• Dit speelt zich in de tijd dat zweinstein net is opgebouwd, de kinderen gaan weer naar school. De leerlingen beginnen weer opnieuw met leren. Vele kinderen zijn gestorven van de oorlog, ze hadden dapper meegevochten. Als het jaar weer begint zijn de meeste leerlinge bang..... Bang dat er weer een oorlog zou komen. Maar ze vechten er dapper door heen.

    Regels:
    -Niemand is perfect
    -Niet schelden
    -Probeer minstent 2x per week te reageren.
    - gebruik ABN
    -Probeer 2 of 3 regels te schrijven meer mag natuurlijk ook.
    -Probeer in de IK-vorm te schrijven
    -16+ mag maar doe wel onder spoiler zodat jongeren kinderen het niet hoeven te lezen.



    Personage's:
    -Hermelien Griffel- Griffoendor-Zala (Gereseveerd)
    -Ginny Wemel: Griffoendor-MyselfOnly
    -Loena Leeflang: Ravenclaw- Reksje
    - Proffesor Anderling ( Schoolhoofd)

    Zelfbedachte personage's (maximaal 20)

    -Lynn-Ravenclaw-Einmana
    -Onbekend-Slyntherin-Luna2013 (Gereseveerd)
    -Tanzi-Slytherin-Yoko
    -Camile-Ravenclaw-Reksje
    -Elaenor-slytherin-Nyl
    -
    -
    -
    -
    -
    -
    -
    -
    -
    -
    -
    -
    -
    -

    Lijst:
    Naam:
    Leeftijd:
    Afdeling:
    Karakter:
    Uiterlijk:
    Patronus:
    Stok:
    Extra:


    PraatTopic:Klik hier!
    RollentopicTopic:Klik hier!
    Veel plezier ^^

    Hoe het begint {Dag 1}
    Het is zondagmorgen, dus niemand heeft les. Het regent buiten heel erg. Iedereen is net wakker.

    [ bericht aangepast op 17 april 2014 - 17:49 ]


    Wees jezelf, er zijn zoveel anderen.

    (Ik ga Loena en Camile soms samen doen, soms ook apart. Ligt eraan.)

    Camile Wakefield

    Ik word wakker door de wekker. Als ik opsta zie ik dat er al een bed leeg is, Loena is al wakker. Ik pak mijn broek en me trui en ik kleed me om. Snel loop ik naar de badkamer. Loena staat daar ook. Ik grijns naar haar. 'Wat is er?' vraagt ze dromerig.
    'Owh, niks hoor.' Ik pak me kam en kam me haar. Zelf kan ik best goed met mensen omgaan, alleen ik wil ook wel eens alleen zijn. Mensen vinden mij altijd een prater. Ik praat gewoon veel, ik zeg wat ik denk, nou en. 'Kom je mee naar beneden?' Ze begint me onderzoekend aan te kijken, dat doet ze wel vaker. Ik pak haar hand en sleep haar mee. Snel rennen we naar de grote zaal, we gaan allebei zitten.


    Wees jezelf, er zijn zoveel anderen.

    Tanzi

    Ik word wakker. Ik kijk om me heen en zie dat iedereen nog slaapt. Ik sta op en open de gordijnen. Ik zie het licht van de volle maan door de plenzende regen heen . Op de een of andere manier heb ik echt zin om naar buiten te gaan, ook al regend het zo ontzettend. Ik ga weer op mijn bed zitten en pak een paar schoolboeken, terwijl ik diep zucht. Maar toch wil ik goed kunnen presteren en begin met lezen. Slapen lukt nu toch niet meer.

    (Sorry, er was wat mis gegaan en toen weer niet, du heb ik een deel herschreven. Maar het houdt hetzelfde in. Ik ben een beetje moe en in de war)

    [ bericht aangepast op 17 april 2014 - 21:42 ]


    Let's go outside and all join hands, but until then you'll never understand…

    (Yoko je kan beter je karakternaam boven aanz etten net zoals ik het doe dan is het duidelijker voor de andere mensen)


    Wees jezelf, er zijn zoveel anderen.

    Lynn

    Ik hoor zacht gemompel van boven. Ik wrijf in mijn ogen en ga rechtop zitten in mijn ben. Ik staar wat suffig voor me uit en kijk achterom. De gordijnen zijn al open. Het is nog pikdonker buiten en je hoort het zachte tikken van de regen tegen de ruiten aan. Ik kijk op mijn wekker. Vijf uur. Ik zucht en ga weer liggen. Geërgerd luister ik naar het gemompel van boven. Waarom moeten ze altijd zo vroeg wakker zijn? Het is zondagmorgen! De enige dag dat we een beetje kunnen uitslapen wordt weer eens verpest . Kreunend verstop ik me onder mijn dekens en stop mijn wijsvingers in mijn oren. Argh... laat ze ophouden met praten. Denk ik bij mezelf.


    It took me four years to paint like Raphael, but a lifetime to paint like a child - Pablo Picasso

    Ginny Wemel
    Ik sta in het midden van de grote zaal. Helemaal alleen. De afdelingstafels zijn verdwenen en ik voel hoe de kou zich in me dringt. Ik huiver en kan me niet bewegen, alsof ik van steen ben gemaakt, of van ijs, aangezien ik me breekbaar voel. Ik weet niet waarom, het is een gevoel dat ik niet kan plaatsen.
    'Ginny.' Ik kijk op. Het is hem en zijn perfecte, bleke gezicht. Hij staat er verloren bij. Zijn ogen gericht op de grond onder zijn voeten. Hij neemt niet eens het genoegen om me aan te kijken. Ik kan het wel begrijpen. Mijn gezicht is vast geen gezicht dat hij nog vaak zou willen zien. Zijn stem overdonderd me. Het is een hele vreemde stem die zoveel op de zijne lijkt, maar ook te perfect is voor zijn stem, die ik nooit meer zou horen. Ik kan geen geluid over mijn lippen krijgen, maar hem lukt het wel.
    'Waarom?' Dat ene woordje, die ene fluistering laat mijn hard bijna stoppen. Er is geen boosheid te vinden in zijn stem, maar iets veel ergens. Teleurstelling. Hij is teleurgesteld in mij.
    'Ik weet het niet.' Mijn stem klinkt in paniek, de toon waarop ik spreek laat duidelijk merken dat ik op het punt sta om in huilen uit te barsten.
    'Je had me kunnen redden Ginny, je had me kunnen beschermen.' Elk woord van wat hij zegt is als een mokerslag voor mij.
    'Ik weet het.' Het is slechts een fluistering, maar ik weet zeker dat hij het heeft gehoord. Op dat moment kijkt hij op. Ik schrik als ik in zijn prachtige ogen kijk, die langzaam steeds zwarter worden. Integendeel tot net is er nu duidelijk woede te vinden in zijn gelaatstrekken. Zijn beeldschone handen die samen met hem zijn teruggekeerd uit de dood vormen zich tot knokkels. Ik schrik heel erg als ik zie wat er met hem gebeurt. Hij trilt steeds meer en zijn handen en gezicht lijker donkerder te worden. Razend loopt hij op me af en ik ren weg. Het is een kinderachtige reactie, maar ik ren weg. Het is een reactie die ik zal geven als ik iemand zie die me zou willen vermoorden. Tranen stromen over mijn wangen en mijn gegil barst los als ik merk hoe ik momenteel over hem denk. Ik ben bang voor hem, voor mijn eigen broer. Gehaast kijk ik achterom zodat mijn rode haar op en neer zwiept. Zijn ogen zijn helemaal zwart geworden en zijn hele lichaam barst uit elkaar en veranderd in iets anders. Een zwerm zwarte raven storten zich op mij en tot mijn verbazing merk ik dat ik zelfs met al dat rennen, geen centimeter dichter bij de uitgang van de grote zaal ben gekomen. Mijn gegil wordt erger en terwijl al de raven op mij duiken, merk ik dat ik niet bang ben voor hen, maar voor het feit dat ik nu zeker weet dat de ziel van mijn broer Fred niet meer is, en het is mijn schuld.


    [Dit is Ginny's droom, voor iedereen die het niet begrijpt. Het is erg vaag, maar dromen horen vaag te zijn, toch?]


    "Happiness can be found, even in the darkest of times.. if one only remembers.. to turn on the light." —Albus Dumbledo

    Eleanor

    Het eerste wat ik hoor is regen dat tegen de ramen kletst. Ik zucht zacht en ga op mijn buik liggen. Ik heb nog helemaal geen zin om op te staan. Maar het licht van buiten komt binnen wanneer iemand de gordijnen opent. Ik kreun even en ga in kleermakerszit zitten. Ik heb nog een wazig beeld dus ik wrijf een paar ik keer in mijn ogen. Mijn ogen zakken naar mijn koffer, ik zou me eigenlijk al moeten aankleden. Alhoewel... Ik keek naar de klok en laat me daarna weer op mijn rug vallen. Het is nog maar vijf uur, kom op. Wie is er dan al waker? Maar ach, nu zou ik zeker niet meer in slaap kunnen vallen. Zuchtend laat ik mijn benen van het bed zaken en ga rechtop staan. Direct liep ik naar de badkamer. Waar ik mijn haar begon door te kammen. Omdat mijn haar een beetje krult heb ik wel een paar knopen. Normaal doe ik mijn haar in een staartje voor het slapen maar ik was het blijkbaar vergeten vorige avond. Ik draai me even om en zie dat Tanzi al wakker is. Maar de rest lijkt nog in slaap te zijn. Dus ik ga door met het kammen van mijn haar. Wanneer dat klaar is ga ik weer naar de kamer.
    Daar kleed ik me snel om en ga op mijn bed zitten. Ik staar naar de schoolboeken op een van de kastjes. Ik pak mijn toverstok van mijn nachtkastje en loop richting de deur. 'Ik ga naar de hal, voor die die meegaan,' zeg ik nog voor ik door de deur verdwijn. Ik stap traag door de kerkers en let niet op of iemand me is gevolgd of niet. Wanneer ik in de grote zaal kom loop ik direct naar de Slytherin tafel zonder ook maar iemand een blik waardig te geven. Ik ga ergens vanvoor zitten, op een van mijn vaste plekken. En daar wacht ik tot het eten te voorschijn komt, zoals altijd. Stilletjes begint me het door te dringen dat de grote zaal drukker en drukker wordt. Ik staar suf voor me uit en droom weer weg...

    [ bericht aangepast op 17 april 2014 - 17:15 ]


    made a list of my regrets and you were the first, love

    Camile Tightfield

    Als ik zie dat ik mijn stok ben vergeten zeg ik tegen Loena dat ik boven even me stok ga halen. Ze knikt. Snel ren ik naar boven eenmaal in de leerlingen kamer van Ravenclaw begin ik rustig te lopen. Ik ga terug naar me kamer. Daar zie ik me stok liggen en ik zie dat iedereen uit me kamer al wakker is. Ik begroet Jessy, Dan pak ik me stok. Ook pak ik meteen me gewaad en doe hem aan. Ik ren snel naar beneden, ik zie Loena daar nog steeds zitten met een paar andere vriendinnen. Ik ga weer naast Loena zitten. Dan is het eten verschenen, ik schep rustig iets op. Ik begin een gesprek over eenhoornen met m'n vriendinnen. Jessy komt uiteindelijk ook naast ons zitten. Dan word het gesprek serieuzer het gaat over de oorlog enzo.

    (Wie wilt er naast ons zitten,zelfs als je een jaartje jonger bent, maakt niet uit wie. Dat heb je wat te doen.)

    [ bericht aangepast op 17 april 2014 - 20:10 ]


    Wees jezelf, er zijn zoveel anderen.

    (Sorry voor als ik het verkeerd heb gedacht, maar hebben kerkers ramen of niet? Want ik dacht dus van wel maar nu twijfel ik)

    [ bericht aangepast op 17 april 2014 - 21:49 ]


    Let's go outside and all join hands, but until then you'll never understand…

    (Je ze hebben ramen)


    Wees jezelf, er zijn zoveel anderen.

    Ginny Wemel
    Ik gil mezelf wakker, banend in mijn eigen zweet. Gelijk spring ik uit mijn bed. Het maakt niet uit hoelaat het is. Ik wil niet meer gaan slapen, nooit meer. Tranen vullen mijn ogen en stromen over mijn wangen. Terwijl ik huil kleed ik me aan, gewoon om iets te doen te hebben. Ik weet zeker dat ik weg moet van deze kamer. Ik heb afleiding nodig. Nu meteen. Ik zie er vast gestoord uit met mijn warrige haren en uitpuilende ogen. Het zal me niet eens verbazen als mijn shirt verkeerd om zit, maar ik hou er op dit moment even geen rekening mee. De beelden van mijn droom branden nog hevig na op mijn netvlies. Sinds de dag dat hij stierf heb ik de dromen en onderhand ben ik er vrijwel zeker dat het mijn schuld is dat hij er niet meer is. Als ik gewoon mee had mogen vechten vanaf de eerste oorlogskreten, dan had ik vast iets kunnen doen. Het maakt ook allemaal niet meer uit. Ik was te laf om nog verder tegen de bevelen van mijn moeder in te gaan en ik heb daar zitten wachten, terwijl hij vocht voor zijn leven en me nodig had. Hij had iemand nodig om hem te redden en ik had die iemand kunnen zijn.
    Als ik de grote zaal inloop, knipper ik een paar keer met mijn ogen. Elke keer als ik hem binnen loop, zie ik een seconde lang al die lijken liggen op de grond. Eén seconde is al genoeg om me gek te maken. Automatisch loop ik naar de tafel van Ravenklauw toe. Het hele jaar heb ik al niet aan de tafel van Griffoendor gezeten, omdat Fred ongeveer daar lag bij zijn dood. Te veel herinneringen. Dit jaar ben ik haast overgestapt naar Ravenklauw. Ik eet bij ze, waardoor ik ook me ze om ga. Ik let goed op bij de lessen en ik leer meer dan ooit tevoren. Ik doe alles om maar niet aan hem te durfen denken.
    Aan de tafel van Ravenklauw merk ik al snel Loena en Camile op. Net zoals altijd ga ik bij ze zitten, zonder de tafel van Griffoendor ook maar enige blik te gunnen.


    "Happiness can be found, even in the darkest of times.. if one only remembers.. to turn on the light." —Albus Dumbledo

    Camile Tightfield

    Als het gesprek over de oorlog is geëindigd, komen de uilen eraan. Ik kijk of er een brief voor mij er bij zit. Er is geen brief voor mij, maar wel de krant. 'Arg, ik heb geen zin in de krant.' Ik schuif de krant naar voren. Ginny komt bij ons zitten, zoals altijd. 'Hoi.' zegt ik opgewekt. 'Hallo.' zegt Loena weer een beetje dromerig.
    'Wil je de krant?' vraag ik. Zonder dat ze heeft gereageerd schuif ik de krant naar haar toe. Ik schenk wat drinken voor me zelf in. 'Willen jullie ook?' Loena en me vriendinnen knikken. Ik schenk voor iedereen iets in. 'Wil jij ook Ginny?'


    Wees jezelf, er zijn zoveel anderen.

    Zuchtend laat ik me naast Camile op de houten bank zakken. In mijn ooghoek zie ik de uilen aankomen. Er zit vandaag niets voor mij bij. Niet dat ik me vol op de brief zou kunnen richten, maar een beetje afleiding kan geen kwaad.
    Camile schenkt wat drinken in voor iendereen en vraagt aan mij of ik ook wat wil. Ik knik. Ik heb niet zoveel zin om te praten. Als Camile de krant naar me toe schuift laat ik hem liggen. Ik hoef niet te lezen wat er staat over het land weer opbouwen. Ik heb er al genoeg aan om mezelf weer op te bouwen. Ik weet niet of dat ooit zal lukken en trouwens, wat moet ik dan doen? Ik was er een hele tijd op gebrand om in de oorlog te vechten, het kwade te verslaan, maar nu dat hele gebeuren is weggevallen. Wat moet ik dan doen?


    "Happiness can be found, even in the darkest of times.. if one only remembers.. to turn on the light." —Albus Dumbledo

    Tanzi

    Ik zie Eleanor vanuit mijn ooghoeken de kamer verlaten. Ik besluit ook maar eens op te staan. Ik ben dat lezen nu toch wel zat. Ik kleed me om en borstel mijn haar door. Het is golft een beetje langs mijn huid. Ik verlaat de kamer en werp een blik op mijn bed. Ik heb waarschijnlijk best wild geslapen, aangezien het helemaal door de war ligt.
    Ik kom aan in de grote zaal en zie daar natuurlijk Eleanor zitten. Ik ga naast haar zitten zonder iets te zeggen. Ik praat ´s ochtends nooit veel, behalve als het echt nodig is. Maar als ik straks gegeten heb, zal ik me stukken beter voelen. Dus ik kijk maar naar de muur.


    Let's go outside and all join hands, but until then you'll never understand…

    Camile Tightfield

    Ik schenk wat voor Ginny in. 'Hebben jullie we eens last gehad van Foppe? Je weet wel die plaaggeest.' Ik kijk mijn vriendinnen één voor één aan. Dan pak ik mijn rooster Toverdranken staat er met grote letters op. 'We hebben zo toverdranken. Ik vind dat altijd wel grappig, beetje dingen door elkaar gooien en kijken wat er gebeurt.' Ik grinnik bij die laatste zin. Lola één van mijn vriendinnen begint een gesprek met mij.
    'Waar hebben jullie vannacht over gedroomd?' vraagt ze.
    'Ikke..... Over m'n vader. Ik kreeg DreuzelBonBon's van hem' ik wacht even.' Ze waren goor.' beëindig ik.
    Lola lacht hard.

    Loena Leeflang

    Lola lacht. 'Ssstt, straks horen ze ons.' Ik kijk omhoog. De anderen kijk met me mee. Camile grinnikt. 'Daar is niemand.' antwoord ze. Ik kijk haar boos aan. 'Echt wel!' Roep ik hard. Camile haalt haar schouders op en ze begint voor zich zelf op te scheppen. 'Waar heb jij over gedroomd.' Vraag ik aan Ginny. Ondertussen schep ik op.


    (Sorry dat ik dit bij elkaar doe maar het moest even xd.)


    Wees jezelf, er zijn zoveel anderen.

    Eleanor.

    Het eten verschijnt maar ik heb geen honger. Ik pak enkel wat drinken en schenk dat in. Wanneer ik vanuit mijn ooghoeken naar links kijk zie ik dat Tanzi naast me komt zitten. Ik zeg niet echt iets maar drink weer een beetje. Ik kijk op als ik het geluid van de uilen hoor. Ik zucht zachtjes en zie dat er een uil op mij afkomt. Er zou geen brief voor mij tussen zitten dus ik staar weer voor me uit. Ik schuif mijn bord naar voor omdat ik totaal geen honger heb, maar een uil zag dat als het moment want hij ging voor me zitten op de tafel. Hij had enkel een krant voor me vast. Ik knoopte het los van de poot van de uil. Die me nog een paar seconde aankeek voor hij wegvloog. Ik legde de krant voor me en keek richting Tanzi. 'Moet jij de krant?' vroeg ik nogal afwezig. Voor dat ze kon antwoorden vroeg ik, 'welke les hebben we eigenlijk als eerste?' Ik keek haar even aan en dronk daarna nog een beetje. Toen was mijn glas leeg en schoof ik het ook naar voor. Naast mijn bord. Daarna keek ik weer recht voor me uit en wachtte tot Tanzi antwoordde.


    made a list of my regrets and you were the first, love