of haar eentje op onderzoek uit. Vraag desnoods om hulp in het praattopic!)


    [ bericht aangepast op 25 nov 2014 - 19:48 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    [MT]


    Caution first, always.

    MT. c:


    I'm your little ray of pitch black.

    MT. (:


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki

    [Mijn topics]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    MT.


    “We should consider every day lost on which we have not danced at least once.”

    MT.


    "Satan's friendship reaches to the prison door."

    ( Wat kunnen de Romeinen gaan doen ? c`: )


    "Satan's friendship reaches to the prison door."

    † Chara Anticea Caecilius †
    ` How much can you know about yourself if you never been in a fight ? `

    _______________________________________________________________________


    _______________________________________________________________________


    Een zachte geeuw verliet mijn mond toen de zonnestralen op mijn huid vielen, in de binnenhof was de lucht al zwoeler en warmer - waardoor ik mijn doek die ik normaal gezien over mijn olijfgroene gewaad aantrok, aan één van mijn slaven gaf. Ik wapperde met mijn hand wat zacht voor mijn gezicht om de koelte naar mij toe te trekken, maar begaf de poging al erg snel omdat het gewoon simpelweg gedoemd was te falen.
    De grote binnenhof was één van mijn lievelingsplaatsen, al kon het er nog zo heet zijn. Hier had ik alle rust van iedereen, zelfs van mijn neef. De grote fontein die in het midden stond en aan de pilaren die aan het huis bevestigd waren kon je erg veel verschillende planten en bloemen zien.
    Hier is het altijd rustig en kom ik meestal snel af van de slaven die om je heen rennen en vragen of alles naar wens is. Ik heb niks tegen de slaven, meestal geef ik gewoon een normaal antwoord terug - maar ze begrijpen niet dat je met rust wil gelaten worden.
    Voor de laatste keer sloot ik nog een keer mijn ogen, om van de rust te genieten. Uiteindelijk kwam ik ook weer licht overeind om de weg naar binnen te verschaffen, het was donkerder binnen en ik moest even met mijn ogen knipperen om eraan te wennen.
    » Milia ? « Ik riep de naam van de slavin die mijn omslagdoek mee had genomen, gezien het binnen wat koeler was. Algauw kwam het blondharige meisje aangerend met het doek in haar handen. Ze ratelde aan één stuk door en maakte nog een lichte knik als buiging, maar ik gaf haar algauw antwoord door alleen maar een glimlach en een knik te geven.
    Ik sloeg het doek om mijn schouders en liep naar één van de grote ramen. De verveling was algauw weer terug en ik hoopte ergens dat iemand kwam die me kon vergezellen met verhalen.

    [ bericht aangepast op 26 nov 2014 - 17:03 ]


    "Satan's friendship reaches to the prison door."



    Gaius      Mettius      Varinius.

    ×××

         
    Te paard was ik naar een van mijn vrienden gereden, met één enkel persoon bij me. Mijn vertrouwde bewaking – die echter begonnen was als simpele slaaf, en waarvan ik potentie zag om gladiator te worden. Nu was hij haast altijd in mijn buurt te vinden, en ik vertrouwde hem met mijn leven.
          De deur werd al snel geopend toen een slavin van Seppius mij gezien had, en ik liet mijn paard dan ook bij haar achter. Ik zag hoe ze hem neerzette bij de anderen, dus liep ik zelf kalm door naar binnen.
          Even bleef ik staan in de grote hal. Ik was hier al een hele tijd niet meer geweest, vooral gezien ik een lange reis had gemaakt. Vanaf het moment dat ik hoorde over de rebellen ben hier zo snel mogelijk heen gereden. Zelfs dat heeft haast weken geduurd, met amper slaap. Seppius had me per brief gecontacteerd en me verteld wat er gaande was, en dat ik nodig was.
          Omdat ik een trouwe vriend was had ik al mijn taken daar opgegeven om hierheen te komen, om ze te helpen tegen de slaven. Ik stond over het algemeen bekend om mijn marteltechnieken, en dat was erg geliefd in deze tijd waar alles meestal zo snel mogelijk opgelost moest worden – en je dus dingen moest horen, die niet al te vrijwillig uitgesproken zouden worden.
          Ik kreeg al gauw de mededeling dat Seppius op dit moment naar de stad was voor een paar uur, dus liep ik het huis maar rond. Chara moest hier ook ergens zijn, en in haar aanwezigheid had ik me ook altijd wel vermaakt. ‘Chara, schoonheid?’
          Niet veel later hoorde ik voetstappen, en daar verscheen Chara. In al haar glorie. Het was geen geheim dat ik deze jongedame aantrekkelijk had gevonden, zelfs niet voor haar. Ze had al veel meegemaakt met mannen, dus had ik besloten haar maar niet meer te zien als een trouwe vriendin. Ik had teveel bagage om op haar te gooien. Al zou ik dit liever anders zien, natuurlijk.

    [ bericht aangepast op 26 nov 2014 - 17:28 ]


    I'm your little ray of pitch black.

    † Chara Anticea Caecilius †
    ` How much can you know about yourself if you never been in a fight ? `

    _____________________________________________________


    _____________________________________________________


    Ik keek over het grote stuk land wat mijn neef bezat, natuurlijk was ik het gewend doordat ik hier al meer dan twee jaar woonde - maar het was stukken groter als mijn thuis. Mijn blik gleed naar twee gestaltes die te paard aangereden kwam, waarschijnlijk mannen - gezien ik nog geen enkele vrouw op een paard zag zitten rijden.
    Door het felle zonlicht kon ik niet uitmaken wie die twee waren en of ik ze überhaupt wel kende, maar toen dat een slavin de paarden wegbracht kon ik wel zien - dus het bezoek zou zo komen en omdat Seppius voor even naar de stad was, moest ik waarschijnlijk de vriendelijk ontvangst zijn. Een geërgerde zucht verliet mijn lippen toen ik naar de ruime hal liep.
    Ik hield mijn adem aan bij het horen van mij naam. » Chara, schoonheid ? « De welbekende stem drong tot mijn oren door en ik kon het niet laten om een grote lach rondom mijn lippen te hebben. Gaius is een zeer goede vriend en ik zou hem alles vertrouwen, wat ook mijn neef zo ziet - irriterend genoeg.
    Hij is van mening dat ik goed af zou zijn bij een jongeheer als hem, maar ik ben er niet zo van. Voor mijn gevoelens zou dat teveel worden, bovendien zegt Seppius dat wel bij meerdere vrienden van hem - dus ik raak er uiterste mate geïrriteerd van. Alhoewel ik minder erg reageer bij Gaius, omdat ik hem echt ken en niet zoals die andere vreemde vrienden van mijn neef.
    De glimlach die voor even van mijn gezicht was geweken kwam nu weer helemaal terug, toen ik Gaius zag. » Gaius ! « Ik maakte zoals ik het hoorde te doen bij belangrijke mensen een lichte buiging en knik voor hem. » Wat brengt jouw hier ? « Uitnodigend gebaarde ik hem te volgen, waardoor ik doorliep naar de wat kleinere hal die ervoor bedoelt was om te zitten.
    Zelf naam ik plaats op een wijde stoel, die ligstoelen werden me zo een beetje teveel. » Blijf je hier ? « Ik wou niet nieuwsgierig klinken, maar ergens hoopte ik dat hij langer bleef en niet alleen om zaken voor de slaven waarvan ik laatste tijd veel had gehoord van mijn neef.


    "Satan's friendship reaches to the prison door."



    Gaius      Mettius      Varinius.

    ×××


         
    Terwijl ik mijn weg maakte door het bekende huis hield ik mijn bewaking in de gaten. Het was wel een slaaf geweest, en had zich gemakkelijk bij de anderen slaven kunnen voegen. We hadden lang gereisd, enkel met zijn tweeën, dus eigenlijk had hij tijd zat kunnen hebben om mij te doden, maar dat had hij niet gedaan. Hij had me eens gered, al was dat eigenlijk niet nodig. Ik vertrouwde hem wel, maar niet tussen deze mensen. Ze waren me te dierbaar. Ik knikte daarom naar hem zodat hij naar het slavenvertrek vertrok. Hij kende het hier goed genoeg.
          Ik hoorde Chara’s voetstappen voor haar verschijning de kamer verlichtte. Natuurlijk kreeg ik automatisch een glimlach op mijn gezicht. ‘Gaius!’ Had ze vrolijk geroepen.
          ’Wat had ik nou gezegd, dat hoeft niet,’ had ik haar voor de zoveelste keer proberen duidelijk te maken over de buiging. Het hoorde erbij, daar was ik me bewust van. Ik verwachtte het echter niet van mijn vrienden. Zo bijzonder was ik ook niet. Ik had gewoon technieken die mensen bevielen, en dat had me ver gebracht.
          Ik had haar gevolgd naar de kleinere hal waar ze plaats had genomen op een van de grote stoelen die er stonden. ‘Wat brengt jouw hier? Blijf je hier?’
          ’Jij?’ had ik lachend gezegd, waarna ik een wat serieuzere houding aannam, ‘Seppius, hij had mijn hulp ingeroepen.’
          Ik nam plaats op een van de ligstoelen en ging er gemakkelijk in zitten. Een van de slavinnen van het huis was al gelijk de kamer ingelopen om mij en Chara een beker met wijn toe te reiken. Ik knikte naar haar, waarna ik haar nakeek toen ze de kamer verliet. Kalm nam ik een slok van de wijn. Het was gezoet met honing, mijn favoriet.


    I'm your little ray of pitch black.

    † Chara Anticea Caecilius †
    ` How much can you know about yourself if you never been in a fight ? `

    ______________________________________________________


    ______________________________________________________


    Het antwoord `jij` weergalmde nog telkens door mijn hoofd, ik was er niet zeker van of hij het echt bedoelde of dat hij het gewoon grappig en flirterig bedoelde. Zo als ik Gaius kende ging hij gewoon elke vrouw nastaren die er een beetje aantrekkelijk uitzag, wat het feit weer bewees toen hij Milia nakeek nadat ze ons wijn had ingeschonken.
    » Dus, waarvoor heeft Seppius je hulp nodig ? Ik bedoel, ik weet dat er iets met de slaven is die uitbreken en ik hoef er verder geen uitleg over; maar denk je nou serieus dat het een probleem is ? Je ziet net zelf hoe we hier bediend worden, de slaven krijgen genoeg wat voor hun goed is en klaar. « Mijn grondige mening van dit hele gebeuren floepte er zomaar uit en wat beschaamd nam ik een slokje uit de wijn, die overigens heerlijk zoet was.
    Het was een gewoonte, een slechte gewoonte - om zomaar ergens mijn mening opgeven en niet na te denken. Dat bewees alles bij Gaius, met hem kon ik lange gesprekken voeren - al vond ik dat hij anders is en ik hem mijn mening kan zeggen. Seppius zou alleen maar zijn hoofd geschud hebben en me even twijfelend aangekeken te hebben.
    » Wat nou; stel je eens voor dat ik jouw slaaf was bij jouw landgoed, zou je me dan ook zo behandelen als nu of zou je me als een voorwerp zien en me gebruiken wanneer jij het erna hebt ? Antwoord eerlijk. « Het laatste voegde ik er nog snel bij, gezien ik zulke filosofische vragen bij hem wel kwijt kon. Ik vond het altijd leuk om zo verder te denken, al kwam het soms hard aan.
    Afwachtend en een tikkeltje uitdagend keek ik Gaius aan, terwijl ik van de wijn nipte.

    [ bericht aangepast op 28 nov 2014 - 18:33 ]


    "Satan's friendship reaches to the prison door."



    Gaius      Mettius      Varinius.

    ×××


         
    De wijn zette ik op het plateau voor me, dat als een tafel moest dienen. Ik vond het echter veel te klein, en zelfs na vele discussies met Seppius zou ik het nooit een tafel noemen. Zulke vrienden waren we geweest, dat we zulke trieste discussies hadden. Hij had me vaak zat gezegd dat Chara me zag zitten, en dat als ik haar zou willen nemen tot mijn vrouw, ze dan ook zonder twijfel ‘ja’ zou antwoorden. Ik kon het gewoonweg niet. Ze had al teveel meegemaakt, en ik was als beschadigde goederen. Ik was haar niet waard. Ik probeerde me dus wat gesloten op te stellen, al wist ik eigenlijk ook wel dat ik dat nooit lang volhield in haar aanwezigheid.
          ‘Dus, waarvoor heeft Seppius je hulp nodig? Ik bedoel, ik weet dat er iets met de slaven is die uitbreken en ik hoef er verder geen uitleg over; maar denk je nou serieus dat het een probleem is? Je ziet net zelf hoe we hier bediend worden, de slaven krijgen genoeg wat voor hun goed is en klaar,’ ze had me nieuwsgierig aangekeken, waarna ze een blos op haar wangen had gekregen.
          Dat was nou wat ik zo leuk aan haar vond. Ze nam letterlijk geen enkel blad voor haar mond, ze sprak haar gedachten. Al leek ze er achteraf vaak spijt van te krijgen. ‘We denken dat het nog geen groot probleem is, maar dat het wel zal gaan escaleren. Het is niet zo dat er maar één enkele slaaf ontsnapt is, het gaat om meerdere huizen, en het groeit naar de grotere huizen.’ Meer kon ik er eigenlijk niet over vertellen, ik was te ver weg geweest om alles mee te krijgen. En bovendien kon ik haar echt niet hierin meeslepen.
          ‘Wat nou; stel je eens voor dat ik jouw slaaf was bij jouw landgoed, zou je me dan ook zo behandelen als nu of zou je me als een voorwerp zien en me gebruiken wanneer jij het erna hebt?’ ze zweeg even, ‘antwoord eerlijk.’
          Kort had ik gelachen om de toevoeging. ‘Ik behandel mijn slaven zoals ik bekenden behandel. Ik behandel ze niet als vrienden, en daar heb ik één logische reden voor. Als je dat gaat doen zullen ze je niet respecteren, dan zullen ze je eerder zien als gelijke. Jou zou ik echter íets anders behandelen. Maar sowieso zou jij toch echt wel te koppig en teveel een flapuit zijn om een slaaf te zijn.’ Ik had haar een scheve grijns toegeworpen, aangezien ze me zelf een uitdagende blik had gegeven. Hierna nam ik opnieuw een slokje van mijn gezoete wijn.


    I'm your little ray of pitch black.

    † Chara Anticea Caecilius †
    ` How much can you know about yourself if you never been in a fight ? `

    _____________________________________________________


    _____________________________________________________


    Op zijn antwoord met de slavernij kon ik niet echt meer nadenken, het was dus simpelweg gewoon een probleem. Al interesseerde me het ook niet echt, de interesse ging meer naar de persoon voor me en niet waarom hij überhaupt hier is.
    » Ik behandel mijn slaven zoals ik bekenden behandel. Ik behandel ze niet als vrienden, en daar heb ik één logische reden voor. Als je dat gaat doen zullen ze je niet respecteren, dan zullen ze je eerder zien als gelijke. Jou zou ik echter íets anders behandelen. Maar sowieso zou jij toch echt wel te koppig en teveel een flapuit zijn om een slaaf te zijn. « Zijn grijns kon ik niet echt serieus nemen, al was ik nog niet tevreden met zijn antwoord. Ik was echt nieuwsgierig naar wat hij zou gedaan hebben, maar dat leek hij niet echt zo serieus te nemen.
    Een klein zuchtje verliet mijn mond toen ik naar buiten keek. Het was nog echt middag en voordat Seppius thuis zou zijn, zou het al minstens avond zijn. » Blijf je hier een paar dagen of ben je hier vlug voor een doorreis ? « Wat onbesluitelijk keek ik hem aan, voordat ik weer aan de wijn nipte. Waarschijnlijk zou ik mezelf deze komende dagen moeten vermaken, terwijl hun druk aan het bespreken zijn wat er met de slaven moet gebeuren.
    Ik gaf hem een korte glimlach om hem met mijn vragen vol te gooien: » Waar was je allemaal geweest, je bent zo lang weggeweest. Toch niet op feesten mag ik hopen. « Ik trok grijnzend een pruillip.


    "Satan's friendship reaches to the prison door."

    _______________________________________________


    Lucius

    _______________________________________________



    Ik wreef fronsend in mijn ogen toen deze na het ontwaken direct verblind werden door zonnestralen. Het was nog vroeg, aan de stand van de zon te zien, en dat stemde me bijna vrolijk. Ik hield van ochtenden en ik werd daarom het liefst zo vroeg mogelijk wakker. Voorzichtig trok ik mezelf op tot ik in het midden van mijn deken zat, die ik meestal gebruikte als een soort kleed om op te slapen. Ik strekte me langzaam uit en voelde aan mijn armen en benen. Geen spierpijn, gelukkig. Tijdens de eerste paar weken bij de Romeinen had ik na de trainingen altijd last gehad van hevige spierpijn. Ik was toen niet gewend aan de intensieve lichaamsbeweging en ik had nog nooit een echt wapen vastgehouden. Het was al snel duidelijk geworden dat een zware uitrusting niks voor mij was en pas na een paar dagen werd er eindelijk een simpele gladius in mijn handen geduwd. Dat was alles wat ik vanaf dat moment nodig had in de arena.

    Ik kleedde me snel om en liep rustig naar een nabijgelegen riviertje om mijn gezicht te wassen. Later liep ik terug om mijn spullen op te bergen en mijn twee dolken te pakken. Aan het eind van de ochtend zou ik nog training hebben, maar nu moest ik eerst op pad om voedsel te vinden. Meestal vond ik dat niet erg om te doen, maar na verloop van tijd kon het vreselijk saai worden. Toen ik zag dat Kora nog lag te slapen, glimlachte ik zacht. Met zijn tweeën zou het vast minder geestdodend werk zijn.
    'Kora?' fluisterde ik. Ik zuchtte en schold mezelf mentaal uit. Alsof ze dat zou kunnen horen in haar slaap. Mijn volgende idee was om haar op haar schouder te tikken, maar ik wist van mezelf dat iemand daar van schrik ook negatief op kon reageren. 'Kora?' vroeg ik opnieuw, harder dit keer.

    [ bericht aangepast op 27 nov 2014 - 19:22 ]


    Caution first, always.