• In een heel ver verleden, een tijd die iedereen alweer vergeten is, bestond deze planeet naast de mensheid nog vol met magie en diens magische wezens, wat we nu allemaal afdoen als mythes en legendes.

    Maar de mensheid is een jaloerse soort.
    Ze werden jaloers op de magische wezens die wel allemaal een magische gaven hadden waar de mensen alleen maar over konden dromen.
    Blind van jaloezie zochten de mensen uiteindelijk naar sprankeltjes overige magie, duistere magie.
    In combinatie met vooruitstrevende technologie creëerden de mensen mechanische monsters, die bezeten door duistere krachten de jacht opende op alle magie.

    Maar de magische wezens versloegen de duistere mechanismen uiteindelijk en een korte tijd van vrede en rust keerde terug op deze planeet, jammer genoeg niet voor lang.
    Nog kwader dan voorheen bonden de mensen hun verworven duistere magie bij elkaar en ontwikkelden zo een vloekgolf die alle andere magie weg zou vagen.
    Van Engelen tot Demonen, van Kabouters tot Draken, ieder voelde de dreiging van deze vloek en vielen ze één voor één ten prooi.
    De vloek was zo sterk dat het niet alleen de wezens wegvaagde, maar ook alle energiebronnen van magie die zich tot diep in de wortelen van de aarde had gegraven.

    De mythische wezens probeerden te vluchten, maar uiteindelijk redde maar een aantal soorten het tot een uithoek waar ze voorlopig veilig dachten te zijn.
    Hier hielden ze een besluit, een besluit om hun eigen zielen en de essentie van hun wezen te verplaatsen in een aantal edelstenen en mineralen,de zogenaamde zielstenen om zo verborgen te blijven voor de duistere mensen met hun vloek en bezeten mechanismen.
    En zo verdwenen ze, samen met hen het laatste beetje magie meenemend.
    En tot de dag van vandaag liggen de zielstenen nog steeds op diens plek, geen enkel dier of verdwaald mens heeft hen ooit van diens plek weten te krijgen, vanuit een oude, vervallen kapelruïne.

    Deze tijd in Noorwegen :
    Een groepje natuuractivisten en ontdekkers hadden via globale satellieten iets vreemd opgepikt.
    Iets wat er nog niet eerder was maakte opeens diens opmars aan het aardoppervlakte.
    Zo kwamen ze uit op de plek die allang vergeten was, onkruid had de ruïne overwoekerd en nog erger te doen laten vervallen.
    Maar de edelstenen waren nog steeds daar.
    Na een aantal testen ter plekke kwamen ze erachter dat ze nog nooit zoiets mee hadden gemaakt als dit, het was een totaal andere stof dan voor ons mensen bekend was.
    Maar naarmate ze dichterbij kwamen voor meer onderzoek gebeurde er iets.
    Één voor één begonnen de stenen te gloeien en voor de wetenschappers iets konden doen schoten de stenen los met een krachtige pulserende explosie, waarna ze, ieder diens eigen weg ging de wereld rond.
    Wetenschappers schreven het naar de buitenwereld om als een buitensporige verschijning van de Aurora Borealis, maar onder hen was een Aloude en die wist wel beter.
    Die wist dat de stenen op zoek gingen.
    Ieder op zoek naar de juiste persoon.
    De persoon die diens magie zou ontketenen en weer terug zou brengen op aarde.

    En die werden gevonden, mensen verspreid over de gehele wereld werden begaafd met de eigenschappen van een mythisch dier, het dier dat zij moeten bevrijden.
    Om zo weer over de aarde rond te kunnen dwalen.
    Maar ze moeten oppassen, want de mensen van aloud komen in opmars en hun onsterfelijke en sterfelijke volgelingen zouden alles op alles doen om de mensen met de zielstenen te stoppen, voor de magie weer in diens geheel terug zou keren naar aarde.
    Lukt het de uitverkorenen voor de zielstenen om de magie op tijd te ontketenen ?


    Verdere informatie

    Waar begint de RPG ?
    Deze RPG begint eigenlijk overal ter wereld, maar wanneer de persoon in aanraking komt met de steen worden ze allemaal naar de kapelruïne geteleporteerd waar de stenen voor lange tijd verborgen waren gebleven.

    Is er een vaststaande verhaallijn voor deze RPG ?
    Ja, ik ben naast mijn eigen Soulstone ook de leider van de alouden die mee doen, die krijgen af en toe via een privé bericht hun orders door.
    Daarnaast moeten de steenbezitters een manier gaan zoeken om de essentie van hun stenen waarin de ziel van de magische wezens gevangen zitten te bevrijden.

    Hoe zien de stenen eruit ?
    De stenen zien eruit zoals kenmerkend is voor hun soort en ze passen mooi in het midden van je handpalm zonder de vingers mee te rekenen.
    De stenen kunnen tevens niet kapot geslagen worden of gebroken worden, ze zijn geheel onschadelijk zolang de drager leeft en zich aan de regels houd.
    Tevens zijn ze 100% helder.
    En niemand heeft dezelfde steen, dit is ook niet mogelijk aangezien er van elke maar één bestaat en elke persoon kan ook maar één steen gebruiken.

    Hoe veranderd de steen me ?
    Dit kan in meerdere opzichten, de veranderingen hoeven nog niet direct op te treden, dit kan ook later gebeuren en de manier waarop dit gebeurd is ook totaal verschillend van elkaar; gaat het bijv. snel en pijnloos of lang en kwellend ?
    Daarbij krijg je altijd sowieso één verandering van de essentie van het wezen dat zich in je steen schuil houdt.


    Hoe moet je de steen bij je dragen ?
    Zodra je geteleporteerd bent naar de oude ruïne liggen daar speciale handschoenen, waar jij je steen aan vast maakt bovenop, waar die ook niet uit kan vallen.
    De handschoenen zijn van leer, maar het mechanisme waarmee de steen vastzit is van zilver of van goud gemaakt.
    De handschoen eenmaal aan kan die niet meer af tot de opgesloten ziel van de steen eruit is.
    Verder mag je zelf weten hoe ze er verder uit zien, lange handschoenen, korte handschoentjes, extra riempjes, de kleur, etc.

    Verdere vragen kunnen altijd gesteld worden.



    HEEL ERG BELANGRIJK > HIER HET OVERZICHT VAN DE SOULSTONES EN DE INFORMATIE EROVER !

    Soulstones

    * Feniks ~ Hedwig Ivy Sol ~ Caleo
    * Draak ~ Graciela María Castillo ~ Shadowhunter
    * Fee ~ Allyssee Aphrodite Grimm ~ DreamerN
    * Elf ~ Hera Noëmi Langley ~ Graymark
    * Pegasus ~ Arianna Amarante Lira Jones ~ Kwijt
    * Vampier ~ Niara Alayne Black ~ Morfling
    * Zeemeermin ~ Hailey Alice Morgan ~ Merrow
    * Engel ~ Alan Christopher Rhodes Shadowhunter
    * Duivel ~ Damian Chamberlain~ Lexlover
    * Eenhoorn ~ Galon Gyfer Hud ~ Vegangirl
    * Centaur ~ Stan Medley Crown ~ Wafelijzer
    * Weerwolf ~ Aaron Pierce Cleveland ~ Bonacieux
    * Geest ~ Pippa Destry Livingstone ~ LexLover
    * Minotaurus ~ Ayla Dorice Marbles ~ Sicam


    Alouden

    * Helio Frederick Moreau ~ Graymark
    * Adelynn “Addie” Rae Hastings ~Gamgee
    * Antonio "Tony" Hunter Daniels ~ Bonacieux
    * Belial Lucius Constantine ~ DreamerN
    * Septimus Gary Cowell ~ Sicam




    Regels

    • Geen oneliners, minimaal 6 zinnen.
    • 16+ is toegestaan, evenals vloeken (Maar hou het zelfs dan nog wel netjes ;])
    • OCC aangeven met [] {} Of met een andere kleur.
    • Max. 2 personages per speler
    • Ernstig verwond/ vermoord niet andermans personage zonder met die te overleggen in een PB
    • Graag de naam van de Personage waarop het stukje slaat erboven, zodat het makkelijk te zien is vanuit welk personage het geschreven word.
    • Ben je even afwezig voor een bepaalde tijd (langer dan 2 dagen) ? Meld het dan !
    • Alleen ik maak nieuwe topics aan, tenzij ik iemand het recht geef om er eentje voor me aan te maken.


    Rollentopic

    [ bericht aangepast op 16 maart 2013 - 11:56 ]


    Credendo Vides

    Helio Frederick Moreau || Aloude || Noorwegen, Oslo, Vliegveld.
    "Alsof dat je iets uitmaakt, ik mocht wat jou betreft toch doodvallen, weet je nog?" wierp Adelynn emotieloos tegen. Frederick zuchtte niet eens. Hij rolde zelfs niet met zijn ogen, maar hij moest wel even zijn tanden op elkaar zetten om geen gemene opmerking te maken.
    Vanuit zijn ooghoek, zag Frederick hoe Adelynn haar iPod en gsm uithaalde. Degene die haar belde had ofwel erg goeie timing, of zat haar al de hele dag te bellen. Frederick deed niet echt moeite om te luisteren naar de conversatie en belde naar de elektriciteitsmaatschappij, zodat ze straks elektriciteit en internet zouden hebben. Voor zover Frederick nu wist stond het huis al een halfjaar leeg, maar hij ging ervan uit dat de meeste spullen er nog stonden, aangezien het meeste van hem was. De meubels zouden er sowieso nog staan.
    "Ik zorg ervoor dat ik dan tijd heb, tot vanavond Chrissie," hoorde Frederick Adelynn haar telefoontje beëindigen. Hijzelf stond nog steeds op wacht en schrok op wanneer er een stem aan de andere kant van de lijn kwam.

    Een paar uur later arriveerden ze bij hun bestemming, wat een groot, alleenstaand huis betrof. Het bestond uit vier verdiepingen, de gelijkvloers, kelder en zolder meegerekend. Het was zo'n beetje Fredericks erfenis en er zaten verschrikkelijk veel herinneringen aan vast. Frederick stapte uit en betaalde de man met geld dat hij daarnet van de chauffeur zelf gestolen had. Uit gewoonte deed hij de deur open van Adelynn en liep naar de kofferbak om de bagage uit te halen. Hij moest even grinniken wanneer hij de Zwarte Weduwe in zijn rugzak zag kruipen. Hij vroeg zich echt af hoe dat beestje overal mee naartoe geraakte. Zou het niet sterven in dit klimaat?
    Frederick liep de oprijlaan op naar het huis en haalde de sleutels uit zijn broekzak. Uit gewoonte drukte hij de lichtschakelaar in wanneer hij binnen kwam, maar er gebeurde niets. Het zou waarschijnlijk nog even duren tegen dat ze elektriciteit zouden hebben, en Frederick moest ook nog het water opnieuw inschakelen. Binnen een uurtje of twee zou het wel in orde zijn.
    Frederick had verwacht dat er meters stof zou liggen en dat er overal spinnenwebben zouden zijn, maar dat viel verrassend genoeg heel goed mee voor een huis waar al acht maanden niemand meer had geleefd.


    help

    [KAAAHAAAHAAAH!!! Vakantie is over, school weer begonnen en de leraren nog gemener dan eerst. Ik weet niet wanneer ik weer kan reageren]


    It finally happened - I'm slightly mad! ~ Queen

    Adelynn “Addie” Rae Hastings – Aloude – Noorwegen, huis van Frederick
    Ik hoor door de muziek heen dat Frederick met iemand aan het bellen is, maar ik besteed er geen aandacht aan en blijf door het raam naar buiten staren. Ik baal er nu behoorlijk van dat ik geen boek bij me heb, dan zou ik tenminste iets te doen hebben. Het enige wat ik nu kan doen is een gesprekje aan knopen met Frederick, maar ik verveel me nog liever dan dat ik dat doe. Gelukkig is het inmiddels al wel wat warmer in de taxi en staat er geen kippenvel meer op mijn benen.

    Een paar uur later komen we aan bij de bestemming, tenminste daar ga ik vanuit aangezien Frederick uitstapt. Als Frederick de kofferbak opent haal ik snel mijn inhalator uit mijn handtas en neem ik een pufje. Ik weet niet of mijn ouders aan Frederick verteld hebben dat ik astma heb, een lichte vorm gelukkig. Ik hoop van niet, anders heeft hij nog een reden om mij zwak te vinden. Niet dat het mij ook maar iets uit zou maken als hij dat van mij zou vinden.
    Ik zucht even en stap de auto uit. Gelijk komt er weer kippenvel op mijn armen en benen te staan van de kou. Snel haal ik mijn spullen uit de auto en haast ik me achter Frederick aan. Een paar keer glijd ik bijna onderuit door de sneeuw.
    Als Frederick de deur heeft geopend stap ik het grote huis in. Hij drukt op de lichtschakelaar maar er gebeurt niks. Geweldig. Geen elektriciteit, dus geen warmte. Inmiddels sta ik haast te rillen van de kou. 'Waar is de badkamer? Dan kan ik iets warmers aan trekken.' zeg ik tegen Frederick. Nadat hij antwoordt heeft gegeven zet ik mijn handtas en rugzak op grond, om vervolgens mijn koffer, met veel moeite, de trap op te slepen. Als ik boven ben aarzel ik even. Was het nou de tweede deur rechts? Of, de tweede deur links? Ik besluit voor links, maar als ik die deur open merk ik dat ik mis zit. De kamer waarvan ik de deur opende is een slaapkamer. Behalve een bed staan er alleen maar een nachtkastje, een kast en een tafel waar fotolijstjes op staan. Hoewel ik er nieuwsgierig naar ben wie er op de foto's staan sluit ik de deur weer en neem ik nu de tweede deur rechts, die gelukkig wel tot de badkamer leidt.
    Ik trek snel een lange broek, een sweater en laarsjes aan waarna ik weer naar beneden loop. Mijn koffer laat ik boven bij de trap staan. 'Wanneer doet de verwarming het?' vraag ik aan Frederick, aangezien ik het nog steeds koud heb.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Helio Frederick Moreau || Aloude || Noorwegen.
    Frederick liep verder de gang door, zodat hij uitkwam in een grote, lichte ruimte. Het voelde alsof hij zijn 'ouderlijk' huis binnenkwam, ook al had hij de mensen die hem ter wereld hadden gebracht nooit gekend.
    De ruimte waar Adelynn en Frederick zich bevonden, was de keuken, die overliep in de woonkamer. Over het keukenblok in het midden, lag een doek ter bescherming, net zoals over de andere meubels die zich in de ruimte bevonden. Aan de andere kant, voor de lange zetel, was een open haard. Aan de zwarte as op de muren was te zien dat die vaak gebruikt werd, al lag hij er nu troosteloos bij.
    "Ik ga zo even kijken voor hout en warm water. En elektriciteit," mompelde Frederick. Hij leek eerder tegen zichzelf te praten dan tegen Adelynn.
    "Waar is de badkamer?" vroeg die laatste. "Dan kan ik iets warmers aantrekken."
    "Boven, tweede deur rechts," zei Frederick. Er hingen geen gordijnen bij de lange, hoge ramen, omdat die teveel stof zouden vangen. Er waren ook niet echt mensen die konden binnenkijken, aangezien de tuin zich ver uitstrekte en uiteindelijk overliep in bos.
    Frederick nam het doek vast dat over het keukenblok lag en trok het ding ervan, waarna hij het op een hoopje op de grond smeet. Hij deed hetzelfde met de andere meubels.
    "Wanneer doet de verwarming het?" vroeg een stem plotseling. Zonder ook maar moeite te doen zich om zich om te draaien gaf de jongeman antwoord.
    "Zo snel mogelijk, ik ga direct gaan kijken." Frederick nam de doeken op die op de grond lagen en liep terug naar de gang, waar hij de deur onder de trap open deed om naar de kelder te gaan.
    Hij smeet de doeken in een hoekje en liep naar een kast in de muur. Hij was stoffig en er hing veel spinnendraad, maar alle schakelaars waren naar beneden gesprongen.
    Frederick zette ze weer aan en zorgde ervoor dat het water weer aangesloten was. Als het goed was zou dat binnen een paar minuutjes in orde moeten zijn. Hij draaide even de kraan open bij de wastafel die in de kelder stond. Het ding was verschrikkelijk vuil. Dit was blijkbaar de enige plaats waar stof toch leek neergevallen te zijn.
    Na wat gesputter en bruin, roestig water dat eruit liep, stroomde het water zoals het zou moeten doen. In de geiser voor warm water, was een luid tikkend geluid te horen, maar uiteindelijk schoot het ding toch in gang. Frederick zette de kraan weer uit en liep terug naar boven.
    "We hebben warm water, maar als je er gebruik van maakt, kan je het beter even laten lopen, aangezien er al een tijdje geen stromend water is door gegaan. Ben zo terug."
    Frederick liep naar buiten, waar tegen de muur van het tuinhuisje hout lag opgestapeld. Hij nam een paar geschikte blokken weer mee naar binnen en legde ze in de haard. Hij moest even zoeken voordat hij zijn aansteker vond, maar al gauw ontstond er een klein vuurtje tussen de houtblokken.
    Frederick liep terug naar het tuinhuis, dat vol stond met goed afgesloten dozen. Hij las even de etiketten erop en nam er een paar mee naar binnen, zodat ze ten minste wat spullen zouden hebben om te overleven.
    De familie van Herr - de man die hier geleefd had - had blijkbaar rekening blijven houden met Frederick, aangezien alles proper was en er leek niets te zijn waar schimmel op stond, of dat aan het rotten was. Er stond alleen geen eten, maar dat leek wel logisch...


    help

    [Wanneer mogen de Alouden trouwens naar de ruïne? Of laat je dat dan nog weten? ^^

    En wie van de uitverkorenen bevinden zich daar ook alweer?]


    help

    Antonio "Tony" Hunter Daniels - 27 - Aloude - Huis van Frederick, dicht bij de ruïne, Noorwegen.
    Zo'n acht uur later bereikte Tony eindelijk zijn bestemming. Het huis was in het noorden van Noorwegen gelegen, niet ver van de ruïne en zag er precies uit zoals Tony het zich herinnerde. De grote ramen, de afgebladerde verf en het beste van al was dat er in geen kilometer andere mensen te bespeuren waren. Rust. Stilte. Tony zuchtte gelukzalig. Dit had hij gemist.
    Hij stapte uit de auto en nam zijn koffer waarna hij de taxichauffeur een fikse rekening betaalde. Het was ergens wel te verwachten, aangezien Tony half Noorwegen doorkruiste, maar toch was hij een beetje geschrokken van het bedrag. Niet dat hij dat niet op zak had. Agent zijn bij de MI6 brengt goed op. Zeker als je het al jaren doet en je al jaren leeft.
    Tony liep over het pad dat naar het huis leidde en zag dat er licht brandde binnen. Hij was verrast. Niet gedacht dat hier nog iemand woonde. Tony drukte drie keer lang op de bel en wachtte tot iemand zou opendoen, terwijl hij zijn vervelende das lostrok. Het spande teveel om zijn nek en Tony kreeg het gevoel dat hij zou stikken.

    |Kort, maar ik had geen tijd meer. |


    kindness is never a burden.

    {Arianna ligt in de ruïne, ze is niet met iemand aan het praten, of zo. Ik speel verder op het bijna-laatste-stukje van mijn vorige stukje}

    Arianna Amarante Lira Jones
    Ik kan nauwelijks adem, aangezien het gewicht dat op mijn longen wordt geplaatst te groots en massavol is. Mijn hoofdhuid begint, raar genoeg, ook pijn te doen, en deze pijn schalt even kort boven de andere pijnen uit. Het voelt alsof mijn haar zonder twijfel uit mijn hoofd wordt getrokken, uitgerekt en ga zo maar door. Na een tijdje vult dit gevoel ook mijn hele lichaam. Dan begint er nog een pijn op te spelen, die eerst niet erg is, maar langzaam uitgroeit tot iets groots. Onder mijn twee schouderbladen, heb ik het gevoel alsof mijn huid opengereten wordt. Alsof ik extra ledematen of botten daar krijg, die zich kwaadschiks een weg door mijn spieren en botten rijten. Ik gil het voor de zoveelste keer uit. Het enige wat ik kan doen is dan ook gillen, en het geeft me het kleinste beetje gevoel dat ik nog iets kan. Dat wordt verworpen door het feit dat er nog een pijnscheut door mijn lichaam schiet. Ik ben in het Niets. Niet hier, niet daar. Nergens- tenminste, ik ben alleen ergens waar pijn is. Of ik ben wel ergens, maar wordt het vermaskerd door de pijn. Maar waar dan? Al mijn ledematen worden afgerukt en in brand gestoken, maar blijven toch zitten om de pijn te voelen. Ik probeer happen adem binnen te krijgen, maar het lukt niet. Dat moest ook nog temidden van deze pijn komen: verstikking. Is dit hoe ik ga? Mijn eind? Ik weet nauwelijks wie ik ben, en toch moet ik al gaan.
    Nee.
    Dat accepteer ik niet.
    Ik gil.

    Na iets wat uren geweest lijkt te zijn, ebt de pijn een beetje weg. Ik krijg ineens het gevoel dat ik ergens ben, sterker nog, ik voel op mijn lichaam en wang de koelheid van een stenen vloer. Ik beweeg mijn vingers een klein beetje. Ze werken weer, iets wat niet mogelijk leek. Opgelucht begin ik te ademen, en nader zo hyperventilatie. Het is voorbij. Alleen de twee plekken onder mijn rug branden nog, maar de pijn heeft geen overhand. Ik probeer overeind te komen, wat niet lukt. Ik blijf eerst maar even bij het vingers-en-tenen-bewegen principe.

    {Sorry dat het zo kort is, maar ik had weinig inspiratie, maar wou wel wat schrijven}


    Tijd voor koffie.

    Aaron Pierce Cleveland - 21- Weerwolf - Las Vegas, Nevada, Verenigde Staten.
    De groep draaide zich om en Aaron kon nu duidelijk zien dat het om een groep jongens ging en twee meiden. Aaron trok een wenkbrauw op toen de twee grinnikten maar negeerde ze verder volkomen.
    "Nooit geleerd dat het onbeleefd is om mensen te storen wanneer ze bezig zijn?" kreeg Aaron als antwoord van één van de mannen. Mocht je het tenminste mannen noemen. Ze zagen eruit als zwijnen, en Aaron wilde er zijn motor op wedden dat ze zich ook zo gedroegen. De man stapte zelfzeker op Aaron af en vanuit zijn ooghoeken zag Aaron dat een andere man zijn greep om Hailey's arm verstevigde De man met de grote man werd gevolgd door de andere van zijn groep en Aaron zette zich schrap en balde zijn vuisten. Hij was niet bang van een gevecht. Nooit geweest. Op de middelbare school is hij veel in problemen gekomen daardoor, niet dat dat Aaron veel boeide. Hij deed wat hij wilde, ongeacht de consequenties.
    "Het is te zien," zei Aaron nonchalant,"met welke zaken die mensen bezig zijn. Dit ziet er niet koosjer uit dus ben ik haast verplícht in te grijpen." De man wilde klaarblijkelijk iets grof antwoordden, maar Hailey was hem voor door zich op de één of andere manier uit de greep van de man te wrikkelen. De man gromde en de groep voor Aaron draaide zich om naar het geluid. Hij zag zijn kans schoon en haalde uit naar de man met de grote mond. Aarons vuist raakte de man vol op zijn kaak, waarna Aaron Hailey volgde naar de motor.
    "Gaat het?" vroeg hij aan de vrouw toen hij op de motor sprong en de sleutels omdraaide.

    [ bericht aangepast op 19 feb 2013 - 12:40 ]


    kindness is never a burden.

    Adelynn “Addie” Rae Hastings - Aloude – Noorwegen, huis van Frederick
    'Zo snel mogelijk, ik ga direct gaan kijken,' zegt Frederick, zonder ook maar op of om te kijken. Hij pakt de witte kleden die op de grond liggen op en loopt de keuken uit.
    'Doe dat,' mompel ik terwijl ik een keukenkastjes open. Alleen maar servies, geen eten. De keukenkastjes die ik daarna open zit ook alleen maar servies in of zijn leeg. Uiteindelijk vind ik de koelkast, maar die is zoals te verwachten óók leeg. Gelukkig heb ik nog koekjes van het vliegtuig.
    'We hebben warm water, maar als je er gebruik van maakt, kan je het beter even laten lopen, aangezien er al een tijdje geen stromend water is doorgegaan. Ben zo terug.' Voor ik nog iets kan zeggen loopt hij weg. 'WE MOETEN BOODSCHAPPEN DOEN!' roep ik hem achterna. In mijn hoofd ben ik al een lijstje aan het maken. Koekjes, thee, pasta, rijst, meer koekjes en een lading keelverzachters –aangezien ik hier vast nog wel een keer verkouden word. En drank. Dat zal ik wel nodig hebben als ik het hier wil overleven met Frederick. Ik hoop dat er hier wel een auto is, anders gaat het nog een probleem worden om bij de supermarkt te kopen.
    Dan gaat de bel drie keer achterelkaar. Ongeduldige verkopers ook altijd. Stiekem hoop ik dat Frederick pizza heeft besteld, maar dat zal wel niet. Hij ziet er niet uit als iemand die pizza eet. Als ik de deur open zie ik tot mijn teleurstelling dat het geen pizzabezorger is, maar een (jonge)man in een pak. Zijn das zit los en in zijn hand heeft hij een jas en een koffer. Waarschijnlijk een irritante verkoper, al snap ik niet waarom hij helemaal naar de middle of nowhere zou gaan alleen om iets te verkopen. 'Eh, sorry. We willen niks kopen,' meld ik hem, waarna ik de deur weer dicht doe, zonder dat ik op een antwoord wacht.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Antonio "Tony" Hunter Daniels - 27 - Aloude - Huis van Frederick, dicht bij de ruïne, Noorwegen.
    Tony trok een wenkbrauw op toen hij geschreeuw hoorde, maar besloot er niet over na te denken. Dan kwamen de wildste en vreemdste ideeën in Antonio op en die wilde hij even vermijden. De strenge uitdrukking op zijn gezicht wilde macht uitstralen en Tony wilde niet dat mensen zichzelf beter vonden dan hem, aangezien zijn fantasie soms wel eens op hol kan slaan. Enkele minuten laten werd de deur geopend door een jonge vrouw. Tony was verrast. Hij had Frederick verwacht en had überhaupt nooit verwacht dat Frederick een vriendin zou hebben. Die gedachte zou Tony beter niet aan de man vertellen. De vrouw was helemaal niet groot en had ravenzwarte haren en groene ogen. Ze keek geïrriteerd op de één of andere manier. "Eh, sorry. We willen niks kopen," sprak ze en deed de deur weer dicht. Een moment lang was Antonio verbaasd, maar hij reageerde toch nog stel genoeg. Zijn voet stak hij tussen de deur en duwde die weer open met zijn hand. "Ik ben geen verkoper. Is Frederick thuis?" vroeg hij en probeerde charmant te glimlachen, zodat de vrouw zou zien dat Tony 'in vrede kwam' om het zo te zeggen. Onwillekeurig vroeg hij zichzelf af waarom de vrouw zo geërgerd en onbeleefd had gereageerd.

    [ bericht aangepast op 19 feb 2013 - 19:23 ]


    kindness is never a burden.

    Hailey Alice Morgan II 20 II Zeemeermin II Las Vegas
    Hailey sloeg, toch enigszins geschrokken, haar hand voor haar mond toen Aaron een stevige rechtse uitdeelde, nadat zij zichzelf had weten los te krijgen. Ze had simpelweg niet verwacht dat de jongeman daadwerkelijk zich in een gevecht zou mengen, toch zeker niet voor haar.
    Haar hazelnootkleurige ogen hadden zich dan ook iets wijder gesperd, waarna ze alsnog haar weg naar de motor wist te maken.
    ‘Gaat het?’ vroeg Aaron, nadat hij haar voorbeeld gevolgd was, op de motor sprong en de sleutels omdraaide.
    Hailey knikte toen ze hem aankeek. ‘Dankzij jou,’ zei ze toen zacht. Een vluchtige glimlach legde zich rond haar mondhoeken, waarna ze haar handen om zijn middel sloeg. Ze was allang blij dat hij hier was, hoe onmogelijk het ook leek. Ze had geen idee hoe het mogelijk kon zijn, maar ze was meer dan opgelucht dat Aaron op tijd gekomen was. Wie weet hoe het anders was afgelopen?

    [ bericht aangepast op 19 feb 2013 - 20:04 ]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Adelynn “Addie” Rae Hastings - Aloude – Noorwegen, huis van Frederick
    De deur dicht doen gaat niet zoals gepland, aangezien de verkoper zijn voet tussen de deur steekt en de deur verder open duwt. Mijn wenkbrauwen trek ik iets op. Misschien is dat hier een gewoonte voor verkopers, je voet tussen de deur de steken als er niks gekocht wordt. Of hij is één of andere enge gek. Ik wil net zeggen dat ik niet alleen thuis ben als hij begint te praten. 'Ik ben geen verkoper. Is Frederick thuis?' vraagt hij charmant glimlachend. Wow, Frederick heeft vrienden. Het verklaart wel de verbaasde uitdrukking op het gezicht van de jongeman toen hij mij zag, hij is het vast niet gewend te zien dat Frederick vrouwelijk gezelschap heeft. 'Hij is hier ergens, waarschijnlijk is hij met zijn spin aan het spelen,' zeg ik. 'FREDERICK! TU AS UN VISITEUR!' schreeuw ik dan in het Frans door het huis heen, aangezien ik geen idee heb voor hij is. Als hij op zolder zit, dan zou hij me niet horen als ik gewoon zou praten. 'Ik wist niet dat Frederick vrienden had,' mompel ik dan, nog steeds wat verbaasd daarover. 'Ik ben Addie trouwens,' stel ik mezelf dan voor aan de “verkoper”, waarbij ik mijn hand naar hem uitsteek.

    [ bericht aangepast op 19 feb 2013 - 20:31 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    { Oké, even nog wat meer informatie over de Ruïne,

    Het is op een eiland en in het nationaal park Svellingsflaket, toen ik dit opzocht op google hing er ook al een soort mysterie voor mij omheen omdat je er niet op kan inzoomen (: En de Aurora Borealis is er te zien en als het goed is zijn er ook orka's (onnodige info XD)
    Veel is er niet echt te vinden over het eiland.... Dus verzin ik er maar iets over...
    Dit eiland is niet echt makkelijk te bereiken; elke dag gaat er maar één keer een boot heen, maar het is mogelijk om met je eigen boot erheen te gaan en aan te leggen aan één enkele steiger, maar dit kost je wel wat want er geld een tolvaart.

    Over de Ruïne : (ook dit is verzonnen)
    De Ruïne staat boven op een kleine heuvel, wie omgeven is door eerst nog dun bezaaid bos, maar wat al snel dikker word.
    Van de kapel staan er nog een aantal muren overeind, wat er ongeveer zo uitziet : KLIK !!!
    Daarnaast liggen er nog een helemaal andere dingetjes omheen, zoiets als dit KLIK!!!
    Rond deze tijd van het verhaal is het daar begin herfst, dus er ligt nog geen sneeuw, maar het word daar al wel vroeg donker.
    Wie meer info over de ruïne wilt kan het bij me komen vragen (:

    De alouden kunnen alvast wel op onderzoek uitgaan in de buurt van de Ruïne, maar nog niet de uitverkorenen "Lastigvallen"(;
    Een berichtje van Belial komt binnenkort.}


    Credendo Vides

    Helio Frederick Moreau || Aloude || Noorwegen.
    Frederick had alle spullen die van nut waren binnen gezet en was net begonnen met ze in de kasten te zetten, wanneer Addie's stem door het huis brulde.
    "FREDERICK! TU AS UN VISITEUR!" schreeuwde ze naar hem. Hij keek even op en liep toen de gang door naar de voordeur, hij had de bel niet horen afgaan, aangezien hij op dat moment buiten in het tuinhuisje had gezeten.
    Het was nogal donker in de gang, aangezien er geen ramen in dat deel van het huis waren en de lichten niet aan waren. Frederick drukte in het passeren nog even op de schakelaar.
    "Ik wist niet dat Frederick vrienden had," hoorde Frederick Adelynn nog mompelen, waarna ze zich voorstelde aan Tony.
    "Ik heb ten minste geen vrienden die me met een wildvreemde meegeven," zei Frederick met een opgetrokken wenkbrauw tegen Addie. Hij richtte zich tot Tony. "Tony!" Fredericks stem klonk een beetje verrast. "Sorry, ik was helemaal vergeten dat je kwam... Kom binnen."

    [Ugh. Sorry dat hij zo kort is. D:]


    help

    [Gamgee --> Jemima]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered