• De Opheilia torende trots boven alle boten in de haven uit. Alle mensen hadden zich rond haar verzameld, klaar om te vertrekken voor een reis naar de Caraïben. De reis duurde een paar weken en toen alle passagiers terug aan wal komen, was de wereld helemaal veranderd.
    Het grootste deel van de populatie bestaat uit zombies - ook wel Walkers genoemd. Alles is chaotisch en mensen vertonen zich zelden. Bijna niemand gaat alleen over straat, vooral 's nachts niet.

    De passagiers van de Opheilia besluiten aan boord te blijven van het grote cruiseschip. Hoewel het schip niet meer uit kan varen - er is geen benzine meer - lijkt dat de veiligste plek. De voedselvoorraad slinkt snel en de groep wordt steeds kleiner door mensen die ouder worden en sterven, zelfmoord plegen of verhongeren. Op het schip zwerven hier en daar zombies rond: vergeten mensen die nooit teruggevonden zijn toen ze stierven. Het is uiterst gevaarlijk om alleen aan wal te gaan, dus dat gebeurt ook enkel wanneer nodig.
    Daarbij komt ook nog eens dat er steeds meer ruzie ontstaat binnen de groep.
    Zal de groep uit elkaar vallen door ruzies? Of zullen ze allemaal in leven te blijven als ze samenwerken?


    Groepsleden (houdt mannen en vrouwen een beetje gelijk):
    - Rebecca Morgan ~ Sixer
    - Rowan Ava Carter ~ Michonne
    - Jessalyn Hope ~ Michonne
    - Daryl Dixon ~ Apocalyptic
    - Ryan Dawnstar ~ Sixer

    Mogen dood:
    ~ Nathan Morgan
    ~ Flynn Donovan
    ~ Tyler Grey

    Walkers:
    ~ Xari Jarrett
    ~ Quentin Alfredo Burenti
    ~ Elizabeth Destiny Harkness


    Personage:
    Naam:
    Leeftijd: (Alle leeftijden zijn toegelaten)
    Uiterlijk:
    Innerlijk:
    Wapen:
    Extra's:
    Familieleden: (mag onderling besproken worden)



    Links:
    ~ Kletstopic
    ~ Rollentopic

    Regels:
    - Minimaal 8 regels schrijven
    - Graag met leestekens en hoofdletters typen.
    - OOC graag met haakjes; [] {} () - -
    - Liefde tussen mensen mag, maar houdt het realistisch.
    - Geen Mary Sue's (perfecte personages)
    - 16+ en schelden mag, maar niet OOC
    - Geen personages van anderen besturen.
    - Geen personage's doden zonder toestemming van die persoon
    - Alleen Ortelius maakt topics aan
    - Melden als je je nickname veranderd

    [ bericht aangepast op 14 april 2013 - 12:58 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Jessalyn Hope

    "Jij hebt mij duidelijk nog nooit zien kaartlezen." grinnikt ze achter me. Gelukkig maar dat we geen kaart in de buurt hebben, denk ik dan maar. Ik haal mijn schouders op en kijk om om haar te kunnen vragen of we nog wat zullen schieten. "Klinkt als een goed plan." antwoord ze. Ik hoor haar voetstappen achter me flink versnellen en even later haalt ze me in, zodat ze naast me kan lopen. Op haar volle lippen staat een klein glimlachje en ik kijk haar iets vragend aan, afwachtend op het antwoord. "Iemand heeft duidelijk nog geen zin om terug te gaan."
    Ik kijk iets betrapt en lach dan zachtjes. "Hm, is het zo duidelijk?" vraag ik bij wijze van een retorische vraag. "Wel ja, volgens mij is het niet zo erg om het terug gaan een beetje uit te stellen voor zoiets, denk je ook niet?" grijns ik vervolgens. Ze lijkt het in ieder geval niet erg te vinden, waardoor ik me af begin te vragen of zij misschien ook met enige tegenzin terug naar de boot gaat. Toch begin ik een steeds grotere drang te krijgen om terug te gaan naar het schip, omdat ik bang ben dat ze alles veranderen of gewoon innemen als wij weg zijn.
    "Wil jij de poging wagen of zal ik het doen?" vraag ik aan haar. Mij maakt het niet zoveel uit en ik vind het ondertussen wel leuk om het Rebecca te leren en om te kijken hoezeer ze het nu onder de knie begint te krijgen. Anderen mogen het van mij gewoon uitzoeken, als ze het niet kunnen verhongeren ze maar lekker. Ik denk dat het gevoel van een band nu sterker is geworden sinds de anderen aan zijn gekomen. Ondertussen probeer ik te luisteren of ik dieren hoor. Het liefst een vette eekhoorn of een dikke gans, natuurlijk. We kunnen het vet wel gebruiken.


    Your make-up is terrible

    Rebecca Morgan
    Jess’ ietwat gevatte blik zei genoeg. “Hmm, is het zo duidelijk?” Ik wilde bijna gaan antwoorden op haar vraag, maar kreeg net op tijd door dat hij retorisch was. “Wel ja, volgens mij is het niet zo erg om het terug gaan een beetje uit te stellen voor zoiets, denk je ook niet?” De jonge vrouw grijnsde een rij witte tanden bloot, die fel contrasteerden tegen haar gekleurde huidskleur, zoals dat alleen maar bij donkere mensen kon.
    “Wil jij de poging wagen of zal ik het doen?” Ze spitste haar oren al om opzoek te gaan naar enig spoor van dieren.
    Meteen voelde ik me overtollig. “Nee, ehm.” Ik zette een paar stapjes achterwaarts en maakte het me comfortabel tegen een boom. “Ik kijk wel.” De kans dat we de komende dagen nog iets goeds te eten hadden ging ik niet laten aankomen op mijn geknoei.
    Ik richtte mijn ogen op de hemel. Het bos om ons heen leek een paar tinten verduisterd te zijn en er was een klein windje opgedoken. Hoe harder ik mijn best deed om te luisteren naar enig teken van leven, hoe harder het timbre van de wind die door de bladeren raasde, werd. Daarbij zou ik nooit wennen aan die geur van verrotte natte blaadjes, gemengd met de geur van lijken in staat van ontbinding.
    Ik ritste mijn vest verder dicht tot onder mijn neus en wierp een bemoedigende blik op Jess.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Jessalyn Hope

    "Nee, ehm," begint ze, waarna ze enkele stappen naar achteren zet en tegen een boom aan gaat staan. Door de brede stam lijkt het meisje nog kleiner en ieler te zijn dan ze al is. "Ik kijk wel." Ik haal mijn schouders op, dat moet zij weten. Rebecca wend haar blik omhoog, ikzelf kijk vooral elke richting op waar geluiden vandaan komen. De wind die door de bladeren ritselt vervaagd als een melodieus achtergrond geluid. Ik hoor een paar vogels, maar als ik ernaar opkijk word het me al duidelijk dat zij het schieten niet waard zullen zijn. Pas als ik het geluid van een rits hoor en Rebecca haar vest dicht rits merk ik dat de wind harder waait dan eerder. Haar blik staat bemoedigend en ik glimlach even richting haar.
    Dan valt mijn oog op de kleine beweging boven haar. Het is gecamoufleerd, maar niet goed genoeg voor mij. De veren hebben een bruin grijze kleur en hij ziet er redelijk vet uit. Met een grijns haal ik het pistool uit mijn broekriem en richt ik het net boven Rebecca. Het beweegt niet, volgens mij heeft het ons amper door aangezien wij stil staan. Met een simpele vingerbeweging haal ik de trekker over, het is amper richtwerk zo. Een luide knal galmt door het bos heen en de uil valt naar achteren van de tak af. "Je mag weer gaan plukken." grijns ik naar Rebecca als ik mezelf snel naar haar en de uil toe beweeg om hem op te pakken.
    "Nou, snel terug naar de boot, voordat ze hier zijn." Jammer dat die Walkers mijn pret altijd moeten bederven. Eerlijk gezegd voel ik me best trots op die dikke uil. Zo in mijn hand schat ik toch wel dat hij zo'n 3 kilo weegt. Ik begin gelijk iets sneller dan we daarnet liepen terug naar de bosrand te lopen. Het is als het goed is niet zo heel ver meer vanaf hier, maar je weet maar nooit. Zelfs ik kan me af en toe nog flink vergissen in zulke dingen, vooral omdat ik hier nog niet zo vaak geweest ben en al helemaal niet in dit gedeelte.


    Your make-up is terrible

    Daryl Dixon
    "Ik denk dat ik dat prima met de zwangere madam hier kan regelen, zonder dat jullie je ermee bemoeien," beantwoordt Baywatch Boy mijn vraag. Zijn ogen staan dof en bijna in hogere sferen. Knettergek geworden, dat joch. "Als jullie je nou omdraaien en weglopen zal niemand iets overkomen, als ze tenminste meewerkt."
    Ik spuw voor hem op de grond en kijk hem dan weer aan. "Niet helemaal aan jou om bevelen te gaan uitdelen, Popeye,"grom ik dreigend. Het hoeft nu allemaal helemaal niet meer lang te duren. Als Rick nu binnenloopt en dit aanschouwt, is de jongen direct dood vlees. Toch denk ik dat het verstandiger is dit.. akkefietje nu alvast op te lossen. Uit verwarring zouden mensen die bij elkaar horen bij binnenkomst van een derde nog op elkaar gaan schieten ook. Rowan valt me bij.
    "Het is wel heel makkelijk om de zwaksten uit te kiezen." Ik voel hoe haar blik naar me kijkt, maar ik blijf geconcentreerd met mijn pijl op de jongen gericht staan.
    "Je kan het beste nu Lori loslaten en weglopen, anders ben jij degene die straks op de grond ligt te creperen in zijn eigen bloed."
    Genoeg gepraat.
    "Laatste kans, eikel." In mijn ooghoek zie ik Lori's doodsbange gezicht, haar handen nog steeds als een bankschroef om haar buik geklemd. Als de jongen vervolgens honend begint te lachen, is dat voor mij de druppel. Het geluid van de afgeschoten pijl is amper hoorbaar. Het effect daarentegen, is enorm. Zodra de jongen de scherpe pijl tussen zijn ogen krijgt, draaien zijn pupillen weg. De lach staat nog op zijn gezicht wanneer hij in elkaar zakt. Het bloed dat in een moordtempo uit zijn voorhoofd loopt, begint een plasje te vormen op het tapijt.
    "Oh God.." hoor ik Lori naar adem happen. Ik hoop richting de jongen en schop zijn gezicht naar boven, zodat de pijl loodrecht naar het plafond gericht staat. Vol walging aanschouw ik zijn grimas.
    "Son of a bitch is lachend de pijp uitgegaan," brom ik. "Dat zie je niet vaak deze dagen."


    ars moriendi

    Rowan Ava Carter

    Daryl gedraagt zich als een echte redneck en spuugt voor hem op de grond. "Niet helemaal aan jou om bevelen te gaan uitdelen, Popeye," Volgens mij heeft hij hem nu al meer bijnamen gegeven dan ik gewoonlijk doe. Niet dat ik het erg vind, in tegendeel. Ik vind het zelfs wel geinig. Ik val Daryl bij door hem te zeggen hoe het er nu voor staat, al is het natuurlijk niet de gehele waarheid. Hij gaat toch wel dood. Raar, een paar dagen geleden lag ik nog helemaal overhoop als iemand zomaar een mensenleven nam, maar nu vind ik het niet meer dan logisch, in het belang van anderen.
    "Laatste kans, eikel." gromt Daryl. De lach die vervolgens uit de mond van de jongeman komt laat de rillingen over mijn rug heen lopen. Een gekkemans lach, beter valt het niet te beschrijven. Wat ben ik blij dat ik niet langer met deze gast doorgebracht heb zeg. Daryl reageert bijna sneller dan ik kan denken door zijn kruisboog af te schieten en een pijl tussen zijn ogen te mikken. Ik kan niet zeggen dat het me veel doet, zijn ogen die wegdraaien en de grijns die op zijn lippen blijft staan als hij in elkaar zakt. Lori mompelt wat ontstelde woorden terwijl Daryl zijn hoofd omschopt.
    "Son of a bitch is lachend de pijp uitgegaan," bromt hij op zijn gebruikelijke manier. "Dat zie je niet vaak deze dagen." Ik haal kort mijn schouders op. "Dan lacht er tenminste nog iemand. Laten we hem nou maar gewoon snel wegwerken voordat iemand hem ziet en in paniek raakt." Als Rebecca het ziet zal ze het toch alleen maar als een extra reden aannemen om op Daryl te kunnen vitten en daar heb ik ook geen zin in. Ik moet het waarschijnlijk toch weer aanhoren. Het is al moeilijk genoeg om me constant onschuldig tegenover haar te gedragen. Gelukkig heeft ze niet echt door hoe gek ik ben terug gekomen.
    "Pak jij de benen, neem ik de armen," commandeer ik Daryl zo half zonder aandacht te besteden aan de arme Lori. Haar ogen staan bijna uitpuilend in haar holle oogkassen en ze leunt tegen de muur aan om zichzelf te ondersteunen. Ik pak alvast de armen van de crazy ass vast. Daryl kan het vast wel alleen, ik heb hem al zo vaak in actie gezien. Toch helpt ik liever om het sneller te laten gebeuren.


    Your make-up is terrible

    Rebecca Morgan
    Jess glimlachte terug in mijn richting en ook al betekende die glimlach waarschijnlijk niet zoveel voor haar, voor mij betekende hij wel iets. Het was lang geleden dat mensen nog oprecht naar me geglimlacht hadden. Waarschijnlijk omdat het voor deze tijd was en ik sinds de Apocalyps veranderd was van een verheugd persoon naar depressief crapuul. De enige personen die me iets anders dan angst en woede lieten volgen waren Jess en Rowan en daar was ik ze heel erg dankbaar voor. Op een of andere manier wilde ik ze daarvoor bedanken, maar ik wist nog niet hoe.
    Jess glimlach veranderde al snel in een grijns toen ze haar pistool in mijn richting uitstak. Meteen trok alle kleur uit mijn gezicht weg en was ik blij dat de helft van mijn gezicht verstopt zat in mijn jas. Misschien had ik het fout en wilde ze gewoon van me af. Misschien waren we daarom zo diep het bos in gegaan. Ik bleef stil en verroerde geen enkele spier.
    Ik bleef haar doordringend aankijken, alsof het me niets deed dat ze nu zo met haar pistool voor me stond, maar toch schrok ik toen ze de trekker overhaalde. Vooral omdat ik niets voelde en ze nog steeds grijnzend zei: “Jij mag weer gaan plukken.”
    Ik haalde opgelucht adem en lachte zachtjes. Ik was gewoon te snel bang. Als Jess me iets zou willen aandoen had ze dat al lang gedaan. Tijdens het gevecht met de zombies, bijvoorbeeld.
    Jess bukte zich, waardoor mijn ogen nieuwsgierig haar bewegingen volgden. Ze had een uil in haar handen, nog een gezette ook. Hij was bruin en grijs gespikkeld, en zijn gelige ogen leken recht door je ziel te kijken. Ik stak mijn hand naar het beest uit en streelde over de vleugels, waarna ik er een opentrok en deze bewonderde. Ik wist dat uilen groot waren, maar zo groot had ik nooit verwacht. Ik had roofvogels altijd mooi gevonden, uilen en adelaars in het speciaal. “Hmm,” zei ik uiteindelijk. “Toch zonde van het beest.”
    “Nou,” zei Jess. “Snel terug naar de boot, voordat ze hier zijn.” Ze draaide zich om en beende al richting de bosrand, ze snel dat ik met mijn korte beentjes moeite had om haar bij te houden.
    Op een drafje holde ik achter de vrouw aan, haar steeds weer inhalend en achterop rakend. Na een tijdje was ik helemaal afgemat.
    “Ik denk dat we ver genoeg zijn.” Ik stopte met lopen en probeerde op adem te komen. Mijn conditie trok echt op niets. “Kunnen we nu alsjeblieft wat trager gaan?”


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    "Dan lacht er tenminste nog iemand. Laten we hem nou maar gewoon snel wegwerken voordat iemand hem ziet en in paniek raakt. Pak jij de benen, neem ik de armen." Rowan lijkt totaal niet aangedaan. Met ietwat opgetrokken wenkbrauwen, maak ik de jongen zijn zakken lees en stop ik zijn pistool in mijn riem. Er zit niet veel meer in dan wat kogels en een pakje sigaretten. Dan til ik de jongen zijn benen op. Hij heeft grotere voeten dan ik. Jammer, die grote, stevige bergschoenen hadden me ook wel nuttig geleken.
    "Ik dacht dat hij je vriendje was?" brom ik sarcastisch met een schuin oog op Rowan. Het dunne meisje is verrassend sterk. Hoewel ze gewond en zwak is, weet ze de man met enige moeite de lucht in te krijgen. Vervolgens knik in naar de deur aan de andere kant van de gang en begin ik er alvast naartoe te schuifelen. We passeren Lori, die ons met grote ogen aanstaart. De schrik staat in haar ogen. Snel legt ze een hand op mijn onderarm, met haar andere hand voor haar mond.
    "Bedankt, Daryl," weet ze uit te brengen. Ik knik haar even toe voor ik weer verder schuifel. Die kerel was nog zwaarder dan ik dacht. Toegegeven, hij was een hele bonk spieren. Jammer dat de sterkste mensen vaak meteen ook de allerdomste zijn.
    "Laten we hem maar gewoon over boort smijten." Ik kan een grijns niet onderdrukken. De ironie in wat die gozer daarnet nog zei en de functie die hij nu zou gaan vervullen, amuseerde me wel.
    "Ha. Walkerbait at last."


    ars moriendi

    Jessalyn Hope

    Rebecca lacht zacht, maar het klinkt iets nerveus als ik zeg dat ze mag gaan plakken. Ik sta er verder niet bij stil dat ik het pistool zo goed als op haar gericht had toen ik de uil in zicht kreeg. Ze bewonderd de uil even, door de vleugel open te trekken en over de veren heen te strijken. Ik heb er verder niet zoveel mee. "Hmm," mompelt ze dan. "Toch zonde van het beest." Ik haal achteloos mijn schouders op. Het is doden of gedood worden voor mij nu en ik ben ermee opgegroeid. "Had hij maar op moeten vliegen. Wij hebben ook honger." zeg ik erop, voordat ik snel begin te lopen.
    Ik kan Rebecca's luide voetstappen achter me aan horen komen. Ze loopt snel met haar korte benen en het duurt niet lang tot ik haar ademhaling ook duidelijker hoor. "Ik denk dat we ver genoeg zijn." Hierop stoppen haar voetstappen en hou ik ook halt, om me naar haar om te draaien en zacht te grinniken. Daar staat ze dan op adem te komen. "Kunnen we nu alsjeblieft wat trager gaan?" vraagt ze. "Sorry, ik vergeet steeds dat je het niet zo gewend bent om veel en snel te moeten lopen," murmel ik verontschuldigend. "Met je korte beentjes." grap ik er plagerig achteraan met een grijnsje. Ik ben niet anders gewend, mijn conditie gaat nu nog eens omlaag omdat ik niet meer de hele dag loop.
    "Maar je hebt gelijk, we kunnen nu best wat langzamer lopen," glimlach ik vervolgens. Dit keer begin ik ook niet als een idioot weg te lopen, maar wacht ik tot ze weer op adem is voordat ik een stuk trager dan daarnet begin te lopen. Ik denk dat ik mezelf maar moet blijven trainen als ik hier ben. Hardlopen, spieroefeningen. Ik wil mijn lichaam niet laten verslappen aangezien dat me fataal kan worden. Toch weet ik dat ik sowieso minder risico loop nu Rebecca elke keer bij me is, dat heb ik daarnet wel gemerkt. Onbewust kijk ik opzij naar het meisje dat minstens een kop kleiner is dan ik en glimlach ik iets.

    Rowan Ava Carter

    Daryl neemt zijn 'waardevolle' bezittingen in beslag, inclusief wat sigaretten, die stinkdingen. Ik snap nog steeds niet goed waarom mensen roken, maar er zullen ook wel genoeg mensen zijn die de dingen die ik doe niet snappen dus beoordeel ik ze er niet teveel op. Hij tilt zijn benen op, terwijl ik zijn armen omhoog sjor. Er schiet een korte, scherpe pijn door mijn arm, maar het is best vol te houden als hij de andere kant vasthoud. De pijn vervaagd namelijk al snel tot een vervelend gezeur, maar meer niet.
    "Ik dacht dat hij je vriendje was?" merkt Daryl op met een spottende ondertoon in zijn brommende stem. Ik bijt mijn tong er haast af terwijl ik geen kutte opmerking terug probeer te maken over hoe ik niet zoals hem met meerdere aan de boemel ga. "Je weet dat ik niet eens van mensen hou." mompel ik dan in plaats van een opmerking. Ik voel er weinig voor om te tonen hoe zwak ik ben op dat gebied. Nou ja, eerder Daryl-gebied. Hij knikt naar de deur aan de andere kant van de gang en ik knik erop. Ik probeer op zijn tempo mee te gaan, gelukkig schuifelt hij in het begin vooral, ook als Lori eraan komt.
    Ze besluit blijkbaar dat die gast niet zwaar genoeg is en houd ons op door haar hand op Daryls arm te leggen.
    "Bedankt, Daryl," het komt er amper uit, toch kan ik het niet laten om zacht en licht geïrriteerd te zuchten. Ik begin het nu wel in mijn spieren te voelen eigenlijk. Gelukkig gaat hij al snel weer verder en volg ik hem snel. "Laten we hem maar gewoon over boort smijten." zegt Daryl met een flinke grijns op zijn gezicht en i kknik enkel. We begraven toch nooit iemand, alsof deze ineens een begrafenis of iets dergelijks verdient. Er zijn er maar weinig die ik zou begraven, tot nu toe nog niemand dus. "Ha. Walkerbait at last."
    Zijn laatste opmerking zorgt er wel voor dat ik zacht moet gniffelen. Ik zou hem best verscheurd willen zien worden door een paar Walkers, maar het risico is te groot dat wij de volgende zijn. "En die dacht dat ík gek was," Ik schuifel achteruit naar de deur toe en open deze onhandig met mijn goede elleboog terwijl ik de armen van het lijk vasthoud. We laten een druppelend, rood spoor achter wat uit zijn achterhoofd gelopen komt. We lopen zo het dek op en richting de reling. Het kost wat moeite om hem omhoog te krijgen en over de reling heen, mij in ieder geval want Daryl lijkt het toch best makkelijk af te gaan, waarna hij in het water plonst.
    "Nu zijn mijn kleren alweer vies," klaag ik mompelend als ik de kleine rode vlekjes op mijn schone trui bekijk. Soms voelt het alsof ik altijd alles schoonmaak voor niets, hoewel ik gewoon van die schone lucht hou. Ik kan er niet goed tegen als ik of mijn kleding stinkt, mijn kamer inbegrepen trouwens. Van anderen maakt het me al snel niets uit. Daryl schoon proberen te houden was ook al zo'n verloren zaak. Ik strek mijn lam geworden armen wat uit. "Hij was wel zwaarder dan hij eruit zag. Nou ja, opgeruimd staat netjes denk ik."


    Your make-up is terrible

    Rebecca Morgan
    Met mijn handen op mijn knieën geleund stond ik uit te ademen tegen een boom. Het ging er bij mij echt niet in hoe iemand zo snel lopen zo lang kon volhouden, maar mijn conditie was dan ook niets waard. Ik mocht mezelf gelukkig prijzen dat ik altijd zo mager was vroeger, anders kon je me nu zeker en vast terug naar de boot rollen. Of ja, vroeger toch. Ik at echt heel veel, maar nu was dat niet meer mogelijk, ben ik magerder geworden. Gelukkig liet Jess me niet verhongeren. In het begin was het echt verschrikkelijk me daaraan aan te passen, het was echt een marteling om minder te moeten eten dan ik gewoon was.
    Ik keek op toen ik Jess zachtjes hoorde grinniken, iets wat me op dit moment mateloos ergerde. “Kunnen we nu alsjeblieft wat trager gaan?” vroeg ik met een ietwat geïrriteerde ondertoon in mijn stem.
    “Sorry, ik vergeet steeds dat je het niet zo gewend bent om veel en snel te moeten lopen,” verontschuldigde ze zich, waardoor mijn geïrriteerdheid langzaam bij beetje begon weg te ebben. “Met je korte beentjes.”
    Ik kon niet lachen om die opmerking. Ik had korte beentjes, wat het over het algemeen vermoeilijkte om snelle mensen bij te kunnen houden. “Moet jij net zeggen, lange,” snauwde ik terug.
    “Maar je hebt gelijk, we kunnen nu best wat langzamer volgen.” Jess wachtte braafjes op me tot ik helemaal klaar was om terug te wandelen. Ik duwde mezelf terug recht en volgde haar op een tempo dat ik wel bij kon houden. Die conditie van mij zou nog een keer mijn dood kunnen worden. Had ik geluk dat die Walkers niet sneller dan vijf kilometer per uur konden. Sneller had ik ze alleszins toch nog niet zien gaan. Sneller wilde ik ze liever ook niet zien gaan.
    Mijn ogen werden af en toe richting Jess gezogen en dan weer naar de grond. Eigenlijk wist ik bijna niets over haar. Enkel dat ze Jess heette, wat bagger weinig was om te weten van iemand die je vertrouwde. “Wil je eens over jezelf vertellen?” vroeg ik uiteindelijk. Ik ging haar niet dwingen, maar het zou leuk zijn om iets meer over haar te weten te komen dan haar naam. Ik wist niet eens of Jess een afkorting voor iets was of dat het gewoon haar hele naam was. Het zou goed kunnen dat ze misschien ook helemaal niets weg zou willen geven, wat ik jammer zou vinden, maar begrijpelijk.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Jessalyn Hope

    "Moet jij net zeggen, lange," bijt Rebecca me geïrriteerd toe als ik haar korte benen plagerig vermeld. Ik grijns iets, maar houd me verder wel in. Blijkbaar vind ze het niet al te leuk, hoewel haar lengte haar goed staat. Als ze niet naast mij zou staan zou je amper opmerking dat ze zo klein is. Ik zeg dat we best langzamer kunnen lopen en wacht tot haar ademhaling weer normaal is, wat eventjes duurt. Mijn eigen ademhaling was ook wel iets omhoog geschoten, maar bijna even snel weer naar beneden gegaan. Aan het begin had ik wel eens flink spierpijn en putte ik mijn benen veel uit. Ik was wel een sporter vroeger, maar lang niet zo intens als de Apocalyps van me begon te eisen.
    We blijven even in stilte naast elkaar lopen. "Wil je eens over jezelf vertellen?" vraagt ze ineens, behoorlijk onverwachts. Ik trek kort mijn wenkbrauwen op en houd mijn blik voor me gericht. Ik ben nooit van plan geweest om dingen over mezelf te gaan vertellen, op mijn naam na. Het is niet zo dat ik Rebecca niet genoeg vertrouw, maar het voelt niet goed genoeg om dat te gaan doen. Ik denk niet dat ik het ooit ga doen. "Eh, ik denk niet dat er iets over mij te vertellen valt," mompel ik als antwoord zonder op te kijken. "Ik bedoel, je weet al wat van me, hoe ik ben en zo. Verder ben ik maar alleen en hobbies naast Walkers doden en uilen schieten valt er niet echt te hebben op het moment." probeer ik er grinnikend een grapje van te maken.
    Ik ben blij als we bij de bosrand aankomen. Een heel stuk verderop is het schip alweer in zicht. Op het dek tekenen zich twee figuren af, het is duidelijk te herkennen wie aan de posturen. Het dunne, lange meisje en de gespierde kerel met een kruisboog op zijn rug. Ik frons echter als ze iets over boord heen gooien, als het valt is het duidelijk dat het een lijk is. Misschien een Walker. Het blijft drijven, maar ik besteed er niet teveel aandacht aan. "Jut en Jul zijn ook weer bezig zo te zien," zucht ik en ik veeg wat springerige krullen uit mijn gezicht weg. Misschien had ik het toch beter wat langer kunnen laten en er een staart in kunnen doen zodat het niet zo irritant overal heen gaat zonder stylingsproducten. Vroeger kon ik uren aan mijn haar besteden om het perfect te krijgen.


    Your make-up is terrible

    Rebecca Morgan
    "Eh, ik denk niet dat er iets over mij te vertellen valt.” Jess keek niet op, maar hield haar ogen strak voor zich uitgericht, alsof ze iets te verbergen had. "Ik bedoel, je weet al wat van me, hoe ik ben en zo. Verder ben ik maar alleen en hobby’s naast Walkers doden en uilen schieten valt er niet echt te hebben op het moment."
    Ik grinnikte. Daar had ze een punt. Meer dan Walkers neerhalen en eten zoeken hadden we in deze tijd ook niet te doen. Wat wel spijtig was. Ik wilde me nog we leen keer uitleven, maar deze keer zonder Daryl achter me aan te krijgen omdat we zijn motor gepikt hadden.
    Maar ik zweerde dat als ik ooit een Harley-Davidson tegenkwam, ik ‘m mee zou nemen. Voertuigen, hoe duur ze dan ook mochten zijn, vielen nu toch van de straat te plukken. Links een Ferrari, rechts een Porsche. Ik zou niet de enige zijn die er gretig gebruik van zou maken.
    Het leek voor mij eeuwen te duren eer we eindelijk bij de bosrand kwamen, maar ik had dan ook een bloedhekel aan wandelen en bossen, vooral omdat er om de hoek Walkers op de loer lagen. Die dingen konden uit het niets opduiken, echt verschrikkelijk.
    Ik richtte mijn ogen niet op de boot. Ik begon ook langzaam een hekel aan dat ding te kijken. Eigenlijk wilde ik heel graag naar huis, maar de kans was groot dat er daar ook niemand te vinden viel.
    "Jut en Jul zijn ook weer bezig zo te zien," merkte Jess op, waardoor ik voor de eerste keer een blik wierp om de reusachtige boot die voor ons uittorende.
    “Wat gooien ze overboord?” fluisterde ik meer tegen mezelf dan tegen Jess, het was pas toen ik dichterbij kwam dat ik het goed kon zien. “Dat is zeker en vast geen Walker.”
    Ik was degene die nu zijn pas versnelde om wat dichterbij te komen, maar ik twijfelde er niet aan dat Jess me zou kunnen bijhouden aangezien zij nu zo traag ging omdat ik niet kon volgen.
    Behendig klom ik de boot op richting Daryl en Rowan. “Wat is er gebeurt?” vroeg ik terwijl ik een blik op beiden wierp.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Jessalyn Hope

    "Wat gooien ze overboord?" hoor ik Rebecca zacht fluisteren. Ik zucht even, wat maakt het uit? Daryl is vast weer bezig met Miss Skinny te imponeren door Walkers overboord te gooien of zo. "Dat is zeker en vast geen Walker." stelt Rebecca dan vast en plotseling begint te sneller te lopen. Ik versnel mijn pas ook snel, eerst wilde ik zeggen dat ze zich niet zo druk moest maken, maar nu ben ik plots bang dat ze Ryan iets aangedaan hebben en de boot aan het 'opruimen' zijn voor zijn groep. Ik volg Rebecca als ze de boot op begint te klimmen naar Daryl en Rowan.
    "Wat is er gebeurt?" vraagt ze. Mijn hart klopt luid in mijn keel als ik mezelf naar de reling begeef en mezelf eroverheen buig om te zien wat ze eroverheen gegooid hebben. Het figuur is al iets van de boot af gedreven, maar ik zie al gelijk dat het Ryan niet is en zucht iets opgelucht. Het duurt niet lang tot ik de gozer herken aan de tatoeages en het donkere haar. Het is Flynn 'maar'. Niet dat het dan ineens niet meer erg is, maar liever Flynn dan Ryan. Ik mocht hem toch al niet zo.
    Ik draai me om en knijp mijn ogen tot spleetjes als ik naar Daryl en Rowan kijk. "Waarom gooien jullie een dooie Flynn overboord?" vraag ik ze, zonder te snel te oordelen. Hij kan net zo goed gebeten zijn door een Walker of iets dergelijks. Toch vertrouw ik het niet zo zeer, gewoon doordat het die twee zijn. Vanuit de deur komt een spoor van bloeddruppeltjes die het lijk achtergelaten moet hebben. Het liefst vraag ik ze gelijk waar Ryan is, maar ik hou me in.


    Your make-up is terrible

    Ryan Dawnstar
    Kleine fragiele takjes kraakten verdacht onder mijn zware legerkisten. Een dikke en lange, maar toch buigzame stok leunde op mijn schouders terwijl ik me een weg baande door het zompige bos, richting het stroompje dat had horen kabbelen toen ik een keer alleen het bos was. Ik had het per ongeluk ontdekt en ik kon me ook niet meer herinneren of ik er iemand ooit over verteld had. Vast niet, anders waren ze wel zelf gaan vissen.
    Toen ik vanmorgen wakker geworden was - wat nogal laat was in vergelijking met mijn gewoonte - was iedereen plots verdwenen en zoals gewoonlijk zocht ik dan weer iets nuttigs om te doen. Ik hoopte dat de naaidraad die ik gevonden had in mijn kamer stevig genoeg zou zijn om een vis te houden, maar ik had niet het idee dat de vissen in het riviertje dikke joekels van karpers gingen zijn. Zo wel, kon ik nog steeds mijn schoenveters aan elkaar knopen en daarmee een vislijn improviseren.
    Met een zacht plofje landden de spullen op de grond. De dikke stok, een fijn rolletje naaidraad en een krom geslagen naald die een vishaak zou moeten voorstellen. Hij kon maar beter werken, ik had er niet voor niets mijn hand aan opengehaald om hem krom te krijgen.
    Voor de zekerheid haalde ik mijn handpistool uit de holster en maakte ik een kort ommetje om het gebied waar ik zou zitten, wat me er ook nog aan deed denken dat Daryl waarschijnlijk mijn demper nog had. Ik zou hem moeten terugvragen, ook al had ik er geen problemen mee dat hij ‘m wilde lenen, als hij het had gevraagd. En dat had hij niet, en daar was ik om eerlijk te zijn niet gesteld mee. Daarbij had hij ‘m toch niet nodig aangezien hij altijd zijn kruisboog gebruikte.
    Met een ruk draaide ik me om toen ik een takje achter me hoorde breken. Mijn geweer was in één lijn gestrekt met mijn armen en stond stijfjes voor me uit gericht, waar enkel een of andere eekhoorn angstig wegschoot. Even twijfelde ik. Het zou een tegenprestatie kunnen zijn voor als ik niets gevangen had, maar nu schieten was veel riskanter dan schieten als ik toch van plan was om weg te gaan. Maar dan nog was het té riskant aangezien we veel te dicht bij de boot zaten, als ik achterom keek kon ik hem nog zien liggen.
    Opgelucht wandelde ik terug naar mijn plaatsje langs de rivier. Het uiteinde van de naaidraad bond ik zo stevig mogelijk vast aan het uiteinde van de stok, om daarna een paar stapjes achteruit te zetten tot ik het idee had dat de draad lang genoeg was, en beet het daarna af met mijn tanden.
    Met een voldane glimlach liep ik terug naar de plek waar ik alles neer had gedropt. Automatisch begon ik het nostalgische deuntje van Sweet Home Alabama te fluiten. Het voelde weer zoals vroeger, toen ik ging vissen met vrienden als ik vrij had. Toch was dit niet helemaal hetzelfde. Er was geen radio, geen vrienden, de zon leek niet echt te schijnen en ik had het idee dat het ieder moment kon gaan regenen. Daarbij was de grond hier zo vochtig dat ik er leek in te zakken bij elke stap die ik zette… En ik was erin geslaagd om mijn naald kwijt te raken. Ik gromde zachtjes in mezelf, het vrolijke deuntje abrupt afbrekend, en knielde neer bij de plaats waar ik dacht dat ik hem had laten vallen. Met mijn handen begon ik geïrriteerd in de modder te graaien, tot ik weer een zachte prik in mijn vinger voelde. “Daar ben je, verdomme,” bromde ik zacht terwijl ik het veroorzaakte druppeltje bloed met mijn duim wegveegde.


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Rebecca Morgan
    "Wat is er gebeurt?" vroeg ik, al wachtend op een antwoorde volgde ik Jess’ bewegingen. Haar springerige krullen bewogen zachtjes heen en weer toen ze een blik over boord wierp. Ze draaide zich terug in mijn richting en kneep haar ogen tot kleine spleetjes "Waarom gooien jullie een dooie Flynn overboord?” vroeg ze.
    “Wat?” In plaats van de vaste stem die ik meestal heb als ik boos begin te worden, kwamen mijn woorden er hoog en piepend uit. Ik duwde Jess ietwat hardhandig aan de kant en ging over de reling hangen. “Flynn! Goeie god, Flynn…” De kleur was helemaal weggetrokken uit mijn helemaal rood aangelopen gezicht van zonet en ik sloeg mijn hand helemaal verslagen voor mijn mond. Even bleef ik stil toen mijn ogen waterig werden, daarna draaide ik me om en vloog ik op Daryl af. “Waarom heb je hem vermoordt?” schreeuwde ik terwijl ik zo hard ik kon met mijn vuist op zijn borstkas sloeg. “Dan kom ik verdomme een keer met iemand overeen en dan vermoord je hem. Waarom maak je er zo’n sport van om me het leven hier zuur te maken, dat doe je al genoeg met je stomme aanwezigheid. Moordenaar!”
    Mijn ademhaling werd steeds zwaarder en ik begon steeds meer moeite te krijgen om mijn tranen binnen te houden. Flynn was een beetje een rare, maar wel een vreemde kerel waar ik het nog een beetje mee kon vinden sinds James’ dood, omdat ik toen elk mannelijk contact probeerde te vermijden. En nu… Nu was hij ook dood.

    [ bericht aangepast op 31 aug 2013 - 15:08 ]


    "Do not be angry with the rain; it simply does not know how to fall upwards.” - Vladimir Nabokov

    Daryl Dixon
    "Waarom gooien jullie een dooie Flynn overboord?" vraagt Jess met toegeknepen ogen. Ik wissel een blik uit met Rowan. Misschien is het beter als ik het maar vertel, aangezien ik degene ben geweest die hem daadwerkelijk om heeft gebracht. Voordat ik ook maar iets kan uitleggen, hoor ik Rebecca's stem.
    "Wat..?"
    Met de schrik in haar ogen, realiseert ze wat er gebeurt is. Haar gezicht vertrekt en.. daar komt de stroom met woorden. Bah. Vrouwen ook altijd.
    Rustig kijk ik toe hoe Rebecca compleet uitflipt. Ik had niet anders verwacht. Wat ik ook doe, in haar ogen is het toch nooit goed. Haar woorden gaan dan ook een beetje langs me heen, aangezien het me weinig tot niets interesseert wat ze allemaal te melden heeft. Het komt toch allemaal op hetzelfde neer.
    "Dan kom ik verdomme een keer met iemand overeen en dan vermoord je hem. Waarom maak je er zo’n sport van om me het leven hier zuur te maken, dat doe je al genoeg met je stomme aanwezigheid. Moordenaar!”
    Ik zie dat ze moeite moet doen om haar tranen binnen te houden, wat er toch voor zorgt dat ik een wenkbrauw optrek.
    "Die eikel bedreigde Lori en haar baby," brom ik. "Dat sta ik niet toe."


    ars moriendi