• V E I L      O F      D A R K N E S S


    4995. Het Azmar Koninkrijk is in de loop van de jaren drastisch verandert — de velen oorlogen hebben hun tol geëist en immens veel mensen zijn zich gaan afvragen of magie daadwerkelijk positief is. De opkomst van de Rueri is hierdoor begonnen, een organisatie die al een tijd in het geheim kracht aan het winnen is over het Koninkrijk.
          Hoewel er nog zeker plaatsen zijn waar magie wordt geaccepteerd, hebben de meeste van de menselijke burgers — na de talloze oorlogen, draken aanvallen, invasies, en meer — de Rueri aanvaard. Ze zien immers in wat magie met de wereld heeft gedaan. Aelley is één van de plekken in Azmar waar het nog daadwerkelijk welkom is, alleen is het tot de nok toe gevuld met wezens die onderdak proberen te vinden. Het is niet zeker dat ze daar veilig zijn, gezien zelfs daar regelmatig enkele leden van de Rueri opduiken om hun afkeer tegen magie gebruikers als zowel wezens te laten bemerken. Hoewel de Rueri met goede intentie is gestart, zitten er rotte appels in de organisatie die de boel verpesten. Daarbij, niet iedereen vertrouwt de Rueri. Zelfs sommigen binnen hun eigen klasse niet.




    ROLLENTOPIC
    PRAATTOPIC
    INFORMATIE HOOFDSTUK

    Het is tegen 12 uur 's middags, en het belooft een aangename dag te worden met geen vuiltje aan de lucht. Echter, tegen de avond aan kan er een flinke bui vallen.
    Iedereen in Aelley, en omstreken, is uitgenodigd in de herberg van de familie N'avale om een evenement bij te wonen! Het logement bestaat namelijk al een aantal jaar, en wie houdt er nou niet van een goed feest?

    [ bericht aangepast op 2 dec 2018 - 22:03 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    V A L I N


    rebel ~ 28 ~ Aelley




    Met een kreun zette Valin de kist neer in één van de provisietenten en hij veegde met zijn hand over zijn voorhoofd, waar het zweet parelde na de inspanning. Toen hij om zich heen keek, zag hij echter geen bekenden. Iedereen was waarschijnlijk nog bezig met zijn taak, of was al terug naar de stad gegaan voor het feest in de herberg. Een feest waar hij ook nog wel een kijkje wilde gaan nemen. Misschien kwam hij er wel oude vrienden tegen en anders zou er vast wel iets gebeuren dat uitliep op een knokpartij met de Rueri. Hij wist dat hij beter niets kon beginnen, maar betrokken raken in één kon toch weinig kwaad? Zolang hij maar weer weg was voor het uit de hand kon lopen.
    Nog even keek hij het kamp rond, maar toch hij toch echt geen bekende kon vinden, ging hij weer op weg naar de stad. Maar in plaats van de gewone weg te nemen, besloot hij om een hazenpaadje dwars door het bos heen te nemen. Hij had wel behoefte om nog even de rust van het bos te voelen, voor hij zich weer in de drukke stad zou gaan begeven. Hij vond het niet heel erg om zo onder de mensen te leven, maar als woudelf bleven de bossen een grote aantrekkingskracht op hem hebben.
    Hij hoorde de vogels fluiten, het geritsel van dieren tussen de struiken. Hij voelde zich er helemaal thuis.
    Tot de natuurlijke geluiden onderbroken werden. Valin hoorde iemand zingen en lichtelijk verbaasd nam hij in zich op waar het geluid vandaan kwam. Zover hij wist, waagden maar weinig anderen zich zo diep in de bossen. En als ze dat deden, waren ze ook vast niet zo uitbundig. Voorzichtig sloop hij dichterbij, want je wist maar nooit of je te maken zou krijgen met vriend of vijand.
    Op een gegeven moment zag hij een stukje verderop een meisje lopen en met een schok herkende hij haar. Valin had geen idee van haar naam, maar hij wist dat ze een Rueri was. Zachtjes haalde hij zijn boog van zijn rug en spande hij een pijl op de pees. Hij zou haar kunnen verwonden, misschien zelfs doden als hij het lef er voor kon vinden. Het zou een fijne wraak zijn voor wat ze hem hadden aangedaan. De Rueri moesten ook lijden.
    Maar, het was slechts een meisje. Wel al volwassen, maar nog jong. Zij kon nooit één van de verantwoordelijken zijn geweest voor zijn marteling. Vanwege de pijn had hij niet elk gezicht kunnen onthouden. Dat was dan ook de reden dat hij besloot had besloten dat wraak op elke Rueri goed was. Toch twijfelde hij lichtelijk. Maar hij kon haar op z'n minst angst aanjagen. Hopelijk zou ze dan niet meer terug durven te komen in de bossen.
    Voorzichtig baande hij zich een weg door de bosjes en probeerde voor haar uit te komen, zodat hij haar zo de weg kon versperren. Eenmaal hij een goede positie gevonden had, kwam hij tevoorschijn en hield hij zijn gespannen boog op haar gericht.
    'Hier komen was een heel slecht plan, Rueri.'


    Stenenlikker


    HENRY RAEGAN.
    General | 27 | Thuis, Vaillé


    Ze sprong haast overeind toen hij de woonkamer binnenkwam. Zijn bestofte schoenen hadden een spoor van brokjes opgedroogde modder achtergelaten, waar Mabel nu heel geïnteresseerd naar aan het graaien was. Henry zuchtte en trok zijn jas uit, die hij ongeïnteresseerd over een stoel gooide, ging er daarna tegenaan leunen en sloeg zijn armen over elkaar. Vaillé's reactie kwam net iets te laat. Henry staarde haar kil aan.
          "Pardon?" perste ze er desalniettemin vinnig uit. "Heb het lef niet om mij nog een keer zo aan te spreken, Raegan." Henry liet zijn gewicht op zijn andere been neerkomen terwijl hij haar even door liet bazelen en geërgerd zijn uitgedroogde lippen likte. "Een week, Ragean." Henry wist best dat hij misschien iets had moeten laten weten, maar toen een week om was, was hij van mening geweest dat hij even snel thuis zou zijn zou zijn als een brief. En toen het nieuws kwam, twee weken later, had hij al helemaal geen zin gehad om zich bezig te houden met haar op de hoogte te stellen - dat had zij immers ook niet bij hem gedaan.
          "Vier weken later stap je binnen. Geen brief, bericht - helemaal niets! Je had onder een brug kunnen liggen rotten, verdronken kunnen zijn in een rivier. Ik was hier, Henry. Hier, met geen enkel idee waar jij was." Hij liet zijn blik langs haar schouder wegdwalen naar de open haard achter haar, die gezellig aan het knetteren was, maar nu plots kouder leek. "Stik erin Henry."
          Toen ze stil bleef, en Henry besefte dat haar tirade afgerond was, keek hij haar weer aan. "Oh, was dat het dan?" Zijn toon was een heel stuk nuchterder dan het daarvoor was geweest, maar het sarcasme dat het bedekte, was vlijmscherp. "Je bezorgdheid is aandoenlijk," spuwde hij haar toe, terwijl hij zich losmaakte van de stoel en zich naar haar toebewoog. Het was geen uitnodigende beweging, zoals die meestal bedoeld was, maar een duidelijke dreiging hing over zijn lichaam heen. Die dreiging was nog harder (en letterlijk) voelbaar toen hij haar kin vastgreep en zijn blik in die van haar boorde. Hij vernauwde zijn ogen.
          "Weet je, ik bezit best een soort trots wat het lezen van mensen betreft," begon hij, zijn stem laag en haast een fluistering, "want ze zijn allemaal precies hetzelfde; denken dat ze onleesbaar zijn, maar toch altijd glashelder transparant." Hij hield zijn hoofd schuin en beet bedenkelijk op zijn lip. "Bij jou is dat de afgelopen twee jaar precies veranderd, want blijkbaar gaat het je erg gemakkelijk af om tegen me te liegen zonder dat ik het door heb." Hij verhief zijn stem bij dat laatste deel en toen hij voelde hoe een zenuwtrekking door zijn rechterhand ging, liet zijn linker haar kin los. Hij draaide zich om voordat hij haar pijn kon doen - het was ten slotte nog steeds Vaillé, en de zwakte die hij voor haar had, deed hem beslissen haar op z'n minst een kans te geven.
          "Oh, ik weet het, Vaillé," zei hij stil terwijl hij door he raam naar buiten keek en de stoelleuning vastgreep. "Die herberg van jou en je broer; die is al langer dan vandaag een veilige haven voor rebellen, niet? Ik heb al meer dan eens de neiging gehad Ravi een dreun op zijn neus te geven, maar ik heb me ingehouden voor jou, omdat ik om je geef en je vertrouwde." Hij draaide zich opnieuw om, nu een doodse kalmte over hem was neergedaald. Het was ongebruikelijk voor Henry om kalm te worden als hij kwaad was. Meestal ging hij klappen uitdelen of scheldwoorden beginnen roepen. Om de één of andere reden leek de kalmte erger dan zijn gebruikelijke tirades.
          "Normaal gezien zouden jij en je broer sowieso gearresteerd moeten worden omwille van verraad en het achterhouden van informatie, maar omdat ik weet hoeveel hij voor je betekent," het sarcasme droop van zijn stem af en hij fronste zijn wenkbrauwen, "ben ik bereid je een kans te geven. Hij werd gezien met rebellenleider Jazirah Al'Ghamdi, die ons al een tijdje het leven zuur maakt en dankzij de incompetentie van mijn ondergeschikten steeds weer lijkt te ontsnappen." Ondanks het sarcasme, klonk het net alsof Henry een picnic aan het plannen was, maar de woede laaide opnieuw op en hij greep Vaillés schouders vast.
          "En dat wéét jij godverdomme, Val!" riep hij in haar gezicht. Hij klemde zijn kaken op elkaar en haalde diep adem. "Dus ofwel wordt je geliefde broer veroordeeld voor hoogverraad en krijgt hij hoogstwaarschijnlijk de strop, ofwel geeft hij ons Al'Ghamdi."


    help

    ——————————————————————————

    ——————————————————————————

    Elide Oryn

    ”You corrupted her soul and now you can’t handle the monster you’ve created.”

    • Heks • 27 • King •

    Ergens was het bijna amusant te noemen hoe nauwlettend de man haar in de gaten hield. Wanneer Elide zich omdraaide, draaide hij haast feilloos met haar mee, waarbij hij zijn donkere blik geen moment van de Heks afhaalde. Het was duidelijk te merken dat de man haar niet vertrouwde — waar Elide op dit moment niks meer of minder om gaf. Hoewel het misschien niet direct zo mocht lijken, doordat haar aandacht voornamelijk gericht was op het zoeken van haar laatste benodigdheden, hield ook zij hem in de gaten. Het was Elide dan ook niet ontgaan wanneer zijn blik voor een kortdurend moment op haar Amulet bleef hangen. De brunette weer stond de drang om het sieraad te verbergen onder haar hand en stak deze in plaats daarvan uit naar een zakje kruiden. Het Amulet was eeuwenoud en ging al generaties lang mee in haar familie, waar zij hem nu enkele jaren droeg. De magie die er in rustten was dan ook oud en donker te noemen, hetgeen waar Elide haar eigen magie uit wist te halen samen met wat er door haar aderen heen stroomde — het maakte haar krachtiger, al had ze haar grenzen.

          ”Luister, Lilith,” doorbrak de man de stilte, met een stem vervuld van sarcasme. “hoe fijn ik het ook vind om zo knus met jou in deze keet te staan, kan je effe opschieten met je fascinatie voor de dingen die je normaliter gesproken in de keuken kunt vinden? Ik heb wel betere dingen te doen. Zou bijna denken dat het aanrecht je altaar is.”
    Een gekwetste uitdrukking gleed over Elide’s gezicht heen, waarbij ze de oprechtheid ervan doorbrak door haar wenkbrauw opnieuw iets op te tillen. De verwijzing die de man maakte naar haar allereerste voorouder was flauw en trof daarom dan ook weinig doel — tenslotte was het precies hoe hij hen zag en Elide had door de jaren heen geleerd dat mensen met deze gedachtengangen moeilijk op een ander idee te brengen waren. Desondanks roerde het wel iets in haar binnenste en betreurde ze het ergens dat haar wezen door vele over een kam geschoren werd. Natuurlijk was de Heks sluw en listig, zat de kunst van vals verleiden diep in haar geworteld, wat ze van geen vreemde had geleerd, maar ook hier had ze haar grenzen. Het geloof van de brunette was geheel toegewijd aan haar wezen, maar haar menselijke deel gaf er op bepaalde vlakken net een andere draai aan.
          ”Ik zal je teleurstellen dan, het aanrecht valt in het niet bij wat mijn echte altaar is.”
    Elide humde zoetjes, krulde haar mondhoeken iets op tot een sluwe glimlach en haalde haar donkere kijkers weer van de man af, om een laatste paar bundeltjes te pakken zonder zich aan hem te storen. Heel even trok een donkere sluier door haar heen en dwong deze haar magie naar hem uit te strekken om vederlicht langs hem af te strijken — als een dreigende waarschuwing om zijn woorden te bekrachtigen, maar ook om hem te verkennen zoals alleen zij dat kon doen. Elide trok de teugels van haar magie echter strak aan en stond het enkel toe dat ze zichzelf in de lucht kenbaar maakten. De man was Rueri en het laatste waar ze op zat te wachten was dat ze hem een geldige reden leek te geven haar probleemloos in de boeien te slaan — iets wat ergens al een beetje verbaasde dat hij het excuus daarvoor nog niet gevonden leek te hebben. “We kunnen dit goedschiks of kwaadschiks doen, jouw keuze.”
          ”Daarmee heb je mijn vraag nog altijd niet beantwoord,” reageerde Elide direct terug. Ditmaal verdween de vage lach op haar lippen en keek ze de man recht aan, zonder blikken of blozen. Het werd haar duidelijk dat de man iets van haar wilde, tenslotte kon ze geen andere reden bedenken waarom hij anders nog altijd voor haar stond en geen boeien om haar polsen had geslagen zoals zijn volk anders gedaan zou hebben. “Geef me het antwoord waar ik recht op heb en dan zullen we wel zien of de rest goedschiks of kwaadschiks uitgespeeld zal worden,” ging ze verder, alvorens aanstalten te maken haar spullen aan de eigenaar van het winkeltje te overhandigen zodat ze het kon betalen.

    [ bericht aangepast op 17 jan 2019 - 20:27 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    Diamanda Cristall Emethyst Price
    —————————————————
    Rueri ~ woudelf ~ 23 ~ in the woods
    ______________________________________

    Terwijl ik het zakmes aan het wegsteken ben in mijn tas hoor ik geritsel achter mij. “Hierheen komen was een heel slecht plan, Rueri.” Met een ruk draai ik me om en ik sta oog in oog met een jongen. Hij heeft een boog vast, en richt de pijl naar mij. Omdat ik zo geschrokken was slaak ik een gilletje en doe een sprongetje achteruit. Ik kijk hem aan en dan naar de boog. Mijn ogen worden groot van schrik en ik voel hoe is sta te beven, mijn hart gaat wild tekeer. “Zou je mij vermoorden omdat ik bij hen hoor?” Zeg ik verdrietig en verontwaardigd tegelijkertijd. Ik wou dat mensen stopten dat te doen. De enige reden waarom ik bij de Rueri hoorde was zodat ik mijn ouders niet teleur zou stellen. Ze zouden doodsangsten uitstaan moest ik niet in de Rueri zitten aangezien ik een woudelf ben en niemand het tegenwoordig heeft op magische wezens. Nou ja bijna iedereen dan toch. Ik hield veel te veel van mijn ouders om hun teleur te stellen en daarom was ik nog in de Rueri anders was ik nooit bij de Rueri gebleven. Ik slaag mijn armen om mijn lichaam en staar even naar de grond. Ik sluit mijn ogen en haal diep adem. Ik had dit nooit gevraagd. Ik begreep het wel dat sommige mensen de Rueri haten maar zo hard dat ze zelfs in staat zouden zijn om ze te vermoorden? Dat begreep ik niet, wat in godsnaam heeft de Rueri gedaan dat hij nu zo kwaad is op hen? De vraag brand op mijn lippen maar ik ben verstandig genoeg om zo een domme vraag niet te stellen. Ik kijk weer op, naar de jongen, recht in zijn ogen. “Voorruit dan maar, waar wacht je op? Schiet dan, daarvoor ben je hier toch, om mij te vermoorden is het niet. Doe nou maar, dan hebben we dat dan gehad ik ga je heus niet tegenhouden. Niet dat ik dat kan.” Zeg ik tegen hem, ik meen het. Als hij zo kwaad is op de Rueri dan moet het wel heel erg zijn. En als hij zich beter zal voelen door iemand te vermoorden van de Rueri dan begrijp ik dat en vergeef ik het hem. Ik vind het niet erg dat hij mij zou vermoorden. In feite ben ik zelfs blij dat ik kon helpen. Ik kijk hem nog steeds in de ogen. “Ik hoop dat mijn dood je blij zal maken.” Voeg ik er nog aan toe en ik glimlach naar hem.


    The best way to destroy an enemy is to make him your friend

    V A L I N


    rebel ~ 28 ~ bos nabij het Rebellenkamp




    De jonge vrouw schrok duidelijk van zijn verschijning en zijn daarbij horende bedreiging. Hij zag haar een sprong achteruit maken en ze sloeg ook een gilletje. Het zag er op één of andere manier best grappig uit, maar het deed er Valin ook weer van doordringen van hoe jong ze nog was. Had ze überhaupt als een misdaad begaan tegen magiegebruikers?
    'Zou je mij vermoorden omdat ik bij hen hoor?' Ze klonk verontwaardigd, maar er was ook verdriet in haar ogen te lezen. Hoe graag Valin de pijl ook wilde laten gaan, hoe graag hij ook wilde zien hoe een Rueri het leven liet, hij kon het niet. Haar vraag had hem alleen maar verder van zijn stuk gebracht. Hem alleen maar meer doen twijfelen of hij haar wel kon doden. Want hoe langer ze hier stonden, hoe onschuldiger ze voor hem begon te lijken.
    'Ja,' wist hij uiteindelijk uit te brengen na een inwendige strijd, maar hij was niet volledig overtuigd van zijn antwoord. Hij probeerde zo standvastig mogelijk te klinken, maar ondertussen voelde hij hoe zijn booghand begon te trillen en hij liet de boog een klein beetje zakken in de hoop dat het trillen dan minder zou worden. Nee, hij was het inderdaad niet eens met zijn gegeven antwoord. Hij zou Rueri kunnen vermoorden van wie hij wist dat ze misdaden hadden begaan tegen magiegebruikers. Maar niet als ze zeer waarschijnlijk onschuldig waren. Toch moest hij de schijn ophouden. Hij wilde in ieder geval dreigend genoeg overkomen en deed enkele stappen dichterbij en op dat moment begon het meisje ook weer te praten.
    'Voorruit dan maar, waar wacht je op? Schiet dan, daarvoor ben je hier toch, om mij te vermoorden is het niet. Doe nou maar, dan hebben we dat dan gehad ik ga je heus niet tegenhouden. Niet dat ik dat kan.' Zijn adem stokte bij het horen van haar woorden. Zijn hartslag had zich redelijk rustig gehouden vanaf hun ontmoeting, maar nu begon het opeens heel snel te bonzen. Was ze daadwerkelijk zo opofferingsbereid? Wilde ze daadwerkelijk sterven zonder enige slag of stoot? Het was iets dat hij nog nooit bij een Rueri had gezien.
    'Ik hoop dat mijn dood je blij zal maken.' Hij zag dat zij hem in zijn ogen keek, een glimlach verscheen op haar mond. Beschaamd haalde hij zijn blik van haar weg. Hij zou haar niets kunnen aandoen. Ze was geen echte Rueri. Ze kon geen echte Rueri zijn, anders zou ze dit nooit doen. Hoewel mannen erom bekend stonden wreder te zijn dan vrouwen, had hij ook een hoop wrede Rueri vrouwen ontmoet. En zelfs de meer gematigden hadden meer pit getoond dan dit meisje. Hadden meer haat voor hem getoond. Maar geen enkel greintje haat straalde van deze jonge vrouw af. Hij dacht zelfs haast medelijden te zien.
    Langzaamaan liet hij zijn boog zakken en hij keek haar en. Pas nu hij dichterbij stond vielen haar puntige oren hem op. Zijn hart sloeg over en verschrikt liet hij zijn boog vallen.
    'J... je bent een elf?! Waarom hoor je bij hen?' Hij wilde haar haast door elkaar schudden. Haar wakker schudden, zodat ze door zou krijgen dat ze helemaal op de verkeerde plek zat. Maar in plaats daarvan deed hij een paar stappen naar achter. Zijn boog lag vergeten op de grond.


    Stenenlikker

    Diamanda Cristall Emethyst Price
    —————————————————
    Rueri ~ woudelf ~ 23 ~ in the woods
    ______________________________________

    Ik kijk de man niet begrijpend aan als hij zijn boog laat vallen. “J... je bent een elf?! Waarom hoor je bij hen?” Zei hij. Ik kijk hem even aan en begrijp waarom hij zijn boog liet vallen. “Aaaah... dat. Wel umm. Ik.... ehh. Mijn pleegouders zijn bang dat er me iets zou overkomen dus willen ze dat ik bij de Rueri ging net als hen. Ik wil hun niet teleur stellen en ik weet dat ik ze bang zou maken als ik weg zou gaan bij de Rueri. Moest ik dat doen wel, dat zou egoïstisch zijn. Zij zijn er altijd voor mij geweest, hen bang of teleur stellen is wel het laatste wat ik wil. Daarbij we zijn niet allemaal slecht, er zijn er gewoon een paar die het voor de andere verpesten. Het liefste zou ik willen dat zij verdwenen maar wie ben ik om zoiets te beslissen?” Ik dacht terug aan de tijd toen ik nog bij de gevangenis een positie had. Hoe de mensen daar werden gemarteld, slecht behandeld, vreselijk. Ik schud de gedachte van me af. “We zijn noet allemaal slecht, dat beloof ik. Ik zou nooit een ander wezen onrechtvaardig pijn doen. Dat is vreselijk, ik hoop dat zij die het wel doen ooit beseffen dat ze verkeerd zitten.” Ik glimlach weer naar hem. Ik raap de boog op en rijk hem die weer aan. “Ik denk dat je deze liever niet wil kwijtraken. Het spijt me als je niet begrijpt waarom ik bij de Rueri zit. En ik verwacht ook niet van je dat je het zou begrijpen. Ik hoop dat je het me ooit kan vergeven.” Ik kijk even naar de grond en neem diep adem. Ik ben nog steeds een beetje aan het bekomen van wat er net gebeurd was. “Bedankt om me niet neer te schieten. Het is nooit mijn bedoeling geweest je boos te maken of iemand te kwetsen. Als ik iets verkeerd doe zeg je het gewoon maar.”

    [ bericht aangepast op 21 dec 2018 - 22:13 ]


    The best way to destroy an enemy is to make him your friend


    "Sure, blame the cursed man——
    real mature!"



    Als hij dit zo subtiel mogelijk wilde oplossen, was vooral de komende gang van zaken een belangrijke factor. Het laatste wat hij wilde, was namelijk dat anderen achter zijn beschamende geheim zouden komen, waardoor dit zijn zwaktepunt werd. God, hij kon de neerbuigende opmerkingen van sommige leden in de Rueri al horen, laat staan die van de rebellen. Nee — dit was iets wat koste wat het kost beschermt moest worden. Het was dan ook niet heel vreemd dat hij vrij ongeduldig in het zaakje stond. Gelukkig had hij van zichzelf geen ongeduldige trekjes, anders stond hij van puur ongeduld in het zaakje te ijsberen. Wanneer hij echter opmerkt dat de hand die de sigaret vasthad lichtelijk beefde, slaakte hij een diepe zucht. Prima — niet een erg duidelijk ongeduldig trekje.
    Er waren niet zoveel figuren te spotten in de tent, maar degenen die er waren, gluurden zo nu en dan naar hem toe. King voelde de ogen op zijn rug brandden, en hij nam aan dat het kwam doordat hij een sigaret binnen had opgestoken — wat hem vanzelfsprekend geen ene moer deerde. Terwijl de zuurpruim opnieuw een trek ervan nam, zwierden de grijze draden sierlijk naar het plafond toe.
          “Ik neem aan dat er genoeg dieren opgeofferd zijn op dat altaar, maar of het nu een zwerfkat of de verloren huiskat van de buren is, dat moet maar even wachten.” Met een pokergezicht stond hij vlak voor haar stil en blies de dikke rook recht in haar gezicht, zonder een greintje zorgen te maken om wat zij of de omstanders ervan zouden vinden. Spottend grijnste hij en liet hierbij weten geen fuck te geven om haar of haar heksenstreken. “Ik doe dingen niet goedschiks, schat, en het was geen vraag voor jou om te beantwoorden. Als je zonder slag of stoot meekomt, zal ik je geen pijn proberen te doen. Niet teveel, althans.” Voor hem betreft had zij helemaal geen aandeel in wat er zou gebeuren, want als het op hem aankwam, zou hij haar allang in de bak gegooid hebben om daar weg te rotten. Dat zou gelijk overeenkomen met de stank van de dood die van haar afkwam. Desalniettemin, nu hij naast haar stond, merkte hij tevens een scherpe mix op van kruiden en iets wat haar eigen parfum scheen te zijn. Kort rimpelde hij zijn neus, terwijl de man een laatste hijs nam en het uitdrukte op de toonbank.
    Al snel daarna verliet Elide de zaak, waardoor King niets ander inzag dan de jacht te vervolgen. De onrust groeide langzamerhand toch weer in zijn lichaam, als die überhaupt ooit is weggeweest. De mysterieuze krachten gleden als water over hem heen, en iedereen wist dat water elektriciteit geleidde. Dit was tevens precies hetgene wat hij ervoer in haar bijzijn — het scheen op de duistere magie van zijn vloek te reageren met lichte, doch kenbare schokken. Een aparte, onbekende tinteling die een waarschuwing schenen te geven. Echter wist hij niet of de waarschuwing voor hem of voor de magiegebruiker bedoeld was die hem deze aangename vervloeking had gegeven. Het was alsof hij in een struik van doornen vastzat en zij was de roos.
          “Elide Oryn, je wordt gearresteerd op overtreding van moord, hekserij en vandalisme.” In de buurt van een groep mensen, die dit met voorbedachte rade mee konden genieten, stak hij zijn Rueri—riedeltje af. Vanzelfsprekend had hij gewacht tot ze haar aankoop netjes weg had gestopt, zo’n heer was hij namelijk wel. Met een vermakelijk gerinkel bungelde de betoverde handboeien al in zijn hand, die hij met een glimlach rond haar polsen sloeg.

    ♚      KING .
    36 — Rueri, commandant


    Hierbij duwde hij haar vrij dwingend tegen de dichtsbijzijnde muur aan, waarbij zijn lichaam dicht tegen haar rug aandrukte, en hij er niet voor schroomde nog iets in haar oor te fluisteren — alsof het een zoet geheim was enkel voor hen twee. “Ik zal je later wel fouilleren op gevaarlijke voorwerpen.”
    Nu haar magie beteugeld werd door de handboeien moest hij toegeven al een stuk gemakkelijker te voelen, laat staan geamuseerd door dit feit. Dat ze hem van dienst kon zijn, hoefde immers niet te betekenen dat hij niet even met haar kon spelen. Dit was dan ook precies wat hij deed zodra ze aangekomen waren in zijn kantoor. Op weg naar het Rueri hoofdkantoor had hij nog enkele van zijn collega’s begroet met een sterne knik van zijn hoofd, maar de wrevelige uitdrukking verdween niet. Het zou een wonder zijn mocht die ooit, op gemeende wijze, veranderd zijn.

    King negeerde haar vraag en stak gelijk van wal, om de simpele reden lang genoeg gewacht te hebben. De norse hunter wist niet precies wat ze verwacht had toen ze het vroeg, maar toestemmen deed hij absoluut niet. Met een ruwe handeling sloot hij de deur iets harder dicht dan normaliter gesproken, drong haar op zo’n manier de kamer in dat ze tegen zijn bureau aanknalde en deed de deur op slot. In een soepele handeling trok hij zijn zwarte shirt uit, die al snel kenbaar maakte wat er aan de hand was. Niet alleen een snede over zijn borstkas was te zien, tevens een markering wat erop duidde dat hij aan iemand toebehoorde — dat degene hem alles kon laten doen wat ze wilde. Het was dan ook niet vreemd dat hij er zuur bij keek.
          “Dit is waarvoor ik je wilde spreken. Zorg ervoor dat dit verdwijnt en ik zal je belonen. Zo niet. . . nou, het einde daarvan kan je vast wel zelf bedenken.” Zijn gehis klonk zwaar, hees, en gevaarlijk — het was onmiskenbaar dat het link was een spelletje te spelen met hem nu.

    [ bericht aangepast op 23 dec 2018 - 0:09 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    V A L I N


    rebel ~ 28 ~ bos nabij het Rebellenkamp




    Valin voelde zijn lichaam nog beven, terwijl hij haar aan bleef staren, wachtend op haar antwoord. Hij kon gewoon niet bedenken waarom ze zich ooit vrijwillig bij de Rueri zou voegen en was dus best wel nieuwsgierig naar haar verhaal. Maar aan de andere kant wilde hij het ook weer niet horen. Hij wilde niet horen wat voor stomme reden ze ervoor had. Het zou waarschijnlijk niets goedpraten.
    'Aaaah... dat,' begon ze, naar zijn idee twijfelend vanwege de onlogische pauzes tussen haar woorden. 'Wel umm. Ik.... ehh. Mijn pleegouders zijn bang dat er me iets zou overkomen dus willen ze dat ik bij de Rueri ging net als hen. Ik wil hun niet teleur stellen en ik weet dat ik ze bang zou maken als ik weg zou gaan bij de Rueri. Moest ik dat doen wel, dat zou egoïstisch zijn. Zij zijn er altijd voor mij geweest, hen bang of teleur stellen is wel het laatste wat ik wil. Daarbij we zijn niet allemaal slecht, er zijn er gewoon een paar die het voor de andere verpesten. Het liefste zou ik willen dat zij verdwenen maar wie ben ik om zoiets te beslissen?'
    Valin wist niet meer wat hij moest denken en het liefst wilde hij de pleegouders van dit meisje vervloeken om dat ze haar het web van de Rueri in hadden getrokken. Voor haar zogenaamde veiligheid. Hij snoof verontwaardigd en de woorden die volgden, zorgden alleen maar dat hij nog kwader werd.
    'We zijn noet allemaal slecht, dat beloof ik. Ik zou nooit een ander wezen onrechtvaardig pijn doen. Dat is vreselijk, ik hoop dat zij die het wel doen ooit beseffen dat ze verkeerd zitten.'
    'Ze zullen nooit beseffen dat ze verkeerd zitten, want ze genieten ervan! Te veel van jullie genieten ervan om ons op te jagen als wilde dieren.' De woorden spatte hij eruit, de woede over de vernederingen en mishandelingen die hij had moeten ondergaan, kwam ik volle volledigheid terug. Slechts even voelde hij spijt dat hij het allemaal op dit vrijwel onschuldige meisje uitte.
    'Je bent een verrader voor je eigen volk! Samenwerken met hen die ons martelen en doden. Je zou je heel erg moeten schamen, want de Rueri zijn niet goed. Ieder van hen die samenwerkt met deze moordenaars is medeplichtig, hoe rechtvaardig en schijnheilig ze zelf ook zijn.' Hij ging teveel op in zijn woede en hoorde haar verontschuldigingen niet meer. Hij zag slechts in een waas hoe ze hem zijn boog aanreikte. Hij trok zijn wapen uit haar handen, hield zich in om haar niet nog een klap met de boog na te geven. Hij maakte zich op om weg te lopen, want een soortgenoot kon hij geen kwaad doen, ook fout ze ook bezig was geweest. Hij had de eerste paar stappen al gezet toen ze weer sprak.
    'Bedankt om me niet neer te schieten. Het is nooit mijn bedoeling geweest je boos te maken of iemand te kwetsen. Als ik iets verkeerd doe zeg je het gewoon maar.' Even bleef hij stilstaan, lang genoeg om haar nog meer haatdragende woorden toe te werpen. Maar hij kon niet lang meer blijven. Hij voelde hoe zijn hele lichaam trilde van kwaadheid en hij zou zichzelf niet lang meer in de hand kunnen houden. De drang om fysiek geweld te gebruiken werd steeds groter.
    'Je bent je hele leven al verkeerd bezig door aan hun zijde te blijven staan. Het enige wat je kunt doen is door bij hen weg te gaan en ons alle namen te geven van ieder die ooit een misdaad begaan heeft tegen magiegebruikers.' Om ze vervolgens te martelen en te vermoorden, precies wat ze verdienden. Maar dat zij hij niet tegen haar, al kon ze het misschien wel zelf raden. Of niet, ze leek er onschuldig genoeg voor. Maar hij maakte geen woorden meer aan haar vuil en beende er vandoor. Voor voorlopig wilde hij niets meer met haar te maken te hebben. In ieder geval zolang ze nog in de waan was dat de Rueri goed waren.


    Stenenlikker

    Ethan Sadler
    29 - Rebel- With Jasmine

    ‘‘ Power doesn't corrupt people,
    people corrupt power"



    Een geheimzinnige lach sierde Jasmine haar volle lippen. Zo gaf ze geen enkele gedachte prijs. “Kom je daar nu pas achter, Sadler?” spon ze provocerend. “Heb je de afgelopen periode opgelet of zat je met je hoofd bij andere bezigheden?” voegde ze daar uitdagend aan toe. Ze draaide zich soepel naar hem toe en hij voelde hoe ze enkele zachte doch ondeugende kusjes in zijn nek plantte. Een zelfvoldane grijns nestelde zich rondom zijn mondhoeken. “Ik bedoel, als je moe bent, zal je zeker niet genoeg uithoudingsvermogen over hebben.” fluisterde ze zoetjes in zijn oor waarna er een kleine lach tussen zijn lippen door ontsnapte. "Al'Ghamdi, ondertussen hoor je te weten dat ik nooit te moe zal zijn voor jou lichaam.." fluisterde hij flirtend in haar oor. "Daarnaast heb ik zeker opgelet, daardoor weet ik bijvoorbeeld dat dit een gevoelige plek is.." voegde hij daar uitdagend aan toe terwijl hij zijn hand naar de desbetreffende plek liet glijden. Jasmine bewoog zich in een vloeiende beweging van Ethan zijn lichaam af en ontdeed zich van haar kleding waardoor ze in haar zwarte lingerie voor hem kwam te staan. Het was niets wat hij niet gewend was maar door de mysterieuze uitdagende blik in Jasmine haar ogen voelde Ethan de adrenaline door zijn lichaam heen razen. Ze had duidelijk iets in haar hoofd en Ethan zijn nieuwsgierigheid was geprikkeld. “Als je me te pakken weet te krijgen, zal ik één wens in vervulling laten gaan. Beter je beste beentje voorzetten, Ethan.” Ethan glimlachte even en genoot van de ideeën waar ze telkens weer op wist te komen.
          Nog voor hij verder wist te vragen schoot Jasmine weg, niet in het water zoals hij zelf gedacht had maar zette ze koers richting een van de bomen waar ze zich binnen 1 seconde behendig in wist te verschuilen. Ethan stond twijfelend aan de grond genageld. Hij maakte een kleine afweging. Hij kon Jasmine achterna gaan en de boom in proberen te klimmen maar dat zou gegarandeerd uitmondde in een aanfluiting. Door een messteek in zijn schouder tijdens een aanvaring met de rueri was hij zijn kracht in zijn rechterschouder verloren. Klimmen stond dus zeker niet bovenaan de lijst van Ethan zijn favoriete activiteiten. Nee, klimmen dat ging hij niet doen. Hij moest slim zijn. Hij moest Jasmine uit de boom lokken. Maar waardoor zou Jasmine haar gewonnen positie in de boom af kunnen staan? Het enige waar Ethan op kon komen was voor een dierbare.
          Een gloed van enthousiasme vulde zijn kijkers. Vastberaden zette hij koers richting de paarden. Zijn oog viel op een mooie arabier. En dit was niet zomaar een arabier. Nee, dit was Elysa, de arabier van Jasmine. Naarmate Ethan dichterbij kwam begon Elysa onrustiger te worden. Met een simpele wijsvinger voor zijn lippen gebaarde hij naar het dier dat ze zich rustig moest houden. Simpeler gezegd dan gedaan ging er door zijn hoofd terwijl hij voorzichtig naar het touw waar ze mee aan een boom vastgebonden stond reikte. In een rappe beweging pakte hij het touw vast en legde hij zijn hand op haar hals die hij zachtjes streelde. Hij wilde niet dat het dier hem zou gaan wantrouwen. Daarnaast was hij sowieso geen persoon die dieren slecht zou behandelen. Na dit overwonnen vertrouwen van het dier, dat als een overwinning voelde, vielen zijn ogen op de volgende uitdaging. Het touw zat strak vastgeknoopt. En knopen, dat zou zeker als een tweede zwakte van Ethan benoemd kunnen worden. Na een eeuwigheid met het touw geworsteld te hebben kreeg hij de knoop los en kon hij eindelijk opgelucht adem halen. Hij gaf het beest een kleine tik tegen haar zij aan waardoor ze in een kleine draf ging. Met zacht gehinnik wist Ethan dat dit genoeg was om Jasmine uit de boom te lokken.
          Hij besloot het beest daarom achterna te lopen. Als hij het niet dacht kwam hij Jasmine tegen die uit de boom gesprongen was en Elysa had onderschept. “Prima, Sadler, goed gespeeld — wat is je wens?” De manier waarop Jasmine hem aankeek maakte hem gek. Daarnaast vulde een kleine trots zijn lichaam. Jasmine was duidelijk goed verast met zijn oplossingsvermogen en dat deed hem goed. Hij wilde hogerop komen en de enige manier om dat te doen was via Jasmine. Haar respect verdienen stond dus absoluut hoog op zijn te doe lijst. Een eerlijk maar tegelijkertijd te hebberig antwoord op deze vraag zou hem dat niet gaan opleveren.


    "Mijn wens is heel simpel," mompelde hij terwijl hij zich dichter naar haar toe bewoog en zijn armen van achteren om haar heen sloeg. "Ik wil dat je me met zwaardere taken gaat vertrouwen." Het was misschien niet het antwoord wat ze zich had voorgesteld maar hij had daadwerkelijk zijn prioriteiten op orde en zou elke mogelijkheid om die te verwerkelijken met beide handen aanpakken, zelfs als dat betekende dat zijn wens niet in gezet zou gaan worden voor stomend hete lichaamsbeweging maar voor zijn carrière binnenin deze organisatie. "Als jij daar nog iets aan toe wilt voegen, dan staat dat je vrij hmm" fluisterde hij uitdagend terwijl hij met zijn handen over haar borsten richting haar middel heen gleed en hij zijn hand soepel haar string in liet gaan.


    [ bericht aangepast op 29 dec 2018 - 18:52 ]

    ——————————————————————————

    ——————————————————————————

    Elide Oryn

    ”You corrupted her soul and now you can’t handle the monster you’ve created.”

    • Heks • 27 • King •

          "Ik neem aan dat er genoeg dieren opgeofferd zijn op dat altaar, maar of het nu een zwerfkat of de verloren huiskat van de buren is, dat moet maar even wachten.”
    Elide’s lippen weken iets vaneen zodra de rook haar gezicht raakte — welke door de man voor haar schaamteloos uitgeblazen werd. Ze gaf er weinig om dat hij in de winkel stond te roken, wat hij buiten haar om deed interesseerde haar namelijk weinig tot niets. Het benadrukte echter wel nogmaals hoe hij over haar dacht; hoe hij over ieder ander wezen dacht, behalve de mensen. De heks wist te voorkomen dat ze moest hoesten, maar kon het niet helpen dat haar gezicht licht van afschuw vertrok. Ze onderdrukte de neiging haar tanden naar hem te ontbloten, waarbij ze vast en zeker een waarschuwing had laten klinken. Resoluut draaide Elide zich van hem om, rekende haar benodigdheden af en verliet de winkel zonder de man ook nog maar één blik te gunnen. Hij was haar noch haar tijd en aandacht niet waard. Daarbij had Elide ook niet de wens door hem gearresteerd te worden — wat vast en zeker stond te gebeuren als ze ook nog maar één seconde in zijn buurt verbleef. De man haalde bijna letterlijk het bloed onder haar lange nagels vandaan nadat ze deze het liefste over zijn gezicht heen gehaald had vanwege de brutaliteit waarmee hij haar behandelde. De heks negeerde het feit dat haar magie zo sterk op hem leek te reageren en gaf zijn knappe verschijning een lelijk aanzicht door zijn verdorde karakter.

    Eenmaal buiten wilde Elide zo gauw mogelijk verdwijnen tussen de feestende menigte, zodat ze zich kon terugtrekken op een rustig plekje. Er waren enkele spreuken geweest waaraan ze had willen werken, maar het leek haar vandaag niet gegund te zijn. Elide had haar magie losgelaten zodra ze winkel verlaten had, zodat deze nu opnieuw als een dun laken om haar heen verspreid lag. Hierdoor voelde ze de dreigende prikkeling, die afkomstig was van de Rueri krijger, al gauw haar persoonlijke ruimte binnen komen. Een norse uitdrukking gleed over haar gezicht heen terwijl ze stevig door poogde te stappen, zonder op of om te kijken. Ver kwam ze echter niet.
          ”Elide Oryn, je wordt gearresteerd op overtreding van moord, hekserij en vandalisme.”
    Het warme bloed in haar aderen leek voor een paar tellen te bevriezen, evenals de ferme pas waarin ze liep. “Wat zeg je?” wist ze uit te brengen. In een halve draai had ze zich naar de man achter haar toegekeerd en verscheen er een diepe frons tussen haar wenkbrauwen in. Haar magie roerde zich en sloeg in een steeds meer rusteloze golven om haar heen. Elide was zich maar al te bewust van de mensen om hen heen, waardoor ze zelfs als Heks zijnde machteloos stond — wilde ze haar menselijke gezicht voor hen niet verliezen. Zodra de boeien echter in zijn handen rinkelde, deinsde Elide onbewust een stap terug. Ze weigerde te smeken, want dat was wel het laatste wat in haar aard zat, maar deed daarom niet af aan een poging om ze van haar polsen af te houden. Dit waren tenslotte niet zomaar boeien en dat wist hij dondersgoed.
    Elide wenste dat ze hardhandig de grijns van zijn gezicht af kon vegen, maar het enige geluid wat haar oren vulde was het geklik van de boeien die hij moeiteloos om haar polsen wist vast te maken nadat hij haar ruw tegen de muur aandrukte. Hij had misbruik gemaakt van de situatie waarin ze zich nu bevond, realiseerde de heks zich al gauw. Haar magie slaakte een zucht en daar waar het eerder steeds vuriger om haar heen was gaan hangen, sloeg het nu zwijgzaam neer. Woordeloos probeerde ze haar krachten aan te roepen — al was het maar om de man in stilte te kunnen pijnigen — maar eenmaal geboeid stelde zelfs haar donkere magie nog maar weinig voor.
          ”Ik zal je later wel fouilleren op gevaarlijke voorwerpen.”
    Fuck you,” beet Elide de man toe, waarbij ze ditmaal niet schroomde haar tanden dreigend naar hem te ontbloten. Hij zou de laatste man op aarde zijn van wie ze toestond dat hij haar fouilleerde. In kokende woede, met haar magie beteugelde waardoor ze nog onrustiger was dan anders, broeide de Heks de hele weg op een wraakzuchtig plan.

    Eens ze het hoofdkantoor van de Rueri bereikt hadden deed ze haar eerste poging om de man vriendelijk te verzoeken de boeien van haar polsen af te halen. Elide deinsde er tevens ook niet voor terug om te laten blijken wat ze ervan vond nu ze zowat geen kant op kon, maar de man gaf alles behalve toe. In plaats daarvan duwde hij haar hardhandig de kamer heen, waarbij ze in botsing kwam met het donkere hout van zijn bureau. “Wat ben je van plan?” siste ze vervolgens, eens hij de deur op slot had gedaan en ze het ijskoude gevoel kreeg hier niet zomaar te zijn. Er was veel meer aan de hand en dat had hij in de winkel al laten blijken, maar met zijn valse beschuldigingen al helemaal. Elide vertrouwde niks van wat er nu gebeurde noch wat haar te wachten stond.
    Als de man aan zijn kleding begint te plukken stromen de scheldwoorden naar het puntje van haar tong. Wie was hij om haar te wijzen op het valse verleiden van mannen, als hij klaarblijkelijk niet veel beter dan haar leek te zijn? Wanneer de eerste vervloeking haar mond verliet, viel deze direct stil bij het zien van zijn brede borstkas. Het was niet de schoonheid daarvan wat haar de woorden benam — iets wat ze ook nooit zou bekennen, mocht de heks er later nog aan terug denken — of de snede die er vlijmscherp op leek te staan. Het was de donkere markering die haar aandacht meteen trok en welke ze als geen ander herkende. De man voor haar, de o zo machtige Rueri krijger, was vervloekt door een Heks zoals het hare.
          ”Dit is waarvoor ik je wilde spreken. Zorg ervoor dat dit verdwijnt en ik zal je belonen. Zo niet. . . nou, het einde daarvan kan je vast wel zelf bedenken.”
    Nu had Elide eindelijk het antwoord waar ze eerder om gevraagd had. De zure uitdrukking op de man zijn gezicht vertelde haar meer dan hij wilde en de markering op zijn borst maakte zijn verhaal voor haar compleet. Ze had geen zoetsappige details nodig, niet van hem in ieder geval, of dat hield ze zich voor althans. Het was duidelijk wat hij wilde en waar hij haar voor nodig had, waarbij hij even duidelijk was in het feit dat ze geen andere keuze had dan hem te helpen. Tenslotte was de man een van de weinige die het haar leven zwaar kon maken, al helemaal nu ze niet bij haar krachten kon. De brunette had geen andere keus dan de man voor haar te helpen en ergens zinde haar dat niet helemaal.
          “Eerst dit,” eiste ze. Elide stak haar geboeide polsen naar hem uit en liet de ketting er tussen rinkelen als een onrustig teken dat hij haar los moest maken. “Iemand heeft je duidelijk geleerd dat je een heks niet boos moet maken,” vervolgde ze met een knik naar zijn borst en op dezelfde toon als die hij tegen haar aan sloeg. Elide overbrugde de afstand die er tussen hen in zat en hield haar polsen iets naar hem op. “Daarbij kan ik weinig voor je betekenen zolang je mijn magie haar gang niet laat gaan.” Zoetjes keek ze met een ietwat gekanteld hoofd naar de man, waarna ze het niet kon helpen haar donkere kijkers over zijn borstkas af te laten dwalen naar de markering. Het was een spreuk die de andere heksen een stuk gemakkelijker afging dat dat het voor Elide zou doen. Door haar gemengde bloed ging het haar veel meer krachten kosten en wist ze nu al dat ze hiervoor diep in haar poel van donkere magie moest roeren wilde ze de vloek verbreken. Zij bezat namelijk niet de macht iemand volledig onder haar controle te krijgen en mocht blij zijn als het haar lukte voor hooguit een dag. Deze vloek ging al jaren mee.
    Elide werd ze pas bewust van haar aanraking op zijn huid zodra ze de eerste tintelingen door haar wijsvinger heen voelde schieten. Resoluut trok ze zich trok en liet haar boeien nog een keer rinkelen.
          “Maak ze los en ik zal kijken wat ik kan doen om je te helpen, maar de beloning daarvoor in ruil moet van verdomd goede kracht zijn.”

    [ bericht aangepast op 17 jan 2019 - 20:27 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'

    VAILLÉ DÉLICE N’AVALE
    24 — Neutral > Rueri — Henry Raegan



    ”Oh, was dat het dan?” reageerde hij luchtig, alsof ze zojuist had meegedeeld dat ze door hun aardappel voorraad heen waren. Haar frustratie werd met de seconde minder en verschool zich onder de verwarring die zich over haar gehele gezicht liet zien. Vaillé had werkelijk geen flauw benul van waar zijn reactie vandaan kwam en voelde zich machteloos tegenover de situatie die ze op geen enkele manier kon beïnvloeden.
          ”Je bezorgdheid is aandoenlijk,” Zijn nuchtere stem die haar verwarring alsmaar meer wist op te wakkeren, was sneller verdwenen dan gedacht – al kon ze toegeven dat zijn verheven stem haar beter deed dan de nonchalante houding die hij alvorens had aangenomen. Vaillé’s ogen gleden van de zijne naar zijn handen die in beweging kwamen en voor ze het wist, had hij de ruimte tussen hen weten te overbruggen – wat haar ditmaal een akelig gevoel gaf.
          Uit verbazing van zichzelf, voelde ze hoe haar spieren zich samen hadden getrokken en ze haar adem had ingehouden op het moment dat zijn hand en uitgestrekte vingers agressief haar aura binnendrongen en haar kin beet pakte. Vaillé voelde de tranen achter haar ogen prikkelen – het gevoel wat zich nu in haar lichaam had weten te nestelen was iets wat ze nooit zou gaan voelen. Henry zou haar nooit zo laten voelen.
          ”Weet je, ik bezit best een soort trots wat het lezen van mensen betreft, want ze zijn allemaal precies hetzelfde; denken dat ze onleesbaar zijn, maar toch altijd glashelder transparant.” Vaillé wist niet of ze enigzins opgelucht kon zijn met de woorden die uit zijn mond stroomde, maar ze wist wel dat hij in zijn meest wrede situaties de desbetreffende persoon geen woorden zou gunnen. Hoewel haar gedachten zich als wilde kippen tussen elkaar door worstelden, voelde ze een leegte en een plotselinge eenzaamheid. Hij had haar zojuist het diepe in geslagen vanwaar hij niet te herkennen was en haar onderbuik gevoel vertelde haar dat wat het ook was – het bijna onmogelijk zou zijn om haar weg terug naar hem te vinden.
          ’Bij jou is dat de afgelopen twee jaar precies veranderd, want blijkbaar gaat het je erg gemakkelijk af om tegen me te liegen zonder dat ik het door heb.” Zijn woorden kwamen aan, maar wisten haar gedachten niet te ordenen. Ging dit om een leugen?
          Een vleug lucht schoot naar binnen, direct nadat de kracht rond haar kin was verdwenen en Henry zijn rug naar haar toe had gedraaid.
          ”Oh, ik weet het Vaillé,” zei hij kalm en ze volgde zijn blik naar buiten. Een bepaalde klank in zijn stem verraadde het en liet haar niet langer in het diepe wanen. De herberg. Ravi.
          ”Die herberg van jou en je broer; die is al langer dan vandaag een veilige haven voor rebellen, niet? Ik heb al meer dan eens de neiging gehad Ravi een dreun op zijn neus te geven, maar ik heb me ingehouden voor jou, omdat ik om je geef en je vertrouwde. Normaal gezien zouden jij en je broer sowieso gearresteerd moeten worden omwille van verraad en het achterhouden van informatie, maar omdat ik weet hoeveel hij voor je betekent,” hij pauseerde. Haar hart sloeg in haar keel.
          ”Ben ik bereid je een kans te geven. Hij werd gezien met rebellenleider Jazirah Al’Ghamdi, die ons al een tijdje het leven zuur maakt en dankzij de incompetentie van mijn ondergeschikten steeds weer lijkt te ontsnappen.” Vervolgde hij nonchalant. Ze wist beter dan zijn plotse kalmte als een geruststelling te zien. Haar ogen keken hem star aan zonder enige schrik wanneer haar schouders stevig werden beetgepakt. Vaillé had geen angst voor zijn aanraking, het was zijn verdere bedoelingen waar ze zich voor behoede.
          ”En dat wéét jij godverdomme, Val!” riep hij in haar gezicht zonder dat ze een spier wist te verrekken. Even leek het alsof hij zichzelf probeerde te bedaren, echter wilde hij zijn volgende woorden op een kalmere toon overbrengen. “Dus, ofwel wordt je geliefde broer veroordeeld voor hoogverraad en krijgt hij hoogstwaarschijnlijk de strop, ofwel geeft hij ons Al’Ghamdi.”
          Voor enkele seconden bleef ze hem aankijken tot ze er zeker van was dat hij alles had geuit wat hij wilde uiten. Vaillé bracht haar polsen omhoog en stootte zijn handen ferm van haar schouders af. “Ik heb geen fucking idee wie Jazirah is en ik heb geen fucking idee wie jij godverdomme bent. Mij een kans geven? Een kans? Denk je nu echt dat ik zo’n achterdochtig wicht ben dat ik je huis warm houd, naast je lig, van je houd en tegelijkertijd met plezier informatie voor je achterhoud? Ik heb nooit achter het idee gestaan, ik koos er niet voor om tegen je te liegen. Ik koos ervoor om te houden van en mijn eigen vlees en bloed niet voor de leeuwen te gooien!”
          Vaillé balde haar vuisten en haalde eens diep adem voordat ze haar hand richting de deur bewoog. “Arresteer hem, laat zien wie je echt bent. Bij mij is het kwartje in ieder geval gevallen.” Ze snoof in ongeloof, schudde haar hoofd en likte haar lip voor ze zich weer tot hem richtte. “Hij heeft een van zijn kamers al een week onbetaald aangeboden, niet dat dat je veel zou schelen. Het was hem nooit verplicht en het had niet eens gehoeven als jij het niet had vertikt om eerder terug te komen.”
          Vaillé’s ademhaling stokte. Dit was niet hoe ze het hem wilde vertellen. Het was wel duidelijk dat hij haar zojuist een keus had voorgelegd waarvan geen van beiden goed uit zou gaan pakken en hoewel ze wist dat ze het ontzettend verkloot had en de gemixte gevoelens naar de man voor haar het niet beter maakte, was er geen enkele manier om dit van hem te weerhouden.
          ”Wanneer je hem dan eindelijk die stomp op zijn neus geeft, zeg dan ook meteen gedag tegen je moeder voor me.”

    [ bericht aangepast op 10 jan 2019 - 12:55 ]


    'I don't want to leave her just because she makes me a better person.'


    ♚      KING .
    36 — Rueri, commandant


    "I am my——
    own worst enemy."


    Met geen idee van de huidige tijd leefde hij zijn momenten door, een tijd die langer scheen dan daadwerkelijk het geval was, samen met haar. Het zachte getik dat op de achtergrond in de ruimte afspeelde, had uiteindelijk zijn aandacht getrokken, waardoor zijn blik was rondgedwaald en op het klokje in de hoek van de kamer viel. Zijn kantoor was zowaar fatsoenlijk; op sommige plekken was het nog altijd een chaotische troep, maar desalniettemin scheen het schoner dan voorheen. Dit had natuurlijk te maken met het feit dat hij de heks hier naartoe had gehaald, hij kon het zich niet veroorloven wat van belang rond te laten dwalen. Vooral niet de documenten die hij over haar had opgespaard, die momenteel veilig opgeborgen waren. Het was eigenlijk vreemd hoe King haar op het spoor was gekomen; niets minder dan tijdens een missie in Sotan —al was het tegelijkertijd ook voor persoonlijk gewin.
          Elke poging tot gesprek negeerde hij steevast en in plaats daarvan stak hij zijn eigen plan af. De commandant hoefde geen medium te zijn om te voorspellen dat dit een recept voor chaos was. Dit liet ze zelf immers maar al te duidelijk weten toen ze haar uitgebreide woordenschat aan gevloek uitte. Echter, het was een vermakelijke ommekeer naar verwonderde stilte zodra het kenbaar werd gemaakt waarvoor ze hier was. Natuurlijk had hij nog altijd zijn twijfels erover, maar de man wilde niets liever dan die vloek te doorbreken —zelfs al was het met behulp van een heks. Het stelde hem tevens gerust dat de heks in kwestie haar magie niet kon gebruiken wegens de geliefde handboeien, een handigheid die hij maar al te graag gebruikte. Binnen als zowel buiten de Rueri. Elide kon zijn verzoek weigeren, alleen zou dat voor een wereld vol gedonder worden voor haar. En dan mocht ze niet vergeten dat het alles behalve een verzoek was, waardoor hij de vrouw geen andere optie gaf dan om mee te werken —mocht ze weten wat goed voor d’r was, althans.
          “Geloof me, dat is een fout die ik niet nogmaals zal maken,” siste hij, zijn zware stem een inhumane fluistering en zijn ogen in de hare geboord. Nog altijd geen notitie nemend van haar streken, maakte hij een beslissing haar voor kort verder te plagen. Als ze hem al zulke reacties cadeau deed, moest en zou hij het verder proberen te strekken. De lichte aanraking van haar vingertoppen deden hem fronsen, om de beweging stilletjes te volgen. Had ze zelf wel door waar ze mee bezig was? King gaf de markering op zijn borstkas maar de schuld, terwijl hij haar d’r gang liet gaan. Nochtans moest hij toegeven lichtelijk vermaakt te zijn, zeker op het moment dat ze haar handen terugtrok —en op dit punt kon hij zijn grijns niet meer tegenhouden. Menig vrouw was voor hem gevallen, en wezen of niet, Elide was geen apart geval daarin. Zelfs al mocht ze zijn markering de schuld geven, want toegegeven; het scheen sterk te reageren op haar magie, wat hem ergens zorgen baarde.


    Echter, hij trachte deze lijn van gedachten geen aandacht te geven door naar de vrouwe tegenover hem te blikken. De commandant kon er niets aan doen, zijn kwajongensachtige blik gleed als vanouds terug in zijn poelen bij het zien van haar gestalte. De manier waarop ze er nu bijstond, deed hem aan iets herinneren, waardoor hij binnen een luttele seconde weer voor haar stond.
          “Oh, maar ik heb iets heel anders in gedachten, Lilith,” prevelde hij het koosnaampje, waarbij hij de afstand naar d’r oor overbrugde en tegelijkertijd zijn handen op haar heupen legde. “Hoe kan ik je laten gaan als ik niet weet wat voor voorwerpen je allemaal verbergt?” Zachter dan voorheen, doch op zijn eigen ruwe wijze, duwde hij Elide terug tegen zijn bureau, om vervolgens op een aangename manier dwingend zijn handen over haar lichaam te laten gaan. Over haar zij, haar kont, haar rug, en met een uitdagende grijns waagde hij zowaar richting haar borsten te gaan. Desalniettemin stopte hij nog net voor het echte werk, en hoewel hij een stap afstand nam, had hij de boeien niet losgelaten.
    King wilde haar subtiel aan het verstand brengen dat zelfs al zag zij zichzelf niet als gevangene, ze nochtans zijn gevangene was. Een subtiel trekje aan d’r handboeien, zodat ze wel tegen hem aan moest vallen, was genoeg geweest.
          “Aandoenlijk dat je denkt een optie te hebben. Laat ik de regels van dit potje uitleggen: je helpt mij, en mij alleen, je krijgt een ruimte in de knusheis van de kerkers, terwijl ik de benodigheden verschaf,” dreunde hij zakelijk op, zonder er doekjes om te winden, “en als je ook maar iemand — wie dan ook — verteld over mijn. . . mankement, ben je de mijne.” Met een diepe zucht rechtte hij zijn rug, nadat hij erachter was gekomen zijn hoofd met elk woord dichter naar de hare te bewegen. “Wat wil je als vergoeding voor deze dienst?” Zijn stem klonk hees, alsof hij sinds het ochtendgloren rookte, maar er was iets anders ... een diep, intens verlangen naar iets, iemand. Het was gewoon goed vermomd.

    [ bericht aangepast op 10 jan 2019 - 19:11 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    ——————————————————————————

    ——————————————————————————

    Elide Oryn

    ”You corrupted her soul and now you can’t handle the monster you’ve created.”

    • Heks • 27 • King •

    Als de man nog altijd geen aanstalte lijkt te maken om de ijzeren boeien rondom Elide’s polsen los te maken, groeit diens frustratie alleen maar meer. Voor een kortdurend moment lag het niet eens aan de man voor haar, maar de rusteloosheid die door haar lichaam heen joeg nu haar magie geboeid was. Nog nooit in haar leven was Elide afgekapt van haar magie, waardoor ze er door de jaren heen volledig op afgestemd geraakt was. Dat ze voor een deel mens was, was hierdoor maar amper zichtbaar en enkel en alleen voor de brunette zelf op te merken wilde ze een spreuk doen die te ver buiten haar bereik lag. Het zat in haar hele wezen, stroomde door haar aderen heen en in het bonzen van haar hart. Wanneer Elide ademde, ademde haar magie met haar mee en was ze volledig afgestemd op elke emotie en elke handeling die de Heks deed. Het voelde nu dan ook alsof ze afgekapt was van een van haar meest belangrijke organen.
          ”Zo geloofwaardig kom je nu anders niet over,” bracht Elide koeltjes uit. Tactvol hief ze haar kin iets naar de man op, waarmee aangaf niet terug te deinzen voor de fluisterende toon die hij aansloeg. Ze negeerde de huivering die over haar ruggengraat heen kroop — welke niks had te maken met enige vorm van angst, ook al was ze zich sterk bewust van wat hij kon doen nu ze geen krachten bezat. Tussendoor had ze al meerdere keren geprobeerd haar magie tevergeefs aan te roepen, maar deze klinkt ver weg en stelde momenteel niets meer voor dan een zwakke fluistering. “Ik weiger ook maar iets voor je te doen zolang je mijn boeien niet afneemt.” Onbeschaamd blikte ze nog eenmaal over de man heen, waarbij ze er niks aan kon doen iets langer naar zijn borstkas te kijken, alvorens buiten zijn bereikt te gaan staan. De markering op zijn borst leek te gloeien van pure magie en Elide moest haar best doen om haar nieuwsgierigheid niet de overhand te geven. De man voor haar bood haar een uitdaging zoals ze deze nog nooit had gehad, maar ze bleef steevast bij haar punt — hetgeen wat ze benadrukte door haar boeien nog een keer te laten rinkelen.
          ”Oh, maar ik heb iets heel anders in gedachten, Lilith.”
    Lichtjes kneep Elide haar ogen iets samen terwijl ze een van haar wenkbrauwen optrok. Nu had ze dolgraag stellig haar armen over elkaar heen willen slaan, maar in plaats daarvan werd ze gedwongen haar handen voor haar lichaam bij elkaar te houden. De uitdrukking die op de man zijn gezicht verschenen was stond haar echter niet aan. Normaliter zou ze haar magie hem hebben laten aftasten — zoekende naar een klein beetje antwoord op de vraag wat hij van plan was. Maar ook dit keer bleef haar magie weg en balde de heks hierop haar vuisten wanneer de man de afstand tussen hen in weer verkleinde. Zodra de brunette zijn handen op haar heupen voelde, voelde ze zich nog meer gevangen dan ze al was. Subtiel probeerde Elide dan ook een pas naar achteren te doen, ver uit zijn bereik. Echter was de grip van zijn vingers stevig genoeg om haar op haar plek te houden.
          ”Hoe kan ik je laten gaan als ik niet weet wat voor voorwerpen je allemaal verbergt?”
    In een fractie van een seconde werden haar ogen heel even groot , maar wanneer het tot haar doordrong wat hij van plan was gromde ze naar hem. Hij mocht haar voor alles uitmaken, het deerde haar niet, maar hij hield zijn handen thuis. Diep van binnen jammerde Elide echter zacht en wees ze zichzelf tegelijkertijd terecht op de dubbele ondertoon die het stille geluid leek te hebben. Het liefst van alles wilde ze de kwajongens grijns — die duidelijk zichtbaar in de uitdrukking van de man te zien was — van zijn gezicht afvegen.

    Overal waar zijn handen haar aanraakte, zij het dwingend of niet, lieten ze een spoor na waar ze zich nog lang bewust van ging zijn. Haar hart sloeg enkele harde bonzen extra en ze moest haar lippen op elkaar persen om ze niet uiteen te laten wijken. Elide verafschuwde het feit dat haar lichaam op zijn aanrakingen reageerde, ook al liet ze daar niet veel van blijken en poogde ze hem te vervloeken met haar blikken.
    Ze kon echter niks doen aan de donkere kleur die in haar ogen toenam, welke te verwijzen was naar de kolkende woede in haar binnenste — evenals een subtiele hint van stille verlangen en gretige lust. Oh, ze haatte de man voor haar oprecht en weet de groeiende spanning af aan het feit dat ze een tikkende tijdbom werd. Vlak voor de man haar borsten bereikt had, trok hij zich terug en is de spanning in Elide’s lichaam duidelijk voelbaar. Een korte rukje aan haar boeien maakte het dat ze tegen hem aanviel en haar handen opnieuw in contact kwamen met zijn nog altijd blote borstkas. Een rilling trok door haar heen. Het was een tactvolle machtsvertoning die hij had laten blijken en een subtiele herinnering aan dat ze geen kant op kon. Of ze het wilde of niet, de Rueri krijger had haar als zijn gevangene.
          ”Aandoenlijk dat je denkt een optie te hebben. Laat ik de regels van dit potje uitleggen: je helpt mij, en mij alleen, je krijgt een ruimte in de knusheid van de kerkers, terwijl ik de benodigdheden verschaf.” In een zakelijke tempo stak de man zijn plan op, alsof hij twee tellen eerder geen spelletje met haar gespeeld had, en bracht hij zijn gezicht dichter bij het hare. “en als je ook maar iemand — wie dan ook — verteld over mijn. . . mankement, ben je de mijne.” Een hese klank nam aan in zijn stem terwijl hij zijn rug rechtte, alvorens de man een zucht slaakte. “Wat wil je als vergoeding voor deze dienst?”
          ”Ik zal nooit de jouwe zijn, onthoud dat goed,” beet Elide de man toe, eens ze haar stem vertrouwde hardop te spreken. Hoewel de brunette wist dat ze zich niet in de positie bevond om van de man en zijn eis weg te lopen, was ze zich eveneens maar al te bewust geraakt van het gegeven dat ze er alles in ruil voor terug kon vragen. Het was haar namelijk niet ontgaan hoe graag de man van de vloek af wilde, dat maakte zijn dreigende ondertoon wel duidelijk — welke hij aansloeg toen hij nogmaals poogde kenbaar te maken hoe de zaken er nu voor stonden.
    In alle macht duwde Elide de verraderlijke reactie van haar lichaam en geest de achtergrond in en gaf ze opnieuw een ruk aan haar boeien. “Maak mijn boeien los en raak me dan nog eens zo aan,” sprak ze vervolgens ijzig kalm doch met een dreigende waarschuwingen, waarbij ze haar donkere blik onbeschaamd in de zijne vast haakte. In haar binnenste roerde zich iets wat zich voor een lange tijd stil had gehouden, maar de brunette was niet van plan er acht op te slaan en negeerde het steevast. Elide betwijfelde eveneens of de man zich er ook maar iets van aantrok, daar hij duidelijk liet merken wie er nu op dit moment de touwtjes in handen had. Hij genoot van de macht die hij over hij leek te hebben, hetgeen waar Elide minder blij mee was — vooral nu haar magie beteugeld was en ze met niets meer dan enkel woorden kenbaar kon maken nog enige kracht te bezitten.
          ”Volledige vrijheid,” bracht ze vervolgens uit en hief haar kin opnieuw iets op naar man. Dit was nu haar enige manier om te laten blijken dat hij haar ook zonder magie niet klein kreeg. “Ik wil vrijheid, wat er ook gebeurd, nu of in de toekomst,” ging ze verder. Haar donkere kijkers waren sterk op de zijne gericht en dit keer liet Elide zich niet afleiden door iets lager te kijken. Dit was haar kans om niet telkens op of om te hoeven kijken uit de angst dat ze gepakt kon worden door de Rueri. Het was het enige wat haar zoektocht naar haar moeder in de weg zat, tezamen met het feit dat zijn volk altijd wel een reden zocht om wezens zoals haar gevangen te nemen. “Net zoals jij straks de zekerheid hebt dat er geen vloek meer op je rust, wil ik de zekerheid hebben overal te kunnen gaan en staan waar en wat ik maar wil, zonder dat jij of je Rueri vriendjes me in de weg zitten.”
    Wederom stak ze toch haar hand uit, ditmaal doelbewust, en raakte ze opnieuw vederlicht de donkere markering aan, waarmee ze op een stille manier liet blijken dat ook zij nog altijd iets te zeggen had. Een vage glimlach gleed over haar lippen heen als Elide een van haar lange nagels in zijn huid laat komen — hard genoeg om het te voelen, zacht genoeg om er geen kick van te geven — en haar blik met opgetrokken wenkbrauw naar hem opricht. "Dat is de enige vergoeding waar ik het voor doe."

    [ bericht aangepast op 17 jan 2019 - 20:28 ]


    'Three words, large enough to tip the world; I remember you.'


    ☮       J ᗑ Ƨ M I П E .
    25 — rebel, leider


    In de periode dat Ethan zich bij de verzetsgroep had gevestigd, waren de twee ongedwongen naar elkaar toegegroeid. Vergis je niet, het nodige gebikker en wrijving was zeker aanwezig, alleen dit was zonder kwaad bloed —wat ze van elkaar wisten. Ze zijn allebei gewaagd aan elkaar, en de spanning die dit meebracht, was nagenoeg altijd voelbaar. Het was dan ook niet zo gek dat ze binnen de kortste keren deze onstuimigheid gedeeld hadden op een meer intieme wijze. Wat een ander ervan vond, deed Jasmine niet zoveel; het waren immers haar zaken, zelfs al zou ze hem niet gaan voortrekken vanwege dit. Ook al fluisterde hij nog op zo’n flirterige manier in haar oren dat d’r knieën figuurlijk zouden knikken. Ook al wist hij kennelijk dat haar gevoelige plekje het midden van haar rug was.
          Om niet te laten blijken dat hij inderdaad het plekje gevonden had, trok ze zich van hem weg om het te af te doen als een simpele test. Eéntje die hij bovendien nog moest ondergaan, zodat ze zou weten wat voor nut hij had in de groep. Iedereen had er op z’n minst één namelijk, en niet alleen in teamverband zouden zulke sterktes kunnen werken. Het feit dat hij uiteindelijk haar uit de boom had weten te krijgen door haar paard ervoor te gebruiken, was niet per sé iets waar ze rekening mee had gehouden. Desalniettemin apprecieerde ze zijn handelwijze voor het plan wel, gezien ze eerst het idee had gehad dat Ethan teveel op haar en de boom zou vestigen.
    Na hem nogmaals de vraag te hebben gesteld wat hij wenste, op uitdagende maar nieuwsgierige wijze, gleed ze soepel van Elysa af —om pas voor hem tot stilstand te komen. Hoewel ze wist van zijn drang om hogerop te komen, heeft ze hem vanaf het begin af aan duidelijk gemaakt dat ieders tijd zal komen. En dat was ook zo, maar simpelweg omdat ze wel eens wat plezier hadden beleefd, zou de groep niet verder helpen. Hier had Jasmine dan ook nooit naar gehandeld, waardoor de man meerdere malen toe had moeten staan kijken hoe anderen er met “zijn” taken vandoor gingen.

          ‘Mijn wens is heel simpel, ik wil dat je me met zwaardere taken gaat vertrouwen.’ Stilzwijgend bekeek ze hoe hij dichterbij bewoog als een man met een persoonlijke missie. Vermakelijk gaf ze hem toestemming zijn armen achter om haar heen te slaan, terwijl ze nog altijd naar zijn woorden luisterde. ‘Als jij daar nog iets aan toe wilt voegen, dan staat dat je vrij, hmm.’ Het mocht Jasmine niet zijn geweest als ze daar geen repliek op had gegeven, nochtans was dit op een geheel andere manier dan in eerste instantie bedoeld. Zodra zijn hand vloeiend haar string inging, ervoer ze een zinnenprikkelende ervaring. Het midden van haar rug is dan wellicht een aangename plek om aangeraakt te worden, als je haar redelijk machteloos zou willen ervaren, moest dat op zo’n wijze. De kreun die ze voorheen binnen had weten te houden, glipte nu zonder mededogen naar buiten. Verleidelijk beet ze op haar volle onderlip, om een tweede te beteugelen.
          ‘Als dat is wat je wenst,’ grijnsde ze, haar hoofd zo gekanteld dat haar lippen zijn kaak strelen, ‘je hebt jezelf bewezen, maar dat zijn zaken voor later; ik zat te hopen op wat plezier. Dus minder praten, meer actie.’ Tijdens haar woorden streek ze met haar handen, later nagels, speels over zijn armen heen. Nadat ze haar lingerie uit had getrokken, begon ze met eenzelfde charmante glimlach aan die van hem om hem vervolgens ruw tegen een dichtstbijzijnde boom aan te duwen. Nog altijd drukte ze haar mond niet op die van hem; de getinte vrouw wilde hem subtiel laten merken dat zij degene was met de touwtjes in handen. Haar been gleed tussen die van hem, langzaam en plagend, maar haar lippen zette ze in zijn nek om daar een specifieke weg te volgen. Als Ravi verboden terrein was, zou ze haar behoeftes anders moeten bevredigen. Sadler was hierin zeker geen slechte keuze; hem bracht ze immers niet in gevaar door enkel haar aanwezigheid alleen al.
    Echter, hetgeen wat er tussen hen was, zou nooit meer zijn dan een passionele onstuimigheid voor één keer in de zoveel tijd. Dit was iets wat zij beiden wisten, en waar zij op het begin erg duidelijk over was geweest. Dus zij vond het niet erg om momenteel op zijn vurige toenaderingen in te gaan, omdat ze wist dat het hierna over zou zijn —wat dat betreft hadden ze een goede deal gemaakt.



    “This is who I am.
    Nobody said you had to like it.


          Na hun intieme moment samen, zuchtte Jasmine kort en in plaats van haar lippen op de zijne te drukken, tergde ze hem door zijn mond met d’r tong te proeven. ‘Niet slecht, heb je getraind?’ gniffelde ze, waarna ze op z’n onderlip beet en opstond.
          ‘De herberg viert z’n jubileum vandaag, dus het zal druk zijn. Maar waarom gaan we niet om onze respect te betuigen?’ Per slot van rekening heeft de herberg hen al enkele jaren beschutting gegeven, zelfs al was één van de eigenaars het er niet mee eens. ‘Ik zal eens bij de andere rebellen controleren of ze mee willen. Denk je dat je een broek aan kan hebben tegen die tijd?’ De schelmachtige rebellenleider keek op de man in kwestie neer eens ze haar kleding weer had aangetrokken.


    Bij de herberg aangekomen, was hij, zoals verwacht, bezig met het volk. Zoals een echte herbergier betaamde, was de man druk in de weer om het iedereen zo plezierig mogelijk te maken en tegelijkertijd alles op rolletjes te laten lopen. Hem zo bekijkend, kon de zandelf het niet weerstaan zich meer verloren dan ooit te voelen. Dit was exact één van de redenen waarom zij nooit samen met hem kon zijn; hun wegen lagen te ver apart. Jasmine’s lotsbestemming was tumultueus, als een woeste rivier, die kon niet samen met de kalmte van zijn meertje. Gelukkig waren er meer vissen in die poel, vrouwen welke beter voor hem gemaakt waren dan haar, menselijke vrouwen.
          Een waterige glimlach toonde zich op d’r lippen, waarna ze haar blik van zijn drukke bezigheden afscheurde en naar de achterkant van het verblijf bewoog na Ethan een knikje te hebben gegeven. In eerste instantie wilde ze hem, na hem zo gezien te hebben, niet storen, maar de vrouw week toch iets en besloot lichtelijk zelfzuchtig te zijn. Enkel voor deze keer. De volgende keer zou ze zijn vertrokken alsof ze er nooit was geweest, alsof ze één was geworden met de lucht.
    In het afgelopen jaar had de getinte elf zich op haar magie gestort, waardoor ze beter met haar krachten om kon gaan dan voorheen. Het was een prestatie waar ze trots op was geweest en daardoor kon ze hem deze maal ook beter waarschuwen, zodat het op een subtiele wijze ging —zonder eenander op iets problematiek te attenderen. Want dat was haar aanwezigheid namelijk; het zou één ding zijn geweest mocht ze enkel een wezen zijn, maar haar naam bracht eveneens ellende met zich mee. Dat wist zij beter dan wie ook. Hoewel Jasmine hier trots op was, waren er momenten als deze die ze betreurde, al zou ze dat nooit aan hem laten bemerken.
    Zich concentrerend op de betovering die haar spreuk nodig had, verstopte ze zich in de kelder, achter een opeenhoping van houten kisten. Van wat ze ervan rook, zaten er allerlei ingrediënten en proviand in, dingen die de rebellen nodig hadden, maar stelen deed ze niet. In plaats daarvan trok ze de donkere kap van haar mantel verder over haar hoofd en bundelde haar geestkracht bijeen, om het beter te laten lukken. Met alle rumoerige omstandigheden die nu gaande waren, zou hij het anders niet eens boven de muziek uit kunnen horen.
          ‘Ravi. . .’ Jasmine liet de zachte fluistering door de lucht meevoeren naar de desbetreffende persoon, haar ogen strak gesloten. Nee —ze moest beter haar best doen, daadwerkelijk de kracht in haar bestaan voelen. Nogmaals probeerde ze het, ditmaal luider, maar tegelijkertijd op zo’n wijze verzorgd dat de spreuk enkel hem het gefluister kon laten horen, alsof ze in zijn hoofd sprak. ‘Ravi. . .’ Het was lastig vol te houden, maar het lukte nog net het einde van haar zin bij te voegen. ‘De bergruimte. . .’

    Zodra ze de deur open en dicht hoorde gaan, gluurde ze om het randje van de kisten heen. Toen haar karamelbruine poelen de imposante gestalte van Ravi herkende, glipte ze geraffineerd uit haar verstopplaats. Razendsnel sloop ze naar hem toe, sprong op zijn rug en bedekte één hand over zijn mond heen, waarbij een plagende grijns haar mond versierde.
          ‘Een kus of je leven.’

    [ bericht aangepast op 30 jan 2019 - 22:43 ]


    Quiet the mind, and the soul will speak.

    Bumpalump Jasmine likes to jump.


    Quiet the mind, and the soul will speak.