• 1729, de gouden eeuw van de piraten loopt ten einde en het word moeilijker. De zwaar beladen schepen vormen niet meer zo’n makkelijke prooi als daarvoor, dus zoeken deze piraten een nieuwe en makkelijkere manier om hun prooi alsnog buit te maken. De bemanning van The Ophelia merkt ook dat alles slechter gaat. Het eens zo mooie schip dobbert al een tijdje haveloos rond op de woeste zee, terwijl haar bemanning uitgedund is door verschillende gevechten. Het lot is ze gunstig gezind als ze plotseling op het kleine, maar magische eilandje ‘Lighthouse Cove’ stuiten.
    Het eilandje is maar klein, de wateren om het eiland levensgevaarlijk. Dat is één van de redenen waarom niemand het eiland bezoekt. De trouwe vuurtorenwachter, die al generaties lang door dezelfde mannen word vervuld, loodst alle schepen netjes om het eiland. Het eiland is maar dunbevolkt, met een enkel dorpje dicht bij de vuurtoren en het strand. Voor de rest bestaat het eiland vooral uit een magisch, tropisch bos.
    De komst van de piraten word door sommige als een kleine verademing beschouwt, een afleiding van het dagelijkse leven. De piraten zuipen veel, maken gebruik van alle wat ze tegen komen en lokken de schepen in de val door de vuurtoren te saboteren. Uiteraard is niet iedereen hier blij mee, zoals een deel van de kleine bevolking en natuurlijk de trouwe vuurtorenwachter, die buiten het zicht van de piraten probeert om de schepen veilig weg te krijgen.


    Regels:
    - Lange posts van 200-300 woorden is echt een minimum. Dat houd in dat je minstens 10 of meer regels schrijft, een kort hoofdstuk eigenlijk. Dit houd dus niet in dat je om de regel of om de twee regels een enter doet.
    - Je schrijft in de ik-vorm, met de naam van je personage boven je post.
    - Geen onnodig gequote! Daarvan rekken de pagina’s uit en je hoeft echt niet een reactie te quoten als hij op de vorige pagina staat of als je een reactie op iemand schrijft, al is het al even geleden. Je neemt trouwens zelf maar even de moeite om een reactie terug te zoeken als je dat nodig hebt.
    - Niet off-topic gaan! Je bespreekt dingen maar in iemands gastenboek of via een privé bericht. Kleine dingetjes mogen uiteraard wel.
    - Geen Mary Sues, niemand houd ervan om met perfecte personages te spelen of mensen die zich overal uit weten te redden.
    - 16+ en al het bijbehorende is toegestaan.
    - Maximaal 3 rollen.
    - Geen mensen die al snel stoppen, denk daar goed over na voor je jezelf aanmeld. Meld het wel als je afwezig bent of wel wilt stoppen.

    Piraten:
    - Nicholas Elijah Hawkins Hidan - kapitein
    - Alice Gwyn Barwick Assassin - rechterhand
    - Bernadette Mary-Ann Raydel Permission
    - Peyton Locke Neiva
    - Noël Sam Thomson Frodo

    Eilandbewoners:
    - Ezra Gilbert Jenkins Assassin
    - Milan Montgomery Gasai
    - Aurélie Gabrielle du Aquitaine Neiva
    - Milena Cassia Jenkins Hidan
    - Hassu Kins Wiarda

    Rollentopic
    Een kleine map van het eiland.
    Bij het dorpje moet je je zoiets voorstellen.

    Het begin:
    Het is vroeg in de ochtend, de dageraad breekt pas net aan waardoor het nog redelijk donker is. De eilandbewoners doen gewoon hun ding, terwijl de piraten hun plan om de vuurtoren over te nemen helemaal klaar gemaakt hebben. De piraat Peyton Locke heeft de vuurtoren al verkend en verslag uit gebracht bij de kapitein om het plan compleet te maken. Nu hebben ze het schip veilig achter wat rotsen gelegd om vervolgens de vuurtoren over te gaan nemen. De piraten gaan ook naar het dorp en kunnen zelf kiezen of ze zich daar huisvesten of op de boot blijven.


    Your make-up is terrible

    Pirate Noël Sam Thomson

    Het hele plein is versierd met lichtjes, die me eventjes verblinden als ik er recht naar kijk. Zodra de vlekjes voor mijn zicht verdwenen zijn, kijk ik rond en het eerste wat ik zie is Mila. Ze staat bij een jong, een man, bij het vuur. Ik zie hoe ze iets tegen hem zegt en dan hoe haar blik de mijne kruist. Ze ziet er even ontsteld uit, waarna ze vlug haar blik afwendt en de man naast haar vluchtig op de wang zoent. Meteen voel ik hoe een gevoel van jaloezie omhoog springt en gromt, ergens in mijn hoofd. Wie is hij? Een vriendje van haar?
    Zo nonchalant mogelijk slenter ik een beetje rond terwijl ik mijn schreeuwende gedachten probeer te bedaren. Ineens voel ik een sterke hand om mijn arm en ik word uit het zicht getrokken. Mijn rug komt tegen de muur van een huis aan en ik zie Mila voor me staan. "Wat doe je hier?" vraagt ze op een sissende toon. Ze kijkt rond zich heen met een angstige blik en laat me pas los als ze er zeker van is dat niemand ons kan zien. "Je kan niet zomaar in het dorp verschijnen alsof je een oude vriend bent, dan ben je er geweest. Zeker als mijn broer erachter komt, ja."
    Even ben ik verward. Die jongen zal waarschijnlijk haar broer zijn geweest...
    "De mannen besloten om eens een kijkje te nemen. Iedereen komt," ik neem even de tijd om haar goed te bekijken voor ik verder ga. Ze ziet er prachtig uit, in haar avondkledij en met de bloem in haar donkere haren. "Ik wist niet of je zou komen en zelfs als dat wel het geval was, had ik je subtiel aangesproken en dus niet zo." ik grijns naar haar. "Maar ik vind het niet erg hoor. Nu heb ik je even voor mezelf."


    “Moonlight drowns out all but the brightest stars.” - Tolkien

    [Even gebumpt. Er moet wat leven inkomen.]

    Mila Cassia Jenkins
    Het is niet te geloven dat hij gewoonweg hier in het dorp komt! Denkt hij dat ze niet wantrouwig genoeg zijn om hem net zo hard er weer uit te jagen? Nou, misschien zullen enkelen wel bereidwillig zijn om ze hier te laten… maar vraagtekens zette ze er wel bij. Een verwarde blik dacht ik in zijn ogen te zien nadat ik mijn deel had uitgesproken. Daar was ik dan ook wel een beetje angstig voor, dat iemand het doorhad en diegene het dan door vertelde aan één van mijn familieleden. Mijn vader was hier nu, bovendien met één of andere man die ik niet eens ken, maar mee moest trouwen, aangezien mijn vader er de redenen voor had. Ja, ik mag dan wel zijn dochter zijn, maar ik zal altijd een eigen willetje hebben. Hierdoor wil ik enkel wegvluchten van dit eiland en het aanbod van Noël aan nemen.
          “De mannen besloten om eens een kijkje te nemen. Iedereen komt,” Even had ik weer om me heen gekeken, alleen toen ik deze woorden hoorde, schoot mijn blik direct terug. “Wat?” bracht ik ontsteld uit, terwijl ik naar hem blikte en hoopte dat hij een grapje maakte. Helaas zag dat er niet naar uit. De blik die hij me gaf om goed te bekijken, negeerde ik. Het kwam zelfs niet zo goed bij mij binnen. Iedereen komt? Hoeveel zijn er en waarom willen ze in hemelsnaam een kijkje nemen? “Ik wist niet of je zou komen en zelfs als dat wel het geval was, had ik je subtiel aangesproken en dus niet zo.”
          Noël grijnsde naar mij, maar ik beet enkel iets op mijn volle onderlip, waarbij ik mijn rechterhand op mijn rechterzij zette. “Maar ik vind het niet erg hoor. Nu heb ik je even voor mezelf.” Gelijk deed ik mijn mond terug open. “Dit is geen tijd voor grapjes, Noël.” Siste ik iets, aangezien ik nog steeds op mijn toon lette. Wanneer we te hard spraken, kon iemand ons misschien horen en daar pas ik dit keer maar voor. “Je meld me doodleuk dat iedereen komt en dan begin je grappig te doen,” verzuchtte ik. Nog steeds keek ik hem aan. “Met hoeveel zijn jullie? We zijn hier met een feest bezig en nu komen jullie binnen vallen? Slechte timing.”


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Als ik Ezra zie staan op het pleintje loop ik naar hem toe om hem te begroeten, maar hij negeert me en loopt gelijk verder. Verbaasd kijk ik hem na. Heb ik iets fout gedaan? Ik bijt onzeker op mijn volle onderlip en loop dan naar een bankje dat aan de rand van het pleintje staat, waar ik op ga zitten. Wat ongemakkelijk kijk ik om me heen. Ezra is de enige op dit eiland met wie ik het een beetje kan vinden, maar blijkbaar heb ik iets verkeerd gedaan. Of hij heeft aan zijn zusje verteld wat we gedaan hebben en mag hij nu niet meer met mij praten van haar.
    Ik wil net opstaan, om naar hem toe te lopen en te vragen of er iets is als Mila al naar hem toe loopt. Ik zucht zacht en laat me iets verslagen weer op het bankje zakken. Een tijdje later drukt ze een kus op zijn wang en rent ze richting het bos. Ik begin me af te vragen of Mila en Ezra een stel zijn, ook al zijn ze broer en zus. Waar ik vandaan kom word je niet uitgehuwelijkt aan je eigen broer -of zus- hooguit soms aan een achterneef -of achternicht-, maar mijn vader heeft me verteld dat er volken zijn waar het wel gebeurd dat broer en zus trouwen, om de familielijn zuiver te houden.
    Na nog enkele minuten gewacht te hebben loop ik toch maar naar hem toe. Terwijl ik naar hem toe loop willen een paar kleine kindjes aan mijn jurk zitten, maar ik trek de zachte stof snel bij hun vandaan. Dit is zowat het enige wat ik nog heb van thuis, en ik wil niet dat het verpest wordt door hun vieze handjes. Als ik bij Ezra sta tik ik hem aarzelend op zijn schouder. 'Ezra, heb ik iets verkeerd gedaan dat je nu boos op me bent?' vraag ik op een zachte toon.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ezra Gilbert Jenkins

    "Ezra," hoor ik de fluisterende stem van Mila waardoor ik kort opkijk en iets begroetends brom. "Is er iets mis?" vraagt, waarna ze naast me komt staan en om zich heen kijkt. Ik wil net mijn mond opentrekken als Mila raar begint te doen. Ze drukt plots een kus op mijn wang en rent weg. "Ik ben zo terug." zegt ze en ik frons met een chagrijnig gezicht, terwijl ik haar kort nakijk. "Ja, vast." brom ik waarna ik verderga met wat ik aan het doen was. Ik weet niet waar zij last van heeft, maar ze doet erg vreemd om dat eerst te vragen en dan weg te gaan alsof iets anders plotseling heel wat belangrijker is.
    Plots wordt er op mijn schouder getikt en kijk ik opnieuw om, ik verwacht dat Mila weer terug is maar dat is ze niet. Het is Aurélie. "Ezra, heb ik iets verkeerd gedaan dat je nu boos op me bent?" vraagt ze zacht, waardoor er een verbaasde blik in mijn ogen verschijnt. Ik draai me naar haar om en ga recht staan, waardoor ik gelijk lomp boven haar uittoren. "Natuurlijk ben ik niet boos, waarom zou ik boos moeten zijn?" vraag ik verbaasd aan haar met mijn jongensachtige stem. Ik kijk vluchtig om me heen, maar Mila is nergens te bekennen. dat verbaasd me eigenlijk, ik hoop maar niet dat ze weggelopen is of zo. Dat heeft ze wel eerder gedaan als dingen niet naar haar zin gingen.
    Ik weet niet waar ze vandaag allemaal last van hebben, maar waar ik last van heb wil ik in ieder geval niet tegen hen richting, waardoor ik lichtjes naar Aurélie glimlach en me weer op haar richt. Ik heb weinig zin om het gedoe aan haar uit te leggen, dus doe ik alsof alles goed is. "Zou je eh, willen dansen, anders?" vraag ik vervolgens verlegen en ik staar met rode wangen naar mijn voeten, omdat ik haar nu niet aan durf te kijken. Het voelt wat vreemd aan na vanmiddag om dat aan haar te vragen en ik begrijp het ook als ze het afwijst.

    Alice Gwyn Barwick

    Ik volg Thomson naar het plein, waar hij in de schaduw blijft staan. Ik blijf nog verderop staan, terwijl ik hem in de gaten houd. Opeens komt er een meisje de schaduwen in, vanuit het plein. Ze ziet er mooi uit, jong, vrouwelijk. Alsof ze elkaar kennen, stapt ze naar hem toe en mijn ogen worden groot. Ze kennen elkaar ook, te merken aan de manier waarop hij tegen haar praat en zij terug praat. Ik kan het niet verstaan, maar me er wel iets bij voorstellen. Hij heeft haar gezien, niet die mannen die hij eerder beschreef. Dit is perfect, iets wat ik aan de kapitein kan vertellen en waar hij iets aan heeft, waardoor zijn aandacht afgeleid wordt van het blonde, onschuldige meisje.
    Mijn ogen glijden terug naar het plein om haar te zoeken, ze heeft zich verplaatst en is niet meer alleen. Ze staat met een iets bezorgde blik bij een lange, slungelige jongeman, die iets tegen haar zegt en verlegen lijkt te worden. Ook dat nog, ze is waarschijnlijk verliefd of iets in die richting. Hij lijkt in ieder geval wel de vlinders van haar te krijgen. Shit, hoe ga ik dit ooit oplossen? Gewoon hopen dat hij het vergeet? Ik weet hoe vasthoudend hij kan zijn. Misschien moet ik maar eens terug naar het schip, voordat de anderen ook komen. Dan weet ik ook dat Thomson meer op zijn hoede zal zijn, evenals het blonde meisje in gezelschap van zoveel vreemde mannen.
    Hierdoor draai ik me terug om en begin ik terug te lopen over het donkere pad naar het schip. Gelukkig heb ik goede ogen in het donker, dat scheelt me weer een hoop. Ik stap stevig door en begeef me naar het schip, waar ik zacht op de deur van de kapitein klop en wacht tot hij me binnenlaat. Ik probeer mijn nervositeit kwijt te raken aangezien ik daar normaal nooit last van heb als ik hem onder ogen moet komen. Ik hoop gewoon zo hard dat hij niet naar haar vraagt en geen interesse meer in haar toont...


    Your make-up is terrible

    [Gamgee --> Jemima]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Er verschijnt een verbaasde blik in Ezra's ogen als ik gevraag ben of ik iets verkeerd gedaan heb en of hij daarom boos op me is. 'Natuurlijk ben ik niet boos, waarom zou ik boos moeten zijn?' vraagt hij verbaasd. Hierna kijkt hij vluchtig om zich heen, waarschijnlijk om te kijken waar Mila is heen gerend. Ik haal lichtjes mijn schouders op. 'Je begroette me net niet, dus daarom dacht ik dat je misschien boos was,' antwoord ik. 'Waarom weet ik niet echt, misschien omdat je tot de beslissing was gekomen van wat eh, vanmiddag gebeurde dat je dat toch niet leuk vond.' Ik pluk een onzichtbaar pluisje van mijn jurk en kijk nog steeds wat ongemakkelijk om me heen. Dit feest is in vele opzichten anders dan de bals waar ik thuis heen ga. Het grootste verschil is nog eens de kleding, maar de formaliteiten, die hebben ze hier net. Mensen zeggen vaak alleen als iemand er mooi uitziet, als ze het ook echt menen. Thuis hoort een jongen tegen een meisje te zeggen dat ze er beeldschoon uitziet, zelfs al vindt hij dat ze er spuuglelijk uitziet.
    'Zou je eh, willen dansen, anders?' vraagt Ezra dan verlegen, waardoor ik opschrik uit mijn mijmeringen. Het duurt even totdat zijn vraag tot me doordringt. Ondertussen staart hij met rode wangen naar zijn schoenen. 'Oh, eh, ik weet niet Ezra,' antwoord ik op een zachte, aarzelende toon, bang dat ik hem zal kwetsen. 'Er dansen nog niet echt mensen, dus het zou raar zijn als wij dan als enige zouden gaan dansen. En eh, misschien kan je beter met een meisje van hier dansen, want met een van hun zal je later tenslotte trouwen.' Kort bijt ik op mijn volle onderlip. 'Niet dat ik niet met je wilt dansen, gewoon nu nog niet, misschien later, oké?'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Nicholas Elijah Hawkins, kapitein.

    Ik ben nog bezig met de anderen naar het dorp te sturen, omdat sommige te hardnekkig zijn. Dat zullen ze snel afleren als ze zo doorgaan, dan krijgen ze allemaal zweepslagen van mij. Zo veel dat ze niet normaal kunnen lopen, dat zal ze leren. Hierop kijk ik redelijk lang naar de zee, het blauwe ervan en overdenk mijn plannen, want ik weet niet hoe ik het vanaf nu zal aanpakken. Iemand zal nog eens naar de vuurtoren moeten gaan om het te onderzoeken, we zullen de wachter moeten omzeilen. Die loopt ons enkel in de weg.
    Uiteindelijk begeef ik me naar het dorp, maar ik zet pas een paar stappen in het bos, voor ik doorheb dat ik beter nog wat kan bestuderen, dus begin ik mijn weg terug te maken. Eenmaal bij het schip gekomen, kijk ik er eerst even bewonderend naar voor ik aan boord ga en richting mijn kajuit loop. Wanneer ik daar kwam, zuchtte ik diep, rommel iets tussen de vele papieren, maar ga net op bed liggen met de kapitein hoed over mijn gezicht heen. Een uiltje knappen kan geen kwaad nu, voor ik andere dingen ga doen, denk ik zo.
    Toen er echter opeens geklopt werd, fronste ik, maar bleef kort liggen. Het drong tot me door dat er echt iemand geklopt had, dus zette ik me recht, zette de hoed goed op mijn hoofd en met een paar stappen was ik al bij de deur. Mijn eens zo strenge, kille blik was er weer op af te lezen toen ik dit deed. De deur deed ik open, waarop ik al snel Alice zag staan. Mijn kille blik ging al iets minder, maar niet zo dat het zwak leek of was. Gelijk vroeg ik me ook af of ze zich aan het bevel had gehouden en of ze het onderzocht had, ook waar de vrouwe nu was. ‘Alice,’ begon ik dodelijk kalm, waarna ik mezelf omdraaide en op een stoel ging zitten. ‘Vertel me hoe alles is gegaan.’ Ik liet mijn blik over haar en rondom haar gaan, om hierna haar weer aan te kijken. ‘Ik zie dat je haar niet bij je hebt, dus begin maar alvast te verklaren.’


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Ezra Gilbert Jenkins

    Ze haalt lichtjes haar schouders op als ik vraag waarom ik boos zou zijn. "Je begroette me net niet, dus daarom dacht ik dat je misschien boos was," antwoord ze. "Waarom weet ik niet echt, misschien omdat je tot de beslissing was gekomen van wat eh, vanmiddag gebeurde dat je dat toch niet leuk vond." Ik glimlach hier zenuwachtig door en lach iets. "Natuurlijk niet, dat zou ik eh... nooit niet leuk of zo kunnen vinden, denk ik." zeg ik er onhandig op, nog altijd verlegen en nerveus door dat moment. Ik krijg nog eens een nerveuze breakdown door dit meisje en volgens mij heeft ze het maar al te goed door, of tenminste eerder vandaag. Hier bij de vuren lijkt alles toch ineens iets anders eruit te zien. Onschuldiger en onrealistischer, alsof het in een andere tijd gebeurd is.
    Hierna vraag ik of ze wilt dansen en ik word zo mogelijk nog nerveuzer als ik met rode wangen naar mijn schoenen staar en het even duurt voor ze ook antwoord op mijn vraag. "Oh, eh, ik weet niet Ezra," antwoord ze op een zachte, aarzelende toon, waardoor ik opkijk in haar lichte ogen. "Er dansen nog niet echt mensen, dus het zou raar zijn als wij dan als enige zouden gaan dansen. En eh, misschien kan je beter met een meisje van hier dansen, want met een van hun zal je later tenslotte trouwen. Niet dat ik niet met je wilt dansen, gewoon nu nog niet, misschien later, oké?" Ik knik snel, eigenlijk had ik wel zoiets verwacht.
    "Ja. Ja, natuurlijk, je hebt gelijk," mompel ik naar haar toe. Ik wil mijn hand door mijn haar halen, maar besef dan dat ik een staartje in heb gedaan. Ik draag het niet graag los, want het zit altijd in de weg. "Ik denk... misschien moet ik dat wel doen." brabbel ik vooral onsamenhangend. Mijn ogen glijden over de samen gegroepeerde meisjes. Ik vind ze maar eng, er zit er ook geen bij op wie ik mijn oog zou laten vallen of mee zou willen dansen. Aurélie is gewoon anders, anders anders. Ik kan het niet precies benoemen, maar het is gewoon zo. Ik heb niet constant het gevoel alsof ze op alles let wat ik doe en alsof ik me aan bepaalde regels moet houden, hoewel ik toch nerveus ben de laatste tijd in haar bijzijn.

    Alice Gwyn Barwick

    Ik wacht even als de deur niet open gedaan wordt, hij kan wel met van alles bezig zijn. Even later hoor ik dan toch zijn voetstappen en binnen een paar seconden gaat de deur open. Zijn kille blik veranderd iets, maar niet veel als hij mij ziet. "Alice," begint hij op een manier waar ik bijna bang van wordt, vooral omdat ik weet dat ik het fout gedaan heb. Hij draait zichzelf om en gaat op een stoel zitten. "Vertel me hoe alles is gegaan." Aarzelend stap ik naar binnen en sluit ik de deur achter me. Zijn blik gaat over mij heen en vervolgens langs mij, waarna hij me weer aankijkt. Ik krijg er gelijk de kriebels van. "Ik zie dat je haar niet bij je hebt, dus begin maar alvast te verklaren."
    Schuldig sla ik mijn ogen neer, hij is er een stuk meer op gefocust dan ik had gehoopt, maar ik had het van te voren wel kunnen bedenken. "Dat klopt, kapitein," begin ik zonder hem aan te kijken, ook zodat hij de twijfelende blik in mijn ogen niet kan zien. "Ik heb speciaal naar het meisje uitgekeken, maar ze was constant in het bijzijn van een lange jongeman." zeg ik iets zacht, expres niet erbij dat ik het later nog eens zal proberen, want ik denk niet dat ik dat zal doen. Ik moet zijn aandacht af zien te leiden met Thomson, waardoor ik hem niet de kans geef om iets erop te zeggen en snel verder praat, terwijl ik mijn ogen weer op de kapitein richt.
    "Ik heb wel uitgevonden wie die zogenaamde groep mannen van Thomson was," zeg ik snel. "Niets wat erop lijkt, tenminste. Een miezerig meisje, dat was alles. Geen bedreiging voor ons, alleen maar leugens. Zodra ze hem zag verschijnen kwam ze op hem af, ze leken behoorlijk close." vertel ik hem op een redelijk snelle toon, misschien zelfs wat nerveus. Kalm kan ik niet zijn op het moment, ik weet wel bijna zeker dat hij zo door me heen zal zien en mijn woorden over Thomson zal negeren, want dit is niet waar zijn interesse op het moment ligt, die ligt bij het blonde meisje. Misschien kan ik maar beter eerlijk zijn over haar.


    Your make-up is terrible

    Nicholas Elijah Hawkins, kapitein.

    Aarzelend stapt ze naar binnen als ik zeg dat ze me moet vertellen hoe het is gegaan. Hierop sluit ze de deur achter zich, terwijl mijn blik al over haar en vervolgens rondom haar gaat, waarop ik haar aankijk. Schuldig slaat ze haar ogen neer wanneer ik mijn andere woorden heb gezegd. Bij alle kwallen, ik wist het! Hierdoor alleen al slaak ik een diepe zucht en kantel ik mijn hoofd iets. Ze kon het niet, ze kon het niet maken om die meid te halen.
    “Dat klopt, kapitein,” begint ze zonder me aan te kijken. Alleen al hierdoor worden mijn ogen donkerder en ik vernauw ze iets, terwijl mijn tanden op elkaar knarsen. Ze zou toch nu wel moeten weten dat ik er niet tegen kon als mensen me niet aankeken, hoewel ze wel nogal onderdanig deed nu. Misschien was dat maar goed ook, ik zal eens kijken wat ze te melden heeft. “Ik heb speciaal naar het meisje uitgekeken, maar ze was constant in het bijzijn van een lange jongeman.” Zegt ze iets zacht. Ik open al mijn mond om te zeggen dat we desnoods samen gaan, maar ze geeft me de kans niet om erop te reageren, want ze praat haastig verder. Die lange jongeman zal wel een eilandbewoner zijn geweest die ik ook eerder tegen kwam.
    “Ik heb wel uitgevonden wie die zogenaamde groep mannen van Thomson was. Niets wat erop lijkt, tenminste. Een miezerig meisje, dat was alles. Geen bedreiging voor ons, alleen maar leugens. Zodra ze hem zag verschijnen kwam ze op hem af, ze leken behoorlijk close.” Vertelt ze me op een redelijk snelle toon, misschien zelfs iets nerveus. Kalm is ze in elk geval niet en het is duidelijk dat ze nerveus is om wat ik ga doen. Ze begon dan ook wel heel snel op een ander onderwerp en nu dat ze het meisje niet heeft mee genomen… bij het gesprek leek ze er ook al niet te blij mee te zijn. Volgens mij probeert ze het gewoon te rekken en wil ze het niet.
    “Ga zitten.” Eis ik haar, terwijl ik naar een stoel gebaar en mijn gezicht word iets killer als ik een hand door mijn haar laat gaan, maar vervolgens voel of het niet door elkaar zit. Thomson en een miezerig meisje, het zou vast niet dezelfde zijn als die ik wil. Behoorlijk close nog wel… De woorden die Alice me had verteld, liet ik nog eens tot me doordringen en een bedenkelijke blik kwam er in mijn ogen, terwijl ik diep fronste. Mijn blik ging langs Alice heen en daarna wendde ik mijn blik naar de tafel waar allerlei belangrijke dingen op lagen. Straf krijgt hij in elk geval wel, zweepslagen en misschien zal ik dat bevel wel aan Alice geven, dat zij het moet doen. Eerst iets anders regelen. “Je weet wat ik vind van tijd rekken, Alice.” Haar naam spreek ik op een strenge toon aan, waarbij ik haar gelijk doordringend aankijk. “Dat doe jij nu. We weten allebei dat er iets mis is met het bevel, waardoor jij het niet wil doen. Anders had je het meisje allang gehad.” Verklaar ik, hoewel dat eigenlijk niet had gehoeven. Ze zou het me gewoon zelf moeten vertellen. Dat was dan ook de reden waardoor ik haar streng aankeek, een teken dat ze zich moest verklaren.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Alice Gwyn Barwick

    "Ga zitten." eist hij van me terwijl hij naar een stoel gebaard. Zijn gezicht word killer als hij zijn hand door zijn haar haalt en ik ga snel op de aangeboden stoel zitten. Ik wist wel dat hij er niet in zou trappen, hij is echt een stuk slimmer dan de meeste piraten. Dat is het probleem, hij doorziet zulke dingen gewoon, vandaar dat hij me achter Thomson aanstuurde. Hij voelt het aan en ik heb mezelf flink in de nestel gewerkt door eroverheen te praten en over iets anders te beginnen. Als het nou iets spectaculairs was had het nog wel gekund, maar dat was dit gewoon niet. Wel interessant, maar Thomson zou er met een simpele straf afkomen en misschien wat pesterijen van de bemanning, dat was het.
    Nicholas heeft een bedenkelijke blik in zijn ogen en fronst diep, terwijl ik me zorgen maak waarover hij nu nadenkt. Toch probeer ik mezelf wat nonchalant over te laten komen zodat het niet lijkt alsof ik me ook echt zorgen erover maak. "Je weet wat ik vind van tijd rekken, Alice." Hij spreekt me op een strenge toon aan, waarbij hij me gelijk doordringend aankijkt en ik snel rechter op ga zitten met een schuldige blik in mijn ogen. “Dat doe jij nu. We weten allebei dat er iets mis is met het bevel, waardoor jij het niet wil doen. Anders had je het meisje allang gehad.” verklaart hij zichzelf. Shit, daar heb je het al. Nu moet ik zeggen wat ik er eigenlijk vind in plaats van dat ik het voor me uit kan schuiven en hij het misschien vergeet.
    "Ik ben het er niet mee eens," antwoord ik dus en ik probeer mijn stem gedempt te houden, zodat ik niet uitschiet of tegen hem hetzelfde ga praten als ik tegen de bemanning praat. Nu ontwijk ik zijn blik ook niet en kijk ik hem recht aan. "Ik kan het niet, het maakt niet uit hoe erg u het van mij zal verlangen of wat de straf is, ik ben niet in staat om haar onschuld zodanig te verpesten hiervoor. Ik volg normaal altijd uw bevelen op, of ik het er nou mee eens ben of niet, maar dit keer kan ik het gewoon niet, het spijt me." Iets verslagen laat ik mijn hoofd vervolgens hangen. In dit geval is het niet alleen mijn mening, want die doet er toch niet toe, mijn hele wezen verzet zich tegen zoiets. Het is misschien zwak van me, maar op het moment maakt het niet meer uit. Hij weet nu dat ik niet ga verschaffen wat hij wilt en dat was het dan.
    Daarbij heb ik nooit ingezien wat mensen zo geweldig vinden aan seks, waarom er altijd zo'n heisa omheen gemaakt werd. In mijn ogen is er echt niets aan, enkel leuk voor de mensen die zich voort willen planten en mannen, mannen met hun gore obsessies, al oordeel ik daar verder niet over. In mijn hele leven heb ik zelf maar een enkele keer seks gehad, toen ik nog thuis woonde op het platteland. Samen met de stalknecht, ik was op het moment veertien hij was zeker een tiental jaar ouder dan ik was. Het was oppervlakkig en er was zeker niets aan, vooral niet toen hij klaagde dat mijn borsten te klein waren. Nou, van mij part zoeken ze het lekker uit.


    Your make-up is terrible

    [Ah fudgecakes. Ik was helemaal vergeten dat het mijn beurt was om te schrijven, haha. Ik zal z.s.m. een reactie verzinnen.
    Kunnen de andere ook weer reageren?]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    [Jua, als ik tijd heb zal ik vanavond reageren]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Aurélie Gabrielle du Aquitaine
    Ezra knikt snelt wanneer ik heb gezegd dat hij beter eerst met een meisje van hier kan gaan dansen. 'Ja. Ja, natuurlijk, je hebt gelijk,' mompelt hij. 'Ik denk... misschien moet ik dat wel doen.' Zijn ogen glijden over de meisjes heen en het is duidelijk te zien dat hij ze eng vindt. Ik vraag me af waarom zijn vader hem nooit dingen over meisjes heeft geleerd. Als hij dat wel gedaan had, dan zou hij misschien gewoon op een meisje af durven te stappen en dan zou hij waarschijnlijk ook al wel weten wat seks inhoud.
    Mijn blik glijdt nu ook over de meisjes, maar ik zou niet zo 1, 2, 3 kunnen zeggen of er eentje bij zit waarvan ik denk dat ze bij Ezra past. Aarzelend bijt ik op mijn volle onderlip waarna ik naar Ezra kijk. 'Kom op, Ezzie. Er zit vast wel een meisje tussen die je op z'n minst mooi vindt. Loop gewoon naar haar toe en vraag of ze met je wilt dansen, als ze dat niet wilt dan is dat haar pech. Ze weet niet wat ze mist.' Ik glimlach bemoedigend naar hem, om hem vervolgens richting een groepje meisjes te duwen, want uit zichzelf loopt hij er toch niet heen.
    'Als je niet met een van hun gaat dansen, dan ga ik ook niet met je dansen,' zeg ik nog, al denk ik niet dat dat veel effect zal hebben.
    Afwachtend kijk ik richting het groepje, benieuwd of Ezra de durf zal hebben om een van hen te vragen. Ik hoop het wel voor hem, want als hij dit al niet durft dan zal hij nooit een vrouw krijgen.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Nicholas Hawkins, kapitein.

    Snel gaat ze op de aangeboden stoel zitten, terwijl mijn aanblik al killer is geworden. Mijn ogen sluit ik voor een kort moment om wat na te denken, omdat ik al wist dat ze het niet zou willen doen. Alice is gewoonlijk een heel goede rechterhand, de redenen heb ik al meerdere keren tegen haar gezegd, dus dat wist ze zelf ook wel goed. Het enige probleem nu was dat ik het wel van haar verwacht, terwijl zij het niet wil doen. Waarschijnlijk zal ik straks ook nog eens een straf voor haar moeten verzinnen, een passende, hoewel zij als mijn rechterhand bijna enkel straffen uitdeelde die ik had gezegd. Voor die tijd kon ze wel eens een passende straf gekregen hebben, maar met de jaren werd het wel lastiger. Het leven van het meisje leek belangrijk voor haar te zijn, terwijl ik niet snapte waarom dat zo was.
    Toen ik begon te praten, ging ze snel rechter op zitten en keek met een schuldige blik in haar ogen terug. ‘Ik ben het er niet mee eens,’ antwoord ze eindelijk en hoewel ze haar stem gedempt houd, merk ik duidelijk aan haar blik dat ze er liever omheen gepraat had. Het was niet iets dat ze aan wilde snijden, in elk geval. Nog kijkt ze me recht aan, wat ik respecteerde. Ik had er op z’n zachts gezegd een hekel aan wanneer anderen mij niet aankeken, al was er zo nu en dan een rare satisfactie dat ik van het onderdanigheid kreeg. ‘Ik kan het niet, het maakt niet uit hoe erg u het van mij zal verlangen of wat de straf is. Ik ben niet in staat om haar onschuld zodanig te verpesten hiervoor. Ik volg normaal altijd uw bevelen op, of ik het er nou mee eens ben of niet, maar dit keer kan ik het gewoon niet, het spijt me.’
    Ze laat haar hoofd iets verslagen hangen. Voor een beslissend moment keek ik haar aan, deed weer de gewoonlijke bewegingen, zoals bedenkelijk over mijn lippen likken, hand door mijn haar laten gaan en dergelijke. Daarna zuchtte ik diep en stond ik op. Om vervolgens uit een klein raampje naar buiten te kijken, waar de blauwe zee te zien was. Mijn armen deed ik achter mijn rug, terwijl ik mijn hand daar beetpakte. ‘Het is al prima, je hoeft het niet te doen,’ vertelde ik haar toen, echter wel zonder enige toon erin. Emotieloos bijna. Het was al te verwachten: als ik iets wilde, zou ik het zelf moeten doen. Zonder nog aandacht aan dat onderwerp te besteden, stak ik abrupt en zonder enige waarschuwing over naar een andere. ‘Over Thomson, hoe close zei je ook alweer dat ze waren?’ In de toon van mijn stem was al te horen hoe er een geheimzinnige, sinister grijns op mijn lippen kwam.


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Ezra Gilbert Jenkins

    "Kom op, Ezzie. Er zit vast wel een meisje tussen die je op z'n minst mooi vindt. Loop gewoon naar haar toe en vraag of ze met je wilt dansen, als ze dat niet wilt dan is dat haar pech. Ze weet niet wat ze mist." zegt ze en als ze begint te praten kijk ik terug naar haar, iets angstig zelfs. Haar bemoedigende glimlach helpt op dit moment niet eens. Ze begint me richting een groepje te duwen en ik laat me door haar duwen als een mak lammetje, hoewel je in mijn voetstappen toch kan merken dat ik het eigenlijk niet wil en doodsbang voor dit ben. Het is ook te zien in mijn wijd open gesperde bruine ogen, net een hert dat in de koplampen van een auto kijkt voor het aangereden wordt.
    "Als je niet met een van hun gaat dansen, dan ga ik ook niet met je dansen," zegt ze tegen me, waardoor mijn blik wat angstig naar haar toe glijd. Ik weet niet of ik dat er wel voor over hebt. Aurélie is een leuk en lief meisje maar ik weet niet of ik zo met haar wil dansen zo. Mijn ogen glijden rond het plein, maar Mila kan ik nu ook niet vinden voor een redding. Ik schud gelijk met mijn hoofd. "Nee, ik hoef helemaal niet te dansen, met niemand. Ik kan het toch niet,' murmel ik om me weer om te draaien, weg van dat groepje meisjes. Ik hou helemaal niet van meisjes met hun stomme gegiechel en als ze me uitlachen. "Ik heb wel honger, kom we gaan eten." vervolg ik me snel.
    Normaal zou ik niet durven, maar op het moment zitten mijn hersens toch in de knoop van angst waardoor ik haar bij haar arm vast pak en mee begin te sleuren naar de andere kant van het plein, waar genoeg eten lijkt te zijn voor de halve wereld. Bij de tafels aangekomen begin ik verschillende dingen in mijn mond te proppen zodat mijn mond vol zit en ik niet kan praten, in ieder geval niet antwoorden op Aurélie. Hier kan ik gewoon nog altijd niet tegen. Ik zie er nog lang niet volwassen genoeg uit om een partij te zijn voor ook maar één meisje

    Alice Gwyn Barwick

    De stilte die volgt als ik mijn woorden uit heb gesproken maakt me bijna gek, vooral omdat hij me kort aankijkt en daarna doet zoals hij altijd doet, alsof er niets aan de hand is. Het maakt me nerveus en ik ben bijna nooit nerveus. Zelfs niet in het bijzijn van de kapitein, ik weet dat ik een goede rechterhand ben en dat ik nooit wat fout doe. Als hij zucht en opstaat kan ik wel tegen het plafond springen, maar gelukkig weet ik mezelf nog rustig te houden. Hij loopt naar een raampje om naar buiten te kijken, zijn handen zijn op zijn rug samen gevouwen. Zenuwachtig staar ik naar zijn rug, nu hij het niet kan zien begin ik aan mijn eigen vingers te friemelen om iets te doen te hebben. Volgens mij ben ik nog nooit zo nerveus geweest, niet in de laatste jaren die ik geleefd heb. Ik ben bang voor hoe hij gaat reageren, ook omdat ik niet wil dat hij teleurgesteld in mij moet zijn, ik wil dat hij me kan vertrouwen met alles. Nu heb ik vooral het gevoel dat ik gefaald heb.
    "Het is al prima, je hoeft het niet te doen," vertelt hij op zijn emotieloze toon, waardoor ik verstijf. Dit kan niet waar zijn, sinds wanneer ziet hij van zijn plannen af? Eerder vandaag dreigde hij nog op alles op mij uit te voeren als ik haar niet uitleverde aan hem. "Over Thomson, hoe close zei je ook alweer dat ze waren?" Zijn toon laat weten dat hij ineens meer geïnteresseerd is in hem dan in het meisje. Dat verbaasd mij echter nog meer, maar alarmeert me wel dat hij een nieuw plan aan het uitkiemen is. "Ze leken heel close te zijn, sir," prevel ik hem toe, nog altijd niet over de schok van dit alles heen. Hij heeft zijn afkeuring niet eens laten blijken en dat zorgt er enkel voor dat ik nog meer op mijn hoede zal zijn voor hem.
    "Ik kon niet horen wat ze precies zeiden, maar het meisje leek niet blij met zijn plotselinge verschijnen op het feest. Dat zei de toon in haar stem tenminste, haar lichaamstaal deed iets anders. Thomson reageerde enkel heel kalm en het was duidelijk wat er lichamelijk tussen die twee gebeurde. Het was in ieder geval meer dan een hoertje en een gore vent." antwoord ik vrijuit, misschien wat overdreven om zijn aandacht vast te houden op dat punt. Dat zijn mijn beste kansen en die moet ik verder benutten. Toch zit ik nog stijf op mijn stoel, mijn handpalmen klam van het angstzweet. Mijn blik hou ik strak op zijn rug gericht terwijl ik onbewust pulk aan het eelt op mijn hand.


    Your make-up is terrible