• De Opheilia torende trots boven alle boten in de haven uit. Alle mensen hadden zich rond haar verzameld, klaar om te vertrekken voor een reis naar de Caraïben. De reis duurde een paar weken en toen alle passagiers terug aan wal komen, was de wereld helemaal veranderd.
    Het grootste deel van de populatie bestaat uit zombies - ook wel Walkers genoemd. Alles is chaotisch en mensen vertonen zich zelden. Bijna niemand gaat alleen over straat, vooral 's nachts niet.

    De passagiers van de Opheilia besluiten aan boord te blijven van het grote cruiseschip. Hoewel het schip niet meer uit kan varen - er is geen benzine meer - lijkt dat de veiligste plek. De voedselvoorraad slinkt snel en de groep wordt steeds kleiner door mensen die ouder worden en sterven, zelfmoord plegen of verhongeren. Op het schip zwerven hier en daar zombies rond: vergeten mensen die nooit teruggevonden zijn toen ze stierven. Het is uiterst gevaarlijk om alleen aan wal te gaan, dus dat gebeurt ook enkel wanneer nodig.
    Daarbij komt ook nog eens dat er steeds meer ruzie ontstaat binnen de groep.
    Zal de groep uit elkaar vallen door ruzies? Of zullen ze allemaal in leven te blijven als ze samenwerken?


    Groepsleden (houdt mannen en vrouwen een beetje gelijk):
    - Rebecca Morgan ~ Morrowind
    - Rowan Ava Carter ~ Assassin
    - Daryl Dixon ~ Apocalyptic
    - Xari Jarrett ~ LexLover
    - Quentin Alfredo Burenti ~ RabidKiller
    - Elizabeth Destiny Harkness ~ Ianto
    - Tyler Grey ~ ForbesBrooks
    - Nathan Morgan ~ Swizzle
    - Jessalyn Hope ~ Assassin
    - Ryan Dawnstar ~ Morrowind

    Personage:
    Naam:
    Leeftijd: (Alle leeftijden zijn toegelaten)
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Wapen:
    Extra's:
    Familieleden: (mag onderling besproken worden)

    Regels:
    - Minimaal 8 regels schrijven
    - Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    - OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    - Liefde tussen mensen mag, maar houdt het realistisch.
    - Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    - 16+ en schelden mag, maar niet OOC
    - Geen personages van anderen besturen.
    - Geen personage's doden zonder toestemming van die persoon
    - Alleen Ortelius maakt topics aan
    - Melden als je je nickname veranderd

    [ bericht aangepast op 27 jan 2013 - 10:17 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    Hoewel mijn lichaam nu volledig ontspannen is, is mijn hoofd dat niet. Ik kijk naar het plafond en volg een spin die over de lamp klautert. Rowan trekt de lakens over haar heen en ik schop met mijn voet mijn gedeelte een stukje naar me toe zodat ik het makkelijk kan grijpen zonder mijn houding te hoeven veranderen. Daarna leg ik de lakens tot net onder mijn borst. "Bedankt," fluistert Rowan ongemakkelijk. Bedankt.. ze moest eens weten wat er allemaal in mijn hoofd omgaat op dit moment.. Waarschijnlijk zou ze direct het bed uit springen, de kamer uit rennen en me nooit meer aan willen kijken. Ik zucht diep en draai me dan op mijn zij met mijn gezicht naar de muur en mijn rug naar Rowan gekeerd. Mijn handen leg ik langs mijn gezicht, zodat de tattoos weer in mijn blikveld terecht komen. Ik blijf net zo lang naar mijn handen staren tot mijn ogen dichtvallen en ik wegzak in een onrustige slaap.

    Ik schrik met een schok wakker van een grote klap. Direct schiet ik overeind en kijk ik om me heen. Het is inmiddels donker en doodstil geworden in de kamer. De zachte gordijnen voor de talloze ramen van de suite laten een spookachtig maanlicht doorschemeren. Ik klim voorzichtig uit bed en trek mijn boxer aan terwijl ik naar de gordijnen loop. Schichtig kijk ik om en zie ik dat mijn kruisboog naast het bed ligt. Met mijn blote voet trek ik het wapen met mijn tenen naar me toe. Ik grijp de boog vast en laadt hem met een pijl. Vervolgens schuif ik het gordijn heel zachtjes op een kier en kijk ik door het raam. Voor me is alleen maar de zwarte massa van de zee te zien. Het geluid was wel degelijk van langs de boot gekomen, maar het moet de andere kant geweest zijn. Snel schiet ik in mijn broek en hemd en loop ik met mijn kruisboog naar de deur. Ik kijk nog een keer om naar Rowan en verlaat dan de kamer. In de hal is het aardedonker. Gelukkig is het ook heel muisstil, wat betekent dat er geen Walkers in een straal van tien meter aanwezig zijn. Ik blijf staan en spits mijn oren. Nu hoor ik ook rennende voetstappen. Het dek. Het is zo duidelijk te horen omdat er verder geen geluid te horen is. Dit is absoluut geen Walker. Ik ren de gang door en sla een klein halletje in. Aan het eind van de ruimte is een deur die naar het dek leidt. Ik sprint naar een hoekje en kniel daar neer zodat ik wat beschutter zit. De voetstappen komen sneller dichterbij en het geluid wordt harder. Ik kan de persoon al horen hijgen als hij plots vlakbij de deur staat. Ik hou mijn kruisboog in de aanslag, klaar om deze indringer door zijn kop te schieten.

    [ bericht aangepast op 27 jan 2013 - 11:02 ]


    ars moriendi

    Ryan Dawnstar

    Ik draaide me om toen ik iemand voorbij zag komen en een Walker met een harde klap op de grond belandde. Ik knikte kort, als een klein bedankje naar de getinte vrouw. Ik had er niet eens aan gedacht dat er hier ook nog mensen konden zitten.
    Ik had mijn adem al wat meer onder controle en haalde mijn rugzak van mijn rug af. Snel haalde ik er een flesje water uit en nam een slok. Daarna richtte ik me weer tot de vrouw en stak de fles uit. Als ik een nieuwe groep wilde vormen, zou ik vriendelijk moeten doen en water delen leek me toch al een goed begin.
    Ik betrapte me erop dat ik nog steeds geen woord had gezegd, maar dat deerde me niet. Er liepen buiten Walkers rond. Praten konden we beter binnen doen.
    Met een zwaai deed ik de rugzak weer op mijn rug. Simon had zijn handwapens erin laten zitten, samen met zijn kogels. Meer ammunitie voor mij. Tot mijn opluchting zat ook zijn demper erbij. Dan kon ik gelukkig in stilte schieten.
    Mijn geweer bungelde over mijn schouder. Mijn handgeweer zat in de holster in mijn riem. Ik trok het handgeweer uit het holster, plaatste de demper erop en stak het voor me uit, terwijl ik al richting de deur van het schip begon te sluipen.

    [ bericht aangepast op 27 jan 2013 - 11:11 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Rowan Ava Carter

    Daryl is ook onder de dekens gekropen, maar zegt niets op mijn bedankt. Zijn zucht maakt de stilte bijna ondragelijk, vooral als hij zich omdraait met zijn rug naar me toe. Ik bijt op mijn lip en blijf stil liggen, tot ik aan zijn ademhaling hoor dat hij in slaap gevallen is. Fuck. Hoe heb ik me godverdomme in deze situatie laten werken? Ik ben niet iemand die daar in hoort te trappen! Toch blijf ik stil liggen, bijtend op mijn lip om de tranen niet toe te laten. Het geborgen, veilige gevoel van eerder is totaal weg en ik voel me alleen. De inspanningen hebben me toch nog moeier gemaakt dan ik al was en uiteindelijk lukt het me dan toch om in slaap te vallen. Helaas is mijn slaap al haast even vermoeiend met lastige dromen die door elkaar lopen.
    Uiteindelijk word ik wakker van de deur en als ik haastig en angstig om me heen kijk, besef ik dat ik nog op Daryl zijn kamer ben, al is Daryl er niet meer. Dat zal het geluid van de deur wel geweest zijn. Ik kom overeind en houd de lakens tegen mijn naakte lichaam gedrukt. Waar zou hij heen zijn, zo midden in de nacht? Zijn kleding is weg, zijn wapens zijn weg. Ik klim wat slaapdronken het bed uit om mijn kleding bij elkaar te zoeken en mezelf aan te kleden. Ik ben hier lang genoeg geweest, waarschijnlijk vind hij het niet eens erg als ik zo weg ben. Als ik alles aan heb, loop ik naar de deur toe en steek ik mijn hoofd om een kiertje heen. De gang is leeg en donker. Op mijn tenen sluip ik erdoorheen tot ik bij mijn eigen kamer aankom. Ik haat het donker, het is vreselijk en beangstigend. Ik ben dan ook blij als ik in mijn eigen, lege kamer kom, die al iets minder koud is dan eerder omdat de ramen dicht zijn. Met mijn kleding aan stap ik mijn bed in en trek ik de lakens stevig om mezelf heen, terwijl ik eindelijk de tranen laat lopen. Maar lang duurt het niet omdat ik zo moe ben en vanzelf in slaap val.


    Your make-up is terrible

    Daryl Dixon
    De voetstappen houden op. Met gespitste oren hoor ik hoe er wat wordt gerommeld op het dek en ik meen zelfs het geluid van water in een flesje te horen. De deur is licht maar massief, en daarom kan ik niet eens een silhouet zien. Rebecca, Tyler of Nathan kunnen het niet zijn. Ik geloof niet dat die als een stel debielen midden in de nacht over het dek zouden gaan rennen. 's Nachts Walkers aantrekken terwijl dat niet nodig is, is het stomste wat je kunt doen. Daarbij had ik duidelijk een harde klap gehoord, wat zou moeten betekenen dat deze idioot zich aan de reling of trap had laten vallen om vervolgens op te klimmen. Het moet wel een vreemdeling zijn. Een indringer, misschien wel een of andere halve crimineel. Niemand is te vertrouwen, vooral deze dagen niet. Ik hoor nu bij deze groep, en het is dus ook mijn taak en verantwoordelijkheid om iedereen hier te beschermen. Om Rowan te beschermen.. Het wordt stil. De persoon kan niet doorgelopen zijn, dat had ik hoe dan ook moeten horen. Opnieuw neemt emotie het over van verstand. "Laat jezelf zien!" snauw ik richting de deur. Mijn kruisboog staat nog altijd in de aanslag en mijn ogen zijn gefixeerd op de dichte deur. Laat maar komen, ik schiet je helemaal kapot.


    ars moriendi

    Jessalyn Hope

    De militair-achtige persoon draait zich om naar mij en knikt kort naar me, iets wat ik eigenlijk niet had verwacht. Ik had gedacht een confrontatie aan te gaan, maar hierdoor krijg ik het gevoel alsof hij niet bij de groep hoort die zich hier moet bevinden. De man hijgt iets van de inspanning en haalt zijn rugzak van zijn rug af. Ik houd hem goed in de gaten en houd het lange mes losjes in mijn hand, voor de zekerheid. Het enige wat hij doet is een slok van het water nemen en tot mijn verbazing steekt hij hem naar mij uit. Dat is nog wat, water delen. Toch sla ik het af.
    Er word geen woord gezegd, wat ik prima vind. Ik ben geen prater en we zijn niet veilig op het dek. Mijn ogen scannen de omgeving en zie enkele silhouetten in de verte, maar niet hier. De man doet de rugzak met een zwaai op zijn rug, terwijl ik hem bestudeer. Hij heeft behoorlijk wat wapens zo te zien, een geweer over zijn schouder, een handpistool in een holster en wie weet wat er verborgen zit? Als hij kwaad in de zin had, had hij dat allang kunnen doen. Het handgeweer word uit de holster getrokken en hij zet er iets op, in het donker kan ik niet goed zien wat het is. Hij begint weer te sluipen en ik besluit met hem mee te gaan, dit is eigenlijk wel een goed begin.
    Ik tik de man kort aan en wijs op een deur verderop, waarna er ineens een stem klinkt. "Laat jezelf zien!" wordt er gesnauwd door een mannelijke stem, het geluid komt van achter de deur. Ik zucht, daar zal je de groep wel hebben. Blijkbaar staan ze op wacht en verwachten ze gevaar. Ik zucht even en stop het grote mes terug in de schede. Als ze nog meer man hebben zijn we toch al de lul. "Stil, er zijn hier walkers." breng ik op gedempte toon uit naar de deur. "We zijn met z'n tweeën en komen naar binnen." ga ik dan zacht verder om hem te informeren, voor de zekerheid. Ik loop naar de deur toe en open deze langzaamaan, waardoor het maanlicht naar binnen valt en ik een man met een kruisboog zie staan. Mijn ene hand houd ik omhoog en met de andere open ik de deur verder.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar

    "Laat je zien!" werd er gesnauwd. Volgens mij dacht de vrouw hetzelfde als ik dacht: de mensen die deze boot ingenomen hadden stonden op wacht. Ze stopte haar mes in de schede, alsof ze geen gevaar verwachtte. Ook ik hield mijn geweer wat lager, maar voor het geval dat hield ik het toch nog altijd in mijn hand.
    "Stil, er zijn hier walkers," zei ze stilletjes. "We zijn met z'n tweeën en komen naar binnen."
    Ze liep naar de deur toe om deze langzaam te openen. Een man stond met zijn kruisboog naar ons gericht. Mijn geweer liet ik zachtjes weer in de holster glijden, terwijl ik hem goed vast maakte. Daarna volgde ik haar voorbeeld en stak ik ook mijn handen in de lucht.
    Ik hield nog steeds wijselijk mijn mond. Ik had geen zin in ruzie of dergelijke, dus ik deed maar wat die kerel zei. Hij had zo'n don't-mess-with-me-look die me ergens wel aanstond.

    [ bericht aangepast op 27 jan 2013 - 12:05 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    "Stil, er zijn hier Walkers," hoor ik een - tot mijn verbazing vrouwelijke stem zeggen. Walkers, my ass. Ik deal liever met Walkers dan met nieuwe mensen. "We zijn met z'n tweeën en komen naar binnen," vervolgt ze. Ik sta op uit mijn hurkpositie en sluip naar het midden van de kleine ruimte. Krakend gaat de deur open en stappen er twee silhouetten naar binnen. Het ene figuur is slank en klein, het ander een centimeter of tien groter en flink gespierd. Ik doe een paar passen naar achteren terwijl ik de kruisboog op het grootste silhouet blijf richten. Hoewel het moeilijk te zien is, zie ik dat de grote man zijn geweer terug in zijn holster laat glijden. Mooi, dat maakt de zaak meteen makkelijker. Tot mijn genoegen zie ik hoe de vrouw haar handen in de lucht steekt en de man haar voorbeeld volgt. "Blijf staan! Wat moeten jullie hier?" grauw ik agressief naar de twee. In het zwakke maanlicht neem ik de indringers in me op. De vrouw heeft een wilde krullenbos, een donkere huid en een.. het moet gezegd worden.. erg mooi lichaam. Haar ijsblauwe ogen zijn zelfs in deze donkere kamer nog te zien. Ze draagt een enorm mes bij zich dat ze nu langs haar zij heeft hangen. Beter houdt ze het daar. Dan kijk ik naar de man. Het eerste wat me aan hem opvalt behalve zijn forse verschijning, is zijn flink uitgevallen neus. Hij heeft kortgeknipt haar en aan zijn kleding te zien is hij militair geweest. Hmm, die gozer ziet eruit alsof hij wel wat schedels kan kraken. Hij is ofwel een enorme aanwinst, ofwel een beangstigende bedreiging voor de groep. Ik vraag me af of de twee bij elkaar horen. Ze lijken niet echt interactie met elkaar te hebben en wisselen ook geen blikken uit. Ik neem geen risico en blijf mijn kruisboog in de aanslag houden. "Schuif die wapens op de grond naar mij toe," commandeer ik ze.

    [ bericht aangepast op 27 jan 2013 - 12:21 ]


    ars moriendi

    Jessalyn Hope

    "Blijf staan! Wat moeten jullie hier?" Er zit een behoorlijke agressie achter deze stem en hij neemt ons in zich op, waardoor ik precies hetzelfde met hem doe. Duidelijk een redneck, waarvan er nog verbazend veel leven, tegenwoordig. Kleding die totaal niet bij elkaar past, een beetje vuilig en zo te zien genoeg wapens bij zich, ook naast zijn boog kan ik een mes zien. Gespierd, niet ondervoed, net als ik. Hij weet van overleven, dat is duidelijk. Toch lijkt het alsof hij net uit zijn bed is komen rollen met haar dat door de war zit en wat slaap bij zijn oog. "Ik weet niet voor hem, maar ik zoek onderdak, dat is het enige." Ik word toch iets nerveus, waarschijnlijk ook van het chronische slaapgebrek. Ik blijf wel staan waar ik sta, voor de zekerheid. Hij is nu is het voordeel, hoewel wij met meer zijn. "Schuif die wapens op de grond naar mij toe." commandeert hij ons. Ik vertrek mijn gezicht iets, ik sta hier niet graag op een dek met walkers zonder wapens en dat is duidelijk van mijn gezicht af te lezen. "Alleen als de deur achter ons dicht mag. Er zijn walkers op het dek." Mijn blik gaat even naar achteren, maar ik kan ze niet zien op het moment. Daarna gaat mijn blik naar de vreemde man toe, hij lijkt me erg aardig, aardiger dan die gast met zijn boog in ieder geval. Toch vertrouw ik ze beiden niet.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar

    Ik gromde zachtjes. Dat kon hij serieus toch niet menen. Ik ging echt niet al mijn wapens afgeven om daarna misschien terug gestuurd te worden.
    Ik zag ook hoe het gezicht van de vrouw naast me vertrok.
    "Same," antwoordde ik kort op zijn vraag wat we hier deden.
    Ik had nog geen aanstalten gemaakt om wat dan ook af te geven.
    "Alleen als de deur achter ons dicht mag, er zijn Walkers op het dek."
    Daar had ze een punt. Maar ik voelde er gewoo niets voor om iets af te geven. Als ik hem dood wilde, zou hij hier nu al lang niet meer staan, dus moest hij maar niet zo achterdochtig doen.

    Rebecca Morgan
    Stemmen uit de hal trokken mijn aandacht. Ik liet Nathan achter me en sloop er nieuwsgierig naar toe. Daryl stond met zijn pijl en boog op duidelijk niet-Walkers gericht. Ik leunde tegen de deurpost aan, terwijl ik voor het geval dat ook mijn mes trok en alles gade sloeg.
    De twee leken zwaar bewapend te zijn, de man toch, en leken Daryl niet te vertrouwen, waar ik ze volkomen gelijk in gaf. Hij was hier nog maar een paar dagen en hij had alles al geterroriseerd.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    "Ik weet niet voor hem, maar ik zoek onderdak, dat is het enige," antwoordt de vrouw. Ze kennen elkaar dus inderdaad niet. Beweert zij. Haar gezicht vertrekt als ik sommeer hun wapens op de grond te leggen. Het is voor mijn eigen veiligheid. Het zijn volslagen vreemden. Wie weet hebben ze een hele bende bij de boot staan die de boel overlopen zodra ze een teken hebben gegeven. "Alleen als de deur achter ons dicht mag, er zijn Walkers op het dek." Fair enough. Ik knik haar ongeduldig toe en wacht tot ze de deur heeft gesloten. De man daarentegen gedraagt zich minder verstandig. Hij kijkt me met een vertrokken gezicht aan maar geeft geen kick, ondanks dat zijn handen nog in de lucht zijn. "Die wapens hierheen, zei ik," blaf ik. Dit duurt me allemaal veel te lang. Die eikel moet niet denken dat ik maar wat sta te showen met mijn kruisboog, want ik schiet hem zonder moeite een pijl tussen zijn ogen als hij niet doet wat ik zeg. Ik hou de kruisboog dan ook tussen zijn ogen gericht. Hoewel ze met twee man zijn, ben ik in het voordeel. Als één van de twee naar zijn of haar wapen zou grijpen, zou ik direct mijn pijl afschieten. Ik hoop voor de vrouw dat meneer de officier hier het niet voor haar verpest.


    ars moriendi

    Jessalyn Hope

    Blijkbaar is de man naar hetzelfde opzoek als ik en dat is beter. Als we hier weg worden gestuurd, hebben we tenminste nog iemand en dat is beter dan alleen zijn. Ik kan wel voor mezelf zorgen, maar ik word het gewoon zat. De andere man knikt me ongeduldig toe en ik sluit de deur voorzichtig achter ons, zodat we binnen staan. Het voelt tenminste al iets veiliger, ook omdat hij het wapen op de man richt en niet op mij, dat scheelt weer. Achter hem verschijnt een jonge vrouw, die niet zo agressief oogt als hem, maar hij merkt haar niet op. Ik denk dat ze ook deel uitmaakt van de groep. "Die wapens hierheen, zei ik." blaft de man ons toe en mijn ogen vernauwen zich iets. Hij is wel enorm ongeduldig, zeg. Jammer, hij ziet er best goed uit, maar zijn karakter lijkt het te verpesten. "Rustig." mompel ik. Met mijn linkerhand glijd ik langzaam naar het grote mes op mijn heup. Hij hangt op mijn linkerheup, wat aanduid dat ik rechtshandig ben. Ik schuif hem langzaam uit de schede, waarna ik kniel en hem met de greep naar hem toe schuif. Het handpistool haal ik tussen mijn broekriem vandaan en die schuif ik ook naar hem toe. Hierna kom ik weer overeind en kijk ik de twee neutraal aan, hopend dat het gebaar goed genoeg is en dat ze ons zo verder laten. Mij in ieder geval, de rest kan me weinig schelen.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar

    Ik had de neiging om mijn geweer op te pakken en het op zijn hoofd te mikken. Eens zien of hij dat zo gezellig vond.
    Maar ik deed het niet. Ik haalde mijn handgeweer uit de holster en checkte nog eens of het op beveiliging stond. Met mijn groter geweer deed ik hetzelfde. Daarna haalde ik nog messen uit mijn borstzak en broekzak. Die ik ook in zijn richting schoof. Mijn rugzak hield ik op. Er zat enkel nog een ongeladen handgeweer, kogels en overlevingsmateriaal in.
    Mijn blik bleef hangen op de vrouw achter hem, die met haar ogen rolde.
    Daarna keek ik hem weer aan. Ik hoopte maar dat hij nu blij was en dat hij zijn verdomde pijlen op iemand anders richtte.

    Rebecca Morgan
    Daryl overdreef naar mijn mening. Ik had met hem hetzelfde kunnen doen, twee dagen eerder.
    Geïritteerd rolde ik met mijn ogen, maar ik maakte nog steeds geen geluid.
    Ik keek toe hoe de twee onderdanig zich van hun wapens ontdeden.
    Hij had het wel allemaal goed voor elkaar, die Daryl, maar hij moest maar niet denken dat ik me door hem ging laten commanderen. Hij kon doen wat hij wil, al schoot hij me neer. Maar ik zou voor geen miljoen doen wat hij van me wilde. Dit was zijn boot niet. In mijn ogen was hij de indringer.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    Met de grootst mogelijke tegenzin halen beide mensen hun wapens uit hun holsters en zakken. Het mes van het meisje is groot en vlijmscherp. Die heeft ze vast ergens bij een slager of zo opgehaald. De man doet er een stuk langer over, maar tot mijn genoegen zie ik dat hij dan ook alles wat hij op het oog bij zich heeft naar me toe schuift. "Kijk, dat lijkt er meer op," grom ik terwijl ik de wapens naar een hoek schop. Toch blijf ik mijn kruisboog gereed houden. Zul je net zien dat als je je wapens opbergt, een van de twee nog een klein pistooltje of mesje in hun binnenzak heeft opgeborgen. "Wie zijn jullie en waar komen jullie vandaan?" vervolg ik scherp. Ik heb geen zin om, nu ze hun wapens hebben ingeleverd, de leuke gastheer te gaan uithangen. Niet dat ik daar ooit zin in heb, maar dat terzijde. Ik vraag me af of er verder niemand wakker is geworden van de herrie die er op het schip is gemaakt. Hopelijk blijft Rowan op mijn kamer. Ik zie die militair er nu al voor aan een van onze zwakkere groepsleden te grijpen zodra hij de kans krijgt. Op een hele ongemakkelijke, onprettige manier doet hij me heel vaagjes denken aan Shane. Niet goed. Ik zie aan hem dat hij er moeite mee heeft dat hij orders van me moet aannemen, en dat voelt erg goed.


    ars moriendi

    Jessalyn Hope

    De man doet hetzelfde, waardoor het het wapenarsenaal nog iets beter kan bekijken. Het is toch een flinke hoop wat hij bij zich heen. "Kijk, dat lijkt er meer op." gromt hij terwijl hij de wapens naar de hoek schopt en zijn eigen wapen gereed houd. Ik het grote mes even na, dat is toch echt mijn favoriete wapen en ik voel me behoorlijk kaal zonde dat. "Wie zijn jullie en waar komen jullie vandaan?" vraagt hij. Hoewel het lijkt alsof hij net uit bed komt, is hij behoorlijk scherp en staan zijn lichte ogen waakzaam. "Ik ben Jess." stel ik mezelf zo half voor. "Ik ben vanuit Montgommery naar de kust gekomen." Nou ja, vanaf daar vlak bij eigenlijk, ik woonde niet in de grote stad en dat is waarschijnlijk mijn redding geweest. Het is niet zo heel erg ver, maar toch een behoorlijk eind, vanuit Alabama. Aan het begin had ik een voertuig, maar toen ik zonder brandstof kwam te zitten ben ik te voet verder gegaan, wat me toch een hele tijd gekost heeft. "Ik had gehoopt dat het hier veiliger zou zijn." Met mijn ijsblauwe ogen dring ik door in zijn blik, probeer ik hem te overtuigen dat ik hier mag blijven. Ik kan het niet meer op mezelf, als ze me nu terug sturen ga ik eraan. Het is nacht, ik ben moe en dat overleef ik gewoon niet meer omdat ik geen schuilplaats heb om de nacht door te brengen. 's Nachts lijken die krengen wel altijd actiever te worden.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar

    Ik luisterde aandachtig hoe Jessalyn haar halve levens verhaal begon te vertellen. Pas toen ze stopte realiseerde ik dat het mijn beurt was.
    "Ik ben Ryan," zei ik, niet van plan mijn hele reis uit te leggen. "Ik kom uit Indiana."
    Daar moesten ze het maar mee doen. Ik was me er goe dvan bewust dat als mensen meer wilden weten, ze het altijd uit me moesten sleuren. Maar dat kon me niet schelen. Ik was nu ook niet bepaald een interessant persoon en mijn enige doel nu was overleven, iets wat niet mogelijk zou zijn als hij ons nu als een echte troll zonder wapens terug zou sturen.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov