• Nummer 1
    Nummer 2


    [url][/url]Joinen, maar geen idee wat RPG's zijn? Kijk hier:
    Plop

    Welkom 8D
    Ahum, eerst het verhaal:

    Een stel rijke dames van de Dames Club in Engeland gaan op bezoek bij hun vriendinnen in Frankrijk. Halverwege de reis komen ze echter in een storm terecht. Hun schip vergaat, en slechts vijf dames weten te ontsnappen aan de dood. In een houten sloep drijven ze dagen stuurloos over de zee, tot ze eindelijk een schip zien. Wanhopig beginnen ze te zwaaien, hopend op hulp. Wat de dames echter niet weten, is dat het een piraten schip is… De piraten redden ze, maar niet voor niets. De dames worden gedwongen om hard te werken, en zullen moeten wennen aan het harde, vieze leven op het piratenschip…
    Omdat we niet oneindig veel dames kunnen hebben, is er een maximum van 5 dames. En natuurlijk maar 1 dame per persoon, anders is het een beetje sneu als 1 iemand 5 dames heeft en de ander 0. Van Piraten mogen er wel heel veel komen.. Hehehe ^^ (Piraten zijn mannelijk :'])

    Voor de duidelijkheid, er zijn dus geen mobieltjes/auto's/moderne kleren.. Maar ik denk dat dat wel logisch is..

    Dames:
    Joshephine,Rosalie Noa,Maxime,Clarabella, May
    Piraten:
    Olivier (Captain),Abby/Jack (Piraat),Peter/Felix(Piraat),Ace (Piraat),Kenneth (Kraaiennest Dude), Tristan
    Have fun 8D

    (p.s. De verhaallijn is bedacht door Souleater, het idee om piraatjes te gebruiken door mij :p)

    SOUNDTRTACK



    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 7 mei 2011 - 12:37 ]


    In the end the only person we love is ourselves, that's why we choose to love someone who can please us the most.

    May
    Ik schrik op en smijt mijn vlecht over mijn schouder. Al snel herpak ik me en glimlach vriendelijk. "May Carter." stel ik me voor. Trots recht ik mijn rug en keek de kapitein recht in de ogen. "Ik wil me aanmelden als nieuw bemanningslid,kapitein." Even zie ik een blik van verbazing in zijn ogen. Oh,hier kan ik dus echt niet tegen. "Ik heb een halfjaar meegevaren op The Black Abbey en heb hier een halfjaar vastgezeten. Ik kan me perfect verdedigen en ben niet vies van zware en gevaarlijke karweitjes." zeg ik met een venijniger ondertoon dan ik bedoeld had. "Vraag maar aan Felix,hij heeft al mogen ondervinden dat ik niet echt een softie ben."


    Don't make people into heroes, John. Heroes don't exist. And if they did, I wouldn't be one of them. -Sherlock Holmes

    Tristan

    Een paar ruige matrozen kijken me wat schattend en lichtjes verbaasd aan. Waarschijnlijk omdat ik maar ongeveer de helft van hun spiermassa bezit, maar zo te zien wel het driedubbele van hun hersenmassa. En misschien ook om mijn dure jas.
    'Ik wil graag de kapitein spreken!'

    [ bericht aangepast op 17 april 2011 - 20:29 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Josephine
    Voordat Ace antwoord kan geven komt de man met de littekens binnengelopen. Ik sta op en kijk nog even naar Ace. "Ik ga even.. een luchtje scheppen." zeg ik zacht en ik loop naar buiten. De zon schijnt en er waait een licht briesje. Ik loop van de boot af en haal diep adem. Met de soldaten is het misschien niet heel slim om ver van de boot af te gaan, dus kan ik het beste hier in de buurt blijven. Ik kijk naar het glinsterende water en vraag me af of ik Ace echt kan vertrouwen.

    Olivier
    Ik glimlach naar haar. "Prima. Dan heet ik je welkom op ons schip. Er is hier trouwens nog één andere vrouwelijke matroos. Maar die ontmoet je vanzelf wel." Ik kijk op als ik iemand hoor roepen. Nog meer nieuwelingen? Waarom ook niet. Ik loop op de man af en glimlach. "Ik ben Olivier, de kapitein. Waar kan ik u mee helpen?" De jas van de man valt me meteen op. Goede kwaliteit, en mooi afgewerkt zo te zien.

    Tristan

    Wanneer de kapitein voor me staat, begin ik me toch af te vragen of dit wel zo'n goed idee was en laat er ergens in mijn achterhoofd een stemmetje waten dat ik misschien beter gewoon weer van deze boot afloop.
    'Aangenaam, kapitein.' Ik knik ter begroeting eventjes formeel met mijn hoofd. 'Ik ben Tristan Wright en ik zou graag lid worden van uw bemanning.'
    Jammer genoeg heb ik geen referenties en het lijkt me nutteloos om er te verzinnen, want wie weet wat die man, waarvan het nu pas duidelijk wordt dat hij een piraat is, met me doet als hij aan mijn onvermijdelijke geklungel gaat merken dat ik zo goed als niets van varen afweet?

    [ bericht aangepast op 17 april 2011 - 20:50 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Josephine
    Voordat Ace antwoord kan geven komt de man met de littekens binnengelopen. Ik sta op en kijk nog even naar Ace. "Ik ga even.. een luchtje scheppen." zeg ik zacht en ik loop naar buiten. De zon schijnt en er waait een licht briesje. Ik loop van de boot af en haal diep adem. Met de soldaten is het misschien niet heel slim om ver van de boot af te gaan, dus kan ik het beste hier in de buurt blijven. Ik kijk naar het glinsterende water en vraag me af of ik Ace echt kan vertrouwen.

    Olivier
    "Dat is goed. Welkom op het schip in dat geval." De man lijkt me eigenlijk veel te beschaafd om een piraat te zijn, maar ach. Ik had ook nooit gedacht dat vrouwen piraten konden zijn, dus hij zal ook wel wat kunnen. Ik kijk om me heen. De meeste piraten zijn terug, ook al missen er nog een paar. Ik draai me weer om naar Tristan en glimlach. "Morgenochtend vertrekken we, dus als je nog iets moet halen in Tortuga moet je dat nu doen."

    May
    Ik klap even vrolijk ik mijn handen. Gelukt! Nu maken dat ik bij Tamara was. Haastig ren ik het schip af en de steegjes van Tortuga in. Tamara is het meisje waar ik bij gelogeerd heb tijdens mijn verblijf op Tortuga. Ze was een beroemde waarzegster. Voorzichtig loop ik door het gordijn. Tamara begroet me hartelijk,waarna ze me gebiedt te gaan zitten. Ze neemt mijn hand in de haren en fronst bedenkelijk. "Ik zie een vijand in je leven. Een man,gevaarlijk,met veel geheimen." spreekt ze mysterieus. Ik kijk haar verrast aan. Dat doet me denken aan Felix. "Oh,hij is nogal heetgeblakerd. Je hebt al een aanvaring met hem gehad." zegt ze opgewonden. "Hoe zie je dat!?" roep ik verrast uit. Ze kijkt me even duister aan. "Je knokkels zijn geschuurd." Ik begin te lachen en schudt mijn hoofd. Altijd even onvoorspelbaar,die Tamara. Dan begint ze plots te panikeren. "Hij is je welbekend. Hij is gevaarlijk,May. Pas op voor hem. Kijk verder dan zijn littekens." waarschuwt ze me,waarna ze overeind springt en het achterkamertje in verdwijnt. Totaal overdonderd,begin ik terug aan mijn weg richting het schip. Man,die meid kan vreemd zijn. Plots vliegt er in een krant verpakte vis voorbij. Ik kijk verstoord naar de zatlap die me bekogelt en smijt hem zijn stinkvis terug. Het papier plakt aan mijn hand en ik walg even van de stank. Dan pas merk ik dat het een oud opsporingsbericht is. De tekening komt me vreemd bekent voor. In het groot kopt het blad "Gezocht: Peter Noah Zachary". Langzaam frons ik terwijl ik verder slenter,mijn ogen gefocust op het bericht. Dit zou nog een interessante reis worden. Zodra ik bij het schip kom,frommel ik het bericht op en stop het achter mijn riem.

    [ bericht aangepast op 17 april 2011 - 21:02 ]


    Don't make people into heroes, John. Heroes don't exist. And if they did, I wouldn't be one of them. -Sherlock Holmes

    Tristan

    Nu ben ik er helemaal zeker van dat het piraten zijn, nergens anders hadden ze zo direct iemand zonder referenties aangenomen. Maar ik moet wel toegeven dat die kapitein Olivier er een stuk beschaafder uitziet dan de rest van het gespuis dat ik tot nu toe ben tegengekomen op zee. En hij heeft me iets om over na te denken gegeven. Wat doe ik met mijn geld? Als ik het hier op Tortuga laat, moet ik wel door de ondertussen donkere straatjes de kans lopen om mijn 'vrienden' weer tegen te komen en als ik het mee op de boot neem, neem ook ineens het risico dat ik binnen de week bestolen ben. En hoe weinig zin ik ook heb om nog meer straten af te lopen na daarnet, besluit ik toch mijn geld ergens in veiligheid te gaan brengen.
    'Thanks, cap'tain,' grijns ik, 'dan ziet u me straks of morgenvroeg weer aan dek.'
    Terwijl ik de loopplank weer afloop, doe ik een schietgebedje. Naamloze, laat ze me alsjeblieft niet opnieuw vinden.

    [ bericht aangepast op 17 april 2011 - 21:15 ]


    Home is now behind you. The world is ahead!

    May
    Als ik zie dat de kapitein weer alleen is,stap ik meteen naar hem toe. "Kap'tein,mag ik u wat vragen?" vraag ik hem beleefd. Na een instemmende knik,aarzel ik toch even. Ik weet het niet zeker. Maar toch ben ik nieuwsgierig. "Hoelang is Felix al bij u aan boord?" vraag ik hem uiteindelijk toch.


    Don't make people into heroes, John. Heroes don't exist. And if they did, I wouldn't be one of them. -Sherlock Holmes

    Hoe heet ons schip eigenlijk? (nerd)


    Home is now behind you. The world is ahead!

    Ace - Piraat.

    Ineens grijpt Felix me vast en drukt zijn zwaard tegen me aan. Geschokt wil ik zijn kant op kijken, maar als ik dat doe bezorg ik mezelf een enkeltje hel. Hoe ga ik mezelf hier uit redden? "Zitten we op dezelfde lijn hier?" Ik kijk schuin naar beneden waar zijn voet naast de mijne geparkeerd staat. M'n beste Felix, je hebt je kennelijk nog niet goed afgestemd op de nuchtere Ace. Ik haak snel mijn voet achter de zijne en geef hem een pijnlijke trap in de achillespees. Hij is zo geschokt dat hij me wel móet loslaten. Ik draai me snel om en grijp hem bij de pols vast en maak hem zijn wapen afhandig. Nu ben ik degene met het zwaard in handen.
    'Prima. Ik betaal je een nieuw zwaard. Maar dat kan ik moeilijk als ik dood ben. Wat mag het kosten?' Stomme vraag ook. Hij kennende gaat hij veel meer rekenen dan zo'n stuk metaal in wezen kost. 'Je kan tien goudstukken van me krijgen. Dat is ruim voldoende om een nieuw zwaard van te halen. Zo terug.' Ik ga onder het dek, waar ik in een geheim plekje onder mijn bed het geld vandaan haal. Ik kom weer naar boven, waar ik hem het geld in handen druk.
    'Hier, erepiraatje. Voor jou. En nu wil ik je graag uit mijn gezichtsveld, je ruïneert mijn uitzicht.'


    No growth of the heart is ever a waste

    Felix - Piraat.

    Ik kan nog net een gefrustreerde brul onderdrukken. Eerst dat maf konijn van eerder en nu weet zelfs Ace me te overmeesteren? Ik kan mezelf beter van kant maken, denk ik bitter terwijl ik overeind krabbel en een grijns op mijn gezicht weet te wringen. Met een tikje tegen mijn denkbeeldige hoed accepteer ik zijn geld, dat hij me met een zogenaamd stekende opmerking overhandigd. Wel wel. Hij groeit op. Nooit eerder heeft hij me zo direct, verbaal aangevallen. Had misschien ook wel te maken met het feit dat hij de vorige keren te dronken was om zijn eigen naam uit te spreken, maar toch... Meestal trokken we ons weining van elkaar aan. 'Thanks mate... Waarom zo chagerijnig? Heeft dat grietje je weer afgewezen?' Mijn lippen krullen even om, waarna ik me, zonder op antwoord te wachten, omdraai en opnieuw de stad in trek, op zoek naar een smid. Wanneer ik van de loopplank naar beneden daal, zie ik dat May met de Kapitein staat te praten. Dus ze is aangenomen... Hoewel ze me wel interesseert, kan dit nooit veel goeds voor me betekenen. Ik heb haar grens al een paar keer teveel overschreden vrees ik. En normaal is dat echt niks voor mij. Normaal gezien, overdenk ik altijd alles en plan ik de hele situatie netjes uit. Uitkijken geblazen, denk ik in mezelf, ik mag me niet laten kennen, want ik begin fouten te maken en dat is helemaal geen goed nieuws. Ik merk hoe ze me vreemd aankijkt als ik passeer. Bedachtzaam bijna. Raar wijf...
    Op een drafje zigzag ik door het volk heen, tot ik bij een weggestoken kleihuis kom, dat de hitte van de smidse praktisch uit straalde. 'Bij den gloeienden pook...' mompel ik geamuseerd in mezelf als ik het afgeleefde bordje boven de poort zie hangen. 'Hoe charmant,' Kort klop ik op de deur, alvorens mezelf door de smalle opening naar binnen te wringen en uiteindelijk oog in oog te staan met een meisje van een jaar of zestien. Het was een enorm lelijk gedrocht, maar om eerlijk te zijn kan dat me weinig schelen. 'Hallo popje, is je vader thuis? Ik ben op zoek naar een nieuwe degen,' vraag ik terwijl ik het scheve, oude ding uit de schede trok ter demonstratie. 'De oude is in handen gekomen van een onbetrouwbare rat, die alweer bewijst hoe onkundig hij is,' Het meisje staart me alleen met een vage blik aan, draait zich dan om en beent weg om even later weer te verschijnen met een tengere man van een jaar of veertig. Hij ziet er in ieder geval niet uit alsof hij ook maar een hamer op kan tillen, dus ik ga er vanuit dat hij een knecht is en niet de echte smid. Deze man is ook niet van veel woorden - net als het meisje- en wenkt me naar het rek waar zijn degens uitgestald staan. Qua versieringen was de smid zeker niet rijkelijk geweest, maar aan het glanzende staal te zien, kenden de degens zeker een fantastische kwaliteit. Zonder verdere vragen te stellen vis ik één van de degens uit het rek en test zijn balans. Perfect! En het ding ligt nog goed in de hand ook. Met een grijns laat ik mijn vingers over het metaal dwalen. 'Hoeveel is hij?' ' Acht goudstukken,' 'Verkocht,' zeg ik snel. 'En je mag deze brol ook hebben,' Daarop druk ik de oude rapier in zijn handen, samen met het geld en steek de nieuwe in zijn schede. Ik groet hen kort door een knikje en loop dan tevreden naar buiten. Met een gloednieuw wapen en bovendien twee geldstukken die Ace me cadeau heeft gedaan, ziet de wereld er al een heel stuk vrolijker uit. Ik grijns breed en begin aan mijn tocht terug in de smalle, donkere straatjes.


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Josephine
    Voordat Ace antwoord kan geven komt de man met de littekens binnengelopen. Ik sta op en kijk nog even naar Ace. "Ik ga even.. een luchtje scheppen." zeg ik zacht en ik loop naar buiten. De zon schijnt en er waait een licht briesje. Ik loop van de boot af en haal diep adem. Met de soldaten is het misschien niet heel slim om ver van de boot af te gaan, dus kan ik het beste hier in de buurt blijven. Ik kijk naar het glinsterende water en vraag me af of ik Ace echt kan vertrouwen.

    Olivier
    Ik draai me om naar May. "Hm.. Goeie vraag. Een flinke tijd al. Ik denk iets van een of twee jaar?" Ik kijk hoe Felix langs komt lopen en knik even naar hem. "Hoezo?"

    May
    Ik kijk Felix even na en focus dan weer op de kapitein. "Gewoon. Nieuwsgierig." mompel ik afwezig.


    Ok,gotta go. Ouders + pc + vieze blikken = tijd om af te sluiten ;D


    Don't make people into heroes, John. Heroes don't exist. And if they did, I wouldn't be one of them. -Sherlock Holmes

    Felix - Piraat

    'Maxime?' breng ik verbaasd uit als ik haar frêle figuur afgetekend zie tegen het beeld van een nogal ongure straat. Ze heeft de aandacht getrokken van enkele vage, en waarschijnlijk ladderzatte, types. Ik denk niet dat ze zelf helemaal in de mot heeft wàt die gasten precies met haar wilden doen... Ik vloek zacht. Ik had haar hij Aby en Clara en de Kapitein achter gelaten in de veronderstelling dat ze nog wat wilde winkelen, hoe komt dat schaap hier nu terecht. Een prachtmeid als zij zuigt heel wat ongewenste aandacht naar zich toe. Gelukkig kom ik haar tegen, anders had ik naar mijn geld kunnen fluiten. Meteen baan ik me een weg naar haar toe. Ze ziet er nogal overstuur uit, maar ik kan niet goed opmaken of dat is omdat ze omsingeld is door een bende stinkende apen of er iets anders achterzat. 'Kom maar mee, liefje,' probeer ik haar ietwat te kalmeren terwijl ik mijn rapier bovenhaal en het metaal vervaarlijk laat schitteren. Ik ben niet bang om te doden als het moet, maar op het moment kan ik geen extra aandacht gebruiken. Onzacht grijp ik Maxime bij haar bovenarm en trek haar vantussen de mannen terwijl ik het lemmet op de keel van de dichtsbijzijnde piraat laat rusten. Ze zijn hélemaal niet blij dat ik hen vnan hun hapje beroof. 'Rennen,' fluister ik haar zacht toe, waarna ik haar razendsnel achter me aan trek in de hoop de bende af te schudden.

    [ bericht aangepast op 18 april 2011 - 19:39 ]


    Frankly my dear, I don't give a damn.

    Maxime - Dame.

    Oké, dit heeft absoluut geen zin. Ik ben verdwaald. Ik besluit om al mijn moed bij elkaar te rapen en stap op een man af. 'Pardon, meneer, weet u misschien de weg naar de haven?' De man is ontzettend lelijk en stinkt naar alcohol, maar hé, ik moet toch iets? 'Ja, juffie, die weten we, maar dat gaan we niet zeggen.' Wie is we? En wat een onbeschofte meneer. Grijnzend komt hij op me aflopen en ik zet een stap naar achter, maar bots tegen iets op. Als ik me omdraai zie ik dat daar ook een man staat, net zo lelijk als de andere, en voor ik het weet ben ik omsingeld.
    'Laat me gaan,' roep ik, niet dat het hen wat interesseert. Dit is wel het laatste waar ik zin in heb als er net iemand voor mijn neus is geëxecuteerd en ik dringend naar het schip moet om aan te geven dat Abby is ontvoerd.
    Plotseling stapt er iemand de kring in en ik sta op het punt in huilen uit te barsten, tot ik Felix' stem hoor. 'Kom maar mee, liefje.' Normaal zou ik gaan blozen vanwege het feit dat hij me liefje noemde, maar deze keer niet, niet nu althans. Wel schrik ik van het feit dat hij een wapen bij zich heeft, hij zal toch niemand gaan doden?
    'Auw!' roep ik uit als hij me hardhandig bij mijn arm pakt en me tussen de mannen vandaan trek. 'Rennen,' hoor ik hem fluisteren en direct daarna rent hij voor me uit, mijn arm nog steeds vasthoudend. Dat is vrij pijnlijk, vooral omdat hij een stuk sneller rent en ik zowat over mijn hakken struikel. Ik wil net vragen of het wat langzamer kan, maar als ik omkijk zie ik dat de mannen ons volgen. 'Felix, sneller!' roep ik, maar hoe? Mijn benen kúnnen me niet sneller dragen.


    everything, in time