• Het is het jaar 2153 en de bekende superhelden zijn samen met hun verhalen en het geloof in hen ten onder gegaan. Echter, een speciaal taskforce van de Amerikaanse overheid heeft hun krachten altijd bewaard in een ondergronds lab niet ver van het dorpje Spellburn voor noodgevallen.
    Midden in de nacht is er iets misgegaan met de machines die deze krachten gevangen moesten houden en zijn ze vrijgekomen. Ze hebben meteen een nieuwe gastheer of gastvrouw gezocht bij de dichtstbijzijnde mensen: allerlei bewoners, jong en oud, uit Spellburn. De overheid heeft snel gehandeld. Alle onaangetaste mensen zijn dezelfde nacht nog uit het dorp verwijderd, terwijl de besmette mensen in een diepe (kunstmatige) slaap waren en er is een grote elektrische koepel over het dorp gezet om hen binnen te houden voor nog onbepaalde tijd.

    De RPG begint in de ochtend: het moment waarop de geïnfecteerde mensen met hun nieuwe superkrachten wakker worden, merken dat al hun familie, vrienden, buren en collega’s weg zijn en ze opgesloten zitten in het kleine dorpje, met weinig voorzieningen en andere mensen met superkrachten. Wie zullen zich aansluiten bij de helden? En wie bij de schurken? En zullen ze onder de koepel vandaan ontsnappen, of zijn ze gedoemd te sterven aan een voedseltekort?



    MANNEN VOL
    Personages:
    - Naam/Geslacht || Superheld waarvan hij/zij de krachten heeft || Rol in het dorp || Pagina in het rollentopic • Eigenaar personage

    - Amilia Grachelle Rosefield || Danny Phantom || Dochter burgermeester || 1.6 • Starlord
    - Austin Fawn Grody || Angel || Boerin || 1.11 • SiriuslyBlack
    - Zyanya Adeline Marchôt || Mystique || Bibliothecaresse || 1.1 • Wolfstar
    - Emmeline Jones || Wonder Woman || Scholier || 1.4 • Hephaestus
    - Madeline ‘Quinn‘ Crawford || Mastermind || Bezoeker || 1.13 • WillNotLearn
    [R] - Penelope Nanny Lefroy ||Zatanna || Serveerster || 1.8 • Odahviing
    - Diana Cassandra Gaither || Spiderman || Guidance counselor || 1.8 • Dionysia
    - Jules Estevana Keegan || Emma Frost || Docente || 1.6 • Dumbledore

    - Cayden Emory Hunter || Wolverine || Politieman || 1.2 • SiriuslyBlack
    [R] - Aaron Dashiell River || Hulk || Postbode || 1.1 • Wolfstar
    [R] - Jedediah Alexander Seewald || Firestorm || arts in opleiding en pizza bakker || 1.4 • Odahviing
    - Jace Clifford || Human Torch || Reparateur || 1.4 • Rhaella
    - Christopher Wade Speirs || Rogue || Bakker || 1.6 • Guarnere
    - Nathan ''Nate'' Aedan Raphael Whitfield || Iceman || Ober || 1.6 • Fortis
    - Ezekiel Jacob Jones || Professor X || Scholier || 1.9 • RAB
    - Ismael Tobias James || Bucky/The Winter Soldier || Babyzitter en medewerker dierenasiel || 1.4 • ClintonFrancisB
    - Gabriël Samuel Jones || Static || Scholier en bakker || 1.9 • Psychopaths
    - Taylor Atlas Keegan || Quicksilver || Ober || 1.7 • Pleiade
    - Eduardo Axello Castillo || Gambit || Inval docent en Dealer (gokken) || 1.11 • Fairytalest
    - Nicholas Victor Ward || Wolfsbane || Brandweer || 1.10 • Pleiade

    Regels:
    #Er geldt een minimum van 150 woorden*
    #Mary Sue’s/Gary Stu’s zijn ten strengste verboden
    #Naamveranderingen doorgeven
    #Houd het realistisch
    #Het is verboden personages van anderen te besturen
    #Je mag nooit iemand zonder toestemming vermoorden
    #Gebruik ABN
    #Vermeld boven je post altijd minimaal de naam van je personage
    #Probeer mannen en vrouwen een beetje gelijk te houden.
    #Je reservering komt te vervallen na 3 dagen, tenzij je contact houdt met mij
    #Probeer minimaal 1 keer in de week te reageren en anders mij wel op de hoogte te houden van je afwezigheid
    #16+ is toegestaan, maar houd het netjes
    #Alleen ik maak nieuwe topics aan, tenzij ik er iemand voor aanwijs ivbm drukte
    #OOC tussen haakjes () {} []
    #Geen OOC ruzies, IC mag wel, dus vat dat niet persoonlijk op
    #Originaliteit wordt zeer op prijs gesteld

    *Wanneer je weet lange tijd even niet te kunnen reageren, is het toegestaan een korte post te schrijven, waardoor je tegenspeler niet meer vast zit aan jouw personage. Dit is echter de enige juiste reden om een korte post te schrijven.


    Extra informatie:
    De koepel

    deze elektrische koepel is niet zichtbaar, maar wanneer je ertegenaan loopt krijg je wel een flinke schok. Hoe sterker je verzet is tegen de koepel, hoe groter de schok. Hij is er speciaal voor gemaakt om iedereen binnen te houden en de krachten die je personage aan het begin van de RPG beschikt zijn sowieso niet sterk genoeg om uit de koepel te komen. Dit kan later in de RPG misschien evalueren, maar dit zal liggen aan hoe we met ze alle het verhaal laten verlopen.

    Het dorp

    Het is een redelijk dorpje met een school, kerk, twee supermarkten, slager, groenteboer, bakker, bibliotheek, allerlei winkeltjes, een aantal barren en restaurantjes, politiebureau, een kleine ziekenpost voor noodgevallen, een plaatselijke brandweer en een muziekschool. (Mis je nog iets, zeg het dan). In dit soort dorpen is niet heel veel veranderd wat betreft technologie, behalve dat alle energie groene energie is, auto's allemaal op waterstof rijden en apparaten ook wel wat simpele ontwikkelingen hebben doorgemaakt.

    Superhelden kennis

    Superhelden zijn voor de meeste mensen tegenwoordig onbekend. De krachten en afkomst dus ook. Aangezien het internet niet werkt, zijn alleen de oude boeken, stripboeken, schijfjes genaamd DVD's, kranten, tv-gidsen, etc. bronnen waarvandaan je kan halen van wie je de krachten hebt en mogelijk hoe je ze kan leren beheersen. Deze zijn natuurlijk te vinden in de bibliotheek. Boekenwormen die hier vaker hun tijd doorbrengen, kunnen natuurlijk al wel dingen over de superhelden weten, maar de kennis is niet alledaags! Denk dus goed na of je personage dit soort informatie zou opzoeken in zijn voorgaande jaren.


    Begin: De afgelopen nacht is het ongeluk gebeurd en zijn alle bewoners van Spellburn door de overheid in slaap gehouden. De koepel is geplaatst en alle mensen die niet zijn geïnfecteerd plus zoveel mogelijk dieren zijn verwijderd uit het dorp (zou een beetje sneu zijn als er per ongeluk een kat op wordt geblazen of zo). Het is nu maandag ochtend tien uur en nu kunnen alle overgebleven bewoners weer wakker worden, want het middel van de overheid is uitgewerkt. Alle communicatiemiddelen zijn uitgeschakeld. Dit betekend dat telefoon, sms-diensten en internet zijn uitgeschakeld. De elektriciteit doet het nog wel. Ook water en gas is niet afgesloten. Door de koepel is het onmogelijk om het dorp te verlaten. Dit betekend dus ook dat contact met de buitenwereld niet mogelijk is.
    Op je mobiel, die dus verder vrij weinig kan op het moment, kan je een berichtje vinden van SPECIAL TASKFORCE ZERO waar niet heel veel bijzonders instaat:
    Geachte inwoner van Spellburn,
    In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten.
    We houden contact.


    Het weer: Er waait een fris ochtendwindje en het is nu zo'n 15 graden, hoewel de gevoelstemperatuur iets lager ligt. Het is redelijk helder met af en toe een wit wolkje voor de zon. De verwachting is dat het de hele dag droog blijft en de maximum temperatuur rond de 19 graden zal liggen.


    Have Fun!


    [ bericht aangepast op 1 mei 2015 - 17:47 ]


    Happy Birthday my Potter!

    • GABRIËL 'GABE' SAMUEL JONES •


    18 jaar • Scholier en bakker • Geïrriteerd • Static

    "This isn't funny at all, so you better stop it now."


    Fronsend glijden mijn ogen over de tekst, is dit een heel slechte grap? Nogmaals lees ik het bericht, virus? afgesloten? niet in paniek raken?! Wat is er mis met deze mensen die dit kennelijk grappig vinden. Kort snuif ik even, als ik erachter kom wie dit met mij uithaalt...
    Mijn aandacht wordt getrokken door gestommel van buiten mijn deur. Verbaasd kijk ik hoe de persoon gewoon mijn deur openzwaait, zonder te kloppen, lekker onbeschoft.... Wanneer ik zie dat het Ezekiel is, mijn tweelingbroer, begint het mij te dagen, is hij de grappenmaker? Ik wil hem net een preek geven, wanneer hij al begint te snauwen:
    'Tegen wie praat je? En wat is dit voor grap, idioot?' overdonderd kijk ik mijn broer aan, waar heeft hij het in hemelsnaam over? Ik heb helemaal niks gezegd en ik ben degene hier die het slachtoffer is van een grap, hij niet. Wacht, hoe weet hij überhaupt van een grap? Heeft hij zichzelf nou verraden?
    'Waar heb je het over, sukkel?' bijt ik hem toe en sta op. Hij kijkt me paniekerig aan en begint heen en weer te lopen, sinds wanneer is mijn broer zo'n goede acteur? 'Ik word wakker, hoor allemaal stemmen en krijg een vaag berichtje. Als je een grap met me uit probeert te halen, Gabriël Samuel Jones, dan raad ik je aan er snel mee te stoppen voor ik écht boos word' zegt hij dan, na een tijdje heen en weer geijsbeerd te hebben en gepeinsd. Deze dag kan echt niet vreemder worden!
    'Grap? Berichtje? Dude, als er iemand een slachtoffer is van een slechte grap, ben ik het, dus stop maar met acteren en vertel me wat er aan de hand is, Ezekiel Jacob Jones!' ik kijk hem doodserieus aan, terwijl hij even snel op de klok kijkt, ja we zijn dik te laat voor school. Waarom onze tante ons nog niet heeft gewaarschuwd vraag ik me af, maar ik concentreer me nu op het feit dat er echt iets heel raars gaande is.

    [ bericht aangepast op 27 april 2015 - 19:24 ]


    I just caught the wave in your eyes

    Ezekiel Jacob Jones


    'Are we done with this stupid joke already?'
    18 - Scholier - Professor X - heel erg verward


    'Waar heb je het over, sukkel?' Hij weet het echt niet en denkt dat ík die grap uit heb gehaald. Wat is dit en waarom is dit zo raar? Is het iemand anders die dit allemaal aan het doen is? Maar het verklaart nog helemaal niks. Dat is echt vreselijk frustrerend, normaal weet ik altijd iedere puzzel op te lossen.
          'Grap? Berichtje? Dude, als er iemand een slachtoffer is van een slechte grap, ben ik het, dus stop maar met acteren en vertel me wat er aan de hand is, Ezekiel Jacob Jones!' Ik kijk hem boos aan en doe mijn best om niet keihard tegen hem de schreeuwen. HIj verdient het niet om het slachtoffer van mijn woede te worden, alleen omdat hij op de verkeerde plaats op het verkeerde tijdstip is. Net zoals ik denk ik maar. Hoewel ik hierheen kwam.
          'Luister, ik heb geen grap uit gehaald, oké? Ik heb geen idee wie dit is en met ruziën komen we er al helemaal niet achter. Dus calm down en denk na over mensen die misschien deze grap uit hebben gehaald.' Ik kijk hem serieus aan en probeer na te denken, maar het is heel lastig als iedereen in mijn hoofd blijft schreeuwen. Iedereen vraagt zich af wat er aan de hand is en is in de war. Wat is dit toch?
          Maar toch blijf ik ook denken aan de mogelijkheid dat dit waar is. Wat als ik een... superheld ben geworden? Het is een gestoorde gedachte, maar ik heb geleerd dat je nooit een mogelijkheid uit moet sluiten. Als ik zometeen de hele tijd de dader probeer te vinden terwijl ik eigenlijk gewoon de wereld moet redden, heb ik een probleem. Maar als ik doe alsof ik een superheld ben terwijl ik dat niet ben is het al helemaal vreselijk en word ik altijd herinnerd als die jongen die het serieus nam.
          'We kunnen ook gewoon naar school gaan en kijken wat dit is. Misschien is het handig om bij elkaar te blijven voor het geval er iets gebeurt.' Ik kijk weg en denk na over hoe ik het het beste kan vragen. 'Heb je- eh-, heb je misschien een soort van - ik weet dat het heel raar klinkt en verklaar me alsjeblieft niet voor gek omdat ik het vraag - gave gekregen?' zeg ik na een tijdje nadenken. Ik weet het antwoord aan, maar als ik gelijk heb weet ik ten minste dat er íets aan de hand is.

    [ bericht aangepast op 1 mei 2015 - 20:16 ]


    Spoiler alert: you will save yourself



    Taylor Atlas Keegan
    Quicksilver • Ober • Vierentwintig


    Taylor keek gechoqueerd op naar Jace, toen deze laatste hem vertelde dat hij eens rustig moet doen. Als er iets was waar Taylor helemaal niet tegen kon, was wanneer mensen hem vertelden om het rustiger aan te doen. Taylor was zich er namelijk heel erg van bewust dat hij een erg onrustig persoon was, desondanks hij onbewust het tegendeel probeerde te bewijzen. Dit was dan ook de reden waarom er iets in Taylor knapte toen Jace hem tot rust maande. Hij voelde zijn wangen rood worden van woede en slikte moeizaam. Net toen hij van wal ging gaan met zijn oncontroleerbare woordenstroom, sprak Jace verder.
          "Als deze organisatie ons niet kan helpen op dit moment, dan kan jij dat ook niet. Het heeft geen zin om bij iedereen bloed af te gaan nemen. We zullen geduld moeten hebben," zei Jace rustig. De hele situatie leek hem niet te deren en dat maakte Taylor enkel geïrriteerder. Hoe voelde hoe zijn hand trilde toen hij langzaam het notitieboekje sloot en met zijn ogen op Jace' gezicht gericht opstond. Het stond Taylor helemaal niet aan dat de jongeman tegen hem sprak alsof hij een klein kind was. Jace had geen idee waar hij over sprak en Taylor was er zeker van dat hij iets zou kunnen vinden in het bloed van de overblijvers, als hij hun bloed in handen zou kunnen krijgen. Wat niet het geval zou zijn, mocht het aan Jace liggen.
          "Ze zullen wel van zich laten horen wanneer ze meer weten," vervolgde Jace. Hij had het over de mensen achter Taskforce Zero, begreep Taylor. Maar hij begreep ook dat het lang zou kunnen duren voor deze mensen hen konden helpen. Taylor dacht na over de woorden in de sms 'een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus'. Ze hadden duidelijk geen idee wat het virus was en waartoe het in staat was. 'Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd.' Tot nog toe. Taylor kreeg een misselijk gevoel in zijn maag. En een grote frustratie bij het zien van Jace' glimlach.
          "Kom, laten we even gaan zitten in het café. Je kan wat bloed van mij afnemen, als je dat echt zo graag wilt, maar ik zal wél moeten eten om logisch na te kunnen denken," sprak Jace.
          Taylor knikte traag en zonder nog wat te zeggen liep hij opnieuw naar de deur van Café Noir en opende de deur met zijn sleutel. Enkel deze keer liep hij meteen tussen de tafels en stoelen door, naar de bar en drukte daar op de verschillende lichtknoppen. De lichten in de ruimte sprongen aan. Hij dacht ondertussen aan Jace' woorden en de manier waarop de man ze had uitgesproken. 'Als je dat echt zo graag wilt.' Taylor had vroeger wel nog eens boeken gelezen over psychologie en daarin had hij gelezen dat ouders vaak instemden met de kuren van hun kinderen om hen gelukkig te maken, zolang deze voorstellen maar niet te moeilijk of te veel eisten. Het leek hem logisch toen, dat ouders dat voor hun kinderen deden – al hadden zijn ouders dat bij hem niet gedaan, niet echt –, maar wanneer iemand die niet één van zijn ouders was het deed, zou Taylor het niet aanvaarden. Hij dacht aan alle dingen die hij Jace kon zeggen, de een nog erger dan de ander en zei toen uiteindelijk: "Wat voor ontbijt wil je?"
          De lichten achter de bar en in de keuken knipperden en sprongen toen aan. Taylor stak een speciale sleutel in een kastje naast de lichtknoppen en draaide die om. De rolluiken begonnen automatisch naar boven te gaan en het zachte zonlicht scheen naar binnen. Taylor besloot dat de lichten niet echt meer nodig waren en dat ze weer uit. Hij liep naar de keuken, die er griezelig verlaten uitzag. Normaal hotsten Julien en Clémence hier elke dag rond, luid neuriënd en ingrediënten schreeuwend met hun Franse accenten, maar nu was er niks anders te horen dan het gezoem van de koelkasten en het gebrul van de airconditioning die aanschoot. Hij opende de koelkasten om te kijken wat er nog in zat en was niet verbaasd om te zien dat alle ingrediënten die men nodig had om elk gerecht van de kaart te maken, er in stonden. Van plakjes mozzarella tot Tiffany's zelfgemaakte aardbeienjam. Of eigenlijk Tiffany's grootmoeders zelfgemaakte aardbeienjam.
          Ik liep terug naar het eetcafé gedeelte en zette mijn schoudertas op de bar. "Ik ben bang dat ik geen echte kok ben, dus vraag me geen ongebruikelijke gerechten," zei Taylor tegen Jace. Hij trok zijn jas uit en schonk de jongeman een neppe, doch geloofwaardige glimlach. Door de jaren heen was Taylor daar wel goed in geworden. Hij voelde zijn handen nog steeds trillen en draaide zich daarom met zijn rug naar Jace toe, terwijl hij het espressoapparaat aanzette en alvast twee koppen uit de kast nam. Eén latte voor Taylor en hoogstwaarschijnlijk een gewone kop koffie voor Jace. De jongeman zag er wel iemand uit die zijn koffie zwart dronk, al kon je het nooit zeker zijn.


    kindness is never a burden.

    Austin Fawn Grody
    Farmer | Angel | Panicking

    Ik volg de beweging van de sleutels in zijn hand om me ergens op te concentreren, zodat ik misschien wat rustiger kon worden. Zo te zien snapt hij niks van wat ik net gezegd heb en ik voel schaamrood opkomen, maar ik zie dat zijn ogen afdwalen naar achter mijn rug.
    'Wat in hemelsnaam zijn dat?' Hij legt zijn hand op mijn armen en draait me om, waar ik niets tegen kan doen aangezien hij aardig sterk is en ik voel ook een soort pijn in mijn schouder –die ik negeer-. Ik voel me heel apart, mijn rug naar hem toegedraaid, mijn schouder nog steeds licht gevoelig, en ik voel zijn ogen over de vleugels gaan.
    'Zijn ze echt?' vraagt hij. Hij port met een vinger tegen de vleugels wat ik tot mijn eigen verbazing ook voel. Ik had het kunnen weten want ik had al eerder gemerkt dat die dingen net zo gevoelig waren als mijn lichaam, maar het verbaast me nog steeds.
    De vleugel waar hij tegen prikt flappert onder zijn vinger en ik sla perongeluk tegen zijn arm. Geschrokken draai ik me om, maar gelukkig had mijn vleugel hem niet al te hard geraakt.
    'Oh, sorry, ik- weet nog niet helemaal hoe ik er mee om moet gaan.' Zeg ik verontschuldigend. Hij had gevraagd of ze echt waren.
    'En ja, ik denk dat ze echt zijn. Het is raar, maar- ik werd er vanochtend mee wakker. En ik weet niet waar ze vandaan komen of wat ik er mee moet. Maar echt zijn ze wel denk ik.' Ik kijk nadenkend naar hem. Ik vertel hem nog niet dat ik heb geprobeerd te vliegen en dat het lukte, ik wil eerst weten hoe het zit met dat smsje. 'Heb jij niet zo'n bericht gekregen dan? En heb jij al andere mensen gezien vandaag?'




    Cayden Emory Hunter

    Federal Agent | Wolverine | Having a door-accident | Totally confused
    Plotseling springt een of andere gek voor mijn auto. Door mijn reflexen die ik heb opgebouwd als agent trap ik binnen een halve seconde op de rem en met piepende banden kom ik vlak voor die persoon tot stilstand. Ik rijd de auto naar achter, rijd naar de rand van de weg en zet daar mijn auto neer. Ik ruk de deur open en kom met bonkend hart de auto aan.
    'Waar denk je in godensnaam dat je mee bezig bent?!' zeg ik half geschrokken, half verwijtend. 'Zelfmoordpogingen sta ik niet toe, mocht je dat willen weten.' Ik loop naar degene toe aangezien hij nog steeds midden op de weg staat en loods hem mee naar de rand van de weg. Het is Ismael, die ik niet heel goed ken, maar als je bij de politie werkt dan ken je al snel het hele dorp van gezicht. Waar dacht hij mee bezig te zijn? Ik kijk met nog steeds een lichtjes bonkend hart naar hem, met gefronsde wenkbrauwen en ik zucht.
    'Waarom,' begin ik rustig en leun tegen mijn auto, 'had jij het genieuze idee voor een rijdende auto te springen?'

    [Sorry dat ze zo kort zijn. Ik wist er echt niets langers uit te krijgen meh ;c]

    [ bericht aangepast op 3 mei 2015 - 22:47 ]


    "It's funnier in Enochian." ~ Castiel

    Zyanya Adeline Marchôt
    Librarian • Mystique • Freaking out



          Het is rond acht uur als mijn wekker door de kleine ruimte schalt en een geërgerd gemurmel verlaat mijn mond. Ik heb gisteravond weer tot diep in de nacht door gelezen in het boek Wuthering Heights van Emily Bronte, dat ik nu al voor de derde keer verschalk. Een slechte keuze, gezien ik nu weer vroeg moet op staan en de rest van mijn dag moet besteden aan het sorteren en uitlenen van boeken in de bibliotheek. Het is geen vervelend werk. Ik heb er alles wat ik wil; rust en boeken, maar ik zou toch liever iets intellectueler willen doen, iets waarvoor ik opgeleid ben.
          Nadat ik nog vijf minuten in bed gelegen heb, met gesloten ogen, sta ik op. Mijn blote voeten raken de koude vloer en ik rek me uit. Het is verassend stil. Normaal zou Nina rond dit tijdstip vertrekken naar haar werk, maar misschien is ze gewoon wat eerder vertrokken dan normaal. Nina - mijn beste vriendin en huisgenoot - heeft wel een goede baan kunnen vinden en terwijl ik nog steeds bijna wekelijks solliciteer voor verschillende banen op het werkveld, gaat zijn elke ochtend fluitend naar haar werk. Iets dat elke ochtend opnieuw een steek van jaloezie veroorzaakt.
          Zoals ik elke morgen doe, loop ik naar de badkamer om een flinke plens water in mijn gezicht te gooien. Echter als mijn spiegelbeeld in de spiegel verschijnt, verlaat een harde schreeuw mijn mond. Hetgeen wat ik in de spiegel zie, wijkt afschuwelijk veel af, van wat ik verwacht had te zien en ik kan het niet helpen om snel weg te draaien van de spiegel om even later weer terug te kijken, in de hoop dat alles wat ik net zag een hallucinatie is van de medicijnen die mijn psychiater me voorgeschreven heeft.
          Voorzichtig kijk naar beneden, naar mijn eigen lichaam, maar de spiegel loog niet. Mijn - normaal enorm bleke - huid is veranderd in een felle kleur blauw en het lijkt een soort van schubben te bevatten. Ik kijk opnieuw naar de spiegel waar twee paar fel gele ogen me aanstaren en hap naar adem. Rood haar valt om mijn gezicht en heel langzaam laat ik mijn blauwe vingers over mijn wangen glijden. Wat is dit? Ik moet moeite doen om mezelf rustig te houden, maar ik sta op het punt om compleet te flippen. Ik dwing mezelf om een paar keer adem te halen voordat ik na ga denken wat dit kan zijn.
          'Bel Nina,' mompel ik tegen mezelf. Ik scharrel terug naar mijn kamer en pak mijn mobiel van het nachtkastje. Als ik Nina echter wil bellen, zie ik dat ik een berichtje heb van een zogenaamd "SPECIAL TASKFORCE ZERO". Ik frons lichtjes en open het berichtje met trillende - blauwe - vingers.
          "Geachte inwoner van Spellburn,
          In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten.
          We houden contact."

          Ik han naar adem en staar dan weer naar mijn blauwe huid. Wat in godsnaam is er aan de hand? Ik toets snel het nummer van Nina in, maar als ik haar probeer te bellen hoor ik niks. Geen verbinding. In paniek ren ik naar beneden, het hele appartement is leeg. Zouden ze Nina weg gehaald hebben? Ik kijk om me heen, wat moet ik nu doen? Ik ben blauw... ik ben... BLAUW!
          'Alsjeblieft laat dit stoppen,' smeek ik in het niets en ik focus me op mijn echte gezicht. Ik wil mijn eigen lichaam terug, voor eens in mijn hele leven, wil ik mezelf zijn. Als ik mijn ogen open, echter, zie ik plotseling dat mijn huid niet meer blauw is. Mijn hart maakt een sprongetje en ik ren naar de magnetron, waar ik mijn weerspiegeling in kan zien. Tot mijn grote opluchting, kijkt mijn bekende spiegelbeeld terug. Het was maar een hallucinatie, dat moet wel, maar ergens in mijn achterhoofd klopt het toch niet helemaal.

          Na een tijdje stap ik naar buiten, ik heb geprobeerd mijn normale routine te volgen, maar de vragen die door mijn hoofd gaan zorgen ervoor dat ik me niet kan concentreren op wat ik doe. Na korte blikken om me heen geworpen te hebben, loop ik richting de bibliotheek. Mijn blauw probleempje is niet meer terug gekomen en ik hoop dat het ook zo blijft. Ik heb geen idee wat er in godsnaam aan de hand is, maar laten we hopen dat het hier bij blijft of dat ik iemand tegen kom die me meer kan uitleggen.
          Eenmaal in de bibliotheek aangekomen, zet ik mijn tas weg en gooi ik de deuren open. Het is nog iets te vroeg, maar ik wil iets te doen hebben om mijn gedachten ergens anders op te kunnen focussen. Zoals gewoonlijk haal ik een kop koffie uit de koffie automaat en begin dan met een hele stapel boeken uit te zoeken. De vijf dozen die in het opslag hok staan moeten nog in de computer gezet worden en opgeborgen worden in de bibliotheek. Een vervelend en langdurend klusje, maar het moet gebeuren en het is een klus waarbij ik mijn hoofd moet gebruiken, iets wat op dit moment erg welkom is.


    My fake plants died, because I did not pretend to water them.




    Diana Cassandra Gaither
    Spiderman • Guidance counselor


          Diana had al eerder opgemerkt dat het ongewoon stil was in het stadje maar nu leek die stilte alleen maar op haar te drukken. Ze zuchte zachtjes vooraleer ze plaats nam in de rij–stoel van haar auto, enkel stak ze de sleutel niet in het slot. Het was dus ontruimd voor een of andere ziekte waar ze mee was besmet. Dat was apart aangezien ze zich gewoon goed voelde — op haar hoofdpijn na maar dat was niets nieuws.
          Het duurde niet lang voordat Diana een auto opmerkte die haar maar al te bekend voor kwam. Ze zag de auto immers elke dag op de parkeerplaats bij de school staan. Hij was van Jules Keegan; een vrouw waarmee ze inmiddels goede vrienden mee was. Ze stapte uit en haar donkerblonde haren wapperde niet in de wind. Dat was iets wat Diana ook al was opgevallen. Er was niet veel wind — in ieder geval niet dichtbij de muur.
          “Wat is dit?” sprak Jules verwonderlijk. “Een muur,” antwoordde Diana sarcastisch, een trek die inmiddels wel bekend was voor iedereen. Daarna zuchte ze zachtjes vooraleer ze opstond en naar de muur toe liep. Langzaam liet ze haar vingertoppen in contact komen met de muur. Er gebeurde niks. De adem die ze de hele tijd had ingehouden, blies ze nu ontspannen uit. “Dus wij zijn geïnfecteerd met een virus,” begon Diana.
    “Vind je dat niet een beetje raar? Voor zover ik me kan herinneren is er geen bloed van me afgenomen of iets dergelijks. Hoe kunnen ze dan weten dat ik het wel heb maar mijn buren niet?” Ze gokte erop dat haar buren het virus niet hadden aangezien hun huis nogal leeg had geleken toen ze naar haar auto toe had gelopen. Ze haalde onbegrijpelijk een hand door haar haren. “Zullen we anders weer terug gaan richting de stad, het centrum. Ik gok erop dat wij niet de enige achterblijvers zijn?”
          Ze wachtte enkele seconden op Jules’ antwoord voordat ze opnieuw in haar auto stapte en haar sleutels in het slot stak. Ze keerde de auto om en wachtte geduldig totdat Jules hetzelfde had gedaan. Daarna trapte ze, met eem verbeten glimlach op haar gezicht, het gaspedaal in.


    " icarus had loved the sun, and so daedalus lost his. "


    Ismael Tobias Whitfield
    Employee at the animal shelter || Winter Soldier || Emotional and completely in panic mode
    De auto kwam net voor me tot stilstand, maar de agent stapte niet uit. Hij parkeerde eerst zijn wagen voor hij op me af kwam, en ik me schrap zette voor een confrontatie. Hij kwam namelijk voor mijn gevoel bedreigend op me af, waardoor ik klaar ging staan voor een gevecht, al snapte ik niet hoe mijn lichaam wist hoe het moest. Dat leerde je namelijk volgens mij niet van tv kijken. Hij roept wat dingen naar me, maar het kwam nog niet helemaal binnen. Pas toen ik weer veilig op de stoep stond en hij me vroeg waarom ik voor de auto was gesprongen kwam ik weer wat bij. Ik haalde mijn schouders op. "Geen idee, maar dat gebeurt eerlijk gezegd wel vaker. Ik was net bij het politiebureau en daar was niemand, net als in het asiel en overal eigenlijk. Toen zag ik je rijden en ik wilde niet dat je weg ging, want dan was ik weer alleen en dat is niets voor mij. Mijn huisdieren zijn weg, net als alle dieren uit het asiel. Ik weet niet waar Nate is en kan geen contact krijgen met mijn zusjes. Ik weet niet hoe het met ze is en ik ben zo bang dat er iets mis met ze is of dat ze iets is overkomen. Kan je alsjeblieft helpen? Of weet je wat er in godsnaam aan de hand is? En mijn arm is weg en is nu van metaal en ik weet niets meer." ratelde ik maar door. Zeker nu ik compleet in paniek was en kon nog minder helder denken dan normaal, en normaal was mijn hoofd het grootste deel van de tijd al een grote doos katten. "Ik wilde je niet laten schrikken, sorry, dat was echt niet mijn bedoeling, maar ik wil gewoon niet alleen zijn. Dat kan ik niet. Ik weet niet waar je heen gaat, maar mag ik alsjeblieft mee?" Ik smeekte hem om me mee te nemen. Ik was al te vaak alleen geweest en dan werd dit gedrag alleen maar erger, zelfs al dachten velen dat het niet mogelijk was, maar zeker Nate kon ermee instemmen dat ik nog onuitstaanbaarder druk en aanhankelijk werd als ik langer alleen werd gelaten. De politieman zou waarschijnlijk compleet gestoord van me worden, maar ik zou me proberen in de hand te houden als ik maar niet alleen achterbleef in dit spookdorp.


    Bowties were never Cooler

    • GABRIËL 'GABE' SAMUEL JONES •


    18 jaar • Scholier en bakker • Verward • Static

    "If you don't want a sarcastic answer then don't ask a stupid question, mate."


    Hij balt zijn vuisten en lijkt zijn best te doen niet te gaan schreeuwen op mij, nou dat is dan wederzijds, Ezekiel.
    'Luister, ik heb geen grap uit gehaald, oké? Ik heb geen idee wie dit is en met ruziën komen we er al helemaal niet achter. Dus calm down en denk na over mensen die misschien deze grap uit hebben gehaald.' hij kijkt me serieus aan en ik rol met mijn ogen, hij weet de schijn wel goed hoog te houden. Ik geef hem de voordeel van de twijfel en besluit niet verder op hem te mopperen.
    Hij kijkt me bedenkelijk aan en lijkt allemaal discussies in zichzelf te houden terwijl ik hem hier droog aankijk, hij is altijd de denker geweest van ons. Ik ben meer van doen en daarna pas denken over de consequenties, wat natuurlijk negen van de tien keer niet werkt, maar dat maakt me niet uit.
    'We kunnen ook gewoon naar school gaan en kijken wat dit is. Misschien is het handig om bij elkaar te blijven voor het geval er iets gebeurt.' stelt hij voor, kijkt weg en en lijkt me iets te willen vragen.
    'Heb je- eh-, heb je misschien een soort van - ik weet dat het heel raar klinkt en verklaar me alsjeblieft niet voor gek omdat ik het vraag - gave gekregen?' zegt hij na een tijdje. Ik frons, gave? Zou dat...? Nee toch, dat in de douche was vast gewoon, of... Het zou een hoop verklaren. Ik pers mijn lippen even peinzen op elkaar en kijk hem bedenkelijk aan.
    'Nou...,' begin ik 'Toen net onder de douche kreeg ik een raar, gevoel denk ik. Alsof alles in mij onder hoge spanning stond,' terwijl ik dit zo zeg klink ik als iemand die compleet gestoord is. Ik twijfel even en kijk hem daarna vragend aan.
    'En jij? Heb jij zoiets dergelijks gevoeld?' ik sta op en ga bij de deur staan. 'Gezien we trouwens al te laat zijn kunnen we het beste nu vertrekken.' grijns ik een beetje geforceerd en kijk hem afwachtend aan.


    I just caught the wave in your eyes



    Nicholas Victor Ward
    Wolfsbane • Brandweerman • Drieëndertig


    De vleugel waarin ik had gepord, flapperde onder mijn vingertop en verbaasd keek ik naar Austins gezicht, maar ze stond nog steeds met haar rug naar me toe, dus keek ik eigenlijk naar de zijkant van haar gezicht. De vleugel flapperde nog eens toen ik er nog eens in porde, en ik voelde de veren tegen mijn arm slaag. Ik zette een stap achteruit, niet omdat er zodanig veel kracht in de vleugels zat, maar omdat ik ze niet wilde kreuken. Begrijp me niet verkeerd, er zat nogal wat kracht in de witte opstapeling van veren op Austins rug, maar ik was een brandweerman. Als ik niet tegen een duwtje kon, dan zou ik mijn job ook niet aankunnen. Austin draaide zich geschrokken om.
          "Oh, sorry, ik - weet nog niet helemaal hoe ik er mee om moet gaan," verontschuldigde ze zich en ik wierp het lachend met een hand gebaar weg. "Maak je geen zorgen, ik kan wel tegen een duwtje. Dat was een soort van reflex, niet?" Ik wist dat ik niet de slimste was van de klas, maar het feit dat de vleugel reageerde op mijn geprikt, wilde wel zeggen dat er zenuwen moesten doorlopen die naar haar hersenen gingen. Zo veel had ik wel opgelet in biologie.
          "En ja, ik denk dat ze echt zijn. het is raar, maar - ik werd er vanochtend mee wakker. En ik weet niet waar ze vandaan komen of wat ik er mee moet. Maar echt zijn ze wel, denk ik," antwoordde ze uiteindelijk. Gefascineerd bleef ik naar de vleugels staren en mompelde: "Awesome."
          Austin veranderde van onderwerp: "Heb jij niet zo'n bericht gekregen dan? En heb jij al andere mensen gezien vandaag?"
          Ik fronste. "Wat voor bericht?" Mijn hand gleed in mijn broekzak en viste er mijn mobiele telefoon uit. Ik ontgrendelde het scherm en ging meteen naar mijn berichten, waar nog steeds het icoontje stond die me vertelde dat ik één ongeopend bericht had. Was dat dan het bericht waar Austin over sprak? Misschien hadden Claire en Olivia me helemaal niet gebeld of gesmst voor dat etentje bij mam en pap. Ik fronste toen ik de verzender zag: SPECIAL TASKFORCE ZERO? Ik kon me niet herinneren ooit een contact opgeslagen te hebben onder de naam Special Taskforce Zero. Aan de andere kant: ik deed best wel vreemde dingen als ik dronken was. Zonder het zelf te beseffen las ik het bericht luidop voor: "Geachte inwoner van Spellburn. In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld. We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten. We houden contact."
          Ik keek op naar Austin. "Wacht wat? Dus we zijn allemaal besmet met een virus? Wel, dat zou je vleugels kunnen verklaren," zei ik en wees naar de witte veren. "Je bent waarschijnlijk aan het muteren." Ik vond het best gaaf, om eerlijk te zijn. En dat zei ik toen ook tegen Austin. "Dit is best cool. Misschien kan ik in een wolf veranderen of zo. Dan kunnen we misdaad gaan bestrijden als super mensen. We zouden een naam moeten hebben. De Naustin Squad, wat vind je daarvan? Snap je? Nick en Austin? Naustin? Ik ben geweldig." Ik grinnikte en deed alsof ik een traan van mijn oog veegde. "En om op je tweede vraag te antwoorden: nee, ik heb nog geen andere mensen gezien vandaag. Maar in het bericht stond 'jullie' dus zijn er waarschijnlijk nog meer achterblijvers. Zullen we op avontuur gaan?"

    [ bericht aangepast op 13 mei 2015 - 10:15 ]


    kindness is never a burden.

    Austin Fawn Grody
    Angel • Farmer • Amused


    Ik kijk hoe zijn hand in zijn broekzak glijdt en hij zijn mobiel pakt. Het is even stil terwijl mijn ogen tussen zijn gezicht en zijn telefoon flitsen, totdat hij begint te lezen.
          'Geachte inwoner van Spellburn. In verband met de uitbraak van een mogelijk gevaarlijk en makkelijk overdraagbaar virus, zijn jullie tijdelijk afgesloten van de buitenwereld,' ik knik aangezien ik het herken en let goed op of zijn bericht niet andere of meer informatie bevat dan die van mij, mijn ogen strak op Nick's gezicht gericht. 'We doen er alles aan het probleem zo snel mogelijk op te lossen. Blijf vooral kalm en raak niet in paniek. Tot nog toe zijn wij ervan overtuigd dat u niet in levensgevaar verkeerd. De nog niet besmette mensen zijn uit het dorp verwijderd en dus gewoon veilig. Wij raden u niet aan te trachten het dorp te verlaten. We houden contact.' Met enige teleurstelling weet ik nu dat zijn bericht niet anders is dan die ik heb gekregen. Hij kijkt op.
          'Wacht wat? Dus we zijn allemaal besmet met een virus? Wel, dat zou je vleugels kunnen verklaren,' hij wijst ernaar. Ik ben dus niet de enige die zo denkt. 'Je bent waarschijnlijk aan het muteren.' Dat klinkt- vreemd, muteren. Word ik straks een reuzachtige witte vogel? Liever niet, eigenlijk. Maar ik voel geen veranderingen of zo. 'Dit is best cool. Misschien kan ik in een wolf veranderen of zo. Dan kunnen we misdaad gaan bestrijden als supermensen. We zouden een naam moeten hebben. De Naustin Squad, wat vind je daarvan? Snap je? Nick en Austin? Naustin? Ik ben geweldig.' Zegt hij grinnikend en doet alsof hij een traan wegveegt.

    Ik kan er niets aan doen maar ik schiet in de lach. Sommige mensen zouden in paniek raken maar hij vindt het vet en wil misdaad bestrijden. Eigenlijk vind ik het wel fijn dat hij dat vindt want dat maakt mij ook rustiger, op de een of andere manier. Zijn hele opgewonden houding hierover stelt bij mij iets gerust; het is zo erg allemaal niet. Je moet niet meteen paniekeren. 'En om op je tweede vraag te antwoorden; nee, ik heb nog geen andere mensen gezien vandaag. Maar in het bericht stond 'jullie' dus zijn er waarschijnlijk nog meer achterblijvers. Zullen we op avontuur gaan?'
    Ik lach weer, zonder er iets aan te kunnen –of willen- doen. Het is gewoon zijn hele manier van doen waardoor ik moet lachen.
          'Naustin klinkt als Nasty,' zeg ik met een smalle grijns. 'En is prima. We gaan met mijn auto naar- waar dan ook. Zullen we naar het centrum gaan? Ik denk dat áls er nog mensen zijn, ze zich daar verzamelen.' We lopen richting mijn auto. Hij is iets langer dan ik en ik kijk nadenkend naar hem. 'En een wolf? Serieus?' Een van mijn wenkbrauwen schiet omhoog en ik pak zijn pols en doe alsof ik zijn nagels bestudeer.
          'Sorry, geen klauwen dus; geen wolf.' Zeg ik serieus maar mijn ogen twinkelen. In mijn vreemde trance van enthousiasme flapperen mijn vleugels een beetje en strijken langs de rand van mijn auto. Ik trek ze na enig nadenken weer in en open de deur van de auto, waarna ik achter het stuur plof. Nick moet maar zelf naast me komen zitten.

    [ bericht aangepast op 16 mei 2015 - 0:23 ]


    "It's funnier in Enochian." ~ Castiel



    Nicholas Victor Ward
    Wolfsbane • Brandweerman • Drieëndertig


    Austin schoot in de lach, waardoor ook ik moest lachen. Ik was blij dat ze zich niet meer zo'n zorgen maakte, want zoals mijn moeder vaak zei: 'Van zorgen krijg je rimpels.' Natuurlijk zei ze dat nooit tegen mij, maar tegen mijn zussen. Ik weet nog dat Olivia ooit eens zodanig boos was op mijn moeder, dat ze voor twee uur lang weigerde een woord tegen haar te zeggen. En voor de één of andere reden wilde ze ook niet met mijn vader of mij spreken. Vrouwen konden heel erg vreemd zijn, begreep ik.
          "Naustin klinkt als Nasty," sprak Austin uiteindelijk met een kleine grijns om haar lippen. Ik haalde slechts mijn schouders op. "Er is niks mis met Nasty, toch?" vroeg ik en wiebelde met mijn wenkbrauwen.
          "En is prima. We gaan met mijn auto naar- waar dan ook. Zullen we naar het centrum gaan? Ik denk dat áls er nog mensen zijn, ze zich daar verzamelen." Ik knikte en ze begon al naar de auto te lopen. Ik volgde haar en besefte een seconde later dat mijn stomme motor daar nog steeds stond te roken. Kutding.
          "Klinkt goed," zei ik. "Maar mag ik mijn motor eventjes achterin je auto zetten? Dat stomme ding werkt weer eens niet." Ik liep naar mijn Triumph terug, schopte eens hard tegen het staandertje en duwde het ding toen naar de achterkant van Austins wagen. Het duwen ging me gemakkelijker af dan verwacht. Ik vroeg me af waar dat vandaan kwam. Natuurlijk moest ik als brandweerman wel sterk zijn, maar dit ding woog minstens een ton. Ik opende de achterkant van Austins blauwe pick up en zette me schrap om te stuntelen met de motor. Zoals al eerder vermeld, woog een motor namelijk erg veel. Ik wilde er natuurlijk niet uitzien als mietje tegenover Austin, dus ademde ik diep in, spande mijn spieren op en met alle macht in mijn armen trok ik het eerste deel van de motor op de pick up en... het ding vloog er met zo veel gemak erop dat ik schrok en achteruit sprong. De motor stuiterde één keer op het achterdek van de pick up en viel toen op zijn zij, waardoor er een grote schreef werd gemaakt.
          "Wat.. was dat?" vroeg ik. Het was natuurlijk een retorische vraag. Mijn ogen gleden naar Austin, me afvragend of zij hetzelfde het gezien als ik. "Misschien ben ik dan ook aan het muteren," vervolgde ik. Ik trok mijn jasje recht en liep naar haar toe. Met mijn schouder leunde ik tegen de zijkant van de pick up. "In een wolf." Ik wiebelde nogmaals met mijn wenkbrauwen naar de jonge vrouw naast me.
          Ze keek me nadenkend aan. "Een wolf? Serieus?" Ze trok een wenkbrauw op en nam mijn pols, waarna ze mijn nagels bestudeerde. "Sorry, geen klauwen, dus: geen wolf," besloot ze daarna en liet mijn hand weer vallen. Ik grinnikte en keek in haar ogen, waar ik pretlichtjes zag. Ik was er zeker van dat zij die ook in de mijne kon zien.
          Ik draaide me om en huppelde half om de wagen heen, naar de passagiersstoel. Ik sprong erin en trommelde enthousiast op het dashboard met mijn handen. "Hop hop, naar het centrum." Ik grijnsde enthousiast naar Austin en porde toen nogmaals in haar vleugels. "Misschien zijn er nog meer engelen, zoals jij."

    [ bericht aangepast op 16 mei 2015 - 23:52 ]


    kindness is never a burden.

    Austin Fawn Grody
    Angel • Farmer • Amused

    'Klinkt goed, maar mag ik mijn motor eventjes achterin je auto zetten? Dat stomme ding werkt weer eens niet.' Ik kijk hoe hij naar zijn motor loopt en er naar mijn idee nogal nonchalant tegenaan schopt, maar dat kan ook komen door de opmerking van net over 'dat stomme ding'. Hij duwt met gemak de motor richting mijn auto. Geamuseerd bekijk ik hoe hij met zijn gespierde armen de motor tot dicht bij de auto rijdt. Ik heb het idee dat hij de macho gaat uithangen dus een glimlach speelt rond mijn lippen terwijl ik vanaf mijn plek kijk wat hij gaat doen. Hij ademt diep in, ik zie met genoegen hoe de spieren onder zijn kleding zich spannen en hij tilt de motor een stuk de pick up in. Opeens gaat de motor veel gemakkelijker mee dan ik verwacht had en hij stuitert, alsof het een licht klein dingetje is, in een keer in de pick up. Dit geeft een harde klap op mijn auto en ik slaak een klein kreetje van schrik waarna ik snel mijn hand voor mijn mond sla. Nick was ook achteruit gesprongen dus het is is niet raar dat ik schrok.
          Wat… was dat?' vraagt hij, maar ik geef geen antwoord omdat ik het zelf natuurlijk niet weet; in plaats daarvan haal ik mijn schouders op met een nog steeds geschrokken uitdrukking op mijn gezicht en een versnelde hartslag.
          'Misschien ben ik dan ook aan het muteren,' gaat hij dan verder. Alsof hij net niet schrok trekt hij zijn jasje recht en loopt hij op mij af. Met zijn schouder leunt hij tegen mijn auto aan. 'In een wolf,' bij deze opmerking voegt hij een wiebelwenkbrauw. Ik rol met mijn ogen maar tegelijkertijd moet ik wel lachen.
    Nadat ik zijn nagels heb bekeken draait hij zich om en begeeft zich naar de andere kant op een vrolijke, grappige manier die mij een zachte giechel gecombineerd met een hoofdschuddend gebaar ontlokt. Zodra we beiden zitten trommelt hij ongeduldig met zijn grote vingers op het dashboard. 'Hop hop, naar het centrum.' Hij ziet er heel enthousiast en opgewonden uit terwijl hij grijnst en dan in mijn vleugels prikt. 'Misschien zijn er nog meer engelen, zoals jij.' Ik probeer niet te lachen of te kleuren. Ik start de auto en zucht genietend bij het horen van de lage ronk. Zodra de auto start druk ik op een knopje van de radio, maar die werkt niet. Dan druk ik op de cd-speler knop en Luke Bryan, de zanger die ook vermeld staat op mijn shirt, klinkt door de speakers met Play it Again. Een opmerking van Nick en ik sla hem, denk ik maar tegelijkertijd weet ik dat mijn misschien wat opvallende muzieksmaak nauwelijks opkan tegen zijn vreemdheid.
          'Weet je,' zeg ik terwijl ik de muziek op zachter volume draai, 'normaal is zeggen dat iemand een engel is een vreselijk slechte pick-up line of flirt truc, maar nu ben ik er misschien een- nou gaat iedereen het zeggen!' zucht ik. 'Als er überhaupt een "iedereen" is,' mompel ik er dan meer voor mezelf achteraan. We gaan de bocht om en ik schakel weer, terwijl mijn vingers het ritme van de muziek meetikken op het stuur. Ik ben nog niet helemaal gewend aan mijn vleugels en aan het hele idee waarin we nu lijken te zitten, maar verder lijkt er niet veel veranderd te zijn. Er zijn een stuk minder mensen, ik heb vleugels en Nick waarschijnlijk ook iets vreemds, maar verder heb ik nog geen andere veranderingen opgemerkt. Ik kijk in de achteruitkijkspiegel of de motor van Nick nog goed staat en sla daarna rechtsaf. Er is hier geen hond maar gewoontegetrouw houd ik me wel aan de rijregels.

    [ bericht aangepast op 17 mei 2015 - 0:19 ]


    "It's funnier in Enochian." ~ Castiel