• Vrouwelijke én mannelijke rollen beschikbaar.


    Iedereen in Amerika is bekend met Detroit, een beruchte stad in de staat Michigan. Deze stad staat bekend om haar zware industrie en een ingezakte economie, maar waar deze stad pas écht haar status aan heeft de danken, zijn de hoge criminaliteitcijfers. De stad wordt overspoeld door verschillende gangs die maar al te graag een zakcentje willen verdienen, en dat wordt niet door iedereen in dank afgenomen.
    Er is echter één gang die zoveel succes beginnen te boeken, dat de stad Detroit hen als een levende bedreiging begint te zien. Deze gang, die ook bekend staat als The Delinquents, weet bijna elke misdaad op zijn naam te zetten en verzint telkens een manier om aan de klauwen van de handhaving te ontsnappen. Er wordt gefraudeerd in casino's en mensen die één verkeerde stap in de richting van de gang zet, verdwijnen op mysterieuze wijze.
    De politie van Detroit zit met de handen in het haar en uiteindelijk hakt iemand de knoop door; de FBI wordt ingelicht. Als The Delinquents namelijk niet gestopt wordt en zich verspreidt over verschillende staten, zal alles drastisch escaleren.
    Een groep agenten wordt samengesteld. Ze doen zich voor als een andere gang in Detroit en nemen The Delinquents onder handen. Er wordt afgeluisterd, gehackt en informatie aan de politie doorgespeeld, zodat de desbetreffende gang klem komt te zitten. The Delinquents hebben geen enkel vermoeden dat ze worden bespeeld door een groepje agenten, maar het vermoeden dat er een lek in de gang zit schaadt het vertrouwen van elk lid. Zullen The Delinquents uit elkaar vallen, of komen ze erachter dat iemand een spelletje met hen speelt?

    Personages:
    The Delinquents:
    - Leider || Carter Ian Worthton || Sluipschutter || 1.1 || Bourne
    - Rechterhand || Zane Roman Sinclaire || Oplichter || 1.1 || Hartnett
    - Rang 3 || Vitorino Romulus Bianchi || Hacker || 1.3 || Paracosm
    - Rang 3 || Zheng Hu || Huurmoordenaar || 1.4 || Fairytalest
    - Rang 2 || West Shay Gabriëlson || Carjacker || 1.4 || Anakin
    - Rang 1 || Austen Delaney Gabriëlson || Oplichtster || 1.1 || Author

    Agenten:
    - Leider || Antonio Maldini || Sociale contacteerder || Tenace || 1.2
    - Rang 3 || Raye Aeris Ferguson || Dekmantel || 1.7 || Kilicious
    - Rang 3 || Oliver Michell Grey || Back-up || 1.9 || Bourne
    - Rang 2 || Alec Micah Ward || Dekmantel || 1.1 || Hartnett
    - Rang 2 || Aeric Joshua Hayden || Technicus || 1.9 || Fairytalest
    - Rang 2 || Aubrey Nymilia Mills || Schutter || 1.4 || Scrubb
    - Rang 1 || Serena Lynn DiLaurentis || 1.7 || Axiopistos

    Regels:
    - Het minimum van dit RPG is 250 woorden.
    - Blijf realistisch.
    - Er wordt niemand zonder toestemming bestuurd, noch gedood.
    - Er zijn maximaal twee personages per persoon, waarvan minstens eentje mannelijk is.
    - 16+ is toegestaan.
    - Nieuwe topics worden alleen door Bourne of Hartnett aangemaakt.
    - Eendagsvliegen worden niet geapprecieerd. Als je het te druk hebt, kun je -je later nog inschrijven. Als je weet dat je niet gaat reageren, reserveer dan ook geen rol.
    - Schrijf je uit als je besluit om niet meer mee te doen. Schrijf eventueel een korte post zodat je tegenspeler niet vast komt te zitten.
    - Reserveringen blijven 48 uur staan, tenzij je mij contacteert.
    - Stel vragen als je iets niet begrijpt of niet verder kunt. Wij bijten niet.
    - We sluiten niemand buiten!
    - Ook in dit RPG gelden de huisregels van Quizlet.
    - Als je -je niet aan bovenstaande regels kunt houden, doe je niet meer mee.
    - Vergeet niet om plezier te hebben.


    Praattopic
    Rollentopic

    [ bericht aangepast op 17 juni 2014 - 17:03 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Mijn topics. ––


    || MT.


    " icarus had loved the sun, and so daedalus lost his. "

    Mt


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)

    Scrubb schreef:
    || MT.


    That is a perfect copy of reality.

    •Mea. Topica•


    Sidera nostra contrahent solem lunamque


    Alec Micah Ward

    Mijn vingers vonden zich een weg door mijn warrige, lichtbruine krullen en een zucht gleed tussen neus en lippen door. Een zacht, verkoelend briesje blies in mijn gezicht en mijn lichtgetinte huid werd ietwat verkoeld. Hoewel het langzamerhand steeds later begon de worden, was de temperatuur in Detroit vrijwel benauwd te noemen.
    Ik keek peinzend omlaag en bekeek mijn kleding. Een hagelwit shirt gecombineerd met een zwarte skinny jeans en mijn favoriete schoenen van Adidas. Het was maar een alledaagse outfit, en ik moest er degelijk aan wennen dat ik mijn werkkleding nu niet droeg.
    Uiteindelijk besloot ik om me er gewoon bij neer te leggen en betrad ik het pand dat de agenten in bezit hadden genomen. Er stonden nog een aantal dozen met apparatuur in de kleine keuken, en stiekem was ik veel te lui om deze naar boven te dragen. Ik had al een kleine slaapkamer geclaimd en mijn spullen waren zo goed als opgeruimd, maar ik wilde nog even de omgeving verkennen voordat ik aan de slag zou gaan. Niets was belangrijker dan weten waar je -je begaf. Het zou handig zijn als ik niet direct in het donkere gedeelte van Michigan zou verdwalen.
    "Ik ga wat rondkijken," zei ik tegen niemand in het bijzonder. "Gaat er iemand met me mee?"
    Zonder op antwoord te wachten, verliet ik het kleinschalige halletje en liep ik naar buiten toe. Mijn chocoladebruine ogen vestigden zich eventjes op het ietwat, grotere pand tegenover me. Daar verbleven The Delinquents, de meest gevreesde bende van Detroit. Ik vroeg me af welke factoren er nou voor zorgden dat ze zo goed waren in wat ze deden, maar ik wist zeker dat we daar snel achter zouden gaan komen.

    [ bericht aangepast op 8 juni 2014 - 16:46 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Mon topics


    wat was dit ookalweer


    Zane Roman Sinclaire

    "Twintig, veertig, zestig..." De papieren dollars vlogen over de houten tafel. "Honderdtachtig."
    Met een brede grijns verzamelde ik het geld en kwam ik overeind, waarna ik de buit in de kluis stopte. Ik schreef op een blaadje hoeveel ik erin had gestopt, zodat Carter er zeker van zou kunnen zijn dat er geen geld miste. Naast onze leider was ik de enige die de code had, maar ik vond het toch zo handig om het geldbedrag bij te houden, mocht er iets kwijtraken of in het ergste geval gestolen worden.
    De kluis werd gesloten, gevolgd door een zachte klik. Het blaadje stopte ik in het laatje, waarvan Carter en ik enkel de sleutel hadden. Niemand hoefde namelijk te weten hoeveel we in kas hadden, zelfs Zheng of Vitorino niet. Ik vertrouwde een aantal bendeleden mijn leven toe, maar het geldbedrag dat we in bezit hadden, ging niemand iets aan.
    Terwijl ik de zilveren sleutel in mijn broekzak liet glijden, verliet ik de kleine ruimte. Ik beet peinzend op mijn onderlip, terwijl ik de houten trappen afliep en mijn vlinderstrikje nog even rechttrok. De smoking die ik droeg, was inmiddels mijn werkpak geworden.
    Ik had al twee dagen niet gepokerd, en het werd tijd dat ik weer eens wat geld in het laatje zou brengen. Als ik vandaag één of twee potjes zou spelen, zou ik de stijgende lijn van ons geldbedrag misschien nog ietjes kunnen opkrikken. We verdienden wel al veel meer dan een aantal jaren geleden, maar als lid van een gang wilde je altijd meer.
    Mijn blik gleed over mijn horloge heen; elf uur. Om klokslag twaalf zouden de meeste kaartspellen pas interessant worden, dus ik kon nog eventjes wachten. Misschien kreeg ik iemand wel zo gek dat hij of zij met me mee zou gaan.

    [ bericht aangepast op 8 juni 2014 - 16:50 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Mt.

    Aubrey Nymilia Mills.

    Mijn blik was strak gericht op het kunststof wapen dat ik in mijn handen had. Een Glock 17. Het wapen bestaat uit 33 onderdelen, wat minder is dan de meeste andere wapens, en dus is het gemakkelijk te demonteren. Een slechte gewoonte van mij. Zodra ik nerveus ben ga ik het wapen demonteren en weer monteren. Mijn blik gleed naar de veiligheidspal. Klik. Veilig. Klik. Dodelijk.
    Met een zucht pakte ik de mok van tafel en bracht het naar mijn lippen. Mijn mond verwelkomde de warme koffie maar al te graag. Ik had achter gelopen met het invullen van verslagen over oude zaken dus dat had ik vannacht ingehaald. De hele nacht had ik doorgewerkt en de ochtend daarop was ik in slaap gevallen. Tegen de tijd dat ik wakker was geworden had de klok aangegeven dat het al weer avond was.
    Met tegenzin stond ik op om naar de badkamer te lopen. Ik deed een laagje makeup op en streek mijn kleren glad. Het was wennen om weer undercover te zijn, om agenten te zien in normale kleding. Mijn kleding bestond uit een zwarte, gescheurde, skinnyjeans en een zwart-rode blouse. Geen uitgaanskleding maar het kwam in ieder geval in de buurt. Mijn haar hield ik los - ook een hele verandering aangezien ik het meestal in een staart bond. Met een zucht draaide ik me om en liep ik naar beneden.
    Nog voordat ik beneden was hoorde ik al geluid. Mijn rechterhand gleed naar de Glock die ik in de achterband van mijn broek verstopt hield. Toen ik Alec zag liet ik mijn armen weer naast mijn lichaam hangen. Ik knikte hem toe als teken van begroeting en liep snel door naar de keuken, waar ik mijn mok in de vaatwasser zette. "Ik ga wat rondkijken, gaat er iemand met me mee?"
    Ik beet op mijn lip maar besloot uiteindelijk om toch mee te gaan. Ik had immers de dossiers al af. Ik liep naar Alec toe die al buiten stond, zijn blik was gericht op het gebouw tegenover ons. Het gebouw waar we alle cruciale informatie moesten vandaan gaan halen.
    'Waar gaan we naartoe?" Vroeg ik met een glimlach aan Alec.

    [ bericht aangepast op 8 juni 2014 - 0:59 ]


    " icarus had loved the sun, and so daedalus lost his. "


    Carter Ian Worthton

    De lichte avondbries strijkt langs mijn leren jasje, terwijl ik richting centrum rijd. De zon zit net achter de horizon en een zachte gloed zorgt ervoor dat het er schemerig uitziet. Ik maak een zigzaggende beweging tussen alle andere voertuigen en ik geef wat gas bij als ik uit de grote drukte ben. Ik sla linksaf en kom twee blokken voor mijn bestemming aan. Twee minuten later kom ik aan en ik stop bruusk voor de deur van het gebouw. Ik haal mijn helm van mijn hoofd en zwaai mijn been van de motor af. Met een plof komen mijn twee voeten op de grond en ik draai me op de hakken van mijn schoenen om. Ik neem een klein koffertje uit mijn motor en loop dan naar de deur. Ik open het ding en gooi het leren vest van mijn schouders om het vervolgens aan de kapstok op te hangen. Ik strijk mijn blazer die ik eronder draag glad en loop richting kluis,maar ik tref Zane al aan in de hal. Mijn rechterhand en buddy in crime.
    "Yo Zane." zeg ik als teken van begroeting en doe mijn leren rijbroek uit. De nette broek die eronder zit is een deel van mijn avondindeling. "Ik dacht dat we misschien nog eens konden gaan geld scheppen." zeg ik terwijl ik het koffertje in mijn hand open en hem de inhoud laat zien. Hij wijst veelbetekenend naar zijn smoking en ik grijns breed. Ik hou echt van de jongeman, zijn logica en mijn intuïtie vullen elkaar aan, maar we hebben vaak ook dezelfde plannen. Ik haal het bijna onzichtbare oortje uit de koffer en ik plant het in. De camera zit in de speld die op mijn das zit. Ik geef de kleine microfoon aan Zane en de camera zou dan connectie moeten maken met zijn telefoon. "Zie je iets?" vraag ik terwijl ik naar mijn partner kijk en naar hem toe loop. Dit wordt een interessante avond.

    [ bericht aangepast op 8 juni 2014 - 1:09 ]


    Sidera nostra contrahent solem lunamque

    Zheng Hu


    Ik trok mijn zwarte gilet* recht en bekeek mijzelf nogmaals in de spiegel. Dit was wat er moest gebeuren als zaken niet goed liepen, ze moesten afgehandeld worden. Ik trok een klein zwart doosje uit mijn tas en opende het voorzichtig. Het was misschien wel mijn favoriete manier om mensen uit de weg te ruimen. Met een klein doekje trok ik het geheel van het plakkertje af en plakte het op mijn rechterhandpalm. Ik schroefde het buisje van mijn palm af en bekeek het resultaat. Een prachtige, flinterdunne naald die met een dun, doorzichtig plakkertje was bevestigd die nog minder zichtbaar was dan de beste invisible bra straps die sommige vrouwen wel eens droegen. Ik doopte de naald van ongeveer twee a drie millimeter in het kleine potje gif met het nummer drie erop. Gif van een doodskwal, ook prachtig spul. Ik sloot het doosje en liep terug de ruimte in waar mijn doelwit zojuist een entree had gemaakt. Het was een vrij simpele man van rond de dertig, die zojuist rijk was geworden met het doorverkopen van een reeks schilderijen. Het had moeite gekost om die dingen te verkrijgen, en wie niet betaalde, moest op de blaren zitten. Ik baande mij een weg door de mensen heen en sloot in de rij van mensen die mijn mannetje een hand wilde geven en hem wilde feliciteren met zijn zojuist gemaakte fortuin. Het verbaasde mij dat er zoveel mensen waren hier, ik vroeg me dan ook af hoeveel hij er daadwerkelijk kende. De rij bewoog zich langzaam voort en eindelijk was ik dan aan de beurt. 'Cheng-Gong,' zei ik terwijl ik hem de hand schudde. De naald prikte zo kort in zijn palm dat het vast op een elektrische schok moet hebben geleken. Hij had alleen de tijd niet om naar zijn hand te kijken, want de volgende hand kwam alweer op hem af. Het gif was in de tussentijd al bezig om zijn bloedbanen binnen te lopen en straks één voor één zijn spieren verlammen totdat hij er uiteindelijk in stikte. Tegen die tijd was ik alweer vertrokken, terwijl hier iedere persoon werd ondervraagd wat hij of zij had gezien. Het was onmogelijk om het terug te leiden naar mij. Ik heb met veel moeite mijn spullen weten te verkrijgen waarna ik iedere leverancier had uitgeschakeld, mochten ze verdacht zijn. Dead men tell no tales, ik bewees ze hiermee juist een gunst. Ik liep via de achteringang naar de parkeergarage waar ik mijn motor had geparkeerd. Mijn was een groot woord, het was gewoon een motor die de Delinquents bezaten. Ik stapte op en trok het plakkertje van mijn hand afzette de helm op mijn hoofd. Dit was dan waarvoor ik betaald kreeg. Ik was ervan overtuigd dat meerdere mensen dit konden, want het was simple as fuck. Maar zolang niemand wist hoe simpel, behield ik mijn baan. Ik keek op mijn horloge waarna mijn mondhoeken omhoog krulde. Ik had toegezegd om met West de stad in te gaan, en ik zou met dit vluggertje nog op tijd terugzijn ook. Ik gaf gas en reed weg van het over een paar minuten plaats delict.

    Ik liep ons onderkomen binnen en gaf een kort knikje naar Carter die met Zane aan het praten was, zo te zien op het punt om te vertrekken. Ik liep door naar boven naar de bovenste verdieping, waar ik een van de grotere slaapkamers had geclaimd. Mijn kamer stond vol met pistolen, messen, giffen, naalden en alles wat ik nodig had om mijn zaakjes geregeld te krijgen. Ik liep naar mijn kledingkast die misschien nog wel groter was dan die van de meeste meisjes. De inhoud was dan ook overweldigend. Van het geld dat ik kreeg kocht ik vaak niks anders dan fast food en kleding. Ik had allerlei pakken, strikjes, stropdassen, broeken, schoenen, jasjes, giletjes en noem maar op. Ik trok mijn kleding uit en pakte een iets minder formeel setje kleding. Nadat ik er zeker van was dat er nergens meer een spoor van doodskwalgif te vinden was kleedde ik me om en liep naar beneden waar ik West nog steeds niet had gezien. Ik keek even naar de deur, met de snackbar om de hoek was het zo verleidelijk om op te staan en erheen te lopen. Maar West was de moeilijkste niet, ik sleurde haar gewoon mee naar de snackbar voordat we naar weetikveelwaar gingen.

    *http://image.rakuten.co.jp/oumiconnection/cabinet/sunsun/tqt191_1.jpg?_ex=128x128


    Everyone wants a magical solution to their problem, and everyone refuses to believe in magic. - Jefferson (ouat)


    Alec Micah Ward

    Mijn blik was nog steeds op het pand tegenover me gevestigd. Ik keek zwijgend toe hoe een man zijn motor voor het desbetreffende gebouw parkeerde. Zodra hij de helm van zijn hoofd had gehaald, begonnen de alarmbellen in mijn hoofd te rinkelen. Zijn gezicht was niet geheel onbekend bij ons, en de dossiers puilden uit van vermoedelijke informatie waar hij bij betrokken was.
    Het eerste wat me aan zijn gezicht opviel, was dat hij zeker een charmeur moest zijn. De zelfverzekerde blik die zijn groenblauw ogen sierde, zorgde er vast en zeker voor dat hij mensen goed wist te bespelen. Zijn dominante houding straalde gezag uit, en het was overduidelijk dat hij liet merken dat er geen spelletjes met hem gespeeld konden worden.
    Inmiddels was agente Mills, ofwel Aubrey, naast me komen staan. Haar lippen krulden omhoog en vormden zich tot een lieve glimlach, terwijl ze vroeg waar we naartoe gingen. Ik draaide mijn hoofd in haar richting, waardoor ik gedwongen was om mijn blik van ons doelwit te scheuren.
    "Ik wilde het drukste gedeelte van de stad gaan bekijken, zodat we niet buiten de toon zullen vallen. Als we geluk hebben, kunnen we ook nog wat informatie ontfutselen," zei ik tegen haar. We hadden het echter niet met onze baas, agent Maldini, overlegd, maar ik wist zeker dat hij er geen probleem mee zou hebben als wij ons zo gewoon als mogelijk zouden opstellen. Het zou enkel verdacht zijn als er nooit een agent het pand zou verlaten, en daarbij waren we ten alle tijden bereikbaar, mocht er een noodgeval gaande zijn.
    "Het casino vermijd ik liever, daar zijn we niet voor gekleed." Ik bekeek onze kleding eventjes, waarna ik grinnikend met mijn hoofd schudde. We zouden direct buiten het casino worden gezet. De gescheurde broek van Aubrey was niet bepaald formeel te noemen, en mijn vale shirt was ook geen goede keuze. "Maar we kunnen de kleinere dingen bekijken. Informatie valt overal te halen. Daarbij lijkt het me wel handig als we de weg hier leren kennen."
    Ik viste mijn autosleutels uit mijn broekzak en keek Aubrey ietwat geamuseerd aan, waarna ik naar mijn Tesla keek. De auto was van de zaak en was al meerdere keren in gebruik geweest door andere agenten, maar ik was toch tevreden met het model dat ik had weten te bemachtigen. "Ik rijd wel."
    Ik liep richting het zwarte voertuig en opende de passagiersdeur voor Aubrey, zodat ze kon instappen. Ik mocht misschien van het platteland afkomstig zijn, maar mijn moeder had me wel mijn manieren aangeleerd. "Stap maar in."

    [ bericht aangepast op 8 juni 2014 - 16:46 ]


    "Her heart was a secret garden, and the walls were very high."

    Aubrey Nymilia Mills.

    ''Ik wilde het drukste gedeelte van de stad gaan bekijken, zodat we niet buiten de toon zullen vallen. Als we geluk hebben, kunnen we ook nog wat informatie ontfutselen," zei Alec waarop ik bedenkelijk knikte. Dat was een goed idee. ''Het casino vermijd ik liever, daar zijn we niet voor gekleed. Maar we kunnen de kleinere dingen bekijken. Informatie valt overal te halen. Daarbij lijkt het me wel handig als we de weg hier leren kennen."
    Mijn blik gleed over onze kleding en een kleine lach verliet mijn keel. Nee, daar waren we inderdaad niet voor gekleed - al was ik er wel zeker van dat de Delinquents een groot deel van hun inkomen daar vandaan haalde.
    Om heel eerlijk te zijn was ik wat zenuwachtig. Normaal werkte ik in het arrestatieteam als schutter. Ik werd vooral ingezet bij gijzelingen en achtervolgingen en dit was heel wat anders. Met een zucht keek ik op naar Alec, oftewel Desmond zoals zijn schuilnaam luidde. Hij haalde zijn autosleutels uit zijn broekzak en keek mij geamuseerd aan. Ik keek even om me heen en vond de Tesla. De auto was eigenlijk was de zaak maar zo'n mooie was moeilijk te bemachtigen. Het model was heel wat anders dan de SUV's waar ik normaal gesproken in reed - maar desondanks vond ik hem erg mooi. "Ik rijd wel."
    Ik liep naar de auto toe waar Alec de deur voor mij open hield. Hij was tenminste iemand met manieren, zulke mensen zijn zeldzaam in onze maatschappij.
    "Bedankt," glimlachte ik, waarna ik plaatsnam in de auto. Mijn pistool zat nog steeds in de achterband van mijn broek en ik ging verzitten zodat ik er geen last meer van had. Ik had nog twee andere wapens bij me; een kleine dolk en een Walther P5. Ik had ze verstopt onder mijn hemd, waar een wapenriem bevestigd zat. Zodra je je kleding er over aantrok kon je er niets meer van zien. Daarnaast was de Walther P5 niet zo groot. Het wapen werd niet zo vaak meer gebruikt in Amerika dus wanneer je er nog nooit eentje had gebruikt zou je moeite hebben met de veiligheidspal - dit maakte het wapen handiger voor mij aangezien ik er zelf wel goed mee om kon gaan.
    Mijn blik gleed even naar Alec toe - die straalde, zoals altijd, kalmte uit. Ik mocht hem wel. Hij was een rustig persoon en een goede agent. Ik bewonderde hem voor het feit dat hij zich zo kon infiltreren. Dat zou ik dus echt niet kunnen. Daarom werkte ik vooral achter de schermen.
    Mijn blik wijkte af naar de voorruit. Detroit was de laatste jaren steeds meer ingevallen. De economie, de criminaliteit. Hoe had het zo ver kunnen komen? Ik zuchtte even en richtte me weer op Alec. "Dus hoe wil je het gaan doen?" Vroeg ik, doelend op het infiltreren.


    " icarus had loved the sun, and so daedalus lost his. "


    West Shay Gabriëlson - Kleding

    Een diepe zucht rolde over mijn lippen toen ik nogmaals over de nu iets véél drukkere straten van Detroit struinde. Vandaag was het echt allesbehalve mijn dagje. De ochtend was namelijk al op de meest geweldige die je je maar kan indenken ingezet. Namelijk met een zoveelste pittig discussietje die zich tussen mij en Austen al zo vroeg in de morgen had plaatsgevonden. Het hebben van mijn altijd oh zo geweldige tweelingzusje in de bende was namelijk niet iets dat ik dagelijks kon appreciëren of waar ik om stond te springen. Onze relatie was uiteraard enigszins verbeterd maar toch waren de meeste dagen van het voorbije halfjaar niet van een leien dakje gelopen. Ugh. Het was dan ook zo..
    “Ze is toch ook zo’n.. irritant familie-stelend wicht.” verliet mompelend mijn mond toen ik het cola-blikje die ik net had leeggedronken met een harde trap afkomstig van mijn voet door de lucht zwierde. Ook al zouden de bendeleden naar me willen luisteren, zouden ze nooit deze gevoelens kunnen begrijpen. Bovendien was het nu ook niet dat ik stond te springen om het met de groep mee te delen. Ik zou ze niet eens kunnen verwoorden - laat staan zeggen.
    Daarom was het beter geweest dat ik vandaag in mijn ééntje op pad ging, alleen met mezelf en mijn uitermate geïrriteerde gedachten in de hoop dat mijn dag toch nog kon omslaan in iets goeds. Echter leken de goden me allesbehalve gunstig te zijn waardoor ik nu met een mokkend gezicht met maar twee portefeuilles op zak me weer naar het onderkomen begaf. Als die klojo van een vent nou zich gewoon had omgedraaid en dat zijn vrouw zich niet had komen bemoeien, was ik momenteel één portemonnee en auto-sleutels rijker geweest. Maar nee.. meneertje lag duidelijk onder de sloef thuis. Jackass.
    Hoewel ik nooit een horloge droeg en geen zin had om mijn telefoon te nemen, wist ik dat het bijna tijd was geweest om met Sheng naar het casino te vertrekken. Sheng. Ons Chineesje. De gedachte aan hem en zijn bijnaam zorgden ervoor dat mijn mondhoeken ietsjes omhoog krulden.
    Hoewel hij niet veel praatte rekende ik hem wel tot één van mijn betere vrienden. We vulden elkaar goed aan - zowel op het werkgebied als persoonlijk vlak. Mevrouw Babbelkous en Meneer Stilte. Ik praatte toch altijd voor twee dus veel maakte het niet uit.
    Behendig opende ik de deur van het onderkomen nadat ik de hoek had omgeslagen en nu voor het grote gebouw stond. Ik glipte naar binnen, sloot de deur met een iets te luide klap om me daarna om te draaien. Mijn hart leek wel stil te staan toen ik rechtstreeks in het gezicht van Sheng keek die blijkbaar opeens zonder iets van geluid ook in de gang was opgedoken.
    “Verdomme Sheng.” verliet al vloekend mijn mond waarna ik de man een duw tegen zijn schouder gaf. “Je jaagt me nog eens de dood in met je gesluip!” Een aantal onverstaanbare woorden - de één wat vriendelijker dan de andere - rolden mompelend over mijn lippen waarna ik de man een beetje opzij duwde en me zo naar de trappen haastte. Zo te zien was hij al lang klaar en moest ik me nog omkleden. Ik was niet te laat, toch?
    “Geef me tien minuutjes.” was mijn vlugge antwoord geweest waarna ik naar boven stormde en in mijn kamer, die zich op de tweede verdieping bevond, verdween. De ruimte was qua grootte niet klein maar ook niet extreem groot - ergens in het midden. Zo snel als ik kon maakte ik me klaar waardoor ik even later mijn kleding van eerder had omgewisseld voor een net maar toch lichtjes uitdagend zwart jurkje en een paar hakken. Vanavond zouden we naar het casino gaan waardoor ik lichtjes hoopte dat ik daar nog snel iets mee zou kunnen pikken. Nog snel fatsoeneerde ik mijn haren waardoor de bruine weelderige bos lichtjes krullend over mijn schouders viel en werkte mijn make-up een beetje bij. Na nog een snelle blik in de spiegel te werpen en tevreden te zijn met het resultaat denderde ik de trap af. Ik had leren lopen met hakken en hoe meer ik het deed hoe sneller ik was. Soms moest ik er zelf zachtjes om lachen. Het kon namelijk toch geen charmant zicht zijn.
    "Ik ben klahaar!” verliet luidkeels mijn mond waardoor ik zachtjes grinnikte. Mijn humeur leek er beter op te worden. Misschien zou deze dag toch nog op een leuke manier kunnen afgesloten worden..

    [Niet mijn beste post but oh well.]

    [ bericht aangepast op 8 juni 2014 - 15:53 ]


    Rise and rise again until lambs become lions