• Dit is het inschrijftopic voor een verhaal in Midden Aarde.

    De rode lijn:

    Een draak heeft bezit genomen van een dwergenstad en doet uitvallen naar omliggende dorpen. Van mensen, van dwergen, van elfen. Afgezanten van verschillende rassen komen samen om iets aan dit probleem te doen, niet wetend dat de draak een handlanger is van Sauron, wiens krachten langzaam terugkeren. Dit speelt zich tegelijk af met de hobbit, alleen zullen nu niet alleen de dwergen iets aan dit probleem doen.


    Regels:
    - Er wordt geschreven in de derde persoon verleden tijd (de meest voorkomende vorm in boeken)
    - Je mag geen belangrijke beslissingen maken over andermans personages
    - Als je het risico neemt om iets te schrijven over de personage van iemand anders, mag de ander vragen het aan te passen als hij/zij vindt dat het niet in strijd is met het karakter van het personage
    - We hanteren de gewone spellingsregels; dus gebruik van enkele aanhalingstekens, leestekens en hoofdletters op de juiste plaatsen
    - Verder is het het belangrijkste dat iedereen ervan geniet om samen een verhaal te schrijven. (:


    Personages

    Personages

    Elfen:
    Thranduil Oropherion(m) – ThranduiI
    Saralinde "Alesia" Elensar (v) – WenseKronik
    Ithilwen Cûtalion (v) – LakeTown
    Larduin Paarthunax (m) – DelanoDKM
    Elrohir Elrondion (m) – Erebor
    Ireth Sáralondë (v) – Pinkrock
    Galahad (m) – Unox22

    Mensen :
    Angel Elthenin (v) – Niniel
    Gawain Strongbow (m) – Stapper
    Brennen Uquenyondo (m) – Erebor
    Keyla (v) – FiIi
    Sha’rin Gawahir (v) – Venomis
    Caylith Maera (v) – MargotAnne

    Hobbits:
    Chase Hidden (m) – Stapper
    Hobson Gamgee (m) – Theatre
    Prisca Baggins (v) – Snowqeeun

    Dwergen:
    Lili Houtblad (v) – WenseKronik
    Thorin Oakenshield (m) – Venomis
    Fíli (m) – FiIi
    Kíli (m) – Elvithien
    Gengi (v) - Theatre


    Verwante topics:
    Brainstormtopic
    Rollenstory
    Praattopic
    Inschrijftopic
    Speeltopic 2

    [ bericht aangepast op 7 jan 2014 - 10:42 ]


    Every villain is a hero in his own mind.

    Stapper schreef:
    (...)

    Het is ook lelijk dat we in alles gaan schrijven, waar ik amper in schrijf xD. Nu moet ik echt moeite doen x].

    je doet het prima hoor, het komt goed, voor dat je het weet heb je het onder de knie :D


    A wizzard is never late Frodo Baggins, nor is he urly. he arrives precisely when he means to ~Gandalf

    Elrohir Elrondion

    Er was weer eens een groot feestmaal aangericht in Rivendell en de zaal zat vol met elven. Heer Elrond zat aan het hoofd van de lange rij tafels, zijn zonen zaten naast hem. Toen de gerechten binnen werden gebracht, zat Elrohir te lachen met zijn vriend Valin, wat hem een enigszins geïrriteerde blik van zijn vader opleverde. Elrohir trok zich er echter niks van aan, het was een vrolijke avond, de beste tijd om plezier met een vriend te hebben. Echter werd die avond een stuk minder vrolijk na de aankomst van de raaf die een belangrijk bericht bij zich droeg. Heer Elrond las de boodschap voor en meteen verdween alle vrolijkheid van Elrohir. Volgens de afzender was Midden-Aarde in gevaar door een draak. De krijger in hem ontwaakte en abrupt stond hij op. 'Deze landen mogen niet geteisterd worden door een draak. Ik zal gaan om te helpen die draak te verslaan. Wie komt er met mij mee?' Vastberaden keek hij de tafels langs, mochten andere dappere elven met hem mee gaan, want als andere volkeren onder de draak leden, dan moest daar gauw een einde aan gemaakt worden.
    'Elrohir, ik weet niet of het verstandig is als jij gaat. Deze queeste zal gevaarlijk worden en ik verlies een van mijn zonen liever niet. Het vertrek van Celebrían heeft mij genoeg verdriet gedaan.' Ook zijn vader was opgestaan en had zijn handen voor zich op tafel gelegd. Streng keek hij naar Elrohir. Hij keek echter strak terug, overtuigd van zijn plan.
    'Vader, ik weet wat ik doe en zal u beloven dat ik heelhuids terugkom. Ik zal ook naar de Dúnedain gaan om hen te vragen of zij nog mensen willen sturen. Met zijn allen moet het ons wel lukken die draak te verslaan.' Elrond liet zich terugvallen in zijn stoel, hij gaf zich over, wist dat hij zijn zoon los moest laten.
    'Ga dan met mijn zege. Ik zal hier nog andere elven zoeken die met je meegaan en zal deze brief verder doorsturen naar de vrouwe Galadriel. Sowieso moet zij hiervan weten en misschien zal zij ook nog elven sturen.'
    'Dank u, vader.' Elrohir boog zijn hoofd en verliet de zaal. Onderweg naar zijn vertrekken liep hij langs de keukens om wat lembasbrood te halen. Hij had namelijk nog niks gegeten en hij wilde wel wat in zijn maag hebben als hij op weg ging naar de Dúnedain. Niet veel later zat hij op zijn paard, op weg naar het dorp waar Halbaron, het tijdelijke hoofd van de Dúnedain, leefde. Later als hij weer terug in Rivendell was, zou hij zich gereed maken voor de lange reis die hem te wachten zou staan, nu had hij enkel zijn reiskleding aan en zijn boog en zwaard bij zich. Er waarden genoeg orks rond in die streken en hij was liever goed voorbereid.
    Na enkele uren rijden bereikte hij het dorp en toen hij het binnen reed, werd hij door de dorpelingen aangestaard. Het gebeurde niet heel vaak dat er daar elven kwamen.
    'Ik heb een boodschap voor Halbaron!' riep hij en al gauw kwam de desbetreffende man naar buiten gelopen. Hij had een vragende blik in zijn ogen, het was duidelijk dat hij zich afvroeg wat Elrohir daar deed. De elf stapte af en de mannen omhelsden elkaar.
    'Mae govannen, Elrohir mellon,' sprak Halbaron. 'wat brengt jou hier?'
    'Mijn vader, heer Elrond heeft een bericht ontvangen over dat een draak Midden-Aarde onveilig maakt. Er wordt een reisgenootchap gevormd en leden uit elk volk worden gezocht. Mijn vraag of jij een van jouw rangers zou willen meesturen.'
    'Een draak? Dat klinkt niet goed. Ik zal eens overleggen, ik ben zo terug. Evonyn geeft je wel wat te drinken en eten. Je bent welkom in mijn huis.' Met deze woorden liep Halbaron weg en hij verzamelde zijn rangers.


    Stenenlikker

    Ook Galahad stond op. Elrohir was al snel verdwenen voordat iemand anders ook maar de kans had gehad om te reageren.
    Hij legde zijn linkerhand op zijn borstkas en keek even naar heer Elrond.
    'Ook ik zal gaan. Het lot van de dwergen moet de anderen bespaard blijven. Ik zal uw zoon in de gaten houden, heer Elrond, en hem zo mogelijk met mijn leven beschermen. ' Hij draaide zich om.
    'Als iemand mij nodig heeft, ben ik mijn spullen aan het inpakken.'
    Galahad draaide zich om en liep het pad af.

    Ithilwen Cûtalion

    Ithilwen rekte zich uit en liet zich zakken op een van te takken hoog in de bomen. De frisse bries wervelde over de roodbruine bladeren en speelde met haar haren. De purperen keizers fladderden vrolijk in het rond of gingen op haar hand zitten. Met een glimlach genoot ze van het zonlicht op haar gezicht en de kriebelende pootjes van de vlinders op haar huid. Ze luisterde naar de geluiden in het bos. In de verte hoorde ze een aantal elven trainen met zwaarden en oefenen met pijl en boog. Twee mijl naar het oosten vochten twee eekhoorns om een noot en achter haar klonk het gemurmel van water. Opeens vielen haar haastige voetstappen op, die in haar richtig leidden. Een beetje onwillig liet ze zich zakken tot ze onder het bladeren dek kwam te zitten en gleed langs de stam een stuk naar beneden.
    'Hé Natrhuïl, waar ga je heen?' Haar vriend Natrhuïl stond stil en keek verbaasd omhoog. Ithilwen sprong van haar tak en landde soepel voor zijn voeten. Haar zwaard aan haar zijde tikte tegen haar been en gaf een metalen geluid toen het tegen een gesp aankwam.
    'Het kasteel,' antwoordde hij. 'mijn moeder vroeg naar me of ik haar wilde helpen met de zadels invetten.' Ithilwen glimlachte.
    'Leuk klusje, zal ik je maar helpen om het lijden iets lichter te maken?' lachte ze.
    'Graag!' zei Natrhuïl. Samen liepen ze terug naar het kasteel. Opeens schoot Ithilwen iets te binnen.
    ‘Wacht, volgens mij heb ik zo meteen avonddienst in de wijnkelders. Het lijkt me beter omdat even te checken.’ zei ze aarzelend. Natrhuïl knikte.
    ‘Geen probleem, ik zie je wel verschijnen en anders doe ik het gewoon alleen.’ Ithilwen glimlachte dankbaar en omhelsde hem. Toen draaide ze zich om en liep een van de gangen door naar de wijnkelders.

    ‘… vraag me af wie dit is, zijn naam komt mij niet bekend voor. Hij lijkt niet iemand die zeer actief is in Midden Aarde.’ Ithilwen stopte. De stem van heer Thranduil trok haar aandacht. Voorzichtig sloop ze naar de deur en luisterde.
    ‘De draak van Erebor, een geduchte vijand. Laten we hopen dat het geluk met ons is als we oog in oog staan met dit afschuwelijke wezen.’ Woedde laaide op bij Ithilwen. Een draak! De beelden van vroeger schoten weer voorbij. Het gezicht van haar dode broer was voor eeuwig op haar netvlies gebrand. Een reusachtige draak die over de steden schoot, een oorverdovend gebulder, flitsende vlammen die de stenen zwart blakerden en de verkoolde slachtoffers, waaronder haar broer.
    Opeens wist ze wat ze moest doen. Voor haar broer, voor Midden aarde. In een reflex duwde ze de deur open en stapte naar binnen.
    ‘Ik bied me aan.’ zei ze krachtig. ‘Ik bied me aan om te vechten tegen de draak!’

    [ bericht aangepast op 28 dec 2013 - 17:13 ]

    Angel Elthenen

    Angel kwam al snel in het dorp van Halboron, maar het was niet zoals ze het achter had gelaten. iedereen was in de weer, mannen zochten naar wapens, de vrouwen naar voedsel dat meegenomen kon worden. Angel begreep het niet, wat was er aan de hand, haar wenkbrauwen schoten in de lucht en haar bruine ogen keken wild om zich heen.
    'Wat is hier aan de hand?' Angel vroeg het aan niemand in het bijzonder maar een ranger hoorde haar stem en hield halt.
    'Er is een elf uit Rivendell gekomen die tot heer Halbaron wenste te worden toegelaten. Ik weet niet waar over het ging, maar heer Halbaron was gelijk in alle staten en zocht naar zijn mannen. Er word gesproken over een draak.'
    Angel keek naar haar mede ranger en de schrik sprong haar om het hart. 'Ee... een draak?'sputterde ze? en ze greep de arme man bij de panden van zijn mantel. 'Er is een draak en heer Halbaron moet helpen?,'maar nog voor dat de ranger kon antwoorden liet Angel de man los en sprintte in de richting van Halbaron's huis Er was een elf uit Rivendell gekomen met een boodschap voor haar heer. Misschien was het van Aragorn, ook al was dat een kleine kans, misschien van heer Elrond zelf. Maar dat wist Angel niet. wat ze wel wist was dat er een avontuur in de lucht hing en zij wilde zich daar voor aanmelden. Als Halbaron daar toch mensen voor zocht.
    Heel even hield Angel halt schaapte al haar moed bij elkaar en stapte het huis in, niet wetend of Halbaron thuis was. 'Hallo?'


    A wizzard is never late Frodo Baggins, nor is he urly. he arrives precisely when he means to ~Gandalf

    Thranduil Oropherion

    Toen Galion de kamer verliet, weerstond Thranduil de neiging om zich gefrustreerd in zijn stoel te vallen, zoals hij dat altijd deed toen hij nog een elfling was. Hij herinnerde zich zijn vader nog; Oropher zou hem meteen een preek hebben gegeven over elegantie en hoffelijk gedrag. Thranduil snoof bitter en hij probeerde de herinnering te negeren. Oropher zou nog niet eens de gedachte hebben gehad om zich erbij neer te leggen. Hij zou de draak ervan hebben weerhouden Erebor in te nemen. In tegendeel, Oropher zou geen seconde hebben getwijfeld en hij zou de draak waarschijnlijk aan zijn staart de grot hebben uitgetrokken. Thranduil boog zijn hoofd en de kroon woog voor zijn gevoel meer dan ooit. Hij voelde de brandende pijn, tintelend onder zijn huid en hij probeerde met al zijn macht de camouflerende magie in stand te houden.
    'Ik vraag me af wie dit is, zijn naam komt mij niet bekend voor. Hij lijkt niet iemand die zeer actief is in Midden Aarde.' mompelde hij tegen zichzelf, met gefronste wenkbrauwen en een gespannen kaak. Hij keek nog eens uit de deuropening die zijn kamer en het balkon verbond en hij kon nog steeds de Lonely Mountain zien liggen. ‘De draak van Erebor, een geduchte vijand. Laten we hopen dat het geluk met ons is als we oog in oog staan met dit afschuwelijke wezen.’
    Thranduil was zo diep in gedachten verzonken dat hij de aanwezigheid van een andere elf niet had opgemerkt. Ineens stond ze in zijn kamer: een elleth met lichte ogen die praktisch in brand stonden van nog onuitgesproken woede.
    Dit stemde hem automatisch in een slechte bui, want dit opnieuw een aanwijzing was van zijn tekortkomingen. Niet eens als koning, maar in de eerste plaats als elf. Blind én doof, dacht hij bitter. Thranduil draaide zijn hoofd langzaam naar de vrouwelijke elf en trok een wenkbrauw op.
    ‘Ik bied me aan.’ zei de elleth krachtig. ‘Ik bied me aan om te vechten tegen de draak!’
    Thranduil herkende de vrouwelijke elf niet en dat maakte zijn irritatie alleen nog maar erger. Wat voor een idioot durfde zijn kamer in te komen, zonder uitnodiging, zonder zijn toestemming en zonder ook maar te kloppen? Thranduil rechtte zijn rug en nam zijn vorstelijke houding weer aan.
    "En wie, pray tell, ben jij?" vroeg hij terwijl hij met een opgeheven hoofd op haar neerkeek. Hij wist niet zeker of ze zijn moment van zwakte had gezien, maar als dit wel het geval was geweest moet hij de situatie vlug weer rechtzetten. "Jij moet wel een erg belangrijk en bekwaam soldaat zijn, als je de toestemming van een koning niet noodzakelijk vindt." het sarcasme droop van zijn woorden en hij liep langzaam op haar af, elke beweging doordacht en intimiderend.

    [ bericht aangepast op 28 dec 2013 - 17:55 ]


    Caution first, always.

    Ithilwen Cûtalion

    Een seconde lang was het stil in de kamer. Ithilwen bestudeerde zijn verwarde gezicht waarvan de ene helft een beetje wazig was, alsof er een mist voor hing. Een van zijn ogen leek lichter, bijna wit, onder de wazigheid en zijn wang was rood. Maar de man herstelde zich snel en er was geen spoortje van zijn verbazing meer te vinden, noch van de mist die zijn gezicht een vreemde aanblik gaf. Zijn gezicht was weer vlak, net zoals zijn stemming.
    'En wie, pray tell, ben jij?' vroeg Thranduil terwijl hij met een opgeheven hoofd vanuit zijn troon neerkeek. Hij rechtte zijn rug en keek haar hooghartig aan, wat haar een kleinerend gevoel gaf. Hij zag er uit als een echte heerser, en dat was hij ook. Hoe had ze ooit kunnen denken dat ze mee zou kunnen? 'Jij moet wel een erg belangrijk en bekwaam soldaat zijn, als je de toestemming van een koning niet noodzakelijk vindt.' ging hij verder met een sarcastische ondertoon in zijn stem. Hij stond op en liep langzaam en intimiderend op haar af. Ithilwen kneep haar ogen dicht en keek hem woedend aan. Hij was dan wel de heer van Mirkwood, niemand had het recht om haar zo onrechtvaardig te behandelen.
    'Ik ben Ithilwen Cûtalion. Mijn broer is jaren geleden gestorven in een gevecht met een Airdragon van het Noorden. Hij heeft gevochten voor Midden Aarde en is gestorven voor zijn volk, voor mij. Hij heeft mijn leven gered, een schuld die ik niet terug kan betalen. Maar wat ik wel kan doen is Midden Aarde dienen zoals mijn broer heeft gedaan. Ik dring mijn gezelschap niet op, maar ik bied me aan als een vrijwilliger. Het zou me een eer zijn om naast u te strijden, heer Thranuil.’ Ithilwen verbeet haar woede en boog haar hoofd. Haar enige kans om mee te gaan lag in haar eigen handen. Zolang ze beleefd bleef had hij geen reden om te weigeren. Hoopte ze.


    Ik kon de verleiding om terug te schrijven niet weerstaan, sorry :Y)

    [ bericht aangepast op 28 dec 2013 - 18:16 ]

    Gawain Strongbow
    De koning verwachtte Gawain al, natuurlijk. Hij zat aan een grote tafel en wenkte Gawain om verder te komen. Gawain gehoorzaamde, kwam voor de man te staan en boog lichtjes naar hem, waarna hij ze elkaar korte tijd aankeken. 'Wat is er aan de hand?' Vroeg hij uiteindelijk. Gawain hield zich nooit zo aan al die regels en dingen rondom koningen, of andere hogere mensen. Hij vond het onzin, hij boog enkel voor zijn koning, dat moest voldoende zijn. De koning nam een slok van zijn rode wijn en keek Gawain opnieuw recht aan. 'Er is een brief.' Mompelde hij zacht en hield een stuk papier omhoog. Gawain pakte hem aan, liet zijn ogen snel over de regels glijden en keek de koning recht aan. 'Ik ga wel.' Zei hij direct. De oudere man knikte en stond op. 'Dat dacht ik al, Gawain.' Glimlachte hij tevreden en liep om de tafel heen, Gawains kant op. 'Ik wist dat jij wilde gaan.' Gawain knikte rustig en gaf de brief terug. 'Natuurlijk. Als ons land in gevaar is..' 'Zal jij voor ons vechten.' Vulde de man zijn zin aan, waardoor er een kleine glimlach rond Gawains lippen verscheen. 'Pak je spullen, Gawain. Neem je paard en rijd naar Isengard. Ik kan zelf niet mee, ik ben te oud. Maar ik weet dat jij goed zult zijn, namens de mensen.' Gawain knikte opnieuw en keek de koning dankbaar aan. 'U zult er geen spijt van hebben.' Beloofde hij, boog opnieuw en rende de kamer uit, op weg naar zijn eigen vertrek om zijn spullen te pakken. Hij nam niet veel mee; wat waterzakken voor onderweg, zijn wapens en wat eten vanuit de keuken. Ook pakte hij dikke kleren mee en rolde een deken op. Met zijn spullen liep hij naar de stallen, om daar zijn paard weer op te zadelen. Het beest was nog vermoeid van de lange reis die ze net achter de rug hadden, maar bij het zien van alle spullen werd het direct weer een stuk wakkerder. 'We gaan vechten, Aino.' Greens Gawain terwijl hij het dier opzadelde. 'Tegen een draak.' Mompelde hij er zacht aan toe en klom op de rug van het dier. 'Op naar Isengard!' Hij spoorde Aino aan tot een galop en galoppeerde hard de stallen uit.

    [ bericht aangepast op 28 dec 2013 - 18:48 ]


    You know, sometimes when you cage the beast, the beast gets angry.

    Prisca Baggins
    De koning begon weer te spreken 'degene die aan dit barre tocht meegaan, moeten nu hun huizen verlaten en naar Isengard vertrekken. Jullie zijn gezegend' zei de koning als laatst en verliet het plein. Even keek ze naar Chase en knikte even naar hem en liep toen snel weg, naar haar huisje. Nou ja huisje van Bilbo die ze samen deelde.
    In het huisje aangekomen keek Bilbo verschrikt op toen die haar zag. 'Waar was je' vroeg hij. 'Op het plein'. Ze ging haar kamer in en begon alles in te pakken. 'Je gaat toch niet daarheen?' Vroeg Bilbo. 'Tuurlijk wel'. Ze had haar tas ingepakt met eten, drinken, medicijnen die ze al gemaakt had, paar planten en kruiden nam ze mee plus haar talloze messen, die ze verborg in haar kleding en mantel. Bilbo schudde even zijn hoofd. 'Omdat jij zonodig bang moet zijn' wilt niet zeggen dat ik dat ben' sprak ze tege haar broer. Ze keek hem nog eenmaal aan en toen omhelsde ze even snel. 'Wees voorzichtig' ze knikte en liep toen het huisje uit. Eindje verderop was er een stal met paarden, ze had een eigen paard, nou ja beter gezegt een pony. Een zwarte pony genaamd Shadow. Ze hees haar tas over haar schouder en begon alvast te galopperen. Ze moest geen moment verliezen en op de anderen wachten had nu geen zin voor haar. Ze reed weg, weg van thuis en opweg naar avontuur. Ze wist niet of andere wezens haar ook zoude vergezellen, maar ze zouden heel misschien opkijken dat een hobbit vrouw dit wou gaan doen.

    [ bericht aangepast op 28 dec 2013 - 19:05 ]


    Standing frozen, in the life I've chosen. You wont find me, the past is all behind me. Buried in the snow.

    Candira, Zou je de naam van je personage erboven willen zetten? Das wat handiger lezen ;x.


    You know, sometimes when you cage the beast, the beast gets angry.

    Stapper schreef:
    Candira, Zou je de naam van je personage erboven willen zetten? Das wat handiger lezen ;x.


    Oke, al zie ik soms niet echt nut ervan in omdat we toch hij/zij vorm en toch achterkomen in de tekst hoe diegene heet, al is het aan mijn stuk nu niet duidelijk


    Standing frozen, in the life I've chosen. You wont find me, the past is all behind me. Buried in the snow.

    Chase Hidden
    Chase liep snel naar zijn huisje, om zijn spullen te pakken. Vanuit het raam zag hij Prisca wegrijden op haar paard. Een geirriteerd gegrom verliet onwillekeurig zijn mond. Chase kon er nooit zo goed tegen als anderen zo snel waren en al weggingen. Hij wilde niet als laatste aankomen, al helemaal niet na een vrouw die alles leek te kunnen! Met een knagend gevoel pakte hij snel wat spullen in; drinken, eten, extra kleren, spullen om hem warm te houden, wat pijlen en zijn boog. Ook stopte hij er een klein boekje, met een pen en inkt bij in. Hij wist niet of hij onderweg tijd had om te schrijven, maar zodra hij die kreeg, kon hij snel notities maken. Voor hij alles vergat. Wie weet overleefde hij zijn avontuur niet en kreeg hij nooit de kans dit op te schrijven. Als hij alles had ingepakt, liep hij naar buiten. Hij pakte zijn grote wandelstok van bij de voordeur vandaan en begon te lopen. Maar hij was nog maar net voorbij de brug, toen hij zich besefte dat hij niet wist welke kant Isengard op was. Alleen dat het erg ver weg was. Lichte paniek sloeg hem om het hart en hij rende snel terug naar binnen om een van zijn kaarten te pakken. Hij raakte vervult met opluchting toen hij zag dat Isengard er ook op stond. Hij rolde de kaart op, nam hem onder zijn arm en ging op zoek naar een pony. Gelukkig had hij leren rijden. Hij was niet goed, maar het zou hem lukken om tot aan Isengard te komen. Hij kreeg een leuke, lichtbruine pony toegewezen en betaalde de vriendelijke man. Waarna hij opsteeg en rustig wegdraafde. Hij moest eerst weer even wennen aan het rijden voor hij in actie zou komen. En ook moest hij kijken welke kant hij op moest, voor hij hard zou gaan rijden.


    You know, sometimes when you cage the beast, the beast gets angry.

    Candira schreef:
    (...)

    Oke, al zie ik soms niet echt nut ervan in omdat we toch hij/zij vorm en toch achterkomen in de tekst hoe diegene heet, al is het aan mijn stuk nu niet duidelijk


    Precies. Bij dit stuk was het van jou niet duidelijk. Al zijn wij de enigen die op het moment een Hobbit hebben.
    En alsnog is het handiger, omdat we in verschillende delen van Midden Aarde bezig zijn. En het ook in verschillende hoofdstukken in het verhaal komt, dus het minder werk is voor daar! ;] Danku.


    You know, sometimes when you cage the beast, the beast gets angry.

    Prisca Baggins

    Opeens stopte ze omdat ze bij een splitsing was en wist niet meer zeker eigenlijk welke kant richting Isengard was. Het was ook al een paar jaar geleden geweest sinds ze voor het laatst Isengard betrad. Ze kon zo ongeveer wel herinneren welke weg ze moest inslaan, maar niet alles wist ze zeker. Natuurlijk was Prisca lekker weer zo handig om haar kaart te vergeten en later bedacht ze ook dat ze extra kleding was vergeten en een deken. Prisca was geweldig vandaag, niet. Een diepe zuch verliet haar lippen en keek achter zich en een eind van haar af zag ze iemand rijden, wie was het. Het was een licht bruine pony waar diegene op reed, maar ze kon niet zien wie het was. 'Oke Prisca je kan dit, denk na' ze sloot haar ogen maar en probeerde te herinneren welke kant richting Isengard ging, maar niks schoot haar te boven. Voor een tweede maal keek ze achter zich en zag toen wie het was, Chase. Prisca kon niet zo goed tegen om aan hem te vragen waar Isengard is en eigenlijk durfde ze haar mond niet eens meer open te doen. Bang dat die zou gaan uitlachen ofzo. Prisca glimlachte breed wanneer Chase aangekomen was bij haar.


    Standing frozen, in the life I've chosen. You wont find me, the past is all behind me. Buried in the snow.

    Chase Hidden
    Chase had zijn kaart voor zich vast, terwijl de pony rustig verder stapte. Een kaart bekijken in draf ging niet bepaald goed. Hij keek op toen zijn pony zacht brieste en met zijn hoofd schudde. Zijn wenkbrauwen vlogen verrast omhoog toen hij Prisca zag staan. Ze was nog wel zo snel vertrokken.. En hij had nou niet echt snel gereden. Hij liet de kaart langzaam zakken en leidde zijn pony haar kant op. 'Hallo.' Glimlachte hij, waarna hij naast haar stopte. Hij bekeek haar pony even onderzoekend. Misschien was het beest verwond, maar dit leek niet het geval. 'Zullen we samen reizen?' Stelde hij voor, terwijl hij zijn pony weer aanspoorde tot stap. Hij had geen haast. Hij wilde er zeker van zijn dat hij de goede kant op reed en niet verdwaald zou raken omdat alles overhaast ging. Gelukkig had hij een brave pony, die precies reed waar hij hem hebben wilde.


    You know, sometimes when you cage the beast, the beast gets angry.