• Een aantal (jong)volwassenen wordt ontvoerd. Wanneer ze ontwaken, zitten ze aan elkaar vast met een ketting om hun middel. Dat is niet het enige; ze zitten in een groot bos waar de uitweg moeilijk te vinden is. Dit bos wordt bewoond door wilde dieren die een groot gevaar kunnen vormen voor de groep aan elkaar vastzittende (jong)volwassenen. Ze moeten zien te overleven, maar weten niet dat ze ondertussen gefilmd worden voor een nieuw reality serie. Door het hele bos liggen sleutels verspreid die de ketting om de middelen van de (jong)volwassenen stuk voor stuk zullen verwijderen. Wat zullen de vrije personen doen. Gaan ze de andere helpen of gaan ze zelf de vrijheid zoeken en zien te overleven in de duistere wildernis? Dat is helemaal aan jou.


    (Jong)volwassene:
    Mannen en vrouwen gelijk houden!
    Vrouwen
    • JudithSuzann • Camille Jackson • Eenentwintig •
    • Allirian •
    • Phortion • Logan Maeve Ophelia Delphine Horris • Drieëntwintig •
    •
    Mannen
    • Jonty • Jeremy Jordan Grenville • Negentien •
    • Perconte • Steven Eugene Blake Neal Speirs • Eenentwintig •
    • Ninuturu • Ace Ashkii Argent • Achttien •
    • Merrill •


    Regels
    • Ik wil gemotiveerde mensen die niet na één post stoppen of hun personage maken en dan afhaken. Is zo zonde van je tijd
    • Weet zeker dat je mee wilt doen. De reservatie is er ook om te bedenken of je daadwerkelijk mee wil doen of niet
    • Leeftijden graag variërend. Alleen maar achttien en twintigjarige is ook niet leuk
    • We gaan elkaar niet uitlachen of ruzie zoeken met anderen. We doen dit allemaal voor onze lol en als je iets te klagen hebt kom je naar mij
    • Er is een woordenminimum op dit RPG en dit is 200. Meer mag altijd, maar minder vind ik niet zo fijn
    • OOC graag tussen haakjes, óók wanneer je afspraken wil maken met elkaar. Lange gesprekken doen we in het praattopic
    • We hebben geen zogenoemde 'Mary sue's' en 'Gary stu's'. Iedereen heeft goede en slechte kanten en dat wil ik ook terugzien in je rol(omschrijving)
    • Wanneer je drie keer de regels overschreed zet ik je uit het RPG
    • Lol hebben is ook een grote regel hier, maar let wel even op andere. Niet iedereen heeft altijd tijd om te reageren, daarom wil ik wel dat je rustig post. Het RPG hoeft geen sneltrein te worden
    • Quote je rollen niet! Kopieer ze en plak ze opnieuw, anders wordt het onoverzichtelijk

    [ bericht aangepast op 1 feb 2015 - 21:49 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [Waarom zie ik dit nu pas? MT!]


    "At least I am much stronger than when I was unaware of my own weakness."

    Perconte schreef:
    [Waarom zie ik dit nu pas? MT!]

    [Hij is er pas net hoor.]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Jonty schreef:
    (...)
    [Hij is er pas net hoor.]


    [Ik zag het. Waar begint het? Dan kan ik mijn post gaan schrijven.]


    "At least I am much stronger than when I was unaware of my own weakness."

    (mijn topics, Ik reageer zodra ik thuis ben :3)


    We've lived in the shadows for far too long.

    Het begin:
    Iedereen ontwaakt in het bos en zit aan elkaar vast. Het is in de middag en het is erg warm.


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    [MT alvast]


    "Find peace in who and what you are." — Saphira

    Logan Maeve Ophelia Delphine Horris
    "only in your dreams," fluisterde Logan terwijl ze over de jongen heen kroop. Daarna rolde ze in een soepele beweeg van het hem af. "of in het echt, als je nog een fles champagne besteld," zei ze poeslief. Tja, ze moest toch op een manier iets bijverdienen. De hele club zat vol. Logan speelde die avond voor serveerster in de stripclub waar ze werkte. Nog maar even voordat de club sloot en ze haar een weg naar huis moest vinden. Een dure fles champagne aansmeren aan iemand was altijd een idee vlak voor de bar sloot, vooral omdat hij zich niet zou herinneren dat hij een fles besteld had en weg zou gaan voordat hij hem had. Logan lachte en schudde haar hoofd, nadat hij een grapje vertelde waar ze de helft niet van verstaan had.
    Een half uur daarna hees ze zichzelf in een tennisschort en een tanktop van fall out boy. Een paar gympen die niet van haar waren behoorde nu tot haar collectie schoenen, puur omdat iemand anders die van haar had meegenomen. Ze pakte haar dikke AC/DC vest en deed het aan. Het vest was twee maten te groot, maar dat maakte niet uit, nu ze veel te vroeg in de ochtend alleen naar huis moest. Ze deed de deur van werknemers ingang open en de frisse ochtend lucht omringde haar meteen. Ze ademde diep in, voordat ze haar tocht naar het treinstation begon
    .

    Dat was het laatste wat Logan zich herinnerde. Ze had het treinstation waarschijnlijk al niet gehaald. Logan fronst licht vanwege haar hoofdpijn. Ze wilde niet wakker worden, nooit meer. Nja, dat idee had ze tenminste. Ze draaide zich chagrijnig om en hoorde blaadjes knisperen door haar beweging. Zacht werd er aan haar middel getrokken. Ze rekte zich even uit. Toen sperde haar ogen wagenwijd open. Blaadjes? Ze keek snel om zich heen en het duurde niet lang voor ze zich realiseerde dat ze in een bos was. Bang wilde ze achteruit kruipen, maar een ketting om haar middel hield haar tegen. Ze wilde schreeuwen, zo hard dat haar keel pijn zou doen, maar er kwam niks uit. Haar adem stokte in haar keel en haar handen zochten iets om vast te Zijn haar ogen volgde de ketting naar meerdere personen die ook vast zaten. Ze schudde angstig haar hoofd, bang voor waar ze beland zou zijn. Nu ze eindelijk haar leven een soort van op een rijtje had gebeurde dit. Nee, dit moest een nachtmerrie zijn. Het kon niet anders.


    We've lived in the shadows for far too long.

    (Is/komt er ook een bepaalde volgorde op hoe ze vast zitten?)


    "Find peace in who and what you are." — Saphira

    Ninuturu schreef:
    (Is/komt er ook een bepaalde volgorde op hoe ze vast zitten?)


    (Daar zijn jullie vrij in.)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.



    • Jeremy Jordan Grenville •


    "Pap, ik ben zo terug. Ik ga eten halen voor vanavond!" riep ik vanuit de gang. Ik wist niet zeker of mijn vader het gehoord had, maar ik in ieder geval mijn mobiel bij me voor als hij wil weten waar ik ben. Ik ritste mijn jas niet dicht, het was aardig warm geweest vandaag, en open de voordeur. Met mijn handen in mijn zakken loop ik over de straat. De winkel was hooguit tien minuten bij mijn huis vandaan, dus de fiets pakken vond ik een beetje overbodig. Ik keek even om me heen en stak toen over, om daarna door het gebruikelijke steegje te gaan. Ik neuriede een beetje in mezelf. Ik ging links de steeg in en hoorde voetstappen achter mij. Ik keek om, maar zag niets of niemand. Een diepe frons kwam op mijn voorhoofd te staan en ik liep wat sneller. Door de lage zon zag ik een schaduw vanaf de andere kant van de steeg voor mij en ik voelde me wat ongemakkelijk worden. Opnieuw hoorde ik voetstappen achter mij en keek ik om, nu liep er iemand en hij had een knuppel in zijn hand. Ik voelde mijn keel droog worden en ik zette het op rennen, maar toen ik het einde van de steeg naderde sprong er iemand voor mij omhoog en werd er een zak over mijn hoofd getrokken. Daarna voelde ik mijn handen op mijn rug gebonden worden met snijdend touw. Ik wilde om hulp schreeuwen, maar voor ik dat kon doen kreeg ik een flinke klap op mijn hoofd en zakte ik weg in een diepe duisternis.
    • • •

    Het eerste dat ik deed toen ik wakker werd was naar de pijnlijke bult op mijn hoofd grijpen. Een kreun verliet mijn mond toen mijn hand erover ging en een flinke pijn steek gaf. Mijn ogen moesten wennen aan het licht voor ik echt kon beseffen wat er aan de hand was. Ik wilde overeind komen, gaan staan, maar ik werd terug naar de grond getrokken. Ik haalde mijn hand langs mijn gezicht en fronste van het korrelige, vochtige spul dat op mijn gezicht kwam. Snel keek ik naar mijn hand en zag dat het modder was, vermengd met takjes en stukjes blad. Paniekerig begon ik om me heen te kijken en voelde de angst in mijn lichaam omkomen. Ik zat in een bos.
    "God alle-" Ik kapte mijn zin af toen ik zag dat ik niet de enige was. Er waren meerdere. Ze hadden iets om hun middel en toen ik naar mijn eigen middel keek en de ketting volgde, kwam ik erachter dat we aan elkaar vast zaten. Ik probeerde opnieuw overeind te komen, maar door de bewusteloze mensen naast mij, wat als dode lichamen dienden zodat ik niet omhoog kon komen, werd ik opnieuw terug getrokken. "Oh mijn- help!" riep ik luid en begon aan de ketting om mijn middel te wroeten. "Help! Iemand!" Ik keek naar links en zag daar een meisje zitten, ze was wakker. Ik kroop een stukje naar haar toe. "Waar zijn we, wat is dit?" vroeg ik in paniek en keek haar aan. "Waarom zitten we in dit bos?" Natuurlijk kon ze het niet weten, ze zag er zo verward uit als mij.

    [ bericht aangepast op 2 feb 2015 - 9:17 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Logan Maeve Ophelia Delphine Horris

    Logan had haar slaap gemasseerd tot een van de andere wakker werd. Een, waarschijnlijk Aziatische jongen aan haar rechter kant leek even te bewegen. Aan haar linker kant lag nog een jongen, hij zat direct aan haar vast. Ze pakte de andere kant van haar ketting en probeerde erachter te komen of ze ook direct vast zat aan de Aziatische jongen. Ze had geen idee hoe ook maar een van de jongens heette. Mensen die verder lagen kon ze het gezicht niet goed zien. Ze gokte er echter op dat ze hen ook niet zou kennen. De jongen probeerde op te staan, maar het lukte hem niet. Logan bleef stil, bang dat hij niet zou aardig of agressief zou zijn. In paniek riep hij om hulp, iets wat Logan nog geeneens voor elkaar had gekregen. Haar keel voelde nog steeds of iemand hem dichtkneep. De jongen kroop een stukje in haar richting.
    ""Waar zijn we, wat is dit? Waarom zitten we in dit bos?" vroeg hij in paniek. Logan opende haar mond om iets te zeggen. Kleine geluidjes kwamen uit haar mond zoals 'emh', 'uhh' en 'aa', woorden waren echter nergens te vinden. Ze haalde een hand door haar lange haren, zodat ze niet langer voor haar gezicht hingen en ze sloeg haar vest iets strakker om haar heen.
    "Jongen, trein, koffie, " bazelde ze zachtjes. Ze had zich nooit oncomfortabel gevoeld in korte kleren, maar hoe warm het ook was, de grond voelde nog steeds koud tegen haar benen. Ze voelde zich als verdoofd en het duurde dan ook even voordat ze een normaal antwoord kon geven. Ze herinnerde zich vaag iets dat in de trein gebeurt was, maar wist het niet zeker. Misschien had ze het gedroomd?
    "Ik nam de trein, naar huis. Een jongen bood me koffie aan, " zei ze nog steeds vrij zacht. Ze twijfelde of de jongen haar hoorde, "Dat Is het laatste wat ik me herinner." Even vervloekte ze zichzelf in stilte. Nooit was er iets gebeurd en het was zelfs drukker dan normaal geweest op het station. Dat herinnerde ze zich nu ook. Logan wist niet goed hoe ze zichzelf voor moest voorstellen. Gewoon als Logan? Nee. Absoluut niet. Ophelia? Of gewoon Maeve, zoals al haar vrienden haar noemde.
    "Emh, ik heet Maeve, maar meeste mensen noemen me Eve," zei ze met een schuine glimlach. De jongen kwam nou niet direct over als een gevaar en leek in ieder geval niet op de jongen die haar koffie had aangeboden. Al was ze geeneens zeker of dat wel haar ontvoerder was. Logan trilde als een rietje, maar huilen? Nee, dat ging niet gebeuren. Paniek was ook niks voor Logan. Angst, maar ook nieuwsgierigheid had haar gevuld.
    "Ik weer niet waarom we hier zitten. Iemand moet ons wel heel erg haten, denk ik, " zei ze onzeker terwijl ze fronste. Hoeveel mensen kende ze nou helemaal, die een hekel aan haar hadden?

    [ bericht aangepast op 2 feb 2015 - 9:53 ]


    We've lived in the shadows for far too long.

    Camille Jackson

    ”Tot morgen!” riep ze naar haar baas. Ze was net klaar met haar werk, ze werkte in een restaurant als een bediende. Camille had het altijd al leuk gevonden maar vandaag had ze enorm veel plezier gehad met haar collega’s. Ze deed de deur open en liep naar buiten, ze glimlachte toen lichtstralen haar gezicht raakten. Ze haalde een hand door haar blonde haren. Camille pakte haar mobiel uit haar tas en belde haar broer op. Hij kon haar mooi komen ophalen, als het klopte was hij ook net klaar met werken, en hij kwam hier toch langs dus dat kon prima. Zodra alles was geregeld stopte ze haar mobiel weer weg en ging op een bankje zitten. Camille pakte haar mobiel weer en keek even of ze nog belangrijke berichten had gemist. Uiteindelijk keek ze om zich heen en trok een wenkbrauw op toen ze opeens een man haar kant op zag komen, ze had hem nog nooit eerder gezien. De man keek wat vreemd om zich heen, alsof hij erg onzeker was. Ze besloot er niet op te reageren en keek de andere kant op. Opeens voelde ze een hand die haar bij haar arm greep. Ze keek op en zag dezelfde man. “Wat doet u?” vroeg ze geschrokken terwijl ze zich probeerde los te rukken. Voor ze om hulp kon roepen werd er een hand op haar mond gelegd. Camille werd meegetrokken, ze kon vrij weinig doen, zelf was ze erg klein en de man was zo groot.
    Dit was het allerlaatste wat Camille zich herinnerde. Ze greep naar haar hoofd en zuchtte. Of ze had een enorme kater of er was iets heel raars gebeurd. Langzaam kwam ze overeind en opende haar ogen. Ze keek naast zich en zag opeens een boel onbekende mensen. “Wat doen jullie hier?” vroeg ze wat angstig en keek toen pas verder, uiteindelijk viel het haar op dat ze helemaal niet bij haar thuis was maar in een of ander bos. Ze slikte en probeerde op te staan, vrijwel meteen werd ze weer omlaag getrokken doordat ze vast zat. Ze keek omlaag en zag dat ze aan een enorme ketting zat. Wat was dit allemaal? Ze beet op haar lip en haalde een hand door haar haren. Met haar ogen volgde ze de ketting en zag dat ze allemaal aan elkaar vastzaten. “Wat is dit?” vroeg Camille zachtjes, zodat alleen Camille zelf het kon horen. Kort keek ze naar de anderen die wel al bijgekomen waren. Ze luisterde even naar een gesprek dat een jongen en een meisje met elkaar hadden, nouja, een gesprek was het niet te noemen, het was meer verwarring. Ze begon wat aan de ketting te trekken in de hoop dat deze los zou laten, maar het had geen enkele nut.


    Good people are like candles, they burn themselves up to give others light


    __________________________________________
    Steven Eugene Blake Neal Speirs
    __________________________________________

    Ik bijt op mijn plectrum. Geconcentreerd werk ik aan mijn nieuwe liedje, en zuchtend leg ik mijn potlood neer. "Hmpf..." Ik leg mijn gitaar weg, en sta op. "Tijd om wat te gaan eten..." Mompel ik in mezelf, en nadat ik mijn gitaar weg heb gelegd pak ik mijn lederen jas van de kapstok. Dan pak ik mijn sleutels van de tafel en loop ik de deur uit.
    Alert kijk ik om me heen. Als een auto gestopt is, ren ik de straat over, zo naar de voordeur van de koffiezaak. Ik open de deur en stap binnen. "Goedemiddag!" Zeg ik opgetogen. Ik ga achterin de rij staan, en al snel kom ik aan de deur. Tevreden loop ik de deur uit, op weg naar huis. Net als ik de straat in loop, voel ik een brandende pijn in mijn hoofd. En dan, wordt alles zwart.


    Schrikkend en naar lucht happend word ik wakker. Een zachte kreun verlaat mijn lippen, en ik wrijf over mijn achterhoofd. Dan merk ik dat ik vast zit aan iets. Ik hoor vage stemmen, en ik kijk om me heen. Ik zit vast aan andere mensen, onbekenden. "Verdorie..." mompel ik, nog steeds wrijvend over mijn achterhoofd. "Weet iemand waar we zijn, en waarom we hier zijn?" Vraag ik. Ik kom maar meteen ter zaken, benieuwd of iemand iets weet.


    "At least I am much stronger than when I was unaware of my own weakness."

    Ace Ashkii Argent
    Ik schrik wakker van het geluid van mijn mobiel, even verward kijk ik om mij heen voor ik dan maar ook iets van een beweging maak, ik lig op de bank in de woonkamer, en het is al bijna donker buiten. Waar is ze? Is het eerste wat in mij opkomt, ik kon overeind en wrijf in mijn ogen voor ik mijn mobiel van het tafeltje pak 'hey, ik kom pas laat thuis, er ligt €20 op de kast, eet smakelijk' lees ik terwijl ik even luid gaap, gvd ze had nog wel beloofd om mijn lievelings eten te maken vandaag. Sloom sta ik op en schuivel ik naar de keuken, waardoor ik gelijk op de voet word gevolgt door Milky, het andere monster komt ook gelijk aangelopen als hij merkt dat ik naar de keuken ga, en begint gelijk te krijsen. Ik zucht even diep en vul hun voerbaljes voor ik mijn vest aan doe en het twintigje pak.
    Na een snel bezoek aan de wc en frustrerent schoen geveter kan ik eindelijk naar buiten.

    Ik heb uiteindelijk pasta gegeten bij een klein italiaans restaurantje, als ik check hoe laat het is ben ik verbaast dat mijn zus nog steeds niet thuis is.ik besluit haar te gaan op zoeken.

    Als ik door het parkje ga raak ik al gouw geiriteerd, een aantal jongens hadden hun scooters en brommers op het pad gezet en het geblokeert, waardoor er niemand keer langs kon en kan. "Zouden jullie die dingen misschien opzij kunnen zetten?" Vraag ik nog vriendelijk, maar ik word genegeerd. Vervolgens pak ik een van de dichtsbijzijnde dingen vast om hem aan de kant te zetten, gelijk barst de groep jongens los als een zwerm piranhas en beginnen ze me te duwen en tegen me te screeuwen. Ik ruk mijn vest los en ren weg, maar ze komen achter me aan, via de bosjes ga ik een slordig deel van de stad in en hoop de meeste zo af te schudden, vervolgens ga ik een steegje in. Deze loopt tot mijn ongenoegen dood, maar toch ren ik door, ik loop een eindje de muur op en grijp de bovenste richel vast, met moeite hijs ik mezelf omhoog op het lage dak, als een van de jongens mijn enkel vast grijpt dreig ik te vallen, maar ik weet me los te trekken en hem in zijn gezicht te schoppen.
    Ik ren een eindje over het dak en laat me vervolgens in iemands tuin zakken, met de tuin deur kom ik een andere steeg in en zucht opgelucht als ik in de betere straten van de stad ben gekomen, ik wist echter de weg hier niet. Na een tijdje rond gelopen te hebben kwam ik erachter dat ik mijn mobiel verloren was en vloekte ik zacht, ik grijp mijn hoofd even vast en trek wat afwezig aan mijn haren, ik voelde een paar ogen in mijn rug branden en wist gewoon dat ik niet alleen was. Maar deze jongens waren andere dan die van daarvoor, dus relaxte ik iets. Maar toch waren deze jongens me aan het volgen en ze zagen er alles behalve vriendelijk uit. Ik begon snel weer te lopen, de jongens volgde nog steeds, ik wou het zelfde trucje als daarnet flikken en rende een steeg in, het dak was echter te hoog en ik gleed weer naar beneden. De jongens hadden de ingang geblokkeerd en ik kon nergens anders heen, ik bestudeerde ze even, deze waren veel ouder dan die andere gewone jongens. Door een stomme gedachte en een rush adrenaline schoot ik recht op de mannen af, ik rende echter op volle vaart tegen iemands arm aan en knalde op de grond, vervolgens krijg ik een harde schop in mijn maag en pijn is het laatste wat ik voelde.

    Ik word weer wakker door stemmen en een verschrikkelijke pijn, maar het enige wat ik eigenlijk kan doen is even kokhalzen, rare stikkende geluiden maken, en me uiteindelijk opkrullen in de foetus houding


    "Find peace in who and what you are." — Saphira




    • Jeremy Jordan Grenville •


    Het meisje kon niets uit haar mond krijgen. Het ging maar moeilijk en ik hoorde niets anders dan de standaard dingen die mensen deden als ze niets konden zeggen. Ik perste mijn lippen tot streepjes en liet haar rustig gaan. Ik hoorde haar zachtjes iets bazelen wat klonk als trein en jongen, ergens ving ik ook het woord koffie nog op. Waarschijnlijk zat ze in de trein met een kop koffie en een jongen, was mijn gedachten. Haar blik veranderde plots en nieuwsgierig keek ik het meisje aan.
    "Ik nam de trein, naar huis. Een jongen bood me koffie aan. Dat Is het laatste wat ik me herinner." Ik moest me goed concentreren om te horen wat ze zei, maar omdat het best stil was hoorde ik wat ze zei. "Emh, ik heet Maeve, maar meeste mensen noemen me Eve," vertelde ze mij en ik glimlachte lichtjes. Door mijn lichaam raasde nog altijd de adrenaline van net waardoor ik een beetje zat te trillen.
    "Ik ben Jeremy, maar je mag me Remy noemen," stelde ik mezelf toen voor.
    "Ik weet niet waarom we hier zitten. Iemand moet ons wel heel erg haten, denk ik." Ik haalde mijn schouders een beetje op na wat Maeve zei. Ik wist het niet, maar wilde het wel graag weten. Voor zover ik wist had ik maar een iemand die mij haatte.
    • • •

    "Hé, Chinees!" Ik draaide me om en keek recht in de ogen van George. Ik zuchtte.
    "Hoe vaak moet ik het nog zeggen? Ik kom uit Korea ," gaf ik als antwoord aan de jongen. Hij begon te lachen.
    "Een pot nat, jullie hebben allemaal spleetogen." Ik klemde mijn kaken op elkaar en keek even om mij heen. Toen ik terug keek zag ik George vlak voor me staan, bijna tegen me aan. Ik slikte onhoorbaar en deed een stap achteruit, tot ik tot stilstand kwam tegen een ander persoon.
    "Ik moet naar huis," zei ik en wilde weglopen, maar de jongen achter mij - Reese genaamd - pakte mijn arm vast en trok me terug.
    "Niet zo snel, we zijn nog niet uitgepraat." George zette weer een stap dichterbij en keek me dreigend aan. "Ik wil je hier niet meer zien."
    "Deze plek is niet van jou, George. Ik mag komen waar ik wil." Hij begon te lachen en ik kreeg een stomp in mijn maag. Reese liet me los waardoor ik op de grond viel. De twee jongens rende lachend weg en ik hoestte het uit.

    • • •

    Nee, zij konden dat nooit gedaan hebben. Ze zijn tot veel in staat, maar het is een beetje raar als ze al deze mensen ook hier gedropt hebben. Ik kon het niet uitsluiten, maar ik denk niet dat het Reese en George waren. Ik keek even rond en zag dat er al meerdere aan het ontwaken waren. Een jongen naast mij, waar ik direct aan verbonden zat, kwam overeind.
    "Verdorie..." mompelde hij en ik keek even naar Maeve. "Weet iemand waar we zijn, en waarom we hier zijn?" vroeg de jongen toen. Ik keek naar hem en schudde mijn hoofd.
    "In een bos, dat is duidelijk, maar waarom... wij weten het ook niet," zei ik toen en wees van Maeve naar mij. Achter de jongen ontwaakte nog een meisje. Ze zag er net als ieder ander verward uit. Ze zei iets, maar ik kon niet verstaan wat ze zei. Achter haar wordt er nog iemand wakker. Ik keek even om de mensen heen en zag dat het nog een jongen was. Hij maakte wat rare geluiden en krulde zichzelf toen op. Ik duwde mezelf omhoog en probeerde op te staan. Echter waren de kettingen nog te kort om recht te staan. Ik bleef half voorovergebogen staan en keek naar Maeve en de jongen naast mij.
    "Kunnen jullie iets meebewegen? Ik wil weten of het goed gaat met hem." Ik wees naar de jongen die in foetushouding lag. Mijn instinct om andere te helpen had het gewonnen boven de angst die er zat.

    [ bericht aangepast op 3 feb 2015 - 11:38 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.