Fire
Fire was bezig met het verwarmen van een kom water op afstand toen de deur openging. Hij keek over zijn schouder en zag dat Fox binnenkwam.
‘We gaan onze traditie toch niet overslaan hè?’ vroeg Fox de jongen met een grijns.
Fire was daar eerlijk gezegd wel van uitgegaan. Niet omdat hij het zelf niet wilde – al vond hij het nog steeds wat ongemakkelijk – maar omdat Fox de laatste tijd meer met de Panthers optrok.
‘Ik dacht dat je andere plannen had vandaag.’
Fox haalde zijn schouders op. ‘Ik hecht waarde aan onze tradities. Zeker omdat we er maar één hebben. Kom op! Of durf je nu niet meer? Bang dat Fersephone achter je suffe hobby komt?’ Fox wiebelde met zijn wenkbrauwen.
Heel stoer was het niet, nee. Hij zou er vanavond dan ook echt niet over gaan opscheppen, maar dat hij wilde dat ook niet hardop aan Fox toegeven. Zeker niet omdat die zich nooit wat aantrok van wat zijn crushes ergens van vonden. En gelijk had hij, natuurlijk.
Hij kwam overeind en liep met de jongen mee naar buiten toe.
‘Ga je met Fersephone naar het feest?’ vroeg Fox. Zijn ogen twinkelden van nieuwsgierigheid.
‘Ja.’
‘Heb je haar gevraagd? Hoe?’
De enthousiaste manier waarop Fox hem aankeek, gaf hem een ongemakkelijk gevoel. Zo’n spannend verhaal was het immers niet.
‘Ze vroeg me tijdens het film kijken. We gaan gewoon als vrienden,’ benadrukte hij.
Hij sloot de buitendeur achter zich en versnelde zijn pas iets, alsof het gesprek klaar zou zijn als hij bij het schoolgebouw aankwam. Natuurlijk hield Fox hem met gemak bij.
‘Als vrienden?’ Fox pruilde. ‘Waarom? Wil ze niet meer?’
Fire haalde zijn schouders op. Hij werd er gek van om daar steeds over na te denken.
‘Ben je ons laatste gesprek dan vergeten? Over genieten van je laatste jaar hier, alles eruit halen wat erin zit?’
Nee, dat was hij niet vergeten. Dat was ook niet het enige probleem.
‘Volgens mij vindt ze jou echt wel leuk hoor. Je moet er gewoon voor gaan en niet zo’n mietje zijn,’ grijnsde Fox.
Fires gezicht betrok. ‘Zo simpel ligt het allemaal niet, Fox.’
Fox bleef stilstaan en keek hem onderzoekend aan. ‘Wat is er dan? Jullie draaien nou al twee maanden om elkaar heen. Zonde van je tijd man.’
Fire ontweek zijn blik. Hij vond het te gênant om erover te praten.
‘Ik wil gewoon…’
geen relatie, had hij willen zeggen. Maar die woorden bleven steken. Een leugen, besefte hij. Hij zuchtte diep.
‘Ben je verliefd op haar?’ De uitdrukking op Fox’ gezicht was serieuzer geworden.
‘Hou op me uit te horen,’ reageerde hij geïrriteerd.
‘Je moet er toch met iemand over praten? Komt het door wat er met Tuuli is gebeurd?’
Fires schouders verstrakten. ‘Weet je – weet je wat er met Tuuli gebeurd is?’
‘Nee.’
Een enorme opluchting rolde over Fire heen.
‘Maar ik weet wel hoe vorige relaties ervoor kunnen zorgen dat het moeilijk is om nieuwe aan te gaan.’
Dat was echter om hele andere redenen. Hij rouwde niet om een vorige liefde en hij was ook niet bang dat Fersephone hem wat zou aandoen. Hij was eerder bang dat hij háár wat aandeed.
‘Je zou er eens met iemand over moeten praten. Over wat er gebeurd is met Tuuli.’
‘Dat maakt het toch niet ongedaan.’
Fox rolde met zijn ogen. ‘Praten over wat er met Zebediah is gebeurd, maakte het ook niet ongedaan. En toch helpt het.’
Fire zuchtte weer diep.
Fox ging voor hem staan en keek naar hem op. ‘Laat me je helpen, Fire. Net zoals je mij geholpen hebt.’
Hij haatte die grote bruine ogen die hij nooit wat kon weigeren. Hij dacht aan alle moeite die het Fox had gekost om dingen te vertellen over zijn exen en hoe hij daar soms nog steeds meer worstelde.
‘Ik kan geen relatie met haar hebben,’ zei hij uiteindelijk en hij staarde langs Fox heen.
‘Waarom niet?’
‘Omdat ik… Ik kan niet…’ Hij kreeg het woord niet over zijn lippen. Schaamte brandde in zijn maag.
‘Je kan wat niet?’ vroeg Fox fronsend. ‘Je zinnen afmaken?’
‘Ik kan geen seks hebben,’ bromde hij toen en hij draaide zijn hoofd weg.
Het was eruit. Na meer dan drie jaar had hij het tegen iemand gezegd.
‘Oh,’ klonk het verbaasd. ‘Hoezo niet? Of… werkt ie gewoon niet?’ Zijn blik dwaalde naar Fires kruis en hij voelde de neiging om zich weg te draaien. Rode vlekken kropen langs zijn nek omhoog.
‘Ik word te heet. Van de opwinding,’ mompelde hij. ‘Als ik de controle verlies… is het net lava.’ Hij keerde zich van Fox af. Jemig, wat was dit gênant. ‘Daarom ging het niet goed tussen Tuuli en mij, Fox,’ bekende hij zacht. ‘Het was nooit mijn bedoeling, maar ik heb haar vanbinnen verbrand. Ze lag dagen in de ziekenzaal door mij en ze durfde aan niemand uit te leggen waar het door kwam.’
Als hij zich het moment voor de geest haalde, sneed haar gegil nog steeds door zijn hoofd. Hij had zich onmiddellijk teruggetrokken, maar de schade was al aangericht.
‘Ik snap dat dat traumatisch was,’ zei Fox zacht. ‘Maar dat is toch geen reden om Fersephone af te wijzen? Je moet gewoon een beetje improviseren.’ Hij begon te grijnzen. ‘Er zijn zat speeltjes of andere hulpmiddelen. En hé – je kan Darian toch gewoon vragen om een vuurbestendig condoom te maken? Zoiets kan vast. Kom op man, je laat toch niet zo’n leuk meisje lopen door een gebrek aan creativiteit?’
Fire voelde de hitte naar zijn gezicht stijgen bij alleen de gedáchte dat hij zoiets aan Darian zou vragen. Fox’ suggesties waren nooit in hem opgekomen. Nadat het zo rampzalig met Tuuli was afgelopen, was het voor hem gewoon duidelijk geweest dat hij nooit meer intiem met iemand zou kunnen worden – behalve misschien iemand als Dezi. Iemand die zijn hitte met kou kon beantwoorden. Maar Dezi was Dezi. Daar hoefde hij echt niets meer van.
En hij vond Fersephone leuk. Écht leuk. Maar hij was ook bang dat zijn… conditie haar zou afschrikken. Dat hij haar de intimiteit niet kon geven waar ze op den duur wel naar zou verlangen. En zelfs met speeltjes was het niet helemaal hetzelfde, maar het was in ieder geval íéts. Misschien had ze het er voor over.
‘Misschien heb je gelijk,’ mompelde Fire.
‘Natuurlijk heb ik gelijk. En kom op – er zijn zát dingen die jullie wel kunnen doen. Dat is echt geen reden om de liefde van je leven af te zweren.’
‘Zo kan ie wel weer,’ bromde Fire toen hij Fox’ veel te grote grijns zag.
Lachend haakte Fox zijn arm langs de zijne en trok hem weer mee in de richting van de school. ‘Ga haar eerst maar eens zoenen vanavond. Dat levert vast geen brandwonden op. En hé – je vergeet ook dat ze een tweelingzus heeft die haar zo weer oplapt! Mocht het nou toch een beetje fout gaan. No worries, bro.’
Ze gingen het schoolgebouw binnen en liepen door naar de aula. Daar waren al meer leerlingen bezig met het maken van versieringen. Fox hield van feestdecoraties maken, dat was de reden dat Fire hem drie jaar geleden hiermee naartoe had genomen in de hoop dat de jongen weer een beetje opbloeide na Kris’ verdwijning. Ze hadden samen Halloween-kaarsen gemaakt en Fire was tot de ontdekking gekomen dat hij dat stiekem best wel leuk vond. Sindsdien deden ze het ieder jaar.
Hij bleef staan toen hij Fersephone opeens bij een tafel zag staan, waar ze met bloemen in de weer was. Zij was wel de laatste die hij hier verwacht had.
‘Nou dat kan geen toeval zijn.’ Fox gaf hem een knipoog. ‘Maak nou maar gewoon eens een move, leg je handen in haar zij en zeg wat liefs.’
‘Ik zou niet weten wat,’ mompelde hij.
‘Dat het een leuke verrassing is dat je niet hoeft te wachten tot vanavond om haar te zien.’ Fox duwde hem in de richting van de tafel. ‘Niet zo moeilijk doen, oudje. Anders ga ík haar eens wat dingen vertellen.’ Hij wiebelde met zijn wenkbrauwen.
Dat was wel het laatste wat hij wilde. Hij schraapte zijn moed bij elkaar, liep naar haar toe en op de een of andere manier kreeg hij zichzelf zover om zijn handen op haar heupen te leggen toen hij achter haar stond. Woorden kwamen er minder vloeiend uit. Razendsnel dacht hij na wat Fox zou zeggen.
‘Kon je niet langer zonder me?’ wist hij eruit te krijgen.
Het voelde nu al als een afgang – en niet iets wat hij uit zichzelf zou zeggen.
Het werd echter pas écht een afgang toen het meisje haar hoofd opzij draaide en hij zag dat het Fersephone helemaal niet was, maar haar zus.
Zijn gezicht werd vuurrood. ‘Sorry,’ mompelde hij en hij stapte vlug bij haar weg. ‘Ik – ik dacht dat je je zus was.’
Zelfs zijn haren lichtte oranje op en hij kon wel door de grond zakken van schaamte.
Every villain is a hero in his own mind.