• Ik heb toestemming van Tamino om deze RPG over te nemen.


    The Secret Circle


    Chance Harbor, Washington - Amerika. Een kleine vissersstad aan de rand van het district, niet veel bijzonders op het eerste gezicht. Dat was het althans tot de laatste tiener van de zogenoemde 'Cirkel', zich in het stadje settelde. Zes jongeren, samenhangend in de oude stad vol geheimen, zoeken elkaar op en binden zich zonder geheel te weten waaraan - aan de Cirkel die hun krachten tot ongekende hoogten brengt.
    Deze ''krachten'' zijn verkregen door de natuur, overgegeven op ouders tot kinderen. Voor enkele jaren leek de magie te zijn vertrokken uit de stad waarin de laatste heksen en tovenaars leefden - tot de jongere generatie hun krachten ontdekten en daarmee een oude vloek het leven inbliezen.
    Niet iedereen is gelukkig met de terugkeer van de magie, vooral de ouderen die zich nog herinneren hoe de kinderen uit hun eigen tijd de magie misbruikten.
    Zij doen er dan ook alles aan om de magie, de krachten of hoe men het ook wil noemen - uit deze wereld te bannen. Voor altijd. En zij staan niet alleen: met hen duiken heksenjagers op. Niet zomaar jagers, deze lijken bizar krachtig voor de plagerige dreigementen waarmee de Cirkel eerder werd bedreigd.
    Nee: deze nieuwe generatie heksenjagers lijkt evenveel krachten te bezitten als de Cirkel zelf, al zij het dat zij hun magie niet van de natuur gekregen hebben, wat betekend dat hun magie altijd donker is. Dat kun je vergelijken met bijvoorbeeld iemand uit de Cirkel: hun magie is iets zwakker, minder schadelijk maar 'schoon', terwijl de magie van de jagers donker, ongecontroleerd en gevaarlijk is. Dat is de voornaamste reden waaronder de Cirkel is gebonden: hun krachten versterken door samen te werken. Jagers kunnen dat niet, omdat hun magie op zich al een vrij eigen leven lijdt. Ze brengen schade aan, waar de magie van de Cirkel juist hersteld.

    ‘‘The rules say: a life for a life, a death for a death and a kill for a kill.’’

    Spells and rituals
    Rollentopic
    Praattopic

    Regels
    - Minimaal 8 - 10 regels à 250 woorden.
    Iets van tien woorden minder is niet erg, maar echt niet minder.
    - 16+ is toegestaan.
    - Niet speedposten.
    - Niet de personages van anderen besturen.
    - Wees realistisch, mensen worden niet gelijk de eerste dag al verliefd op elkaar.
    -Geen nutteloze berichten in het speeltopic, daarvoor kan eventueel een praattopic geopend worden.
    - Gebruik ABN.
    -Ga niet van te voren al dingen plannen die gaan gebeuren, dan ga je maar een verhaal schrijven.

    Rollen
    Leden van de Cirkel
    - Arya Selene Ravensdale, Bran
    - Caelan Thalia Fairley Bran
    -

    - Noah Ryot Rosewood Infano
    -Ian Tanner, Merrow
    -


    Heksenjagers
    - Shane Noel Fulton, Cas
    - Felix Leonardo Thorne, Bran
    -
    -

    -
    -


    Mensen
    Oneindig
    - Roxanne "Roxy" Grace van Dyke, Cas
    - Sal Levine Shion


    Begin: Het is een vrijdagmiddag op een zonnige lentedag en de school is net uit. Enkele dagen geleden is de cirkel gebonden en de heksenjagers hebben er inmiddels lucht van gekregen.


    [ bericht aangepast op 25 mei 2013 - 16:55 ]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ian Tanner II 22 II Lid van de Cirkel II

    Ian slenterde wat door de straten, met zijn handen diep weg gestoken in de zakken van zijn lange jas. In zijn vingers hield hij een muntje vast, waar hij herhaaldelijk met zijn vingertoppen over wreef. Het reliëf voelde zo bekend en leek zijn piekerende gedachten wat te ordenen, doordat het hem een houvast gaf in de warboel van herinneringen. Met het muntje had hij Sarah al veelal weten op te vrolijken door het te laten zweven of er prachtige tekeningen mee te maken in de lucht. En dat allemaal dankzij het beetje magie dat bruikbaar voor hem was, en doordat hij wist hoe hij het moest gebruiken. Feitelijk kon hij niet veel meer dan dat, en daarom had hij zich ook gevoegd bij de cirkel.
    Feitelijk wist Ian niet zozeer waar zijn voeten hem heenbrachten. Iets wat hem geregeld overkwam, aangezien hij telkens weer te diep in gedachten verzonken was waardoor hij geen erg meer had in zijn omgeving en er dus geen idee van had waar hij heen ging. Of waar hij nu eigenlijk heen wilde gaan.
    Uiteindelijk passeerde hij The Boathouse en een schampere glimlach legde zich rond zijn lippen, doordat hij hier veelal met Sarah was geweest. Ze vond het aquarium dat ze er hadden, zo geweldig en ze kon er dan ook uren naar staren zonder dat het haar ging vervelen.
    Hoofdschuddend ging Ian naar binnen, aangezien hij de plekken - waar Sarah het meeste plezier uit had gehaald tijdens haar laatste levensjaar, wat toch voornamelijk had bestaan uit afzien - met hart en ziel koesterde. De herinneringen deden hem opmonteren en maakte dat hij zijn leven iets minder somber inzag.
    Al bij binnenkomen, hoorde Ian hoe de muziek harder stond dan gebruikelijk. Hoofdschuddend sloeg hij Caelan dan ook gade, die achter de bar stond en met het liedje van Bon jovi mee neuriede. Een schaapachtige grijns wist zich dan ook rond zijn mondhoeken te plooien, terwijl hij de brunette gade sloeg. Hij wist maar weinig van haar, ondanks dat ze ook lid was van de cirkel en dat hij haar hier al vaker had gezien. Er was nog geen kat in The Boathouse en hoogstwaarschijnlijk had Caelan niet eens zozeer door dat er iemand binnenstapte, aangezien Ian vermoedde dat hij haar anders niet zo snel op deze manier zou aantreffen, hetgeen wat die schaapachtige grijns nog het meest veroorzaakte, aangezien hij het ergens nog schattig vond, als dat al het juiste woord was.
    ‘Hoi,’ zei hij dan ook uiteindelijk, toen hij bij de bar aankwam en het lied afgelopen was en de muziek wat afstierf vooraleer het de kans kreeg een volgend nummer af te spelen.
    Ondanks dat het niet bepaald zijn gewoonte was, zocht hij toch haar caramelkleurige ogen op en glimlachte. Het was niet zozeer een verleidelijke lach, of een poging tot flirten, maar eerder een ongedwongen vriendelijkheid die hij nog maar zelden toonde. Misschien ook doordat Caelan hier al geruime tijd werkte en ze Sarah ook al gezien moest hebben. Al zou de brunette hem en zijn zusje amper nog herinneren – vermoedde hij – , aangezien ze dagdagelijks mensen zag komen en gaan. Daarbij ging zijn aandacht alleen maar uit naar zijn zusje, iets wat hijzelf ook niet als opmerkelijk bezag, aangezien alle oudere broers aandacht besteedde aan hun kleine zusje en deze behandelde als de kostbaarste diamant ter wereld en plezierde alsof ze de prinses van een schitterend regenboogland was met alleen maar eenhoorns en suikerspinnen als onderdanen.
    Daarbij vermoedde Ian dat Caelan hem gewoonweg niet had opgemerkt al die keren dat hij hier was geweest, aangezien hij in het idee was dat ze haar aandacht meer op andere jongens vestigde. Het was niet bepaald dat hij de stoere, uitermate charmante gast was die menig meisje wist te overreden met zijn charmes. Die hij gewoonweg niet had. Hij was een teruggetrokken knul en was er dus van overtuigd dat Caelan absoluut niet in hem geïnteresseerd zou zijn of ooit zou worden.
    En toch was er dat gevoel aanwezig. Alsof het een kruipend insect in zijn ingewanden betrof, iets wat hij niet kon bewoorden. Alsof ze dichter bij elkaar stonden dan menigeen. Ian weet het aan het feit dat ze beiden lid waren van de cirkel, dat daar die verbondenheid vandaan kwam, maar toch twijfelde hij ook hier aan.
    ‘Doe maar een cappuccino,’ vervolgde hij, om zijn gedachten te overstemmen en om ervoor te zorgen dat er geen stilte viel die nabij het onaangename kwam.

    [Ik heb zo het idee dat het faalt naar het einde toe. Ik weet wat ik bedoel, maar krijg het gevoel dat ik het niet te goed in woorden overgebracht krijg. Dus ik hoop gewoon dat je mee ben in wat ik bedoel :'D En dan heb ik het gewoon vanaf het moment dat Ian The Boathouse binnenstapt XD
    Dat allerlaatste, dat gevoel, wijt ik dus aan het feit van zijn gave en dat ze beiden met een gemis te kampen hebben... al weet Ian dat dus niet... Als er iets fout staat in m'n post - of als je het ergens niet mee eens ben - dan pas ik het gewoon aan.]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    [Ik ga me hier denk ik uitschrijven, wegens tijd- en inspiratiegebrek, sorry :3]


    But I still have this faith in the truth of my dreams.

    [Okay]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Caelan Thalia Fairley
    Na een korte blik op de klok weet ik dat het tijd is om te gaan, omdat ik anders te laat ga komen bij The Boathouse. Al zullen ze me niet ontslaan als ik te laat kom, daarvoor breng ik te veel geld in het laatje. Ik hurk neer bij Bear, die zacht keft. 'Ik ben vanavond weer terug,' mompel ik tegen hem, terwijl ik hem achter zijn oortjes krab. Ik heb al wat water en eten in zijn bakje gedaan, dus dat is klaar. Wat ik met hem ga doen als ik op wereldreis ben, dat weet ik nog niet, maar ik ga hem zeker niet naar het asiel brengen. Misschien dat iemand van de Cirkel op hem kan passen, al weet ik niet zeker of ik ze daarvoor wel genoeg vertrouw. De meeste ken ik niet erg goed.
    Ik slaak een zachte zucht, kom overeind en loop het huis uit nadat ik mijn helm heb gepakt. De deur doe ik achter me op slot, waarna ik naar mijn motor loop, die ik start en waarmee ik naar The Boathouse rijd. Net op tijd kom ik er aan. Aan het gezicht van de eigenaar zie ik dat hij er iets van wilt zeggen, maar nadat ik verontschuldigend naar hem heb geglimlacht doet hij zijn mond weer dicht. Ik leg mijn jas, helm en sleutels in zijn kleine kamertje neer, waarna ik terug loop naar de bar. Druk is het niet, maar dat is het nooit op dit tijdstip. Vanavond zal het wel drukker zijn. Allerlei middelbare scholieren die een poging doen om me over te halen om ze drank te geven, wat nooit gaat gebeuren.
    'Ik ben even weg,' zegt de eigenaar. Ik knik en zodra hij weg is zet ik de radio iets harder, aangezien er nu toch niemand is. Na een tijdje komt er een liedje van Bon Jovi op de radio, die ik daarop nog iets harder zet. Onbewust begin ik me te neuriën en beweeg ik met mijn heupen mee op de muziek. 'Hoi,' zegt iemand ineens wanneer het liedje is afgelopen. Ik schrik er iets van, maar laat het niet merken. Het is Ian. Mijn caramelkleurige ogen kijken wantrouwig, hoelang staat hij daar al? Hij glimlacht vriendelijk naar me. 'Doe maar een cappuccino,' zegt hij dan, voordat ik ook maar de kans krijg om te vragen wat hij wilt. Ik knik en draai me om naar de koffiezetapparaten. Apparaten ja, we hebben hier meerdere, wat waarschijnlijk komt doordat mijn baas zelf een ontzettende koffieliefhebber is. Gelukkig voor Ian hebben we ook een cappuccinoapparaat. Inmiddels ben ik er zo bedreven in dat ik er zelfs een figuur in kan krijgen. Als het bakje gezet is draai ik me weer om naar Ian. 'Een cappuccino voor meneer,' zeg ik. 'Van het huis,' voeg ik er aan toe. 'Dus,' begin ik daarna. 'Zijn er nog interessante dingen gebeurd sinds... jeweetwel?'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Leven?


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ian Tanner II 22 II Lid van de Cirkel II

    Caelan knikte toen Ian haar had laten weten dat hij een cappuccino wilde. Ze draaide zich vervolgens om naar het desbetreffend koffiezetapparaat om zijn bestelling in orde te brengen. Ian glimlachte toen hij het figuurtje zag op de schuim, en griste al in zijn broekzakken, opzoek naar geld toen Caelan ‘Een cappuccino voor meneer,’ uitbracht. Hij had nu eenmaal geen portefeuille en verzamelde altijd alles van geld in zijn zakken.
    Hij had het briefgeld al tussen zijn vingers geklemd toen Caelan er nog snel aan toevoegde dat het van het huis was
    ‘Bedankt,’ sprak Ian gemeend, waarna een gemoedelijke lach zijn mondhoeken plooiden. Feitelijk kwam het meer voort uit het feit dat hij niet echt wist wat hij er nog aan toe moest voegen.
    ‘Dus,’ begon Caelan vervolgens, doordat hij in een verder zwijgen verbleef. ‘Zijn er nog interessante dingen gebeurd sinds… jeweetwel?’
    Ian was enigszins verrast door de vraag, en dit legde zich dan ook in zijn blik. Nochtans herpakte hij zich meteen, doordat hij besefte dat ze hier toch maar met z’n twee waren en er dus openlijk over konden praten, zonder luistervinken.
    ‘Niet echt,’ antwoordde Ian dan ook schouderophalend. Hij groef in zijn geheugen, maar er was echt weinig gepasseerd de afgelopen dagen. Ze waren niet anders geweest dan anders.
    ‘Dat is te zeggen,’ overdacht hij echter al. Hij liet zijn blik op de cappuccino rusten, om Caelan vervolgens terug aan te kijken. ‘Ach, ik weet het niet,’ talmde hij toen. Hij bracht zijn hand naar de achterkant van zijn hoofd en woelde door zijn haar. Hij wist zelfs niet eens hoe hij het moest verwoorden aan zichzelf, dus hoe moest hij het überhaupt uitleggen aan een ander. ‘Misschien komt het wel gewoon omdat ik me er meer bewust van ben, ofzo.’ Ian bleef wat rond de pot draaien, in plaats van te vertellen dat hij gevoelsmatig meer dingen leek op te pikken. Dat hij sneller dan normaal emoties van anderen aanvoelde en zijn intuïtie nog sneller was met het hem vertellen wie te vertrouwen viel en wie niet. Niet dat hij al snel mensen zijn vertrouwen gunde of dat hij echt een gezelschapspersoon was, maar wanneer hij over straat liep, kreeg hij sneller dan voordat hij lid was geworden van de cirkel, een naargeestig gevoel in zijn onderbuik wanneer hij langs bepaalde mensen liep.
    ‘Het is niks,’ besloot hij toen, de gedachten zo van zich afgooiend. Het was nu ook niet iets opmerkelijks ofzo, of spectaculair.

    [ bericht aangepast op 5 juni 2013 - 11:20 ]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Shane Noel Fulton

    Als ik haar een compliment over haar naam geef, worden haar wangen opnieuw rood. Als ik vraag of haar ouders die naam zelf bedacht hebben en ik me omdraai begint ze weer te stotteren. "Ik eh, weet het n-niet," antwoord ze. ''Ik d-denk dat ze het g-gewoon ergens gelezen hebben. Volgens mij betekent h-het iets van m-melodie..." weet ze me te vertellen. Als ik me omdraai staart ze alweer naar haar voeten. "Mooie betekenis." zeg ik er maar op, omdat ik verder niets weet. Ik wil haar nou ook weet niet teveel in verlegenheid brengen. Volgens mij word het haar dood nog eens.
    Plotseling vliegt er een vogel naar binnen door de openstaande deur heen, waardoor Arya zo schrikt dat ze een gilletje slaakt en tegen één van de stapels met dozen aan botst. Natuurlijk flikkert de inhoud gelijk over de grond. Dit meisje is echt het toppunt van onhandigheid. Zelf beland ze uiteraard ook op de grond, met een rood hoofd. Ik let niet echt op wat er uit de doos is gevallen, maar meer op haar. "H-het spijt me!" stamelt ze zachtjes, waarna ze alles alweer begint op te ruimen. "Het geeft niet, zolang jij maar oké bent." antwoord ik snel. Mijn blik valt op de boeken die ze in de doos aan het doen is. Verdomme, die hadden hier helemaal niet moeten zijn! Ik was deze dozen al een tijdje kwijt, ze hadden boven moeten blijven.
    Arya schijnt ook te merken dat de boeken vreemd zijn, haar ogen worden spontaan groter. "Shit," vloek ik zacht binnensmonds. Nu gaat ze vast aan haar ouders vertellen dat hun nieuwe buurman een freak is. Zo kom ik nooit tot mijn doel. Pas als de radio plotseling luid aanspringt besef ik me dat er iets vreemds is gebeurt. De boeken vallen uit haar handen. Mijn ogen zijn ondertussen ook groter geworden. Dit kan niet waar zijn, een heks? In mijn huis? Dit is pas de eerste dag dat ik hier ben, zoveel geluk heb ik volgens mij nog nooit gehad. Maar voor mij is dit wel de perfecte kans om bevriend met haar te worden, als ze tenminste niet al doorheeft wát ik ben, en de rest van de cirkel te leren kennen. Ik geloof niet dat ze het weet, anders was ze wel al weg geweest.
    "Het was niet de bedoeling dat je die zag," mompel ik, alsof ik lichtelijk beschaamd ben en de boeken die zij net liet vallen optil en snel terug in de doos stop. Hierna loop ik snel naar de radio en druk ik die uit, waarna ik mezelf op Arya richt. "Dat deed jij, hé? Ongelofelijk, dit is de eerste dag dat ik hier ben en gelijk staat er een heks voor mijn neus! Ik wist niet eens dat ze in Chance Harbour waren!" ratel ik op een gespeelde enthousiaste manier. Op mijn gezicht verschijnt de bekende glimlach met kuiltjes. "Oh Arya! Nu voel ik me gelijk thuis, dank je wel!"


    Your make-up is terrible

    Arya Selene Ravensdale
    Ik kan mezelf nu echt wel slaan, vervloeken of iets dergelijks. Hoe kan ik nou zo onnozel zijn dat ik de radio aan laat gaan. Er verschijnen tranen in mijn ogen als ik terug denk aan wat Roxy tijdens geschiedenis had gezegd. Misschien ben ik wel echt nergens goed voor. Mijn lip begint iets te trillen, een teken dat ik op het punt sta om te gaan huilen, waarop ik me snel omdraai omdat ik niet wil dat Shane het ziet, hij vindt me vast al raar genoeg. Het zal me ook niet veel verbazen als hij zich zou bedenken en hier niet meer wilt wonen.
    'Het was niet de bedoeling dat je die zag.' Iets verwart kijk ik op, alweer helemaal vergeten wat er net gebeurd was. Die boeken, die maar één dingen kunnen betekenen... Ik schud mijn hoofd. Nee, dat kan nooit, dat zou wel erg toevallig zijn. Wanneer Shane bukt om de boeken op te rapen veeg ik snel een traan van mijn wang. Vervolgens loopt hij naar de radio, die hij uit zet. Als hij zijn aandacht weer op mij richt, richt ik mijn lichtblauwe ogen op de grond. 'Dat deed je, hé? Ongelofelijk, dit is de eerst dag dat ik hier ben en gelijk staat er een heks voor mijn neus!' Mijn ogen worden groot wanneer hij dat zegt, en ik begin nerveus en zenuwachtig, zover ik dat nog niet was, om me heen te kijken. 'Ik wis niet eens dat ze in Chance Harbour waren! Oh Arya! Nu voel ik me gelijk thuis, dank je wel.' Ik word weer afgeleid door zijn schattige glimlach, waarna ik lichtjes mijn hoofd schud en half struikelend achteruitloop. 'I-ik weet niet w-waar je het over h-hebt,' stamel ik. 'Ik m-moet maar eens g-gaan!' vervolg ik snel, waarna ik me omdraai en onhandig tegen de bank op bots.


    [Caelan komt morgen]


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Shane Noel Fulton

    Arya lijkt super nerveus te worden van wat ik zeg, maar ik praat gewoon door. Voor een moment staart ze me aan, waarna ze lichtjes met haar hoofd begint te schudden en half struikelend achteruit begint te lopen. "I-ik weet niet w-waar je het over h-hebt," stamelt ze. "Ik m-moet maar eens g-gaan!" vervolgt ze snel, volgen mij ter plekke verzonnen, waarna ze zich omdraait en natuurlijk tegen mijn bank op botst. Ik frons even, ik zou bijna geloven dat ze geen idee heeft wat er allemaal aan de hand is door haar onhandigheden.
    "Voorzichtig!" roep ik spontaan uit, niet omdat ik bang ben dat ze iets van mijn spullen kapot maakt, maar dat ze eindigt met allerlei blauwe plekken. Ik snel naar haar toe, wat maar enkele stappen is. "Je word jezelf nog eens fataal, kalmeer eens," mompel ik als ik bij haar ben. Voorzichtig pak ik haar handen vast, ook zodat ze nu niet snel meer weg kan rennen. Ik heb het gevoel dat ik haar niet snel meer terug zie. Ze is echt een bang eendje. "Haal eens diep adem, Arya, en kalmeer. Heb je jezelf ergens bezeerd?" vraag ik op een serieuze toon.
    Ik kijk haar ietwat bezorgd en met een redelijk serieuze blik aan. Ik had moeten weten dat ze zo zou reageren op mijn plotse woorden, want ze gedraagt zich al de hele tijd zo angstig en nerveus. Ondertussen ben ik echt kwaad op mezelf omdat ik niet beter nagedacht heb en het anders aangepakt heb. Toch probeer ik deze woede op mezelf niet naar buiten te brengen en enkel Arya nu te kalmeren met een bezorgde blik en haar handen zacht in die van mij te houden.


    Your make-up is terrible

    Caelan Thalia Fairley
    De vraagt lijkt Ian te verrassen, dat is duidelijk te zien in zijn ogen. Uiteindelijk lijkt hij toch dat de conclusie te komen dat we hier gewoon kunnen praten, aangezien wij hier de enige zijn. 'Niet echt,' antwoordt hij schouderophalend. 'Dat is te zeggen.' Hij kijkt kort naar zijn cappuccino, en daarna terug naar mij. 'Ach, ik weet het niet. Misschien komt het wel gewoon omdat ik me er meer bewust van ben, ofzo.' Er valt een stilte. Inmiddels ik er ook alweer een nieuw lied begonnen, volgens mij eentje van Shakira, de titel weet ik niet. 'Het is niks,' zegt hij uiteindelijk nog. Nu haal ik mijn schouders op. Volgens mij is er wel degelijk iets, maar als hij het niet wilt vertellen, dan is het zijn probleem, niet het mijne.
    Niet veel later beginnen er wat meer mensen binnen te druppelen en ik besluit om de radio maar wat zachter te zetten. Er zijn vast nog wel meer mensen die luide muziek wel kunnen waarderen, maar er zijn ook altijd typetjes die om alles kunnen zeuren. Verschrikkelijk zijn ze, dat soort klanten. Mijn voorspelling van eerder is ook tevens juist, aangezien er ook wat jonge broekies naar binnen lopen, die vast denken dat ze wat alcohol kunnen kopen. De oudst uitziende van de jonge broekies loopt naar de bar, terwijl zijn vriendjes aan een tafel gaan zitten. 'Vijf bier,' zegt hij, met een zogenaamd lage stem. 'ID graag.' Hij werpt een korte blik op zijn vrienden. 'Die heb ik niet bij me.' Ik glimlach triomfantelijk. 'Dan kan ik je ook geen bier geven. Ga nu maar weer terug naar je ballenbak.' Het is goed dat mijn baas er niet is, die had me vast een standje gegeven voor dat laatste.
    Ik loop terug naar Ian en ga op de bar zitten. 'Ze worden steeds irritanter, die kleine schooljochies. Het wordt tijd dat je een bepaalde leeftijd moet hebben om hier naar binnen te komen.'


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Arya Selene Ravensdale
    'Voorzichtig!' roept Shane uit, wanneer ik tegen zijn bank op ben gebotst. Ik bijt kort op mijn lip, hij is vast bang dat ik zijn bank kapot maak. Dat zou me eigenlijk ook niet verbazen als dat zou gebeuren, ik ben onhandig genoeg om dat voor elkaar te krijgen. Ik heb tenslotte ook al een stapel dozen om gegooid. Het scheelde ontzettend dat daar geen breekbare spullen in zaten, anders was ik op een berg glas beland en het ik waarschijnlijk naar de dokter gemoeten. Ik houd niet echt van de dokter, en bovendien zou dat mijn klasgenoten nog een reden geven om nare dingen te zeggen.
    Shane loopt naar me toe. 'Je wordt jezelf nog eens fataal, kalmeer eens.' Mijn blik wend ik op de grond. Hij denkt nu vast dat ik één of andere dramaqueen ben omdat ik zo doe. Plots pakt hij met zijn grote handen, mijn kleine handen vast waardoor er een verbaasde blik in mijn ogen verschijnt en die gaat natuurlijk gepaard met de bekende rode blos op mijn wangen. Zijn handen voelen warm aan, maar toch zou ik het liefste wegrennen.
    'Haal eens diep adem, Arya, en kalmeer. Heb je jezelf ergens bezeerd?' Zijn stem klinkt serieus en het lijkt alsof hij me iets bezorgd aankijkt, maar daar vergis ik me vast over. Je kan niet zorgen maken om iemand die je niet kent, vooral niet als diegene ook nog eens al je spullen omgaat. Lichtjes schud ik mijn hoofd, bij wijze van antwoord op zijn vraag. 'Ik heb geen pijn,' antwoord ik op een zachte toon. Mijn bovenbeen doet wel wat pijn, maar dat vertel ik niet. Er is ook nog die andere pijn, die mentale pijn, maar dat gaat hem niks aan.
    Zachtjes probeer ik mijn handen los te trekken, maar dat gaat niet omdat hij ze zo stevig vast heeft. Denk Arya, denk. 'Wil je mijn poesjes zien?' flap ik er dan, me er niet van bewust dat dat erg verkeerd kan klinken. 'Ze zijn eh, erg k-klein en nog maar een p-paar weken oud,' vervolg ik zachter en stamelt, iets beschamend over mijn plotselinge vraag.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Ian Tanner II 22 II Lid van de Cirkel II

    Caelen vroeg niet door, toen ze hem gevraagd had of er bij hem nog iets interessants was gebeurd en hij wat rond de pot draaide. Ze haalde haar schouders op en liet het er verder bij. Iets wat Ian zeker wel apprecieerde, aangezien hij er gewoonweg niet van hield wanneer mensen hun neus in andermans zaken staken.
    Niet veel later kwamen er meer mensen binnen stromen, en Caelen zette de radio wat zachter waardoor het stemgeluid van Shakira afzwakte. Ian glimlachte ongezien, aangezien het duidelijk aan haar te zien was dat ze zich ergerde aan het feit dat je er altijd zeikerds tussen had zitten. Ian vermoedde ook dat als het aan haar moest liggen, de muziek de hele dag keihard zou staan.
    Uiteindelijk stapten er een vijftal guppies binnen, en Ian sloeg het groepje geamuseerd gade. Ze gingen aan een tafeltje zitten en de oudst uitziende stapte op de bar af. Hij nam een slok van zijn cappuccino, terwijl het broekie typisch genoeg vijf bier bestelde en Caelen naar zijn ID vroeg. Vermakelijk keek hij erop toe hoe het knulletje - goed geprobeerd - uitbracht dat hij deze niet bij had. Hij stikte echter zowat in zijn slok, toen Caelen het guppie wegstuurde met de woorden dat hij maar terug moest gaan naar zijn ballenbak. Het was werkelijk onverbeterlijk. Zijn grijns werd dan ook zowaar breder, toen Caelen terug naar hem toeliep en op de bar ging zitten.
    ‘Ze worden steeds irritanter, die kleine schooljochies. Het wordt tijd dat je een bepaalde leeftijd moet hebben om hier naar binnen te komen,’ zei ze toen. Ian zette zijn cappuccino op het blad van de bar en keek haar met een geamuseerde twinkeling aan.
    ‘Je kan ze wel de baas,’ zei hij toen vergenoegd, knikkend naar het groepje kneuters dat afdroop om ergens anders een poging te wagen om alcohol te krijgen.

    [Een beetje flut met weinig toevoeging, maar ik ben momenteel een beetje inspiloos, maar wilde je toch niet langer laten wachten. Kan je niet verder erop, laat je het me maar weten en dan poog ik toch nog ietsje bij te schrijven.]


    “If you can smile when things go wrong, you have someone in mind to blame.”

    Shane Noel Fulton

    Het arme meisje schud lichtjes met haar hoofd als ik vraag of ze zichzelf ergens bezeerd heeft, al lijkt het me sterk van niet. "Ik heb geen pijn," antwoord ze nog zachter dan eerder en haar stem klinkt wat dik, waarschijnlijk door de tranen die in haar ogen geschoten zijn. Haar ogen zeggen heel iets anders dan ze zegt, waardoor ik haar ook niet geloof. Toch besluit ik om er niet door over te gaan, als zij 'nee' zegt heeft ze daar vast ook wel een reden voor. Volgens mij gaat er al genoeg door haar heen en ik ga haar niet tot dingen proberen te dwingen die het misschien allemaal erger kunnen maken. Straks valt ze nog eens bewusteloos neer of zo, je weet maar nooit.
    Ik voel amper dat ze haar handen los probeert te trekken, aangezien mijn donkere ogen nog bezorgd op haar blijven hangen, haar een stille kans proberen te geven om haar antwoord nog te wijzigen. Dit doet ze echter niet, ze beging over iets heel anders, waarschijnlijk expres. "Wil je mijn poesjes zien?" vraagt ze plots, het klinkt alsof ze het er zo uit flapt en ik trek mijn wenkbrauw verbaasd op. Ik weet niet wat ze bedoeld, maar ik weet niet of ik er wel op in moet gaan. "Eh..." begin ik, maar gelukkig onderbreekt Arya me met haar zachte stem met een verduidelijking.
    "Ze zijn eh, erg k-klein en nog maar een p-paar weken oud," Het is nog zachter dan eerder en ze begint weer te stamelen. "Babypoesjes!" zeg ik iets opgelucht. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht als ik besef dat ze het over babypoesjes heeft en ze me nota bene zojuist in haar huis uitgenodigd heeft. Het had ook niet beter kunnen gaan. Snel laat ik haar handen los en krab ik even aan mijn achterhoofd terwijl ik iets schaapachtig grinnik, lichtelijk beschaamd dat ik haar eerste woorden anders opvatte dan ze het eigenlijk bedoeld had. Ik hoop maar dat ze dat in ieder geval niet merkte.
    "Natuurlijk! Ik zou ze graag willen zien. Ik hou van dieren," glimlach ik gelijk. "Hoe oud zijn ze?" Ik maak een gebaar dat Arya me voor moet gaan naar buiten, waarna ik haar achterna ga en de deur achter ons sluit en voor de zekerheid nu op slot draai. De sleutel steek ik weg in mijn achterzak en ik hoop dat Arya het heelhuids naar haar huis haalt met mij erbij. Daarbij hoop ik ook niet dat er een rare situatie ontstaat met haar ouders erbij. Ik voel me plotseling een beetje oud. Dit meisje is niet ouder dan 16 of 17, ik ben zelf heel wat ouder en ga met haar mee naar huis nadat ik haar in mijn huis uitgenodigd heb. Mensen zouden nog iets kunnen gaan denken en dat moet ik niet hebben. Zo onopvallend mogelijk zijn, dat is wat ik normaal doe.


    Your make-up is terrible

    Arya Selene Ravensdale
    'Babypoesjes!' zegt Shane opgelucht. Er verschijnt een lichte frons op mijn gezicht, wat zou ik anders bedoelen? Ik kijk hem dan ook iets verward aan. Op zijn gezicht staat nu een glimlach en hij laat mijn handen los. Met een wat schaapachtig gegrinnik krabt hij aan zijn achterhoofd. 'Natuurlijk! Ik zou ze graag willen zien. Ik hou van dieren,. Hoe oud zijn ze?'
    'Ze zijn v-vijf weken oud,' antwoord ik.
    Hij gebaart dat ik hem voor naar buiten, moet gaan, wat ik doe.
    Als we bij mijn voordeur staan, open ik de deur met de sleutel die onder de mat ligt. 'Ik ben thuis, mam!' roep ik. Geen antwoord. 'Oh, mijn moeder is waarschijnlijk boodschappen doen,' mompel ik. Ik weet niet of ik haar momenteel liever wel of juist liever niet thuis heb. 'De k-katjes zitten meestal in m-mijn kamer,' zeg ik zacht tegen Shane, waarna ik de trap op loop, naar boven.
    In mijn kamer aangekomen zie ik dat twee van de katjes, Luca en Bimi, onder mijn gordijn van kraanvogels zitten, en speels tegen de papierenvogeltjes aan slaan. Het kostte me veel tijd om die slinger te maken, maar als de katjes eentje kapot maken, dan kan ik zo een nieuwe maken.
    'Eh, ga maar e-ergens zitten,' zeg ik, terwijl ik op het bed ga zitten. Tot mijn verbazing gaat hij ook op mijn bed zetten. Mijn wangen kleuren weer rood. Kalm blijven, Arya. Blijf kalm. Het katje dat op mijn bed lag, loopt naar Shane toe en drukt haar kopje nieuwsgierig tegen hem aan. Zo te zien mag ze Shane wel, want ze kruipt op zijn schoot. Vervolgens zet ze haar klauwtjes in zijn shirt, en klimt ze zo omhoog. 'Niet doen, Minka!' mompel ik zacht. Het haalt natuurlijk niks uit en ze klimt verder omhoog, tot de hoogte van het zakje op zijn shirt, waar ze zichzelf in wurmt. Kort bijt ik op mijn lip. 'S-sorry daarvoor, als j-je het irritant vindt mag je h-haar er gewoon uithalen,' zeg ik zacht. 'Ik eh, ga wel even wat d-drinken halen,' zeg ik, waarna ik snel uit de kamer verdwijn.


    To the stars who listen — and the dreams that are answered

    Shane Noel Fulton

    "Ze zijn v-vijf weken oud," antwoord ze als ik vraag hoe oud ze zijn. Ik glimlach en ze gaat me voor naar buiten, waarna ik haar naar haar huis volg. Arya opent de voordeur met de sleutel onder de mat, heel handig. Nu weet ik gelijk waar die ligt mocht ik hem nodig hebben, perfect. "Ik ben thuis, mam!" roept ze luid door het huis als we naar binnen stappen, maar er komt geen antwoord. "Oh, mijn moeder is waarschijnlijk boodschappen doen," mompelt ze haast onverstaanbaar. "Hm, dan hoop ik maar dat je geen enge moordenaar bent," grap ik met een lachje.
    "De k-katjes zitten meestal in m-mijn kamer," zegt ze zacht, waarna ze de trap op loopt. Volgens mij heb ik haar alweer bang gemaakt, ik moet mijn mond eens leren houden. Ik volg haar nu maar in stilte. Het huis is iets anders ingedeeld dan mijn huis, volgens mij zitten er ook meer deuren op de bovenverdieping. Ik heb maar drie kamer. Mijn slaapkamer, de kamer waar ik alles bewaar en iets wat ooit omgetoverd moet worden tot logeerkamer, maar nu volstaat met allerlei troep. Dat zal de komende tijd ook wel zo blijven, denk ik.
    Er zitten meerdere katjes in haar kamer, twee ervan spelen met papieren vogeltjes die opgehangen zijn. Geïnteresseerd kijk ik rond, dit is inderdaad de kamer die ik kan zien vanuit mijn raam. Als ik door het raam kijk zie ik mijn nog lege kamer aan de overkant. Haar kamer is wel redelijk klein en echt meisjesachtig. De kleuren zijn zacht en fris, het ziet er wel leuk uit.
    "Eh, ga maar e-ergens zitten," zegt ze, waarop ik haar voorbeeld volg en op het bed ga zitten. Als ik naar Arya kijk zie ik dat haar wangen opnieuw rood zijn en ik kan het niet laten om iets te glimlachen. Het katje op het bed staat op en drukt het kopje nieuwsgierig tegen mij aan, waarop ze op schoot kruipt. Met een ietwat vertederde glimlach begin ik het kleine beetje te aaien. Ik moet zachtjes lachen als het katje besluit om omhoog te klimmen. "Niet doen, Minka!" mompelt ze zacht tegen het katje, maar natuurlijk luistert het niet en klimt het gewoon omhoog, om zichzelf vervolgens in mijn borstzak te wurmen waardoor ik opnieuw moet lachen.
    Arya lijkt een beetje beschaamd door dit gedrag van haar katjes en bijt op haar lip. "S-sorry daarvoor, als j-je het irritant vindt mag je h-haar er gewoon uithalen," zegt ze er op. Ik haal mijn schouders opnieuw iets op. "Het geeft niet, het zijn nou eenmaal katten." glimlach ik haar toe. Hierna staat ze plots op. "Ik eh, ga wel even wat d-drinken halen." zegt ze en ze verdwijnt al haar kamer op. Ik trek mijn wenkbrauw iets op, maar het komt mij wel goed uit. Met het katje nog altijd in mijn zak sta ik op en begin ik haastig rond te kijken en wat rond te zoeken, in de hoop dat ze haar Book of Shadows hier heeft liggen.
    Ik raak al snel ietwat gefrustreerd en als ik haar voetstappen weer hoor, gris ik snel twee andere katjes van de grond af en ga ik ermee op het bed zitten, zodat het lijkt alsof ik niets gedaan heb. De jonge katten beginnen gelijk over mijn schoot heen te kruipen. "I'm the catman!" zeg ik lachend tegen Arya als ze weer binnen komt. "Ik heb het normaal eigenlijk meer op honden, maar zulke koppies kan toch niemand weerstaan?" Ik pak één van de katjes op en houd hem naast mijn gezicht terwijl ik naar Arya kijk en probeer even schattig te kijken als het beestje.


    Your make-up is terrible