• [ bericht aangepast op 5 juni 2016 - 10:37 ]

    Leuk! Mij maakt het niet uit of ik vanuit een meisje of jongen schrijf, al vind ik vanuit een meisje schrijven makkelijker. Wel één vraagje: wil je het verhaal volledig in het Nederlands schrijven? Ikzelf vind het altijd zo raar als de personages niet Nederlands zijn, maar wel Nederlands spreken. Ik zal zo even een stukje posten, zit nu nog op mijn mobiel.


    Concordia res parvae crescunt

    Hier is het! Het is een hoofdstukje uit een verhaal waar ik nog mee bezig ben, maar waar ik helemaal mee vast zit.


    Lachend bleef ik op de grond liggen. Ik was zojuist vol op mijn bek gegaan, nadat mijn hak ergens achter was blijven haken. Lily stond zich met een hand vast te houden aan een boom, terwijl ze met haar andere hand haar buik vast hield. De tranen stroomden over haar wangen van het lachen. Anouk daarentegen lag naast mij schaterlachend over de grond te rollen. Langzaam werd onze slappe lach wat minder, waarna Lily de boom los liet en overeind hielp. Samen trokken we Anouk overeind, die nog niet helemaal bijgekomen was. Ze was dan ook iets verder heen dan ik en Lily. We deden een poging om een paar meter verder te komen, wat niet helemaal lukte. Na drie stappen rukte Anouk zich los, om de bosjes in te strompelen en haar maag te legen. Lily stond haar haar vast te houden, terwijl ik een taxi belde. Het zag ernaar uit dat we anders lopend niet thuis zouden komen. 'Taxi's coming.', mompelde ik tegen hen. Anouk stond ondertussen al rechtop. Daarmee herinnerde ik me ook dat mijn geld op was. 'Lily? Do you have any money left?' Aan Anouk hoefde ik het niet te vragen, die had niets meer over. Terwijl Lily stond te zoeken naar geld, hield ik Anouk even vast. Nu pas merkte ik het bankje op, een paar meter verder. Rustig liep ik er met Anouk heen, al trok ik haar er meer heen. Lily kwam - haar geld tellend - naar ons toe gelopen. Eenmaal klaar met haar rekensommetjes, beantwoordde ze mijn vraag. 'I've got ten pounds left. Is that enough?' Ik knikte van wel, aangezien ik te druk bezig was met Anouk, die niet eens meer overeind kon blijven zitten. Lily plofte aan de andere kant van Anouk neer. Ik kende hen nu zo'n vijf jaar, vanaf de brugklas. We waren niet meteen vriendinnen geweest, integendeel. Anouk en ik hadden eerst flink ruzie gehad - waarover kon ik me niet eens herinneren - om er later achter te komen dat we elkaar toch wel mochten. Ik werd al snel uit mijn gedachtes gerukt door de taxi, die eindelijk de straat in kwam rijden. Ik sleepte Anouk mee, waarna ik haar naast mij op de achterbank dumpte. Lily noemde snel Anouks adres op, aangezien we daar bleven slapen. Haar ouders waren niet thuis, dus dit was een mooie kans om geen boze ouders op ons dak te krijgen omdat we ons bezopen hadden. Anouk liet haar hoofd op mijn schouder vallen, terwijl ze giechelend met mijn haar speelde. Ik hoorde haar wat mompelen, maar schonk er geen aandacht aan, totdat ze me in een knuffel trok en zei; 'You smell nice.' Ik bedankte haar, waarna ik me voorzichtig uit haar onmogelijke knuffel losmaakte, we zaten immers op de achterbank van een taxi en ze was dronken, dan gaat knuffelen niet zo gemakkelijk. Na een kleine tien minuten stopte de taxi alweer, waarna ik Anouk de auto uit hielp en Lily de chauffeur betaalde. Ik viste de huissleutel achter het vogelhuisje vandaan, die aan een van de bomen in de tuin stond. Toen ik terugkwam, hielp Lily Anouk overeind, die giechelend op de grond was gaan zitten. Snel maakte ik de deur open, waarna Anouk naar binnen stormde, zichzelf op de bank stortte en in slaap viel. Lily legde een deken over haar heen, waarna we naar boven liepen om ook zelf te gaan slapen.


    Concordia res parvae crescunt

    Lasseth schreef:
    Het zijn 531 woorden geworden (zonder titel) :$
    Het gaat over Molly na Fred's dood en is geschreven vanuit de ik-persoon. Het is erg lang geworden maar ik had hier veel inspiratie voor omdat kort geleden iemand in mijn naaste omgeving is overleden. Ik hoor wel wat je er van vindt


    Wauw, ik zit helemaal met tranen in m'n ogen. Wat mooi!

    xPotterhead schreef:
    (...)

    Wauw, ik zit helemaal met tranen in m'n ogen. Wat mooi!


    Thanks :$


    Not all those who wander are lost.

    AllthewayUp schreef:
    Hier is het! Het is een hoofdstukje uit een verhaal waar ik nog mee bezig ben, maar waar ik helemaal mee vast zit.


    Ik zou jou bijv kunnen helpen met jou story?

    Oh lijkt me leuk ik ga nu random wat schrijven ^^


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Lasseth schreef:
    (...)

    Thanks :$


    Waar heb jij leren schrijven?

    Myle schreef:
    Oh lijkt me leuk ik ga nu random wat schrijven ^^


    doe maar :)

    xPotterhead schreef:
    (...)

    Waar heb jij leren schrijven?


    Nergens... Ik heb het mezelf geleerd. Ik zou wel graag ergens een cursus willen volgen om te verbeteren


    Not all those who wander are lost.

    Lasseth schreef:
    (...)

    Nergens... Ik heb het mezelf geleerd. Ik zou wel graag ergens een cursus willen volgen om te verbeteren


    Nou ik vind het zo al goed. :)

    xPotterhead schreef:
    (...)

    Nou ik vind het zo al goed. :)


    Ik ben vereerd:Y)


    Not all those who wander are lost.

    Lasseth schreef:
    (...)

    Ik ben vereerd:Y)


    Je staat erbij ;)

    xPotterhead schreef:
    (...)

    Je staat erbij ;)


    (hoera)
    Ik ga erg mijn best doen (nerd)


    Not all those who wander are lost.

    Mijn idee: Harry Potter en dan de first war of post war. Second war liever niet omdat ik dat een beetje beperkt vind.
    Mijn rol: Ik denk dat, als we voor post war gaan, we allebei een meisjes rol kunnen nemen. Bij de first war zou ik het ontzettend leuk vinden om vanuit James te schrijven.
    Mijn schrijfstijl: Ik schrijf meestal in de hij/zij-vorm, verleden tijd. Maar indien jij het prettiger vind om in de ik-vorm te schrijven dan pas ik me daar wel op aan.
    Voorbeeld:

    Een oorverdovend geluid vulde de ruimte, eentje die de man deed op schrikken. Een monitor dat de gehele tijd niks van zich had laten horen produceerde een hoge pieptoon die eindeloos voort duurde en geschrokken rende de man naar de gang, waar hij aan de kant werd geduwd door verschillende artsen die naar het ziekenhuis bed renden. Er werden woorden geroepen die niet door hem begrepen werden en de rust die in de kamer had geheerst, was binnen enkele tellen verdwenen.

    Langzaam liep de man naar het bed toe en hoewel de artsen druk bezig waren, hielden ze hem niet tegen. Ademloos keek hij toe hoe zijn vrouw behandeld werd, hoe ze haar probeerden te redden. Zo nu en dan hief ze haar hand op, haar vingers naar het niets uitreikend. Tranen rolden over zijn wangen terwijl hij begon te beseffen dat dit het laatste gevecht zou zijn. Hij probeerde dichter bij haar te komen en de artsen weken voor hem opzij zodat hij haar hand vast kon pakken en zijn vingers met de hare kon verstrengelen. Hij wist niet of ze hem nog hoorde, of het nog nut het om de bemoedigende woorden die op het puntje van zijn tong lagen uit te spreken. Haar ogen waren gesloten, maar het op en neer gaan van haar borstkas en de kneepjes in zijn hand wezen erop dat ze nog vocht, tegen de strijd die eigenlijk al gestreden was.
    Wat voelde hij zich machteloos en dat terwijl hij zo vaak aan haar had beloofd zichzelf niet de schuld ervan te geven. En hoewel hij diep van binnen ook wist dat het niet zijn schuld was, dat het te wijten was aan de ziekte die haar kapot maakte, kon hij het niet helpen om boos te zijn op zichzelf over het feit dat hij niet met haar mee kon vechten. Dat hij slechts kon toe kijken hoe zij vocht terwijl hij aan de zijlijn stond.

    Opeens begon haar hand te trillen, waarna zijn greep verstrakte en de remming die op zijn stembanden had gezeten in het niets verdween.
    ‘Niet opgeven,’ riep hij uit, hoewel hij wist dat het geen enkel effect zou hebben op haar. Met iedere kreun die over haar lippen kwam, realiseerde hij zich dat hij steeds verder van haar verwijderd werd. Hij stond op terwijl hij nog steeds haar hand bleef vast houden, om zich over haar heen te buigen en zijn lippen zachtjes op haar wang te drukken.
    ‘Ik ben bij je mijn liefste, waar je ook gaat, je bent altijd in mijn hart.’ Het kwam eruit als een fluistering, zijn stem was gebroken en de tranen rolden ongeremd over zijn wangen.
    Haar ademhaling versnelde kort, om vervolgens haar laatste zuchtje adem te laten gaan. De rechte lijn op de monitor vertelde hem dat dit het einde was, maar hij bleef zitten, met zijn hand om de hare. Met tranen die over zijn wangen bleven rollen.

    Uiteindelijk werd de man weg gehaald, zwerend dat zijn lieveling nog bij hem was.


    Overigens, als je meer wilt lezen over mijn visie op de Jily relatie kun je misschien ook mijn verhaal doornemen;
    When the chemicals collide

    [ bericht aangepast op 28 mei 2014 - 22:12 ]


    When time and life shook hands and said goodbye.

    Hopelijk vind je het wat ^^
    Mijn idee; Ik vind Harry Potter eigenlijk wel leuk.
    Wat wil ik zijn; Het liefst een jongen, want daar kan ik me beter in inleven.


    Ik hou ook van jou

    Ik keek hem aan, recht in de ogen. Meende hij wat hij zei?
    "Sam-'' Sam schudde zijn hoofd en sloeg zijn ogen neer.
    ''Het is echt. Ik ga verhuizen...'' Ik zette een stap naar voor en omhelsde mijn beste vriend stevig. Ik voelde hoe Sam mij terug vastpakte en mij dicht tegen zich aantrok. Plots hoorde ik een zachte snik, maar ik keek niet op of om.
    ''Ik wil helemaal niet weg, Jake... Ik wil hier blijven...'' Ik voelde zijn warme ademhaling in mijn hals en sloot mijn ogen. Waarom voelde dit zo goed?
    ''Sam,'' Ik duwde hem zachtjes bij me weg en pakte zijn schouders vast. ''zal ik je helpen met wat spulletjes pakken?'' Sam knikte, en door zijn tranen heen kwam een glimlachje opzetten.
    ''Alleen mijn koffer voor de eerste dagen moet nog ingepakt worden.'' zei hij zacht en ik knikte naar hem. Geheel onbewust pakte ik zijn hand vast en trok hem achter mij aan richting zijn huis toe. De laatste dag dat ik dat huis binnenstap. De laatste dag dat ik die vertrouwde omgeving waar Sam woont binnen kom. De laatste dag dat ik Sam tegen me aan kan houden...

    Samen liepen we Sam's kamer in en ik keek rond. Het was leeg. Het is anders dan ik gewend was.
    ''Wauw...'' Ik stond ervan versteld hoe groot zijn kamer eigenlijk wel niet was, zonder als die spullen. Sam knikte kort, alsof hij wist wat ik dacht en liet mijn hand los. Toen pas besefte ik mij dat ik zijn hand vast had. Ik keek er even naar en stond wat op mijn benen te wiebelen.
    ''Hier moeten de kleren die nog in de kast liggen in.'' Ik keek op toen Sam plots voor mij stond met een middelgrote, blauwe koffer. Ik pakte de koffer aan en legde hem op de enige stoel die nog in de kamer te vinden was. Toen opende ik hem. Ik kreeg het wat moeilijk, dit moment. Nu voelt het echt. Ik staarde naar de, nu nog, lege koffer en beet op mijn onderlip.
    ''Jake? Gaat het?'' Ik schudde mijn hoofd. Nee, het gaat niet.
    ''Ik hou van je...'' prevelde ik zacht en ik boog mijn hoofd.
    ''Wat?'' Ik schrok op toen ik Sam zijn hand op mijn schouder voelde, maar ik draaide mezelf naar hem toe. Ik keek hem aan.
    ''Ik hou van je, Sam." Sam keek me aan, in stilte, en ik voelde zijn hand om mijn schouder klemmen.
    ''Laten we de kleren maar in de koffer doen... Je maakt het moeilijk voor me.'' Zei hij kort en hij liet mij los. Mijn blik bleef op mijn schouder gericht en ik voelde een rilling door mijn lijf gaan. Hoe hij daarnet mijn schouder vasthield. Het voelde goed.

    De koffer was ingepakt en Sam en ik hadden de hele tijd niets tegen elkaar gezegd. Maar de stilte die er was, hij was helemaal niet ongemakkelijk. Ik loop voor Sam uit naar de deur, maar plots word ik bij mijn arm vastgepakt.
    ''Jake. Meen je het?'' Ik keek om en keek Sam niet-begrijpend aan. ''Dat je van me houd, meen je het?'' Ik beet op mijn onderlip en sloeg mijn ogen neer. ''Jake...'' Ik voelde twee vingers onder mijn kin. Ze duwde mijn hoofd omhoog, zodat ik Sam aan kon kijken. Hij was een stukje groter dan mij waardoor ik omhoog moest kijken. Ik zag zijn gezicht dichter bij het mijne komen en kort daarna voelde ik zijn lippen op de mijne. Het duurde een paar seconde. Maar het waren een paar seconde die mij deden beseffen dat het wederzijds is.
    ''Jake. Ik hou ook van jou...'' Sam keek mij aan, recht in de ogen en ik zag dat hij het meende. Hij hielt ook van mij.

    Die avond omhelsde ik mijn beste vriend en kon hem maar moeilijk loslaten toen zijn vader ongeduldig op de claxon drukte.
    ''Ik ga je missen.'' prevelde ik zacht in Sam's oor en hij pakte mij iets strakker beet.
    ''Ik ga jou ook missen... Ik hou van je...'' Hij liet me los en keek me in de ogen. Toen gaf hij me een zachte schouderklop en liep naar de auto. Hij opende het portier en stapte in. Terwijl de auto in beweging kwam zwaaide ik voorzichtig en keek alleen nog maar naar Sam. Toen de auto de straat uit was gereden bleef ik nog een tijdje staan.
    "Ik hou ook van jou...'' zei ik zachtjes en voelde een traan over mijn wang glijden.

    [ bericht aangepast op 28 mei 2014 - 22:19 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.