Foto bij Gezegend met een vloek.

Opdracht 1 voor de schrijfwedstrijd van Reventon.
Eindcijfer: 9/10
Opdracht;
- Eindigen met de zin; 'Maar daar was ik de juiste persoon niet voor.' (mag ook in tegenwoordige tijd en de woordvolgorde mag veranderd worden.)
- Minimaal 600 woorden.

'Gezegend met een vloek'

Ik ben gezegend, gezegend met een fotografisch geheugen. Al zou ik het zelf meer een vloek noemen. Ik bedoel dan ook niet dat ik dingen makkelijk onthoud, ik bedoel dat ik ze letterlijk onthoud. Geef mij een boek en ik kan twee dagen later het eerste hoofdstuk aan je citeren. Zet me in een kamer en ik weet een maand later nog precies hoeveel blaadjes er aan de plant die in de hoek stond zaten. Handig zou je zeggen, je hoeft iets maar iets te lezen en je weet zeker dat je een toets goed maakt. Was het maar zo gemakkelijk.
Ik hoef er maar aan te denken en ik zie mijn hele geboorte voor me, vanuit mijn oogpunt. Het bloed de benauwde lucht, de bijna verstikking en mijn eigen keiharde huilen omdat de lucht plotseling zo koud werd. Ik herinner me dat ik mijn hand open haalde aan een vel papier, toen ik drie was. Het was blauw vouwpapier, 173 bij 174 millimeter, bijna vierkant, maar net niet helemaal. Een foutje van de snijmachine.
Ik begon het van me af te tekenen, precies zoals ik het voor me zag. Mijn eerste vakantie naar de Alpen. Het lachende gezicht van mijn vader terwijl de zon achter de witte bergtoppen aan het zakken was. Normale mensen zouden het tekenen om het te onthouden, maar ik kon het moeiteloos onthouden. Normale mensen maken ook geen levensechte tekeningen op hun zesde. Ik herinner me het geschokte gezicht van mijn moeder toen ik trots mijn Alpentekening liet zien. Ik schrok er zo van dat ik haar geen enkele andere tekening meer heb laten zien. Alleen degene die ik van school mee nam, waar ik eerlijk gezegd alleen maar op gekladderd had.
Toch bleef ik tekenen wat ik me herinnerde. De hond van de buren met een geel met roze tennis bal in haar bek, de krokussen die ik gezien had, mijn klasgenootjes. Eerst verborg ik ze onder mijn matras, maar ik werd bang dat de monsters ze zouden vinden, dus verborg ik ze in een mapje achter de verwarming. De monsters waren te groot om achter de verwarming te kijken. Natuurlijk bedacht ik me op dat moment niet dat monsters nooit bestaan hebben en nooit zullen bestaan , maar mijn moeder ze op een gegeven moment wel zou vinden.
Natuurlijk wist ik sinds het geschokte gezicht van mijn moeder dat ik niet normaal was, maar in mijn ogen was het heel normaal dat ik alles letterlijk kon onthouden, dat ik alles als een foto kon opslaan. Ik dacht eigenlijk dat ik gewoon uitzonderlijk goed kon tekenen.
Totdat ik acht was, toen kwam ik erachter dat het helemaal niets met tekenen te maken had. Mijn meester zei geïrriteerd dat we toch niet wisten wanneer de slag bij Waterloo plaatsvond, en dat we daarom maar beter op konden letten. Ik antwoordde doodleuk dat ik dat wel wist, het was namelijk op 18 juni 1815. Mijn meester was even stil en vroeg me toen hoe ik dat wist. Ik antwoordde dat het vorig jaar op het bord van groep zeven had gestaan, logisch toch? Intussen ging ik weer verder met het inkleuren van het hartje dat ik op de voorkant van mijn schrift had getekend. Toen ik even later opkeek, keek iedereen mij vreemd en bang aan, maar ik wist niet wat ik fout gedaan had.
Als vanzelf ging ik nadenken, als iedereen die mee was gegaan naar groep zeven vorig jaar, om brieven weg te brengen, waarom wist alleen ik dan nog wat er op het bord gestaan had? Ik kon alles als een foto in mijn hoofd halen, maar de anderen konden dat niet? Het kostte best wat tijd om dat feit te verwerken.
Nu, acht jaar later, heb ik van alles mee gemaakt. De CIA die me probeerde mee te lokken om me voor hun zo gezegde goede doeleinden te gebruiken. Mensen die bang waren dat ze doodgingen als ze me aanraakten, en ga zo maar door. En voor de weinige mensen die me wel begrepen en mijn hulp nodig hadden, kon ik niets doen. Wetend dat ik alleen maar meer problemen zou veroorzaken dan dat ik op zou lossen.
Ik vraag me nog elke dag af waar ik dan wel goed voor ben, misschien moet ik me bij een criminele organisatie aansluiten, zodat ik opgesloten wordt en niemand meer bang kan maken. Want als er iets erg is, dan is het wel dat mensen zo bang van me zijn dat ze trillend voor me staan en dat ik alleen maar kan slikken en weglopen. Wetend dat ik dat ene bange gezicht kan toevoegen aan mijn verzameling, en dat het voor altijd als een foto in mijn geheugen gegrift staat.
Misschien dat degene die deze wereld heeft gemaakt, wie het ook is, nu inziet dat zijn beslissing niet goed was. Dat ik vervloekt ben met dit talent. Dat ik er niemand mee kan helpen. Dat ik daar niet de juiste persoon voor ben.

Reageer (6)

  • Porcelainn

    Wow... Ik vind dit echt goed!

    1 decennium geleden
  • Boulevard

    Prachtig, je kan echt kei mooi schrijven!

    1 decennium geleden
  • Whipple

    wow! ;o
    super goed geschreven en heel origineel! ;3

    1 decennium geleden
  • Courage

    Wat mooi!
    Gedeeltelijk op de waarheid gebaseerd?

    1 decennium geleden
  • Remington

    wauw, hij is zeer goed!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen