• Ja, de zoveelste RPG.:'D
    Deze is van Ellen en mij. (:



    In 2012 tracht een wetenschapster een behandeling tegen kanker te ontwikkelen door het Mazelenvirus aan te passen. Hierbij ontstaat echter een vreselijk virus dat zich snel verspreidt. De meerderheid van de bevolking sterft aan het virus. Diegene die overblijven en zijn geïnfecteerd, doen je denken aan een vampier, aangezien ze niet tegen het daglicht kunnen. De minderheid van de bevolking is imuun voor het virus, maar als ze gebeten worden door een geïnfecteerd mens, dan wordt die persoon net als hun.
    De overlevenden proberen een middel te vinden om het virus op te lossen, al is dit niet simpel. Ze testen het uit op ratten, maar ook op de mensen die geïnfecteerd zijn (wat een moeilijke opgave is om hun levend te vangen en te 'onderhouden'). Om zich te beschermen tegen de wezens in de nacht, sluiten ze hun huis af met metalen roosters zodat de wezens op geen enkele mogelijkheid naar binnen kunnen.
    Er zijn dus twee duidelijke groepen. Mensen die blijven om het virus op te lossen en mensen die zijn weggevlucht naar het platteland om daar een nieuw leven op te bouwen met gezin. Op het platteland is het vredig, zonder virus en geïnfecteerden. Om contact te houden tussen de twee groepen, is er een verbinding tussen de computers (internet,webcam,chatten,..) , maar ook via een vaste telefoon. De verbinding is vaak niet zo sterk, maar hij is er wel.


    Rollen:
    Sanjit Beth(any) Lamoire, 17, onderzoeker
    Humble Joshua Joseph Isaacs, 18, onderzoeker
    Februharry Elisa Descaldier, 15, onderzoeker
    Moses Luanne 'Anne', 20, platteland
    Material Genesis Odette Posey, 16, platteland
    ThePineapple Teddy Riazanova, 19, onderzoeker
    Abby Jackson Abby Jackson, 17, onderzoeker
    xMockingbird Carol Roberts, 18, onderzoeker
    Aristocat Desiree Lany Shaw 'Des', 23, onderzoeker
    Cartwright Devlin Halesworth, 19, platteland
    Griphook Emily Catherine Roux, 16, onderzoeker
    Sanjit Jufar Vaquer, 19, platteland
    Diapal Zendé Valerio Crystal, 17, platteland

    Natuurlijk hebben we ook wat regels:
    - Inspringen kan altijd, hier is een link naar het rollentopic. Je kunt altijd vragen om een samenvatting zodat je wat makkelijker in kan springen.
    - GEEN drie-regel posts. Wanneer je geen inspiratie hebt, kun je altijd iemand vragen om hulp of eventueel wachten tot de inspiratie weer vloeit.
    - Spreek zoveel mogelijk AN, spelling- en typfoutjes kunnen natuurlijk gebeuren, maar probeer er alstublieft wel op te letten. Met dyslexie wordt natuurlijk rekening gehouden, het is sowieso niet de bedoeling dat we iemand op zijn/haar spelling afkraken.
    - Speel niet te veel voor een ander. De andere personage mag natuurlijk zijn/haar eigen reactie bepalen.
    - Ga niet constant de held(in) uithangen, niemand is immers perfect.
    - Als je niet meer wilt spelen, prima, maar wees dan alsjeblieft zo lief om je rol op een goede manier uit te schrijven, in plaats van gewoon niet meer reageren.
    - 16+ teksten hebben wij liever niet, kussen en strelen mag natuurlijk wel, maar niet te intiem worden.
    - Wil je iets OC zeggen, doe dit dan tussen [] dat is net even wat duidelijker.
    - Heb plezier!

    [ bericht aangepast op 8 maart 2012 - 19:53 ]


    everything, in time

    Genesis Odette Posey
    Later zou ze hem hiervoor bedanken. Zeker weten. Aan het tafeltje speelde ze op een lichte manier met een losgeschoten lok, om hem vervolgens een dankbare glimlach toe te werpen. "Het is lang geleden dat iemand me dat vroeg." Gaf ze zachtjes toe, terwijl ze zich bedacht wat te nemen. "Om deze avond nuchter te beginnen een witte wijn." Prevelde ze zachtjes, waarna ze haar vingers met elkaar verstrengelde en vervolgens een blik in zijn ogen wierp. Deze keer probeerde ze hem een tikkeltje te doorgronden. Ze hield ervan om mensen aan te kijken en haar blik vervolgens weer ergens anders op te werpen. De meeste mensen vonden het leuk wanneer ze hen zo aankeek, en dus is ze er nooit mee gestopt. Een oude plaat vult de achtergrond muziek in van de pub, en ondanks de drukte lijkt de muziek iedereen te overstemmen.
    "Voor jou zou iedereen komen, je bent erg prettig gezelschap, Jufar. Een betrouwbare jongen met inzicht." Ze wierp haar blik naar de tafel, en krulde haar rode lippen vervolgens tot een bescheiden glimlach. Deze avond kon interessant worden - erg interessant.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Jufar Vaquer

    Ze wou de avond nuchter beginnen met een wit wijntje? Dat klonk goed. Hij liep naar de bar en nam het witte wijntje en het biertje in ontvangst. Het briefje van vijf schoof hij over de bar heen. Het wisselgeld stak hij in zijn broekzak zodat hij zijn handen vrij had om de drankjes naar het tafeltje te brengen. Hij werd bekeken door de mensen, maar dat maakte hem niet uit. Vanavond zou hij mogen uitleggen aan zijn moeder wie het meisje nou precies was -zonder enig detail over te slaan welliswaar-.
    Hij nam terug plaats over haar en klonk met haar op een goede avond. Hierbij keek hij haar aan in de ogen, want je weet wat ze erover zeggen. Hij nipte van zijn biertje voordat hij iets zei. “Bedankt voor het compliment.” Zei hij iets verlegen. “Maar ik ken je amper. Straks heb ik kwade bedoelingen met je.” Hij wou haar enkel laten weten dat ze niet snel mensen mocht vertrouwen. Hij was aardig, maar hij kon even goed doen alsof hij dat was en later haar gebruiken als zijn eigen lust object. Maar misschien had ze inderdaad een inzicht in de mensen en kon ze zien wie te vertrouwen was en niet. Jufar kon dit niet. Hij moest de persoon eerst beter leren kennen voordat hij een besluit kon trekken uit de persoonlijkheid van die persoon.
    Hij hield ervan hoe ze haar lippen opkrulde tot die glimlach. Hij kende haar amper, maar ze had veel trekken die hem wel aanstonden. Misschien omdat ze het enige meisje was die hij echt aantrekkelijk vond in het dorp. Haar lippen hadden een mooie zachte kleur en haar haren waren mooi opgekrult. Als hij langer naar haar zou kijken, dan zou het water wellicht uit zijn mond druipen. Hij wierp zijn blik even in het rond en keek haar toen terug aan. “De vrouw waarbij je verblijft, wist ze dat je een afspraak had met een knecht van de boer?” Vroeg hij om een gespreksonderwerp aan te knopen. De nieuwschierige blik vond je terug in zijn ogen.


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Genesis Odette Posey
    "Ik heb een tikkeltje mensenkennis en daarnaast moet ik je eerlijk bekennen dat de boer met veel loof over jullie spreekt." Geeft ze met een eerlijke glimlach toe, waarna ze het glas met haar vingers omkrult. Het glazige goedje had ze al heel lang niet meer gezien. Helena dronk nu eenmaal geen alcohol - ze was immers bijna non te noemen en de rest van het gezelschap dat onder hetzelfde dak woonde waren nog lang niet bezig met feestjes of iets dat ook maar kon leiden tot drank. "De vrouw waarbij je verblijft - wist ze dat je een afspraak had met een knecht van de boer?" Begon de jongen een nieuw gespreksstof. Normaliter hadden de vragen op haar zenuwen gewerkt - ze had er immers nooit van gehouden zo over zichzelf te moeten vertellen maar hij bracht de vragen met zachtheid en leek zich niet te willen opdringen. Ze nipt van het glas tussen haar vingers, en zet het dan weer met voorzichtigheid op het eikenhouten tafeltje. "Helena kennende?" Er verschijnt een geamuseerde glimlach tussen haar mondhoeken, waarna ze langzaam knikt. "Helena weet alles. Net een kleine spionne. Alhoewel ze altijd wel naar het huis van de boer staart - ze lijkt de man erg te mogen." Voegt ze daar met een lichte glimlach aan toe. Helena de vrouw die zwoer nooit een man meer te nemen was immers een vrouw en ze leek als was in de handen van de boer. De vrouw toch. Alhoewel ze het haar wel gunde. Helena deed al zoveel voor iedereen en overal. Ze verdiende een beetje geluk in zowaar een vorm als liefde. "Nu is het mijn beurt, niet?" Ze gluurt lichtelijk vanonder haar wimpers naar zijn ogen, en laat vervolgens haar vingertoppen langs de hals van het wijnglas glijden. "Waar kom je vandaan? Je bent erg goed op de akkers, maar je hebt niet het platgewalsde dialect." Hoe je het ook wendde of draaide, Genesis bleef erg opmerkzaam en hoewel velen het al niet meer uitmaakten gezien ze haar uiterlijk al apprecieerden - wilde ze toch altijd weer laten blijken dat ze niet dom was.
    Haar pastelblauwe ogen gleden een moment door de pub. Er waren enkele vrouwen aanwezig - maar de meesten al in de dertig en anderen waren dan weer écht plattelands. Dat verklaarde waarom iedereen zo nieuwsgierig was - deels.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Teddy Riazanova
    Die middag had Teddy ook nog iets anders aan haar hoofd dan het virus. Ze had een oude, kapotte radio en wilde hem graag maken zodat ze radioverbinding had met anderen.
    Ze wist niet hoe lang ze aan de radio had zitten knutselen, maar ineens hoorde ze dat er een melodie uit de speakers kwam.
    'One love, one heart, let's get together and feel allright.'
    Teddy's ogen die van nature al erg groot waren sperden zich verder open en ze bewoog haar hoofd mee op de melodie. Als een zombie die glazig voor zich uit staarde zat ze daar, te genieten van de muziek.


    Cookies!

    Jufar Vaquer

    Hij verwachtte al dat de boer vol lof over hen sprak. De jongens deden het werk goed en ze waren elke ochtend stipt op tijd. Niets om over te klagen. Zelfs al was het enorm heet weer, Jufar en de broers bleven doorwerken tot het werk gedaan was. Als er iemand ziek viel, dan wisten ze dat op tijd te melden aan Willem. Hij kon voor vervanging zorgen of ze moesten een uurtje langer werken. Dat was geen enkel probleem. De familie Vaquer was te vertrouwen. Ze hadden een goede naam in de stad. Niet omdat ze rijk waren. Nee, ze waren niet rijk, maar wel erg galant.
    Hij moest glimlachen om haar woorden. De oude vrouw leek hem altijd vriendelijk, maar inderdaad enorm nieuwschierig. 'De kleine spionne'. De relatie tussen de boer en Helena had hij al eerder opgemerkt. Ze leken het goed met elkaar te vinden. Misschien was het door hen te danken dat hij in contact was gekomen met Odette.
    “Ik heb al altijd in Ierland gewoond.” Hij nam het bierviltje tussen zijn vingers en keek er naar. “We woonden in een rijhuis aan de rand van de stad. Mijn vader is gestorven in een ongeluk. Ik was zes dus veel herinner ik me niet van hem.” Hij keek naar haar en likte iets zenuwachtig langs zijn lippen. Hij wou niet teveel van zich blootstellen. Jufar was voor vele mensen een mysterie. Hij praatte immers niet gemakkelijk over zijn gevoelens. “Ik heb zoals je ziet, drie jongere broers.” Hij wierp een korte blik achter zich, naar de ronde tafel waar Isar, Nafer en Jeran zaten. Stuk voor stuk hadden ze speciale namen. Daar hield zijn moeder van. Ze wou niet dat haar zonen ordinaire namen hadden. Dat leek haar maar niets. Vader had zonder veel moeite ingestemd. “Ik was al altijd een vader voor hun. Ze luisteren naar me. Ik heb de regels en ik beslis wat er gebeurd in het huis.” Hij wist van aanpakken. Jufar kon streng zijn, maar altijd rechtvaardig. Hij strafte niet snel. “Toen het virus aanbrak, hadden we meteen onze spullen ingepakt en zijn we naar het platteland vertrokken. Het was een lange reis, maar zoals je ziet hebben we het allemaal overleefd.” De grijns kwam terug rond zijn lippen te staan. Hij was trots op de familie. Ze hadden een sterke bloedlijn, niemand schoof hen aan de kant.


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Genesis Odette Posey
    Ze luistert aandachtig naar zijn verhaal - hij is minstens even open als zij en hij moet vast ook het één en ander achter de rug hebben. "Het spijt me van je vader. Je broers mogen trots zijn op iemand als jij die voor hen zorgt." Ze schuift haar hand over de tafel om hem vervolgens kort op die van hem te leggen. Ze krult haar lippen tot een medelevende glimlach, en nipt vervolgens opnieuw van haar witte wijn. Ergens - hoe egoïstisch ook - was ze blij dat ze geen verantwoording had over een jonger broertje of zusje. Het zou haar zou benauwen om iemand te moeten beschermen in deze tijden. Met de wezens in de buurt en daarnaast het gewone, harde leven. "Nu we beiden over onszelf vertellen moet ik je iets opbiechten. Mijn tweede naam - doopnaam is Odette. Mijn oorspronkelijke naar is Genesis. Toen ik er achter kwam dat mijn biologische moeder Genesis heette heb ik het veranderd, het voelde goed om een herinnering aan haar te hebben en ik wilde niet dat iemand me die nog zou afnemen. Stom is het, niet?" Ze staart een tijdje naar haar verstrengelde vingers, voor ze een lok achter haar oor strijkt om vervolgens weer op te kijken.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Jufar Vaquer

    Hij wist niet wat hij moest denken over haar hand die op de zijne lag. Was het een gebaar van medeleven? Hij keek haar iets ongemakkelijk aan en trok zijn hand verontschuldigend weg vanonder de hare. Ze mocht het goed bedoelen, Jufar hield niet zo van lichamelijk contact. Daar kon zij echter niets aan doen.
    Net als haar, nipte hij van zijn biertje. Hij hield zijn ogen op haar gericht en luisterde naar wat ze te vertellen had. Zijn interesse verloor hij niet. Nog steeds was ze in zijn ogen een aangenaam meisje waarvan hij steeds meer wou te weten komen. "Het is niet dom." Bracht hij met een zwakke glimlach uit. Hij liet het bierviltje tussen zijn vingers glijden. "Het is een herinnering aan je moeder, daar is niets verkeerd aan. Ik snap het wel."
    "Jufar, kom eens even." Hij keek op van de stem uit de menigte en vestigde zijn ogen op zijn moeder. Met een schuifbeweging stond hij op van de stoel en excuseerde hij zich voor de onderbreking van hun gesprek. Met grote passen liep hij door de menigte, naar zijn moeder die verderop aan een tafeltje zat. Hij had een kort gesprek met haar en liep toen terug naar Odette - of Genesis. Hij wist niet hoe hij haar nu nog moest noemen. "Mijn moeder wilt naar huis." Kondigde hij aan met een jammerende toon in zijn stem. "Maar ik kan nog even blijven, al moest ik wel beloven aan mijn moeder dat ik je veilig naar huis zou brengen." Zijn mondhoeken krulden op naar een glimlach. "Ze wilt natuurlijk niet dat een meisje als jou alleen op straat loopt." Hij nam plaats op zijn stoel en schoof wat dichter naar de tafel. Zijn armen steunden op de tafel. "Je kan achterop de fiets. Dat is geen enkel probleem."


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Genesis Odette Posey
    "Dat.." Ze krulde haar lippen tot een glimlach, en streek vervolgens een losse krul voor haar ogen vandaan. "Dat zou me een aangenaam genoegen zijn, Meneer Vaquer." Ze gluurde vanonder haar wimpers richting zijn ogen, en verstrengelde toen opnieuw haar vingers met elkaar. Haar pastelblauwe ogen bleven hangen op de vrouw die ze eerder op het veld had gezien. Wat zou ze over haar denken?
    Er verscheen een nieuwsgierige twinkeling die haar irissen opvulde toen ze opnieuw naar Jufar blikte. "Durf je dat wel aan? Helemaal alleen door her donker, met mij?" Prevelde ze zachtjes, waarna ze zacht op haar onderlip beet. Het laatste slokje van haar wijn gleed haar keel binnen, en opnieuw zette ze het glas neer op het tafelblad. "Wel excuseer." Glimlacht ze voor ze opstaat en tussen de mensen door naar de damestoiletten verdwijnt.
    De blikken in haar huid vallen nog amper op naast het tevreden gevoel. De toiletten zijn ondanks hun veelgebruikte staat erg schoon, en zoals iedere dame fatsoeneert ze haar lokken opnieuw, en stift ze haar lippen bij.
    De achtergrondmuziek is vanaf hier duidelijk hoorbaar, een zwoel nummer aanzetten helpt echter niet altijd. Voor ze de toiletten verlaat krult ze haar rode lippen tot een onschuldige glimlach, om vervolgens voorzichtig opnieuw plaats te nemen tegenover Jufar.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Teddy Riazanova
    Teddy had nu een aangenaam achtergrondmuziekje bij haar werk en de radio was nu ook klaar voor berichten. Ze pakte een microfoon en sleutelde wat aan de knoppen van de radio. Ze schraapte haar keel en testte de microfoon.
    'H-hallo?' Als het goed was, was dit nu te horen op een veel beluisterde zender. 'Ik ben Teddy Riazanova en ik onderzoek het virus in de stad. Ik ben alleen en weet niet hoe de situatie buiten is. Ik bevind me in het oude lab op de derde verdieping; ICT-afdeling.' Ze stopte even en bedacht zich wat ze moest zeggen. Mmh, misschien had ze dat eerst moeten bedenken. Ze legde de microfoon neer en verbrak de verbinding. Regel een bij het gebruik van de uitzender; Bereid je toespraak voor. Ze liet de radio aanstaan en ging op haar stoel zitten. Ze trok haar knieën op en stak een vinger in haar mond. Ondertussen staarde ze naar de radio en was in diepe gedachten verzonken.


    Cookies!

    Desiree Lany Shaw 'Des'

    Vanuit mijn ooghoeken bestudeer ik het gebouw wat links van mij ligt. Ik ben ervan overtuigd dat een aantal van die zielloze schepsels zich daar verbergen... in die duisternis die haast lijkt te smachten naar dat moment waarop de zon het voor gezien houdt. Ze lijken mijn aanwezigheid te voelen, want zodra ik ook maar één voet richting hen zet, bereiken hongerige kreten mijn oren. De wezens intrigeren mij. Ze zijn afstotelijk, ja. Ze zijn wreed, ja. Maar de vraag die bij mij steeds blijft rijzen is de hoe dat virus de 'innerlijke ik' heeft verdreven. Ze lijken puur instinctief voort te leven. Voedsel, dat zal het enige zijn wat door die holle ruimte daarboven galmt.

    Mijn gewrichten beginnen hevig te protesteren, wanneer ik neerkniel op het asfalt en mijn lichaam in een schoenmakerszit vouw. Duidelijk een te kort aan beweging.. ik knijp mijn ogen tot spleetjes en kijk recht het gebouw in. Hun drift naar voedsel en nieuwsgierigheid is groot genoeg om te verkennen wat zich daar buiten het gebouw bevindt, maar die drift beperkt zich slechts tot de grens tussen donker en licht. 'Ik hoop dat ze van zo'n pittig dametje houden,' spreek ik mezelf toe, een grijns verschijnt op mijn gezicht. Het duurt niet lang of de eerste duikt op bij de opening. Eén paar glazige ogen staart naar buiten, als blikken konden doden. Ik bestudeer haar en vice versa. Het is een vrouwtje, waarschijnlijk zo rond de 30 jaar. Haar tanden lijken zich bijna al in mijn huid te bevinden: haar mond beweegt zich gretig op en neer, zo erg hunkert het schepsel naar mij.

    Een diepe zucht ontsnapt langs mijn lippen. Ik geloof dat het tijd is om te vertrekken. Het schepsel heeft al genoeg mogen 'windowshoppen'. Laat ik thuis beginnen aan mijn zoveelste blikje witte bonen in tomatensaus. Eens mijn lievelingseten. Ja, mijn moeder had dan ook haar gebreken, maar koken kon ze zeker. Iets wat ze niet op mij heeft overgedragen. Ik was daar immers niet capabel genoeg voor, aldus mijn moeder.

    [ bericht aangepast op 10 maart 2012 - 14:21 ]


    "I shut my eyes in order to see.'

    Jufar Vaquer

    "Ik durf alles aan om een meisje als jou te beschermen." Sprak hij met een charmante stem. Hij gaf toe dat hij goed kon vleien, maar dat wou niet meteen zeggen dat hij een meisje in zijn bezit wou hebben. 'Bezit' klonk ook eerder als een object en dat was een mens niet. Liefde kwam uit je hart en dat gevoel had hij niet. Nog niet.
    Toen ze opstond en verdween in een deur, wist hij dat ze naar het kleine kamertje zou gaan. Hij legde zijn arm gemakkelijk rond de leuning van de stoel en wierp een blik naar achteren. Het tafeltje waar eerder zijn broers hadden gezeten, was ingenomen door een oud koppeltje die hevig in gesprek waren. Hij moest glimlachen om de twee. Hoe mooi was dit niet? Je werd verliefd op een meisje en jaren later was je nog altijd even verliefd als toen je jong was. Dat kon een mens enkel wensen.
    Hij dronk het laatste beetje van zijn biertje op en besloot om te vertrekken. De leren jas trok hij over zijn blote armen heen. De nachten waren fris, maar een jas zou hem voldoen tegen de koude. "Ben je klaar om te vertrekken?" Hij wachtte echter niet op een antwoord en liep de donkere nacht in, richting de fiets die bij een verlaten huis stond. Met een sleuteltje opende hij het slot. Hij nam plaats op het zadel en wachtte totdat ze achter hem kwam zitten. "Hou je vast." Ze kon hem gerust vastnemen bij zijn middel of bij het zadel, aan haar te kiezen.
    Eenmaal ze waren vertrokken, had hij het gevoel dat ze niet alleen waren. Het rammelen van zijn fiets vulde de stilte in het dorp, maar iets binnenin hem vertelde dat er nog iemand aanwezig was. Hij wierp een blik naar achteren en zag een gedaante langs de kant van de straat lopen. De gedaante probeerde zijn tempo te versnellen toen hij merkte dat Jufar achterom keek. Voor een moment twijfelde hij. Was hij iets vergeten in het café? Had hij iets achter gelaten waardoor de persoon achter hen liep? Of was het een man die slechte bedoelingen met hen had? Een rilling liep over zijn rug. Hij besloot om sneller te trappen, in de hoop dat de man hen niet zou inhalen.


    En het moeilijkst is niet het communiceren van, maar het toegeven aan jezelf.

    Genesis Odette Posey
    De koude buitenlucht sloeg om haar tengere gestalte - en ergens was ze zo dankbaar dat ze haar jas had aangetrokken in plaats van het vest waarmee ze in dubio had gestaan. Ze vleide zich op de bagagedrager en legde haar armen toen om zijn middel. Uit gewoonte verstrengelde ze haar vingers met elkaar, en krulde ze haar lippen tot een lichte glimlach. De wind die met haar gekrulde lokken speelde voelde fijn aan. Zelfs het donker dat hen omhulde voelde niet langer angstaanjagend nu ze er doorheen ging samen met Jufar.
    Niet enkel Jufar merkte de man op. Nee - haar pastelblauwe ogen waren blijven haken bij een man die hen probeerde in te halen. Haar greep rond zijn middel verstevigde, terwijl ze haar omhooggeschoten hartslag probeerde te bedaren. "Wat wil hij van ons?" Fluisterde ze lichtelijk geschrokken. Een geïnfecteerde kon het niet zijn - die waren een stuk minder opmerkzaam.
    Dat nam de verlammende angst in haar borst enkel niet helemaal weg. Misschien was het wel een moordenaar, verkrachter of één of andere sadist.
    Die had je in de stad genoeg. Maar hier? De plek waar het veilig zou moeten zijn?


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    [mijn topics]


    Hope. It's the only thing stronger than fear.

    Carol Roberts

    Met vluchtige passen liep ik over straat. Het was al donker aan het worden. Mijn gympen maakten bij elke stap een dof geluid op de straat. Te veel geluid, naar mijn zin. Ik keek voortdurend om me heen, maar zag niks vreemds. Toch bleef ik om mijn hoede. Mijn ouders waren gevlucht naar het platteland, nadat mijn zusje was gestorven aan het virus. Juist daarom was ik gebleven. Nog maar één hoek om, dan was ik thuis. Opgelucht liep ik even later het tuinpad op en deed de deur open. Eenmaal binnen vergrendelde ik hem met kettingen en sloten, en controleerde ik de luiken voor de ramen. Toen plofte ik op de bank neer en gooide de tas naast me op het tafeltje. Ik draaide de radio aan. Even klonk er krakende muziek, toen hoorde ik opeens een omroep. Iemand zat in het lab, en vroeg hoe het buiten was. Ik trok mijn wenkbrauwen op. Daarom ga ik dus zelf naar buiten. Die heeft zich zeker opgesloten. Maar, omdat ik niks anders te doen had, besloot ik om toch even langs het lab te gaan.


    Hope. It's the only thing stronger than fear.

    Emily Catherine Roux

    Na uren boeken te hebben gelezen, besloot ik maar naar de supermarkt te gaan. Alles was daar geplundert en vernield, maar meestal vond je nog wel iets om weer een tijdje vooruit te kunnen. Ik sloeg mijn jas strak om mijn lichaam heen en sloop naar buiten. Het was al aan het schemeren, dus ik nam een vrij groot risico om op dit uur door de straten te lopen. Met snelle passen liep ik richting de supermarkt, en ik had geluk dat ik er vlakbij woonde.

    [ bericht aangepast op 13 maart 2012 - 18:33 ]


    "When all of your wishes are granted, many of your dreams will be destroyed.''