• The world is changed. I feel it in the water. I feel it in the earth. I smell it in the air.

    Wat als Deagol de Ring nooit had opgepakt? Dat Smeagol nooit een moordenaar was geworden? Dat Bilbo en Frodo nooit de Ring ook maar hadden gezien? Wat zou er dan gebeurd zijn? Misschien was Middle-Earth wel veel eerder bevrijd... of vernietigd... Tenminste werd de Ring wel weer gevonden. En, net zo als in het verhaal, brachten ze hem naar Rivendel. Daar werd the Fellowship gevormd. Op naar een nieuw avontuur voor de Ring, zijn laatste avontuur? Gaat het de ringdrager lukken om de Ring te vernietigen? En overleefd iedereen deze zware tocht wel?

    Well, where are we going?

    The Fellowship of the Ring:
    - Fosco Buckland, Hobbit - Firebolt
    - Amrod Calmcacil, Elf - Boromir
    - Drogo Loamsdown, Hobbit - MissBaggins Ringdrager
    - Gereseveerd voor Ceremonials, Mens
    - Merenwen Lissësúl, Elf - Ollivander
    - Elwyn Alduin, Mens - DreamerN
    - Raeper The Black, Wizard - Paddo
    - Brennen Uquenyondo , mens -Ewijn
    -
    (Van de mensen die in the fellowship zitten, kies ik de ringdrager. Ik heb ook een personage, maar ik ben zowiezo niet de ringdrager)

    Overige Personages:
    -Nessa Calmcacil, Elf - Boromir
    - Bernt, zoon van Born, Dwerg - Firebolt
    - Idrille Eärwen Capdruil, Elf -DreamerN
    -
    ...

    At your service.

    Lijst:
    Rol: fellowship of overig
    Naam: volledige naam
    Soort: Mens/dwerg/elf/hobbit/tovenaar/ork/ent/enz
    Leeftijd: kies wat leuks
    Ringdrager: hier mag je kiezen of je de ringdrager wilt zijn. Het hoeft natuurlijk niet. En alleen als je in het fellowship zit:')
    Innerlijk: beschrijf het innerlijk van je personage
    Uiterlijk: beschrijf het uiterlijk. Geen foto's!
    Geboorteplaats:
    Extra: wat je nog kwijt wilt

    You shall not pass!

    Regels:
    -Als je wilt stoppen, best. Maar laat je personage desnoods doodgaan voordat je gaat en meldt het!
    -Minimaal 2 regels
    -Maximaal 3 personages per persoon, maar maximaal 2 in the fellowship en niet van hetzelfde soort.
    -Geen geruzie


    My precious!

    Moeite met namen:
    Elven namen
    Hobbit namen

    One does not simply walk into mordor

    Succes! Je mag natuurlijk ook de slechterik zijn.(Wauw, dat klinkt zo... kinderachtig:') )

    What do we waiting for?

    [ bericht aangepast op 2 feb 2013 - 20:31 ]


    And don't forget, Elvendork! It's unisex!

    Elwyn Alduin

    Genietend van het zonnetje sloot ik mijn ogen, ergens toch nadenken over dat dit zo wel een tijdje mocht duren, de vogeltjes vloten hun opgewekte lied en er heerste hier totale vrede, zeker vergeleken met alle geweld en dreigingen buiten de kloof.
    Denkend aan alle gevaren die we op ons pad tegen konden komen; Orks, Wargs, Kobolden, Spinnen, Trollen, Beren of misschien wel een Nazgûl, die ranzige wezens die soms wel eens in de verte te zien zijn als ze over één van de kilometer lange vlaktes vliegen van Rohan.
    "Een mooie dag om te vertrekken vind je niet ?"
    Mijn lichtblauwe ogen schoten open en vinden die van de mannelijke persoon tegenover me die op diens staf geleund stond waaruit ik kon opmaken dat hij een tovenaar moest zijn.
    Even geintrigeerd door diens zwarte oog wist ik even niets te zeggen, maar er was ook een mogelijkheid dat het niet eens door zijn zwarte oog kwam.
    Thuis had ik wel eens iemand gezien zonder ogen en ook wel iemand met maar één oog, wat kon ik zeggen, de rohirrim bestaat nou eenmaal uit lustige vechters.
    Dus vergeleken met dat is dit dan zo erg nog niet, toch ?
    Ik probeerde zo vriendelijk mogelijk een glimlach op mijn gezicht te toveren. "Dat is het inderdaad, hopelijk hebben we voor een lange tijd dit weer, dan zou de reis al een stuk draagzamer zijn."
    Even aarzelde ik, maar uiteindelijk stak ik toch mijn hand uit. "Mijn naam is Elwyn Alduin, Vrouwe van Rohan, aangenaam kennis te maken."


    Credendo Vides

    Raeper The Black

    Ik observeerde de persoon met elke beweging,
    "Dat is het inderdaad, hopelijk hebben we voor een lange tijd dit weer, dan zou de reis al een stuk draagzamer zijn."
    "Mijn naam is Elwyn Alduin, Vrouwe van Rohan, aangenaam kennis te maken."
    Ik knik even maar bleef leunen op mijn staf,
    'Ik wist al wie je was, net zoals elk persoon die hier rondloopt' ik glimlach even,
    Ik zuig nog even wat aan mijn pijp waarna ik de rook uitblaas,
    'Wat ik mij meer afvraag is waarom je probeert zo mannelijk mogelijk over te komen'
    Bij de worden draaide ik mijzelf om, mijn zwarte oog verdween in de duisternis van mijn kap waarna mijn witte oog te voorschijn kwam,
    'Een vrouw hoort zichzelf niet te veranderen ongeacht wat andere denken vind je niet?' ik glimlach weer even,
    De rook van mijn pijp vloog rustig rondjes door de lucht, terwijl sommige rondjes veranderden in vogels die door de rondjes heen vlogen.
    Ik blijf rustig op mijn staf leunen terwijl ik haar blijf aankijken.

    Elwyn Alduin

    "Ik wist al wie je was, net zoals elk persoon die hier rondloopt."
    Fijn, heel fijn, hoeveel weten mensen precies van mij ?
    Snel nam ik een besje tussen mijn vingers en stopte die in mijn mond na een kleine inspectie of die giftig was of niet, wat niet zo bleek en ging iets verzitten zodat mijn zwaard minder in de weg zat tegen mijn dijbeen aan.
    Daarentegen bleef hij op zijn staf geleund staan met de pijp in zijn mond, waar kringetjes rook uit op dwarrelden.
    "Wat ik me meer afvraag is waarom je probeert zo mannelijk mogelijk over te komen."
    Pardon ? Zie ik er nu nog mannelijk uit met een rok en een soort korset aan ?
    Ergens moest ik wel even inwendig lachen toen ik me voorstelde hoe mannen eruit zouden zien als zij een korset zouden dragen, maar dat kon ik maar beter niet uitspreken.
    "Een vrouw hoort zichzelf niet te veranderen ongeacht wat anderen denken vind je niet ?" Waarna hij glimlachte en de rook van zijn pijp nu allerlei vormen aan begonnen te nemen van vliegende vogels.
    "Ik verander me ook niet, het was puur een vermomming die ik nodig had om hier te kunnen komen." Ik haalde even een hand door mijn lange lichtblonde haar dat nog steeds in een bos over mijn schouder heen lag.
    "Het was nooit mijn intentie geweest om deze verdere reis ook als man af te ronden, anders had ik me nu toch nog wel anders gekleed dan dit ?"
    Ik wees op mijn kleding die dus echt alles behalve mannelijk was.
    "Of vind u dat ik er toch nog mannelijk eruit ziet ? Of vind u dat vrouwen thuis horen te zitten en voor het gezin horen te zorgen in plaats van aan de zij van de mannen hun land en hun dierbaren te beschermen ?" retourneerde ik hem twee vragen.

    [ bericht aangepast op 3 feb 2013 - 23:17 ]


    Credendo Vides

    Raeper The Black

    "Ik verander me ook niet, het was puur een vermomming die ik nodig had om hier te kunnen komen." ze haalde haar hand door dr blonde haren,
    Ik keek dr even aan en glimlach alleen.
    "Het was nooit mijn intentie geweest om deze verdere reis ook als man af te ronden, anders had ik me nu toch nog wel anders gekleed dan dit ?"
    Waarna ze op dr kleding wees, het enige wat ik deed was knikken.
    "Of vind u dat ik er toch nog mannelijk eruit ziet ?"
    Wanneer ze de vraag retourneert lach ik even,
    'Nee niet echt' ik glimlach weer even,
    'Dus Elwyn Alduin, waarom wil je mee doen aan deze reis?'
    Ik kijk even naar de mensen die al naar beneden waren gekomen, ieder had wel zijn eigen mening over deze reis net zoals hun eigen intentie om mee te gaan.
    Ik daar in tegen, had niets om werkelijk deze reis voor te maken.
    Het was een vraag van Gandalf of ik in zijn plaats wilde gaan zodat hij wat dingen kon afhandelen.
    Ik glimlach even waarna ik mijn blik weer op Elwyn focus.

    Elwyn Alduin

    "Dus Elwyn Alduin, waarom wil je meedoen aan deze reis ?" vroeg de tovenaar aan me, waarop ik zuchtend mijn schouders ophaalde, ik weet eerlijk gezegd niet of ik dat eigenlijk wel toe wou geven of gewoon maar vertellen aan deze voor mij nog vreemdeling.
    Mijn ogen verschoven weer even naar het prachtige plaatje wat de gebouwen van Rivendell in hielden en raakte verstrengeld in mijn gedachten.
    Na alles weer op een rijtje te hebben gezet wende ik mijn ogen af van de kunstige pilaren van waar eerst mijn kamer ongeveer geweest zou of moest zijn en keek de tovenaar weer aan. "Ik ga mee omdat ik mezelf wil bewijzen, ik wil bewijzen dat vrouwen meer kunnen dan alleen maar het huishouden, voor de kinderen zorgen, ik wil bewijzen dat we niet zwak zijn." Even beet ik op mijn lip. "En ik wil meer van de wereld zien, mijn vader heeft me altijd zo dicht mogelijk bij Edoras gehouden, hij wou altijd weten waar ik heen ging als ik de deur uit ging." zuchtend wende ik mijn ogen af. "Het enigste wat ik even wou was mijn vrijheid zodat ik meer van de wereld kon gaan zien en hoe kan dat beter dan met een reisgenootschap die het land doorkruist om een ring te vernietigen." Bij de laatste woorden kreeg ik onwillekeurig een glimlach om mijn lippen, hoe raar was het eigenlijk allemaal gelopen.
    Een paar dagen geleden was ik me nog angstvallig aan het verstoppen in mijn mannenkleding en nu ben ik gewoon, openlijk als vrouw geselecteerd voor een uitermate belangrijke queste om een gevaarlijke ring die in de handen van een hobbit mee zou reizen naar Mount Doom om daar vernietigd te worden.
    Ik kon de gevaren en avonturen al bijna ruiken die ons te wachten staan.
    De zon kwam steeds hoger op, wat erop wees dat het al bijna tijd was om te vertrekken.
    Mijn ogen gleden over de open plaats heen, maar er waren er nog niet zo veel aanwezig.
    "Waar is iedereen toch ?" Murmelde ik voor ik opstond en met een licht knikje even afscheid nam van de tovenaar. "Ik ga even mijn paard opzadelen als je dat niet erg vind."
    En met die woorden liep ik naar de andere kant van de open plek, waar er met een klein boogje een pad naar het stallencomplex liep, waar mijn paard en benodigdheden al buiten op me aan het wachten waren, klaar om opgezadeld te worden.


    { Zoals Elwyn al opmerkt.... WAAR IS IEDEREEN ?}


    Credendo Vides

    [Sorry, had even andere dingen aan mijn hoofd]


    "Some day you will be old enough to start reading fairy tales again.” - C.S. Lewis

    || Amrod Calmcacil ||
    Mijn ogen gleden over de bossen die voor me lagen. Het water lokte me in de hoop dat ik een duik zou nemen, maar ik wist dat het niet kon. Over een paar uur zou het hele gezelschap al vertrekken om de Ring te vernietigen en de resterende tijd wilde ik het liefst doorbrengen met mijn lieftallige vrouw.
    "Amrod? Ik denk dat je zo eens de andere moet opzoeken." Ik draaide me om en keek Nessa aan.
    "Ik weet het niet, maar ik wil je niet alleen laten."
    "Je zal toch echt moeten." Ze glimlachte zwakjes.
    "Zorg goed voor Heldor. Amin mela lle*." Ik drukte een kus op haar voorhoofd en pakte daarna mijn spullen van het bed af. In de deuropening bleef ik nog even staan.
    "Aa' lasser en lle coia orn n' omenta gurtha.**" Nessa zwaaide me uit.
    "Waar zullen de anderen zitten," mompelde ik zacht tegen mezelf. Ik sloeg een pad in dat me leidde naar de stallen. In de stallen was een jonge vrouw bezig haar paard op te zadelen en ik glimlachte. In ieder geval al één iemand gevonden.
    "Manke naa lye omentien?," vroeg ik de jonge vrouw. Ze keek me niet begrijpend aan. "Waar ontmoeten we elkaar? En dan bedoel ik dus de groep."

    * Ik hou van je
    **Laat de bladeren van je levensboom nooit bruin worden


    "Some day you will be old enough to start reading fairy tales again.” - C.S. Lewis

    {Boromir, heb je het tegen Elwyn ?}


    Credendo Vides

    DreamerN schreef:
    {Boromir, heb je het tegen Elwyn ?}

    [Elwyn was de enige die in de stallen was zover ik weet.]


    "Some day you will be old enough to start reading fairy tales again.” - C.S. Lewis

    {Het kon ook gewoon een bijpersoontje zijn :P Want Elwyn staat buiten de stallen met haar paard (;}

    Elwyn Alduin

    Hoe rustgevend kon het verzorgen van een paard vaak zijn, de constante halen van de borstel over de vacht heen, het zachtjes briesen van het dier terwijl je diens lichaam geleidelijk aan afwerkt en schoonmaakt.
    Thuis hielp ik ook graag met de paarden, het was één van de dingen waarin mijn vader mij geheel vrij liet.
    Ik liet ze me vertrouwen, mijn aanwezigheid accepteren waardoor ze zich altijd op hun gemak bij mij voelen waardoor ik vele dingen kon doen die sommigen niet konden.
    Daardoor werd ik al snel als een soort paardentrainster aangewezen om de nieuwe paarden in te lijven en rijklaar te maken, wat ik goedkeurend aan had genomen omdat de mannen soms veel te hardhandig met de paarden omgingen.
    Eben - de naam van de hengst- snoof even licht, wat op de aanwezigheid van iemand duidde.
    "Manke naa lye omentien?"
    toch schrok ik even van de stem, die al redelijk dichtbij had weerklonken, waardoor ik me omdraaide, naar de man die de waarschijnlijke elfenwoorden had gesproken.
    Waarschijnlijk zag hij mijn lichte niet begrijpelijke blik in mijn ogen, want zo vaak had ik nog niet kennis kunnen maken met de taal der elfen.
    "Waar ontmoeten we elkaar? En dan bedoel ik dus de groep." Sprak hij ter verduidelijking.
    Met mijn hoofd knikte ik naar achter me. "Daar op de binnenplaats word er verzameld, velen zijn er nog niet, ik heb enkel nog maar een tovenaar en een mens gezien." Zelf wierp ik ook even een blik over mijn schouder heen om te kijken of dit nog klopte, maar door de vele pilaren van de binnenplaats kon ik niet echt een goed overzicht erop krijgen.
    Dus wende ik me naar de man tegenover me en stak mijn hand uit. "Om mezelf alvast voor te stellen voor deze reis, mijn naam is Elwyn Alduin."


    Credendo Vides

    Raeper The Black

    Als Elwyn wegloopt glimlach ik even,
    Ik kijk naar de omgeving waarna ik even op het bankje ga zitten,
    De wind blaas rustig over mijn kap heen waardoor het door de kap heen waait,
    De rook van mijn pijp word weer normaal waarna het rustig mee zweeft met de wind.
    Ik geniet van de rust die er weer was en de zon die op mijn gezicht schijnt,
    Het gevoel van een nieuw avontuur deed mijn lichaam opleven,
    De levenslessen die ik gehad heb van elke Istari heeft mij gebracht tot dit moment,
    Elk avontuur dat ik heb meegemaakt staat geschreven in het kleine boekje in mijn mantel,
    En mijn staf is het enige wat ik altijd zal gebruiken.
    Ik hoor voetstappen achter mij waardoor ik opkijk,
    "Vedui', Lle desiel?"
    Ik kijk even op en glimlach naar Elrond,
    Ik knik even naar hem waarna ik opsta,
    'Iire lye auta?'
    Elrond knikt even en glimlacht,
    "Laten we verder gaan in de taal van de mens Raeper, dan kunnen we rustig alles bespreken"
    Ik glimlach even waarna ik hem de trappen op volg naar zijn kamer,
    "Raeper, van de Istari, je weet dat het pad dat jullie gaan bewandelen zwaar is?"
    Ik knik even terwijl Elrond zijn verhaal verder gaat,
    "De wegen zullen zwaar zijn, de fellowship zal uit elkaar vallen als het niet bij elkaar gehouden word en er moet iemand zijn die de leiding zal nemen"
    Elrond kijkt mij even aan waarna ik glimlach,
    'Elrond, maak je niet druk over de reis. Ieder van deze reizigers weet waar hij of zij aan begint, het komt goed'
    Elrond knikt even waarna hij zich naar de map richt,
    Ik kijk er even naar waarna hij een weg aanwijst,
    "Het pad zal lang zijn Raeper, maar te samen met de fellowship zal het vele verhalen laten zien"
    Ik glimlach even en knik,
    'Ik weet dat de gevaren zijn, maar de vraag die ik beantwoord wilde hebben is nog niet beantwoord'
    Elrond kijkt even op waarna hij glimlacht,
    "Over een uur vertrekt iedereen, de hele fellowship zal dan zijn pad afgaan, op zijn weg naar Mordor"
    Ik knik waarna ik naar de deur loop,
    "Aa' lasser en lle coia orn n' omenta gurtha"
    Ik draai mij bij de deur nog even om, glimlach naar Elrond en stap de kamer uit,
    Elrond had gelijk, niemand wist van de gevaren die ons zouden opwachten,
    Ik wist van de monsters die buiten dit paradijs leefde maar de fellowship wist het meer en deels niet,
    Als ik van mijn wijsheid moest leren, dan wist ik dat dit avontuur gevaarlijker zal worden dan ooit...
    Ik stap de treden af waarna ik naar het plein weer terug loop.
    Ik ga op het bankje weer zitten waarna ik mijn pijp weer aansteek en rustig de rook in de lucht blaas.

    {Elvish}

    Vedui', Lle desiel? = Greetings, are you ready?
    Iire lye auta?' = When do we leave?
    Aa' lasser en lle coia orn n' omenta gurtha = May the leaves of your life tree never turn brown

    [ bericht aangepast op 7 feb 2013 - 19:45 ]

    Beneden aangekomen zag ik dat er al 2 anderen waren, die met elkaar stonden te praten. Een jongeman, aan zijn staf waarop hij leunde, te zien was hij een tovenaar, en een jonge vrouw, een mens, zat op een van de bankjes van de binnenplaats. Het was een prachtige binnenplaats. Bogen, bedekt met verschillende planten, maar ook kunstige beelden van elven. Aan het begin van het pad dat vanuit Rivendell de bergen inliep, stonden twee enorme beelden van elvenkrijgers. Ik knikte even naar de twee pratenden en liep naar de enorme beelden van de elfenkrijgers. Statig in hun wapenrusting met hun speer. Ik bleef er een tijdje gefascineerd naar kijken en toen ik me omdraaide waren de vrouw en de tovenaar verdwenen.
    Gisteren had ik gehoord dat we zoveel mogelijk te paard zouden reizen en met de paarden vertrokken we ook. Ik dacht dat misschien een idee zou zijn, om mijn paard maar te gaan zadelen. Toen ik richting de stallen liep zag ik de tovenaar weer terugkomen en op een bankje gaan zitten. Ik keek wat beter naar hem en hij zag er nog jong uit. Opmerkelijk voor een tovenaar. Meestal zagen ze eruit als een oude man. Ik was eigenlijk wel nieuwsgierig naar hem, maar ik durfde hem niets te vragen.
    'Gegroet,' zei ik maar toen ik zijn richting op liep, eigenlijk op weg naar de stallen, maar hopend dat hij me van mijn angst om naar hem te vragen afhielp, door zelf het gesprek te beginnen.


    Stenenlikker

    Raeper The Black

    Terwijl de wind de rook mee liet gaan in zijn vlucht bekeek ik de horizon,
    Ik word gestoord als ik opeens een stem hoor,
    "Gegroet"
    Ik draai mijzelf om waarna ik in het gezicht van een jongen kijk,
    'Gegroet Brennen Uquenyondo, waar kan ik je mee helpen?'
    Ik sta op waarna ik mijn staf naast mij neer zet en langzaam op de jongen afstap,
    Ik merkte al aan zijn gezicht dat die deels verbaasd was om een jonge tovenaar te zien,
    Ik glimlach even en kijk dan naar de lucht,
    Het was een mooie dag om te beginnen, maar zou niet lang duren voordat we gevaar tegen zouden komen...
    'Heb je wel kunnen slapen ondanks de druk van het avontuur waar wij met het genootschap aan beginnen?'
    Ik glimlach even naar de jongen terwijl de duisternis mijn kap vult, waardoor alleen mijn witte oog zichtbaar is.

    [Ewijn, even een tip. Zet je personage zijn naam bovenaan zodat iedereen weet wie tegen hem of haar praat ;) }

    [ bericht aangepast op 8 feb 2013 - 20:10 ]

    [Ow, oeps vergeten xD Meestal denk ik er wel aan. En Brennen is btw een jongeman. Iemand van 25 noem je geen jongen meer xD]

    Brennen Uquenyondo

    'Gegroet Brennen Uquenyondo, waar kan ik je mee helpen?' vroeg de jonge tovenaar nadat ik hem begroet had.
    'Hoe weet jij mijn naam?' vroeg ik hem verbaast. Ik kon me niet herinneren dat we de afgelopen dagen aan elkaar voorgesteld waren. Al misschien de anderen wel. De afgelopen dagen had ik me een beetje afzijdig gehouden van mijn toekomstige reisgenoten.
    Ondertussen was de tovenaar opgestaan en naar me toegestapt.
    'Heb je wel kunnen slapen ondanks de druk van het avontuur waar wij met het genootschap aan beginnen?' zette hij het gesprek voort.
    'Ehh, ja. Ik voel nog niet echt de druk van onze taak. Ik heb er de afgelopen tijd nog niet echt over nagedacht.' Ik keek hem aan en probeerde zijn gezicht te bestuderen, maar dat was lastig, omdat hij een kap op had die de helft van zijn gezicht in de schaduwen stelde. Maar ik kon een van zijn ogen zien en die was geheel wit. Ik begon deze tovenaar steeds interessanter te vinden.
    'Ik vroeg me eigenlijk af waarom u er zo jong uitziet,' zei ik terwijl ik mijn lichtelijke angst voor de vragen overwon. 'De meeste tovenaars hebben het uiterlijk van een oude man.' Ik had veel gehoord over de tovenaars, maar dit was de eerste keer dat ik er een in levende lijve zag. En deze jonge tovenaar leek ook nog eens iets anders te zijn dan de rest.


    Stenenlikker

    Raeper The Black

    Ik glimlach even,
    "Hoe weet jij mijn naam?" vroeg de jongeman verbaasd,
    Ik glimlach nog even waarna ik hem rustig aankijk,
    'Ik weet ieders naam hier, net zoals ik weet hoe zwaar deze reis zal zijn'
    Ik glimlach weer naar de jongeman waarna ik even naar de lucht kijk,
    Als de jongen zijn woorden voortzet kijk ik hem weer aan,
    "Ehh, ja. Ik voel nog niet echt de druk van onze taak. Ik heb er de afgelopen tijd nog niet echt over nagedacht."
    Ik zucht even lichtjes waarna ik de jongen aankijk,
    'Maak het voor het begin nog niet moeilijk voor jezelf en blijf je gedachtes open houden, ooit kan dat handig zijn als we in een benauwde situatie zitten'
    Ik glimlach en merk dat die mijn gezicht probeert te zien,
    Maar helaas was alleen mijn witte oog zichtbaar.
    Maar waar ik werkelijk op zat te wachten was een bepaalde vraag die ik telkens in zijn ogen zag rond dwarrelen.
    "Ik vroeg me eigenlijk af waarom u er zo jong uitziet,"
    De vraag waar ik op zat te wachten, eindelijk had hij hem gesteld.
    "De meeste tovenaars hebben het uiterlijk van een oude man."
    Ik begin even te lachen waarna ik hem aankijk,
    "Niet alles is wat het lijkt Brennen, soms zijn dingen een illusie en soms zijn dingen echt'
    Ik nam even een korte pauze om aan mijn pijp te zuigen waarna ik verder ging,
    'Maar soms, zijn dingen gewoon zoals ze zijn en is het niet uit te leggen. Hoewel mijn lichaam wel uit te leggen is'
    Ik glimlach even,
    'Zoals elke tovenaar inderdaad heeft, is dat een oud lichaam, ik daar in tegen, kreeg een jong lichaam om langer mee te gaan met deze wereld, om mijzelf te voegen tussen de mensen, elven, dwergen en hobbits om meer te leren dan de andere tovenaars zouden'
    Ik glimlach weer even waarna ik nog wat aan mijn pijp zuig,
    De jongen zou waarschijnlijk het meeste wel op zich nemen, maar de dingen die niets te doen hebben met zijn vraag,
    Misschien dat hij die aan de kant zou zetten.