• Welcome to the streets of London,
    where the lost souls come to life.
    Where the battle-slain with bloodied bodies lay fading,
    already of their life deprived.
    Welcome to the streets of London,
    where nobody survives.


    Londen. 2307. Ruim twee eeuwen geleden raakten vampieren in de meerderheid. Maar naast hun allesvernietigende bloedlust hadden ze nog een honger die ze niet wisten te stillen. Macht, was wat ze wilden en het duurde niet lang eer deze drang hen in twee clan's verdeelde met elk een gevreesd leider. De mensen werden gezien als loslopend wild, een prooi of mogelijke soldaat die elke clan voor zich probeerde te winnen. Ze werden vermoord om hun bloed of getransformeerd om hun kwaliteiten tot ze op de rand van uitsterven stonden.
    Nu zijn er slechts nog enkelen van hun soort over, en ze zijn in groot gevaar. Het zijn Helden, omdat ze elke nacht overleven om 's ochtends het licht te kunnen zien. Maar zelfs dan zijn ze niet veilig. De dagen dat vampieren niet tegen zonlicht konden zijn immer al lang verstreken en hoewel ze er nog steeds niet tuk op zijn, zal een hongerige bloedzuiger zich niet meer schuwen om op klaarlichte dag een slachtoffer te zoeken.
    Maar zoals in elke oorlog zijn er ook revolutionairen, zij die zich afzijdig houden van de strijd van een ander. Zij zijn de Gidsen; vampieren die enkel drinken van vrijwillig gegeven bloed of dieren. Ze hebben een doel; de laatste mensen in veiligheid brengen, buiten de muren van Londen. Maar de vijand ligt op de loer om elke hoek, op zoek naar meer soldaten voor hun leider.


    De Camden clan: deze clan bezit het gebied ten noorden van de Thames.
    - Leider: Vincent Fitzgerald - Gancanagh
    - Echtgenote: Jane Maerwynn Stanburgh - Gipsy
    - Hoofd van de wacht: Rafael Mortenson - Jemima
    -
    -
    De Greenwich clan: deze clan heeft zich gehuisvest ten zuiden van de Thames.
    - Leider: Henry Aleksandar Petrov - Bonacieux
    - Echtegenote: Danae Isabelle Montgomery - Jemima
    - Hoofd van de wacht (mannelijk + gave)
    -
    -

    De Echtenotes zijn de vrouwen van de Leiders. Zij worden alom geprezen om hun uitmuntende schoonheid maar zijn verder niet speciaal. Ook de leiders hebben geen gaves. Er hoeft niet noodzakelijk echtelijke trouw te zijn tussen de Leiders en de Echtgenotes, de vrouwen zijn meer pronkstukken. De hoofden van de wacht hebben wel een gave. De rest mag eventueel een talent hebben maar dat hoeft niet. Het verschil tussen een gave en een talent is dat een gave iets bovennatuurlijk is (bv; het weer kunnen doen veranderen, iemand met een blik pijn kunnen doen, in de toekomst kijken,...) en een talent is een uitvergroting van iets dat ze in hun menselijk leven konden (zeer snel kunnen rennen, een super zicht hebben, ijzersterk zijn,...)

    De Gidsen: deze vampieren zwerven doorheen heel Londen in de hoop uit de handen van een clan te kunnen blijven en de mensen in veiligheid te kunnen brengen.
    - Khutouri - Gancanagh
    - Dilys Kendall Williams - Galinda
    - Alexander Emerald Winstons - Aghra

    De Gidsen mogen elk een talent of gave bezitten.

    De enige manier om de vampiers uit te schakelen is met een eikenhouten staak. Daar hebben de mensen er geen van (!) en ze blijven enkel dood zolang de staak door hun hart blijft zitten.

    De Helden: zij zijn de laatste vier mensen die nog over zijn. Ze weten het zelf niet, maar ze hebben een soort immuniteit voor vampieren waardoor ze heel moeilijk op te sporen zijn.
    - Valerie Hope McCalley - Vesta
    - Cassandra Alison Pike - Gwenx1D
    - Charlie Adams - MickeyMousee
    - Nathaniel Payton - Everdeen

    Regels:
    - Geen Mary Sue's of Gary Stu's, elk personage heeft zijn gebreken.
    - Ik wil stukjes tekst van minstens 10 regels.
    - 16 + (schelden, geweld en seks) is toegestaan.
    - OOC staat tussen vierkante haakjes.
    - Personages worden niet vermoord tenzij je daar toestemming voor hebt.
    - Hou het amicaal onder de spelers zelf
    - Ik wil geen sneltrein.


    [ bericht aangepast op 24 maart 2013 - 16:21 ]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    We beginnen bij de start van een nieuwe dag. Iedereen wordt wakker of is al wakker.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    [mijn topics]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Gamgee schreef:
    [mijn topics]


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    [Mine]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    [Mijn topics.]


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    [Even een questionnn, ik neem aan dat 'de helden' gewoon door Londen rondzwerven is het niet? Like, Harrods slapen ze de ene nacht, de andere nacht in Museum of London, andere nacht weer in een oud flatgebouw, etc? Ze zijn dus alleen en de gidsen proberen hen te vinden?]


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    [Jep ^^]

    Vincent Fitzgerald

    Ik mompel iets onverstaanbaars als de zonnestralen de slaapkamer binnenkruipen en mijn gezicht verwarmen. Ik hoef geen schrik te hebben dat ik zal verbranden, in rook op zal gaan, smelten, ontploffen of iets dergelijks dat in mijn dood zou resulteren, al een paar eeuwen niet meer, maar toch vind ik het niet zo prettig. Ik heb menig vampier weten verdwijnen door die enorme gasbal duizenden kilometers hiervandaan en zoiets blijft je wel bij.
    Met een zachte zucht besluit ik dat ik zo mijn nieuwe dag niet wil beginnen. Tijd voor vrolijkere gedachten.
    Langzaam laat ik mijn arm om het middel van mijn lieftallige vrouw glijden en kruip wat dichter tegen haar aan. De zoete geur van haar haren jaagt elke sombere gedachte uit mijn amper ontwaakte hersenen. Ze ruikt naar rozen, seringen en kamperfoelie, een typisch vampierluchtje maar ik ben nu eenmaal niet het type dat zichzelf of vreemden gaat lopen besnuffelen. Nee, dat is een van de kantjes van me die enkel Jane mag zien.
    Met een glimlach op mijn gezicht open ik mijn ogen. Haar blonde krullen dansen voor mijn gezicht, ondanks dat ze vrij stil ligt. Ik til mijn gezicht wat op en druk een klein kusje op haar wang. Mijn ogen glijden even naar de kast, waarin ik een verrassing voor haar verstopt heb.
    "Goeiemorgen," fluister ik in haar oor. Ik strijk een lokje van haar bleke haren uit haar gezicht en laat mijn ogen over haar heen glijden. Ze is nog steeds zo oogverblindend als de eerste keer dat ik haar zag, zelfs zonder baljurk en moordlustige uitdrukking op haar gezicht.
    Ik trek haar nog wat dichter tegen me aan en laat een grijns op mijn gezicht verschijnen.
    "En een gelukkige trouwdag," grinnik ik.
    Ik heb geen idee de hoeveelste het alweer is, ergens in de loop der jaren ben ik de tel kwijtgeraakt. Maar het belangrijkste is dat ik me hem herinner, toch?
    Met de grijns nog steeds intact, knik ik naar onze enorme inloopkast, als teken dat haar cadeau zich daarin bevindt. Ik hoop maar dat ik goed gekozen heb toen ik de kleermaker een blauwe satijnen jurk liet maken voor haar. Ik weet dat Jane van mooie dingen houdt, en ik was er zelf heilig van overtuigd dat ze hierin geen spiegel zou willen ontwijken toen ik hem liet ontwerpen. Nu maar hopen dat zij er ook zo over denkt en haar ogen toch even lang genoeg van de spiegel af kan halen om mij even te bedanken.


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    (Mijn topics)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Nate Payton
    De zon komt op, langzamerhand zie ik het donker vervagen en het licht ervoor in de plaats komen. Al een tijdje ben ik wakker en loop ik door de verlaten straten die me naar een andere plek leiden zoals elke keer. Mijn rugzak voel ik met de dag lichter worden, de spullen die ik mee heb raken op. Het eten, daar is nog maar weinig van over, maar ik wil de kans niet riskeren om iets of iemand tegen te komen - een bloedzuiger, een vampier. De kans is groot geworden, groter dan de kans die ik tien jaar geleden had, toen ik nog een klein kind was, jong en onbezonnen, niets vermoedend van het gevaar dat op de loer lag.
    Natuurlijk wist ik wat vampiers waren, dat ze bestonden en niet te vergelijken met de Dracula-boeken die mijn zus verschransde maar we leefden niet in de stad, we leefden ergens in de bossen, in een klein huisje, niet al te groot. Precies tien jaar geleden, toen ik twaalf jaar oud was, kon ik nog drie jaar onbezorgd leven voordat alles drastisch zou veranderen. Mijn leven, het leven van mijn ouders en mijn zus Josephine.
    Het enige wat ik nu kan doen is hopen dat ze het goed hebben, waar ze ook mogen zijn. Het ze niet kwalijk nemen dat ze me achter hebben gelaten, toen ik vijftien was en bij Josephine op mijn achttiende. Ze hebben er nooit iets aan kunnen doen, zijn in de val gelokt en maar één iemand is ze te slim af geweest. Ik, egoïstische Nate, zelfzuchtige Nathaniel die anderen ervoor laat boeten. De enige die ik het kwalijk kan nemen ben ikzelf of die rottige monsters. Niemand anders.
    Ik weet niet waarom ik teruggekomen ben, teruggekomen naar Londen waar alles is geëindigd. Waar ik het laatste dierbare verloren ben wat ik bezat. Waar Josephine en ik in de val gelokt zijn door een kleine groep bloedzuigers. Misschien dat iets me terug naar deze plaats toe heeft getrokken, wraakzucht, ik weet het niet precies. Kan het niet bevatten wat het nu precies moet zijn waarom ik hier weer dwaal, hier rondloop en wanhopig naar de bekladde stadsmuren kijk die volgens de plaatjes uit boeken vroeger nog leeg waren. Een zucht verlaat mijn lippen, trap tegen een losse steen aan en kijk in het rond. Londen lijkt verlaten, maar ik weet heel goed dat niets minder waar is dan dat. Het is één grote leugen en als ik zo op deze manier door blijf lopen, zal het niet lang duren voordat ik voor de derde keer in de val wordt gelokt. En je weet wat ze zeggen; Drie maal is scheepsrecht.


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    Jane Maerwynn Stanburgh

    Wanneer ik zachte lippen op mijn wang voelde, ontsnapte er een klein, haast onhoorbaar geluidje uit mijn mond omdat iemand me wakker had gemaakt.
    "Goeiemorgen," Hoorde ik de lieve stem van Vincent fluisteren waardoor ik uiteindelijk mijn ogen opende.
    Terwijl hij een lok haar uit mijn gezicht haalde, liet ik mijn lichte ogen op zijn gezicht rusten en was lichtelijk verbaasd dat hij eens een keer wakker was voor mij.
    "En een gelukkige trouwdag," Bij het horen van dat laatste woordje voelde ik me opslag klaarwakker en verscheen er een gelukkige, brede glimlach op mijn gezicht.
    Wanneer hij richting de grote kast knikte, schudde ik even mijn hoofd en keek hem opgewekt aan.
    "Nog heel even," Murmelde ik zacht aangezien ik nog niet uit bed wilde komen en kroop dichter tegen hem aan terwijl ik mijn hoofd op zijn borstkas liet rusten. "Ik neem dadelijk wel een kijkje, het gaat toch niet lopen. Of wel soms?"
    Nog voordat hij een antwoord kon geven, rolde ik weer een eind bij hem vandaan, leunde voorzichtig over de bedrand en haalde een kleurrijk pakje van onder het bed dat rijkelijk versierd was met een mooie strik.
    Behendig rolde ik terug tot bij hem, met het pakje nog steeds in mijn hand, en nestelde mezelf weer comfortabel tegen hem aan waarna ik hem het pakje gaf.
    Het was maar een klein doosje, het paste net in mijn handpalm maar dat wilde niet zeggen dat het goedkoop was geweest.
    Ik mocht wel wat geld neertellen, maar dat had ik wel voor Vincent over, het duurde me enkele maanden om het perfecte cadeau voor hem te vinden, maar het was het eigenlijk wel waard geweest.
    Onbewust vroeg ik me af wat zijn reactie zou zijn als hij de sleutel in het pakje ontdekte, het was de sleutel van een redelijk dure auto die ik op de kop had weten te tikken.
    Auto's waren niet echt mijn ding, maar dat kwam deels omdat ik niet zo erg veel van auto's wist, gelukkig hoorde ik af en toe wel wat mensen praten over zulke dingen, of in ons geval vampiers.
    Al wist ik niet zo erg veel van die dingen, toch vond ik het best wel een mooie auto.
    "Maak open," Spoorde ik hem met een suikerzoete stem aan. "Ik ben benieuwd wat je er van vindt."
    Om alles nog wat leuker te maken, zou ik waarschijnlijk niet eens verklappen waar ik de auto eerder had geparkeerd.
    Ik had best wel zin in een spelletje, al was het maar om Vincent een beetje te plagen.


    [Sorry dat het wat langer duurde, maar voel me al een hele dag ziek.]


    Forget the risk and take the fall...If it's what you want, it's worth it all.

    (Btw he, als er nog maar 4 mensen zijn; waar de fuck halen ze bloed vandaan? Dieren of whatevz?)


    Her heart was a secret garden and the walls were very high.

    [Laten we zeggen dat de clans wel de nodige voorraad bloedzakjes hebben.]


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.

    Gamgee schreef:
    [mijn topics]


    kindness is never a burden.

    [ik kan vandaag niet meer schrijven,, maar ik zal morgenochtend wel proberen,, want ik ga nog carnavall vieren haha. Oh en ik moet er over 10 min. zijn. Oeps]


    Yesterday/all my troubles seemed so far away – The Beatles, uit Yesterday (Help, 1965)

    Khutouri

    Nadat ik mijn kleren recht getrokken heb, sla ik mijn rugzak over mijn schouder. Wanneer de zon opkomt, is het tijd om te verdwijnen, maken dat ik weg kom voor ik gevonden word. Ik zet de ramen van het huis open zodat Moeder Wind mijn geur weg kan blazen. Het laatste dat ik nu nodig heb is een soldaat die me op de hielen zit. Gisteren is er weer een mens gevallen, wat volgens mijn berekeningen betekent dat er nu nog maar vier over zijn. Vier mensen, niet-vampiers die in levensgevaar zijn voor mijn soortgenoten. Nouja, soortgenoten. Ik beschouw mezelf absoluut niet als een van hen.
    Ik trek de deur van het huis waarin ik overnacht heb zachtjes achter me dicht en knijp mijn ogen even dicht tegen de felle ochtendzon. Met een zucht begin ik aan mijn zoektocht voor vandaag. Het is een race tegen de klok als je het mij vraagt, maar die mensen moeten gewoon Londen uit voor de clans ze in hun klauwen krijgen. Voedsel is sowieso al schaars en als we de laatste mensen dan nog eens van hun leven beroven of veranderen is het snel genoeg met ons ook gedaan. De mensheid moet de tijd krijgen om terug op te bloeien. Ik durf wedden dat de clans meer dan genoeg voorraad hebben om het een eeuw uit te houden. Daarbij komt nog eens dat hoe minder soldaten ze nog kunnen werven, hoe meer kans we hebben op overleven.
    Ik staak mijn wandelen als mijn aandacht wordt getrokken door een zacht gejank. Door de sneeuw duurt het even voor ik hem zie, maar onder een struik zit een witte pup verscholen. Bij elke stap die ik dichter zet, begint het beestje meer en meer te rillen.
    "Geen zorgen, ik doe je geen kwaad. Ik heb mijn ontbijt al gehad," fluister ik.
    Het geluid van mijn stem lijkt hem te kalmeren en wanneer ik op mijn hurken ga zitten en mijn hand naar hem uit steek, durft hij voorzichtig uit zijn schuilplaats te komen. Ik laat hem even snuffelen en geef hem een aai over zijn pluizige hoofdje. Wanneer hij opnieuw jankt, besef ik dat er iets mis is. De geur van bloed dringt mijn neusgaten binnen en al snel heb ik door dat het beestje gewond is. Na een vlugge analyse zie ik dat een van zijn achterpootjes er erg aan toe is. Zo zacht mogelijk til ik het beestje op mijn schoot en laat mijn hand over zijn pootje glijden. Langzaam maar zeker verdwijnen alle sporen van bloed en wonden. Het diertje laat me zelf weten dat hij genezen is door me een lik over mijn hand te geven. Ik lach even en zet het weer op de grond, waarna ik mijn weg wil verder zetten. Ik heb amper vijf passen gezet voor ik bijna over de pluizebol struikel.
    "Hé, ik kan niet voor je zorgen," zeg ik zacht. "Ga je moeder zoeken."
    Ik zet opnieuw een paar passen en hoewel het diertje deze keer niet voor mijn voeten komt lopen, doet het iets anders verontrustend. Siste die pup nou net? Ik draai me om en krijg de schok van mijn leven als ik in zijn muil wel een paar heel lange, scherpe hoektanden zie. Dat kan niet. Dit kan helemaal niet. Ik gooi mijn rugzak af en begin als een gek te zoeken naar mijn hoorn. Wanneer ik hem gevonden heb, blaas ik er op waardoor een luid getoeter door de lucht galmt; het afgesproken noodsignaal tussen de gidsen. Ik ben dan wel niet in gevaar, maar dit is het eerste dier dat ik tegen kom dat een vampier is. Ik neem de pup vast en prop hem, samen met mijn hoorn terug in de rugzak waarna ik in mijn uiterste snelheid naar de afgesproken plaats ren. Hyde Park.

    Vincent Fitzgerald

    De glimlach op het gezicht van Jane zou mijn hartslag de hoogte in jagen mocht ik die überhaupt nog hebben.
    "Nog heel even. Ik neem dadelijk wel een kijkje, het gaat toch niet lopen. Of wel soms?"
    Ik moet zachtjes lachen en leg mijn arm om haar heen om mijn vingertoppen zachtjes haar bovenarm te laten strelen. Ik schud mijn hoofd.
    "Nee, had je liever iets gehad dat wegloopt dan?" vraag ik, waarop ik even grinnik. Het is al lang geleden dat we nog eens een prooi achterna gezeten hebben, om eerlijk te zijn mis ik zelf het jagen ook wel eens. Ik ben amper aan mijn zin begonnen wanneer Jane bij me vandaan rolt, maar nog voor ik een pruillip kan trekken verschijnt haar mooie gezicht weer in mijn beeld en voel ik haar zachte huid weer tegen die van mij.
    Ik krijg een klein doosje in mijn handen gestopt en kijk verbaasd naar mijn vrouw. Vervolgens laat ik mijn ogen weer naar het pakje glijden en bekijk het nieuwsgierig. Ik zou niet meteen weten wat er in zou kunnen zitten. Ik breng het tot naast mijn oor en schudt er heel zachtjes mee. Het rammelt een beetje, maar ook weer niet overdreven.
    "Maak open. Ik ben benieuwd wat je er van vindt."
    Ik laat het me geen twee keer zeggen en druk Jane dichter tegen me aan zodat ik mijn beide handen kan gebruiken om het pakje open te doen. Het papier verfrommel ik en gooi het naar het uiteinde van ons bed. Langzaam doe ik het doosje open. Het duurt even voor ik besef dat het een autosleutel is dat er in zit, maar eens ik het door heb verschijnt er een brede glimlach op mijn gezicht. Ik bekijk het ding even en zie een knopje om de wagen te ont- en vergrendelen en om het alarm in te schakelen.
    "Ben je mijn oldtimers beu, lief?" vraag ik lachend. Ik ben een fervent verzamelaar van oude karren. Volgens mij heb ik al zo'n vijf ondergrondse garages vol met vintage of limited edition wagens. Ik druk dankbaar een kusje op Jane's lippen. "Maar het is geweldig."
    Ik druk op het knopje en spits mijn oren om het piep-geluidje dat wagens doorgaans maken bij het ontgrendelen te horen. Wanneer dit niet het geval is, trek ik een wenkbrauw op. Omdat ik pas wakker ben, draaien mijn hersenen nog niet op volle toeren en het duurt een minuutje voor ik door heb wat dat betekent.
    "Je hebt hem verstopt, is het niet?" lach ik. Natuurlijk zou ze het me niet zo makkelijk maken. Maar dat vind ik net zo geweldig aan haar. Ik druk nog een keer op het knopje zodat niemand er met mijn cadeau vandoor kan gaan en schud lachend mijn hoofd terwijl ik Jane dichter tegen me aan trek.
    "Dan maken we er een uitstapje van want ik heb vandaag mijn planning leeg gemaakt om tijd met jou te kunnen doorbrengen," zeg ik liefdevol. "En vanavond kan je jouw cadeau aan doen want ik heb een klein feestje georganiseerd. Nou ja, een receptie. Zeg maar een bal."


    I've no idea of the future, but I can see the past quite well. And the present, if the weather's clear.