-Zucht, ik zit teveel op de pc- Oh ja. To hell with it.
Felix - Piraat.
Om de een of andere reden heb ik niet veel zin in een hoer, waardoor ik eigenlijk gewoon de eerste beste kroeg binnen stap en een biertje bestel, waarvan ik een deel gebruik om het bloed van mijn gezicht te wassen. Meteen daarna komt er een zwaar opgemaakte, jonge vrouw op me af. Haar lichaam is in een vreselijke, spannende jurk gewrongen, waardoor er op vlak van haar boezem weinig aan de fantasie over gelaten werd. Het woord hoer staat praktisch op haar hoofd geschilderd met deze opsmuk. Nu ik er over nadenk. Hoe kon ik dit nu van mijn leven aantrekkelijk vinden? Ik grijns. Ik vond het ook niet aantrekkelijk. Dat interesseert me eigenlijk weinig. Een hoer moet niet aantrekkelijk zijn. Ze moet goed zijn in wat ze doet. 'Niet vanavond, dollface,' wimpel ik haar snel af, voor ze ook maar de kans heeft om haar mond open te doen. Het meisje lijkt op haar tenen getrapt en wend zich met een hooghartige blik in haar ogen weer van me af, waardoor ik grinnikend mijn hoofd schud. Net op dat moment ontstaat er een gevecht in de kroeg. Om eerlijk te zijn heb ik weinig zin om nog eens op mijn smoel geslagen te worden dus ik sta op om me snel uit de voeten te maken. Net als ik de deur naar vrijheid bereik, staat er een dikke kleine man met zijn vuisten gebald voor me. " Wer denk je heen te ga'n, vuile laford die je d'r bent," lalt hij met een dubbele tong terwijl hij vervaarlijk heen en weer zwachelt. Oh ik heb serieus géén zin in dit soort bullshit en wil mijn zwaard trekken om hem schrik aan te jagen
Dan realiseer ik me dat mijn hand naar een lege plek tast. Miljaar, die Ace heeft mijn rapier nog! Waar zat die vuile rat? Snel vis ik een krukje van de vloer en sla de stinkende hond voor me op zijn hoofd, voor hij goed en wel door heeft wat er gebeurt. Vuile piraten ook... Op een drafje loop ik terug naar de straat waar ik Ace voor het laatst gezien heb, maar de ongewassen rotzak is nergens te bekennen. Boos ren ik terug naar de haven, waar ik een willekeurige piraat van de grond pik om te vragen of ze hem niet ergens gezien hebben. Ik heb geluk dat die kloot bekend is in deze omstreken, waardoor ik meteen raak schiet, al is de piraat wiens uitleg ik vraag, zo scheef is als een kanon. "Me een wijf terug na zen boot,' hoor ik vaag, waarna ik de man terug tussen het vuil gooi waar ik hem gevonden heb. Als ik opnieuw het dek op storm, merk ik dat May er nog steeds zit. 'Trek een shirt aan. Ik meen het wat ik zei over die verkrachtingen,' bits ik hoewel ik het niet kan laten om mijn ogen nieuwsgierig over haar lichaam te laten glijden, terwijl ik als een razende naar het ruim ren. Als ik de trap afdaal, hoor ik opnieuw wat gestommel in de keuken. Daar vind ik Ace inderdaad. En die vriendin van Maxime was er ook bij. Wat wilde zeggen dat ik me moest gedragen. 'Best maat. Jij hebt nog iets van me,' zeg ik met een uiterst beheerste stem terwijl ik naar hem toestap. Als er ook maar één krasje op zit, dan kiep ik hem met zijn wijf er bij, naar de diepte van de oceaan. Dat zweer ik op het graf van mijn vader. Niet dat dat zoveel waard is, want ik geef geen kloten om die ouwe lul, maar dan nog.
[ bericht aangepast op 17 april 2011 - 9:09 ]
Frankly my dear, I don't give a damn.