[TH] Durch meine Adern [4shot+epiloog]

Melodie is een meisje met hyperventilerende aanvallen, alleen zij en die ene twee jongens weten waar die aanvallen vandaan komen. Maar wat als allebei de jongens op dezelfde dag uit jou leven stappen? Gewoon alsof het niets is? Zou je ze gaan zoeken? Of zou je het erbij laten? De één heeft wel tegen je gezegd dat hij je nooit meer wil zien. Maar zou je het dan toch doen? Kijk maar of Melodie het doet.

<3

Mogelijke uitkomsten

Shot 1. A day with my nightmare, again (14 x uitgekomen)

Loom kijk ik uit mijn raam. De witgewassen gordijnen verpesten mijn uitzicht, ik schuif ze weg. Was mijn leven maar als een gordijn, dan kan ik alles wat er gebeurt is gewoon weg schuiven. Ik wil dat ik jou zo weg kan schuiven. Maar dat gaat niet, je zit vast in mijn hoofd, vast als een gevangene. Één gevangene die ik weg wil hebben, die de doodstraf moet. Anders krijg ik ‘m niet weg. Één gevangene die me gek maakt, die ervoor zorgt dat ik waanbeelden krijg. Één gevangene waarvan zijn cel in mijn hoofd zit. “Ga eruit! Tom ga weg!” Gil ik. Ik hoor niet dat mijn moeder de trap op komt lopen. Ik zie haar niet. “Lieverd! Concentreer je op mijn stem.” Zegt mijn moeder kalm maar streng. Het lukt me niet. “I-ik k-kan het n-n-niet.” Stotter ik en grijp naar mijn hoofd. “Jawel, je kan het wel. Ik weet dat je het kunt.” Zegt mijn moeder. Ik probeer het, voor haar. Niet voor mezelf, mijn wens is om hoog aan de hemel te staan. Tussen al die mooie sterren, bij Tom, maar ik kan het niet. Niet voor mijn moeder en voor Bill. Bill betekend te veel voor mij. Meer dan hoort, meer dan mag. Ik breng iedereen in problemen. Ook hem. Was ik maar iemand anders. “Goed zo lieverd.” Zegt mijn moeder en houd me stevig vast, dat betekend dus dat de aanval weg is. Ik weet niet waarom maar als ik denk aan Bill dan word ik daar rustig van. Terwijl hij en Tom de gene zijn waaraan ik dit te danken heb. Ik zie ze nooit meer, ik mis ze. Ik loop langzaam naar het raam en gooi het open.
“Ik wil even alleen zijn.” Fluister ik. Mijn moeder knikt en loopt weg. Ik staar door het opengegooide raam. “Kom snel terug.” Zijn mijn woorden die mee voeren met de wind. De wind die negens eindigd. Ik ben ervan overtuigt dat ze het horen, of dat ze het nog gaan horen.
[Flashback]
Geluidloos probeer je ‘het spijt me’ zeggen. Maar alleen jou lippen bewegen. “Waarom?” Fluister ik. Je reageert niet. Jou lippen worden nog een keer op de mijne gedrukt waarna je weg loopt, weg naar die verschrikkelijke plek. Waar je vermoord word. Mijn hart is een slagveld geworden, een slagveld waar jij straks in ligt. Doodbloedend, niemand helpt je. Tranen lopen over mijn wangen iedere traan staat voor een herinnering met jou. Iets prikt in de huid van mijn arm. Een doorn van de roos die op tafel staat, in een prachtige vaas met zilverenversiersels. De pijn word alleen maar groter. Ik word opgeslokt door verdriet. Een harde pijnlijke knal en hartverscheurende schreeuw vullen alle ruimtes. Een pijnlijke schok gaat door me heen. Ik voel Tom in mij zitten. Ook de pijn die hij had toen hij vermoord werd. Het is een onbeschrijfelijk pijnlijke pijn, een pijn die je niemand toewenst, een pijn die hij niet had verdient en vooral een pijn die hij niet had mogen krijgen. Tom is dood, en ik ben verbonden met hem. Waarom ik? Waarom niet Bill? “Ik wil je niet meer zien, je doet me te veel denken aan Tom.” Zegt hij recht in mijn gezicht. De kei harde waarheid. De zware realiteit. “Maar..” Je drukt je lippen op de mijne en loopt weg. Je loopt gewoon weg uit mijn leven, alsof ik er nooit ben geweest. Nou ben ik echt helemaal alleen op deze wereld.

“Lieverd kom je eten?” Roept mijn moeder van beneden. “Ik heb geen honger.” Zeg ik terug. “Maar je moet wat eten..” Mijn moeder blijft bij haar standpunt en ik bij het mijne. “Ik kan het niet.” Met die woorden stopt mijn moeder met praten tegen mij, ze weet dat ik aan die zin veel herinneringen heb. Herinneringen die een meisje van veertien nog niet hoort te hebben. Ik heb evenveel herinneringen als een vrouw van tweeënveertig, misschien wel ouder.
Ik werp een blik op de gordijnen die steeds witter worden. Ik weet wie daar is, ik krijg altijd die aanvallen als Tom weer mijn hoofd heeft overgenomen, die angst gaat dan opnieuw door mijn lichaam heen. Ik heb door Tom’s aanvallen al twee keer in coma gelegen. Maar het voelt goed, het voelt warm, als ik mijn ogen open heb. Als mijn ogen dicht zijn zie ik het beeld van de trekker voor me en van een bange Tom die dit heeft gedaan om mij te beschermen. Ze moesten mij hebben, niet Tom. Ik hang met mijn ellebogen op de rand van het raam. De wind speelt voorzichtig, alsof het bang is om iets te breken, met mijn haren. Ik staar naar de rood met oranje en roze avondzon die wegzakt achter de huizen. Ik loop naar mijn bureau en haal mijn notitieblok eruit en een pen. Liedjes schrijven werkt. Met het puntje van mijn tong uit mijn mond begon ik de regels op te schrijven.

No you can’t
So you know everything,
And my heart is bleeding,
I search a way,
To hide and run,
You promise that you don’t go,
But is that the truth?
Or is it like before..
Are you a lie?
That led me die?
You are the one how listen to me,
You are the one how was my key,
To the perfect life,
But you can’t
[x4] Uhu uhu uhu no you can’t
Maybe is this a thing,
Where I popping on a string,
Because I can’t go another way
So its over,
My died body here on the floor,
And I need a way to hide and run,
I believe you where a perfect lie,
That led my die…

Tell me, what do you think? =)

Shot [2] A perfect lie in my head (0 x uitgekomen)

Goedkeurend keek ik naar mijn blocnote. Ik leg mijn spullen weer ver weg in de bureaula, dan loop ik naar het raam en sluit hem. Net zoals mijn gevoelens. Ik zet mijn masker weer op. Zoals tijd. Maar niemand weet de schokkende waarheid. De waarheid die ervoor heeft gezorgd dat Bill en Tom uit mijn leven zijn, zij waren de enigste twee waar ik echt van gehouden heb.
“Bill.” Fluister ik terwijl ik mijn hand tegen het raam leg, een witte waas groeit om mijn hand heen. Net zoals mijn behoefte om Bill weer terug in mijn leven te krijgen. Ik haal mijn hand van het raam en voel hoe koud de hand is geworden. Automatisch plaats ik de hand om mijn keel, de andere volgt. Een tinteling gaat door mijn benen. Ik sluit mijn ogen, een glimlachende Bill staat voor me. Ik kan het niet. Niet bij hem. Hij is te veel. Mijn handen zwakken af en glijden naar mijn bovenbenen. Met mijn nagels kras ik in mijn knieën. Mijn moeder komt mijn kamer binnen.
“Mam, ik ga Bill zoeken.” Zeg ik vastbesloten als ze net twee stappen in mijn kamer heeft gezet. Mijn moeder weet hoeveel dit voor mij betekend dus laat mij gaan. Hoop ik. De wind zal de weg wijzen, naar Bill.
“Oké, maar bel me, vertel waar je bent en doe voorzichtig, jij bent mijn enigste meisje, alsjeblieft pas goed op jezelf, ik weet dat je het kan.” Mijn moeders woorden geven me moed. Ze gelooft echt in mij.
“Ik beloof het.” Zeg ik en geef haar een knuffel die snel eindigde, want mijn moeder ging mijn koffer pakken. Ik help mee. Samen pakken we de koffer in en mama vertelde nog wat verhalen over mijn vader en haar liefdes.
“Ik zal wel een taxi bellen die je naar Magdenburg brengt.” Zegt ze.
“Ja, maar hij is naar Berlijn verhuist.” Vertel ik haar. Mijn moeder knikt en loopt naar beneden om te bellen. Voor de laatste keer kijk ik rond in mijn kamer. Wat zal Bill zeggen als hij me ziet? Hij kan me toch niet zomaar wegsturen? Ik hoop dat hij het begrijpt en weet dat het me spijt dat ik op Tom lijk. Ik loop naar mijn bureaula. Zal ik mijn liedje meenemen? Ik stop het vlug in de koffer en kijk het raam weer uit. Een blinkende zwarte auto, waar ‘taxi’ opstaat, toetert. Dit is mijn teken, dit is mijn beslissing. Met mijn koffer strompelde ik van de trap. Mijn moeder geeft me een laatste kus en drukt mijn mobiel in mijn handen.
“Ik hou van je.” Fluistert ze in mijn oor.
“Ik ook van jou.” Zeg ik en knuffel nog eens stevig, dan loop ik naar de auto en stap in. Dit gaat een lange reis worden.
“Edward.” Stelt de man zich voor.
“Melodie,” Zeg ik en geef hem een hand. Ik werp nog een blik naar buiten en zwaai naar mijn moeder. Een gebroken vrouw van veertig staat in de deuropening van een huis. “Alles word beter.” Fluister ik. De man praat niet tegen mij, hij is er al achter dat ik dat ook prima vind.
“Wat ga je doen in Berlijn?” Vraagt de man dan vriendelijk. Ik kan hem de waarheid niet vertellen.
“Ik heb met school een uitwisselingsproject, we moesten ons eigen vervoer regelen en verblijven bij een gast gezin.” Loog ik glashard. Na al die jaren vol leugens en pijn kan een klein leugentje nog wel.
“Gezellig.” Reageert de man. Nou je moest eens weten, ik ga naar een jongen waar ik zielsveel van houd, die mij nooit meer wil zien en nou hoop ik dat hij me toch wil. Wat klinkt mijn plan toch stom! Hoe heb ik dit ooit in mijn hoofd gehaald!? “Is er iets?” Vraagt hij weer. Ik schud mijn hoofd.
“Niets,” is mijn zinnigste antwoord. “Vind u het erg als ik even muziek luister?” Vraag ik.
“Tuurlijk niet kind.” Ik glimlach vriendelijk naar de man.
I belong to you – Barlow Girl Zegt mijn iPod.

Sometimes life brings more pain than we can bear alone,
when hope is gone and I have no strength to stand on my own,
when nothing helps there's nothing that I can do
you surround me and show me I belong to you.

Dit is een liedje waar ik al een paar jaar steun aan heb. Ik zucht en druk mijn iPod uit. Een beetje dommig kijk ik rond in de auto. “We zijn er!” Zegt Edward na dat we vijf uur in dezelfde taxi hebben gezeten. “Dank u wel.” Zeg ik en druk het bedrag in zijn hand. Ik haal mijn koffer uit de kofferbak en Edward rijd weg. En nu? Ik heb niet eens een adres. Een meisje loopt tegen me op.
“Sorry,” Zegt ze en rent weg. Raar, zou er iets te doen zijn? Ik loop achter het meisje aan. Als ik er ben sta ik voor een hotel, handig! Blij dat ik er achter aangelopen ben. De menigte loopt weg.
“Bill gehst nur zu ein interview.” Zegt een meisje teleurgesteld. Ik geschenk er geen aandacht aan en loop het hotel binnen.
“Hallo,” Zegt een vriendelijke vrouw achter de balie.
“Hallo, ik zou graag een kamer willen.”
“Ik zal even voor u kijken.” Reageert de vrouw op mijn antwoord. Ik knik. “U heeft geluk, er zijn net een paar mensen uitgecheckt.” Ik glimlach. “Hoelang wilt u blijven?” Vraagt de vrouw.
“Één week waarschijnlijk.” Antwoord ik. De vrouw voert mijn gegevens in en ik overhandig haar het geld. Dan krijg ik de sleutel in mijn handen gedrukt en loop de lift in. Ik kijk gefascineerd naar de binnenkant van de lift. Ik druk ligt op het knopje van etage vier. Alles is van goud, hier. Ik loop de lift uit naar mijn kamer, mijn koffer heb ik meegenomen, ik heb geen gigolo nodig, of hoe zoiets ook heetten mag. Vol spanning stop ik de sleutel in het contact en draai die behendig om. Ik loop de kamer vol verbazing binnen. “Wauw!” Zeg ik tegen mezelf. Ik besluit om mijn koffer uit te gaan pakken. Dan hoor ik een jongensstem die me heel bekend voor komt. Het zou toch niet? Nee toch? Ik doe de deur van mijn hotelkamer op een kiertje. “Bill?” Fluister ik. Ik zie een jongen met zwart haar en oogmake-up de hotelkamerdeur naast mij dicht doen. Mijn ademhaling gaat te snel. Hij is het! Ik zie zoveel terug van Tom in zijn gezicht. Na al die jaren heb ik hem gevonden! Dan loopt hij weg, de lift in. Ik kan maar beter blijven zitten, eerst nadenken wat ik ga doen. Ik doe de deur dicht en laat mezelf vallen op het oversizedbed. Een gevoel van opluchting gaat door me heen, maar ik voel me ook droevig. Ik heb een hele grote kans dat ik hem pijn doe. Ik ben niet meer zo zeker van de zaak..

[volgende deel komt morgen yay n__n]

Statistieken

Statistieken

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen

Wat wil je nu doen?