• Kidnapteam
    © Alydia
    Rollentopic || Praattopic

    De al jaren gezochte bende 'The Kidnap Team ' zijn weer op zoek naar nieuwe slachtoffers. De bende is al jaren bezig met hun duivelse plannetjes. Ze ontvoeren onschuldige mensen. The Kidnap Team behandelen hun net als slaven en de mensen moeten alles doen wat ze zeggen. Na een week verkopen ze hen aan onbekende klanten. De klanten komen regelmatig op bezoek om te zien welke nieuwe mensen er bij zijn gekomen. Niemand ontsnapt uit hun klauwen. Ze doen het allemaal voor het geld, hun enige interesse.
          Maar, alles verandert als ze op straat een groepje van zes meisjes tegenkomen. Ze ontvoeren hen en merken al snel iets vreemd. De jongens worden elk verliefd op één van de meisjes. Maar ze hebben het geld hard nodig. . . Elke jongen wilt zijn meisje beschermen bij het verkocht zijn. Ze willen het niet en zijn daarvoor tot alles in staat. De klanten worden ook ongeduldig, wat zullen ze doen?
          Loopt dit nog goed af voor de meisjes? Worden de jongens gearresteerd? Wat zal er gebeuren met de liefde tussen de verschillende personen?



          ––– Vrouwen
    Alydia – Lucia Menac Fins || 1.2, Verliefd op frank
    Disastrous – Abigale Laurelie Monterrey || 1.4, Verliefd op Devon
    Netzwerk – Brooke Sian Adams || 1.2, Verliefd op Zayden
    Nostalgic – Zelie Quinn Navisco || 1.3, Verliefd op Tyler
    Falahee – Adriana Sydney Rivello || 1.3, Verliefd op Rio
    Allirian – Skyler Jordan Mouthen || 1.8, Verliefd op Matthew
    StoryWriterx – Christal Raven Eatside || 1.9, Verliefd op Robin

          ––– Mannen
    Unburnt – Devon Grant Callahan || 1.5, Verliefd op Abigale
    Alphafox – Frank Brandon Winters || 1.7, Verliefd op Lucia
    Falahee – Tyler Jay Santiago || 1.3, Verliefd op Zelie
    OutlawQueen – Matthew Dylan Chase || 1.4, Verliefd op Skyler
    Nostalgic – Zayden Pierce Creed || 1.5, Verliefd op Brooke
    Anakin – Rio Maddox Oliveira || 1.5, Verliefd op Adriana
    Robind19 – Robin Tigrisblack || 1.6, Verliefd op Christal

          ––– Klanten
    Falahee – 1.3, Dimitri Romanov
    Dashner



          ––– Regels
    • Minimaal 250 woorden per post schrijven.
    • Andere personages besturen is verboden.
    • Plaats boven de post van je personage, altijd de naam van je personage.
    • 16 + is toegestaan, mits dit wordt aangegeven en dit gewenst is door beide personen.

    • Geef naamsveranderingen door.
    • Geef korte/lange afwezigheid door.
    • Reageer ten minste een keer per week.



          ––– Begin
    De mannen hebben de vrouwen al ontvoerd en onder gebracht in de grote villa welke ze met de gehele groep bewonen. De ontvoering heeft plaats gevonden door middel van drogering, waardoor de vrouwen langzaam en gedesoriënteerd wakker worden.


    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 13 nov 2014 - 16:31 ]

    [ bericht aangepast door een moderator op 21 okt 2014 - 10:29 ]

    DEVON GRANT CALLAHAN

    Genietend van het warme, brandende gevoel wat de wodka me brengt na een nieuwe slok – merk ik plotseling op dat de jongedame overeind komt met geopende kijkers, welke na een betere blik lichtblauw van kleur zijn in plaats van lichtgrijs. Knipperend start ik met het observeren van de jongedame, aangezien personen in het eerste aantal minuten al veel van zichzelf kunnen tonen wat op een later moment van pas kan komen.
          Voor een aantal seconden bedenk ik mezelf dat vastbinden een betere optie geweest zou zijn, totdat de jongedame zich tegen de muur schijnt te drukken en daar bewegingloos blijft staan. Alle jongedames welke ik hier heb gebracht hebben zich gedragen als bange vogels, op een na – welke na de handelingen van vechten niet lang heeft geleefd binnen de muren van deze villa. Ik zou niet weten hoe het op dit moment met haar is, de Russische man welke haar heeft gekocht – heeft gekozen voor een ‘gesloten koop’ waardoor er geen ruimte is voor communicatie na de verkoop, iets waar ik nooit of te nimmer moeite mee heb gehad.
          ‘Wat heb je gedaan?’ Mijn voorgaande gedachten over ‘bange vogels’ worden benadrukt wanneer ik het stem geluid van de jongedame te horen krijgt. Het is klein, schor en verward – maar op een bepaalde manier lieflijk en onschuldig. Haast alsof ze stiekem begon te hopen op het gegeven dat ze gisteren een ongeluk heeft gehad en ik een of andere prins op het witte paard ben. . . Dat zou ik geweest kunnen zijn, in een ander leven. Binnen dit leven was ik eerder een armoedzaaier op een ezel die alles zou verkopen om maar in leven te blijven.
          ‘Ik heb je gedrogeerd en hier gebracht, in de villa van mij en mijn vriendengroep. We verkopen jongedames aan rijke personen om zo in leven te blijven.’ Glimlachend neem ik een nieuwe slok van mijn wodka, wetend dat de andere jongens nooit of te nimmer voor zo’n aanpak zouden gaan. Ik wilde echter altijd de waarheid spreken – zelfs tegen mijn ‘vangsten’. Zowel ik zelf als zij hadden er niets aan als ik mooie woorden begon te vertellen over dat ‘alles goed zou gaan komen’, want dat zou een grove leugen zijn en dat haatte ik meer dan alles.
    ‘Hoogstwaarschijnlijk zal ik veel voor je krijgen – je bent mooi, ziet er intelligent uit en hebt een zekere onschuld over je hangen. . .’ Keurend knik ik enkele malen met mijn hoofd, waarna ik mijn glas wodka op de bijzettafel plaats en langzaam overeind kom uit de stoel. Alhoewel mijn lichaam al snel voor lang en slungelig aan wordt gezien, weet ik al mijn handelingen sierlijk uit te voeren.
          Met enkele stappen verplaats ik mijn lichaam naar dat van de jongedame, waarbij ik op een gepaste afstand blijf. Mijn kijkers staan onderzoekend en er is een lichte frons tussen mijn wenkbrauwen komen te liggen, ten teken dat ik aan het nadenken was. ‘Ja, je bent mooi.’ De korte constatering laat mijn hoofd opnieuw enkele malen knikken.
    ‘Wat is je naam? En je leeftijd?’



    Tyler Jay Santiago

    'Hoe is het op school?' vraag ik aan Samuel die tegenover me zit. Ik kijk op van mijn mobiel en kijk mijn 6 jaar jongere broertje aan. 'Wel goed.. Het team speelt vanavond tegen een of andere school uit Seattle. Kom jij ook?' vraagt hij aan me en ik kan een beetje hoop in zijn ogen zien. 'Ik zal zien wat ik kan doen...' zeg ik. Ik wist het namelijk echt niet, het verschilt vaak als er nieuwe meisjes binnen zijn. 'Kom op.. Je bent amper thuis. Nu ook, je bent er net 3 uur ofzo en je gaat straks weer weg. Wat doe je überhaupt?' zegt hij en ik kijk hem weer aan. 'Geld verdienen.' zeg ik met een kleine grijns. 'Hoe? Ik zou bijna zeggen dat je een dealer bent, of een huurmoordenaar ofzo.' lacht hij. Ik grinnik zacht. 'Dat soort mensen ken ik wel..' mompel ik, maar hij hoort het niet. 'Maak je geen zorgen.. Richt je op school en ik fix het geld.' zeg ik, zoals altijd. Hij zucht kort en knikt dan maar verslagen. Ik werp een blik op de klok en zie dat ik weg moet. 'Oké.. Ik moet gaan. Ik probeer er vanavond te zijn.' zeg ik en ik geef hem kort een high five voor ik snel uit mijn appartement verdwijn en met mijn zwarte Audi naar de villa rijd..
    Zo'n halfuur later kom ik aan en snel loop ik naar binnen. De anderen zie ik niet zo snel dus ik loop maar gelijk naar boven naar de kamer van het meisje dat ik gister heb meegenomen. Ze was mooi, dat moest ik toegeven. Iets anders dan andere meisjes die ik had meegenomen. Eenmaal boven haal ik de deur van het slot en loop naar binnen. Ik heb nooit veel gehad met vastbinden, alleen als het echt nodig was. Ik maakte meer gebruik van de sloten. Het boeit mij niet dat ze heel de kamer door lopen, ze kunnen er toch niet uit. Ik kijk naar het bed en zie dat ze er nog steeds ligt. Ik grijns even en kijk even naar haar. Mooier dan de vorige meisjes, dat zeker.
    Na een minuut of twee loop ik weer naar beneden. Ik laat de deur achter me open, ik merk het snel genoeg als ze eruit is. Ik loop naar de keuken aangezien ik weet dat ik ontbijt moet hebben. Laten verhongeren is ook geen goed idee, dan betalen de klanten minder. Snel maak ik een mok thee en een paar broodjes met hagelslag. Met het bord in mijn ene hand en de mok in de andere loop ik weer naar boven en het valt me kort op dat ik nog niemand heb gezien. Hoe druk hebben die anderen het wel niet, normaal zie ik er minstens een in de woonkamer.
    Als ik weer in de kamer sta zet ik de mok en het bord op het tafeltje naast het bed en neem plaats op de rand van het bed als ik haar zie bewegen. Een zachte kreun verlaat haar mond en ik grijns kort. Hoofdpijn... Vergeten. Als ze niet lang daarna omhoog komt kijk ik haar weer aan. “What the,” mompelt ze. Dan krijgt ze mij in beeld, een verschrikte en verbaasde uitdrukking komt op haar gezicht. Ze trekt haar knieën op en blaast haar blonde haar uit haar gezicht. Dan breekt er ineens een lach door op haar gezicht en ik haal kort mijn wenkbrauw een beetje op. Dat is ook nieuw. Meestal zie je ze gillen en schoppen en weet ik veel wat allemaal. Anders...
    'Wat is je naam?' vraag ik aan haar en ik sta op. Ik loop naar het tafeltje naast haar bed en open een van de lades. Ik vis er een pakje Advil uit en druk twee van de pillen eruit. De blauwe capsules leg ik voor haar. 'Ga je nodig hebben...' mompel ik en ik leg het weer terug. Ik loop naar een van de stoelen vlakbij het bed en neem plaats. Hierna kijk ik haar weer aan en tik wat met mijn voet..


    El Diablo.


    Abigale Laurelie Monterrey



          ‘Ik heb je gedrogeerd en hier gebracht, in de villa van mij en mijn vriendengroep. We verkopen jongedames aan rijke personen om zo in leven te blijven.’ Ik voel de kleur uit mijn gezicht trekken op het moment dat de woorden hun boodschap hebben gedaan. Versimpeld gezegd; hij heeft me ontvoerd.
          Ik ben te verbluft om een samenhangend antwoord voort te brengen, dus blijf ik akelig stil. Mijn blik redelijk verloren op de grond voor mijn voeten gericht.
          ‘Hoogstwaarschijnlijk zal ik veel voor je krijgen – je bent mooi, ziet er intelligent uit en hebt een zekere onschuld over je hangen. . .’ Hoe meer hij spreekt, hoe dieper de frons tussen mijn wenkbrauwen schijnt te worden. Uit het veld geslagen staar ik hem aan, alsof ik verwacht dat hij binnen enkele seconden in een lachsalvo zal gaan uitbreken en me opbiecht dat ik te veel heb gedronken, hij me mee naar huis heeft genomen en me straks persoonlijk terug naar mijn familie zal brengen – maar dat doet hij niet. Hij blijft bloedserieus, spelend met de glas drank in zijn handen. De sterke geur maakt me misselijk.
          Zelfs met mijn redelijke lengte, weet de jongeman boven me uit te torenen op het moment dat hij zijn comfortabele positie verlaat om dichterbij te komen. Hij is gracieus en overweldigend. Met enkele stappen is hij bij mij, en het kost me weerstand om niet verder opzij te stappen. Ik blijf echter staan, er van overtuigd dat ik zijn woorden niet accepteer.
          ‘Ja, je bent mooi.’ Ik kijk weg, verder in de war door de oprechtheid waarmee hij me weet te raken. In iedere, andere situatie had ik blozend opgekeken – maar nu doen de woorden me niets. Ik voel me verraden, door deze onbekende man, wat een zeer absurde gedachte moet zijn.
          ‘Wat is je naam? En je leeftijd?’ Ik heb genoeg films gezien om te weten waar dit toe zal leiden; een verbintenis, een connectie. En ik wil deze man – mijn ontvoerder – niet leren kennen. Ik wil hem kunnen haten en in stilte de huid vol schelden. Hij schijnt niet eens berouw te tonen, dat is haast sadistisch.
          ‘Abby.’ Daar zal hij genoegen mee moeten nemen. Ik zal heus niet aan mijn eigen verkoopcontract meewerken door hem mijn persoonlijke informatie te delen. Ik sla mijn armen ongemakkelijk over elkaar om de afstand tussen ons te bewaren. Hij ruikt zelfs intimiderend.
          ‘Je kunt me niet verkopen. Mijn ouders zullen me komen zoeken. Mijn vader is oud politieagent. Als je me nu laat gaan, beloof ik je dat ik ze niets zal vertellen.’ Ik ontwijk zijn ogen, maar probeer mezelf toch uit de situatie te praten.
          Het is allemaal zo onwerkelijk, dat het nog half voelt alsof ik droom. En ergens, is dat de enige hoop die ik nog koester.



    Feel the fire, but do not succumb to it.

    MONTESTAVE VERNON RAVENELLE

    Grijnzend merk ik op dat de jongedame in het vertrek alle opties aan het overwegen is welke zij uit kan voeren om te ontkomen aan het lot dat ik voor haar heb opgesteld. Vrijwel alle jongedames welke ik in dit vertrek heb gebracht, vertoonden deze tekenen om hun eigen leven te redden en alsnog weg te komen uit mijn handen. Alhoewel het zowel bewonderd was, vond ik het voornamelijk lachwekkend aangezien het een gedane moeite was waar ik nooit of te nimmer aandacht aan zou besteden en simpelweg bij mijn plan zou blijven.
          ‘Abby.’ Knikkend blijf ik zwijgzaam voor de jongedame staan, wachten op meer informatie of meer tegenstrubbelingen over het gegeven dat ze hier weg zou willen komen. Mijn geduld wordt al snel beloond wanneer ze opnieuw start met praten. ‘Je kunt me niet verkopen. Mijn ouders zullen me komen zoeken. Mijn vader is oud politieagent. Als je me nu laat gaan, beloof ik je dat ik ze niets zal vertellen.’ Gedurende het uitspreken van haar woorden, kijkt de jongedame me niet recht in de kijkers – waardoor ik weet dat dit een leugen is ofwel haar laatste hoop om hier maar weg te gaan komen. Daarnaast weet ik dat ik ontzettend intimiderend over kan komen, waardoor vele personen het moeilijk vinden om me recht in de kijkers aan te kijken – waardoor dit niets nieuws is voor me.
          ‘Je vader? Je bedoelt Gerald? Ik denk niet dat die oude man wat voor je kan betekenen als hij in een rolstoel zit. Je weet dat hij vrijwel niets kan, zelfs niet op eigen houtje naar buiten. . . Waarom zou hij jou dan wel kunnen vinden? Geloof me, Abby. . . Ik heb jongedames hier gehad met vaders in de FBI, schatje. Zelfs die hebben hun dierbare dochters niet kunnen vinden. Ik doe mijn research goed. Dus. . . Ga je me zelf vertellen hoe oud je bent of moet ik mijn dossier er bij pakken en je geheimen aan je voor gaan leggen zoals ik ze heb gezien?’
          Mijn kijkers worden donkerder bij het uitspreken van mijn woorden, om aan te geven dat ik het meen. Voordat ik een jongedame ging ontvoeren, zorgde ik er altijd voor dat ik research liet doen door een mannetje welke ik hier altijd voor gebruikte. Zo had ik voldoende achter de hand om de jongedames te krijgen waar ik ze wilde hebben – namelijk als was in mijn handen.



    Abigale Laurelie Monterrey



          ‘Je vader? Je bedoelt Gerald? Ik denk niet dat die oude man wat voor je kan betekenen als hij in een rolstoel zit. Je weet dat hij vrijwel niets kan, zelfs niet op eigen houtje naar buiten. . . Waarom zou hij jou dan wel kunnen vinden? Geloof me, Abby. . . Ik heb jongedames hier gehad met vaders in de FBI, schatje. Zelfs die hebben hun dierbare dochters niet kunnen vinden. Ik doe mijn research goed. Dus. . . Ga je me zelf vertellen hoe oud je bent of moet ik mijn dossier er bij pakken en je geheimen aan je voor gaan leggen zoals ik ze heb gezien?’ Hij heeft me op het moment dat hij mijn vadersnaam uitspreekt. Meedogenloos. Er is ongeloof in mijn ogen te vinden als ik opkijk, er van overtuigd dat ik hem niet goed heb verstaan, maar de blik in zijn kijkers is onvermurwbaar. De kleine korreltjes hoop verkruimelen in zijn uitgedachte plan. Mijn vader – de meest goede man die ik ken, de persoon die mij heeft grootgebracht en er voor zorgde dat ik zelfverdedigingslessen nam naast mijn schilderlessen; hij zal zijn oudste kind – zijn oudste dochter – verliezen aan een meestercrimineel en hij zal zichzelf er zijn gehele leven voor straffen, voor altijd woedend op de handicap die zijn leven onder de duim houdt.
          ‘Achttien.’ Ik ben totaal verbluft, niet eens in staat om een arrogant toontje aan te slaan. In feiten gooi ik het antwoord enkel uit automatisme op tafel. Zwijgend laat ik mezelf wederom op het bed zakken, mijn ogen op de grond voor mijn voeten gericht.
          Ik ben niet het eerste slachtoffer dat in zijn handen is gevallen, zoveel is duidelijk. Waarschijnlijk ook niet de laatste. Ik vraag me af of hij dollartekens ziet, iedere keer als zijn blik de mijne kruist, in plaats van de persoon die ik in werkelijkheid ben.
          ‘Op een dag zal jij een dochter hebben, en ik zal me afvragen hoe jij haar in de ogen kunt kijken – wetende dat jij op dit moment in jouw leven meisjes als zij verhandeld als vlees op de markt. En ik hoop dat zij in handen valt van een man die hetzelfde met haar zal doen, en jij dan zult begrijpen hoeveel leed je hebt veroorzaakt toen je een meisje als zij stal.’ Het is een crue veronderstelling, maar het is daadwerkelijk het enige dat ik hem te zeggen heb. Ik durf niet eens te denken over de pijn die mijn ouders moeten voelen – noch de machteloosheid die kleine Ally en Aiden zullen meemaken. Ik weet niet wat ik zou doen als ik één van hen zou moeten missen, maar wat hoor ik te voelen nu ik degene ben die mist? Zullen ze denken dat ik dood ben, of erger?
          Ik laat mijn gezicht in mijn handen vallen, maar hoezeer ik het ook wil – de tranen komen niet. Ik voel me onwerkelijk, alsof niets van dit alles waar is. Het lijkt maar niet door te willen dringen, en ik vrees voor het moment dat – dat wel zal gebeuren. Hoeveel tijd heb ik nog in bijzijn van mijn ontvoerder, voor ik in de definitieve vergetelheid val? Ik heb altijd meegeleefd met de nabestaanden van deze schrijnende verhalen in de krant, maar dat gevoel lijkt in geen geval op de emoties nu door mijn lichaam razen.
          ‘Ik zal proberen te ontsnappen en ik zal falen. Maar die wetenschap zal me er niet van weerhouden het toch te proberen.’ Ik bijt op de binnenkant van mijn wang. Het is een vastgestelde voorspelling, omdat ik mezelf ken. Door het te delen, zal ik bevestigen wat hij ongetwijfeld al vermoedde, maar die zekerheid zegt meer over mij dan dat het over hem zal doen.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    robin Tigrisblack
    Ik kijk naar buiten naar het terrein voor de villa. Zoon mooi huis. In handen.van zulke slechte mensen. Bij die gedachte moest ik lachen. Ik heb er zef voor gekozen. Ik loop naar de douche en doe mijn kleren uit. Ik stap de cabine in en zet de kraan aan. Langzaam voel ik de eerste druppels langs me lopen. Dan zet ik hem helemaal aan en geniet ik van de heerlijke stralen.water. Na het douche zet ik de kraan af en droog ik me af. Ik doe mijn kleren aan.
    En Ik loop naar mijn inloop kast. Ik hield nooit mijn meiden in mijn kamer. Ik had een deel van mijn inloop kast omgebouwd, er zat een geheime deur achter mijn schoenen en daar zaten mijn meiden. Het ging vrij makkelijk omdat ik toch niet veel kleding hoef. Ik stap de geheime deur in en knik het licht aan. Daarna keek ik even rond. Totaal niet naar het meisje. Ik stapte weer uit de kamer en.liep naar beneden. Daar pakte ik een dienblad en zette daarop een glas water met wat te eten. Toen liep ik weer naar boven en.zette het op de tafel in de kamer. "lekker geslapen?" zeg ik hard op met een grijns. Zonder te kijken of ze al wakker is. Ik draai me om en loop naar.de stoel in de hoek. Daar ga ik zitten.en kijk naar het bed. Waar ik het meisje had vastgebonden met kettingen. Maar wel zo dat ze kon zitten maar. Iet naar de deur kon lopen.ik glimlachte toen ik haar zag.

    DEVON GRANT CALLAHAN


    Geheel geconcentreerd richt ik mijn kijkers op het gezicht van de jongedame, slecht om de reactie waar te nemen welke ze laat zien op mijn woorden over het gegevene dat ik ongeveer alles uit het leven wat ze eerst leefde, ken. Wanneer ze langzaam op het bed gaat zitten, weet ik dat ik de jongedame geheel in mijn macht heb verworven. Glimlachend bedenk ik mezelf opnieuw hoe gemakkelijk het altijd is om iemand compleet te manipuleren en voor jezelf te winnen. Voor mij was dit niet meer dan een groot spel, aangezien ik gemakkelijk ergens anders zou kunnen ‘werken’. Mijn interesses zijn er echter nooit naar uit gegaan. Ik hield van de rush welke de ontvoeringen met zich mee brachten en de zaken welke naderhand werden gedaan.
          ‘Achttien.’
          Mijn hand glijdt voor een minimaal moment door mijn speelse haren, denkend over het gegeven dat ze inderdaad ontzettend jong is. Natuurlijk heb ik dit al gelezen in het dossier van de jongedame, maar door middel van de uiterlijke kenmerken zou ik minstens op eenentwintig geschoten hebben. Wellicht zou dit meer geld opleveren wanneer ik de jongedame voor zou stellen aan enkele klanten. Mijn gedachten gleden kort over een rij van namen uit het klantenbestand en selecteerden geheel automatisch enkele personen welke interesse in haar zouden kunnen hebben.
          ‘Op een dag zal jij een dochter hebben en ik zal me afvragen hoe jij haar in de ogen kunt kijken – wetende dat jij op dit moment in jouw leven meisjes als zij verhandeld als vlees op de markt. En ik hoop dat zij in handen valt van een man die hetzelfde met haar zal doen en jij dan zult begrijpen hoeveel leed je hebt veroorzaakt toen je een meisje als zij stal. Ik zal proberen te ontsnappen en ik zal falen. Maar die wetenschap zal me er niet van weerhouden het toch te proberen.’
          Met een geamuseerde zucht laat ik me op het bed glijden – naast de jongedame – en vouw mijn ene hand rondom de dunne en fragiele pols. Alhoewel mijn vingers zich als een bankschroef rondom de tere huid sluiten, blijven al mijn handelingen gracieus en met een bepaalde zachtheid. Ik mocht dan lugubere zaken leiden, nooit of te nimmer zou ik iemand fysiek pijn willen doen. Daarnaast verkochten jongedames slechter wanneer ze blauwe plekken of andere zichtbare wonden hadden en dat wilde ik helemaal niet gaan riskeren op dit moment.
          ‘Ten eerste, ik ga nooit of te nimmer een dochter – of een kind in het algemeen – krijgen. De liefde kan je alleen maar kapot maken, dus daar houd ik me alleen maar buiten – ik red het prima alleen. Ten tweede, je familie denkt op dit moment dat je ‘tijd voor jezelf aan het nemen bent’ omdat je de druk van de afgelopen tijd niet aan kan. Ze zullen pas over enige tijd denken dat je echt weg bent. De aankomende weken zal je familie iedere week een brief van ‘jou’ ontvangen. Ten slotte, als je gaat proberen te ontsnappen – ga dan niet door het wasluik of door de keukens, daar ben je te groot voor. Ik ben niet van plan om opnieuw wonden te gaan hechten of zelfs maar naar het ziekenhuis te rijden om te horen dat een van mijn meisjes iets moet laten amputeren.’
          Voor een minimaal moment trek ik wit weg in mijn gezicht en laat mijn stem enige tekens van emoties vertonen. Marcia was een goede vangst geweest – vol vuur en ontzettend koppig. Maar door het gegeven dat ze klem kwam te zitten in het wasluik bij een tevergeefse ontsnapping, heeft ze haar rechterhand verloren. Helaas wilde daarna niemand de jongedame kopen, waardoor ik was gedwongen haar simpelweg ‘weg’ te geven. God mocht weten wat er op dit moment van haar was geworden, aangezien er daarna nooit meer contact is geweest.
    ‘Probeer er in ieder geval voor te zorgen dat je niets overkomt, oké?’ Mijn stem is zacht en mompelend, terwijl mijn kijkers naar de muur glijden – denkend aan de rode lokken van Marcia, vermengd met de rode kleur van haar bloed


    Rio "Janeiro" Maddox Oliveira - Outfit



    Zijn vingers tikten ritmisch op het houten vlak terwijl hij ongeduldig met zijn rechtervoet hetzelfde ritme volgde. Hij gokte dat hij daar al uren had gezeten – zittend op de lederen zetel terwijl hij bedachtzaam naar de muren keek die een lichte hemelsblauwe kleur bezaten. Zijn geduld werd nu wel erg op de proef gesteld en dat wist hij maar al te goed. Het was dan ook geen wonder geweest toen de Braziliaanse jongeman enkele keren de poging onderging om het lichtgetinte meisje wakker te krijgen. Echter stootte hij iedere keer weer op hetzelfde resultaat; ze was met geen stokken uit het bed te krijgen waardoor hij bijna op het punt had gestaan om haar met een aangename koude douchte te verwelkomen. Dat idee had hij echter al snel laten varen toen hij besefte dat het meisje waarvan hij de naam steeds weer vergat nog genoeg gelegenheden zou hebben om hem te verachten. Hij had het nochtans wel grappig gevonden maar of zij dat even hilarisch had gevonden – dat betwijfelde hij.
    Voor de duizendste keer deze ochtend zochten zijn ongeduldige ogen dan ook het tengere lijfje in het bed op. Haar schoonheid bleef hem keer op keer opnieuw verbazen waardoor zijn mondhoeken langzaam in een glimlach omhoog leken te krullen. Ze was anders dan de anderen – een gegeven dat hij moeilijk kon verklaren maar iets dat hem zeker en vast wel kon bekoren. Hij zou zeggen dat het lag aan haar mooie gezichtje maar ook hij wist dat hij deze keer wel wat meer aan de haak had geslagen dan enkel maar een pretty face.
    Het was daardoor ook dat Rio blij was met zijn gevangene of beter gezegd; hij was zelfs trots op zijn Braziliaanse schoonheid. Daar zouden zijn medekompanen nog wel eens van kunnen leren. Af en toe had hij dan ook grote vraagtekens bij hun smaak in schoonheid gehad. Wat zij soms eens hadden binnen gebracht.. het verbaasde hem steeds weer opnieuw dat ze überhaupt verkocht geraakten. Zo'n lelijke dozen.. oh well, ieder zijn ding, right?
    Eventjes liet hij het dan ook toe dat zijn gedachten naar de vorige avond schoten – de avond waar hij zijn tesouro had gevonden. Op een feest waarbij de alcohol rijkelijk werd geconsumeerd en waarvan zijn oren nog steeds lichte suizingen van de knallende muziek vertoonde had hij haar dan ook zien staan. Hij had haar geen enkel moment uit het oog verloren en zorgde ervoor dat hij perfect wist hoe ze was vooraleer hij toesloeg.
    Al pratend en dansend met haar vriendinnen had hij zich daarna in het gesprek gemengd. Rio was nooit een verlegen iemand geweest waardoor hij binnen de kortste keren met een zelfverzekerde houding op het groepje was afgelopen. Het gegiechel van haar vriendinnen negerend stelde hij zich dan ook zonder enige vorm van schroom voor terwijl hij af en toe openlijk met de jonge dame flirtte. Naarmate de avond echter vorderde waren de twee aan de praat geslagen en voor ze het goed en wel beseften begon de alcohol rijkelijk tussen hen in te vloeien. Het ene shotje na het andere liet een warme gloed in hun keel achter terwijl de jongeman rustig zijn beurt afwachtte tot het perfecte moment dat hij kon toeslaan.
    En ja.. simpelweg gezegd waren ze nu hier beland. Of hij enige vorm van schuld voelde? Nee, dat niet. Het was voor de jongeman een gewoonte geworden, een slechte gewoonte weliswaar maar niet iets dat hij in 1,2,3 zou kunnen afleren. Hij berustte in zijn slechte gedrag. Een oude vos kon je nooit zijn streken afleren, toch?
    “Nu wordt het toch echt wel eens tijd dat je wakker wordt.” Zijn hese stem klonk mompelend door de ruimte toen hij zichzelf weerhield van nog verder in zijn gedachten te verzinken. Zijn spieren deden pijn van het lange zitten waardoor hij eventjes uitgebreid de tijd nam om zich uit te rekken om vervolgens met grote stappen naar het bed toe te lopen.
    “Acorda e brilha, meu Princesa.*" Hij tikte enkele keren op haar kaak – wachtend op enige response.


    *Rise and shine, my princess.

    [ bericht aangepast op 23 okt 2014 - 23:23 ]


    Rise and rise again until lambs become lions


    Abigale Laurelie Monterrey



          Het bed diept in op de plek waar hij plaatsneemt, waardoor ik voor een moment zij aan zij met de man zit. Alsof dat al niet genoeg is, voel ik niet veel later zijn vingers rond mijn pols glijden – ervan verzekerd dat er geen enkele manier is waarop ik aan zijn greep zou kunnen ontsnappen.
          ‘Ten eerste, ik ga nooit of te nimmer een dochter – of een kind in het algemeen – krijgen. De liefde kan je alleen maar kapot maken, dus daar houd ik me alleen maar buiten – ik red het prima alleen. Ten tweede, je familie denkt op dit moment dat je ‘tijd voor jezelf aan het nemen bent’ omdat je de druk van de afgelopen tijd niet aan kan. Ze zullen pas over enige tijd denken dat je echt weg bent. De aankomende weken zal je familie iedere week een brief van ‘jou’ ontvangen. Ten slotte, als je gaat proberen te ontsnappen – ga dan niet door het wasluik of door de keukens, daar ben je te groot voor. Ik ben niet van plan om opnieuw wonden te gaan hechten of zelfs maar naar het ziekenhuis te rijden om te horen dat een van mijn meisjes iets moet laten amputeren.’       Onsmakelijk gal vecht zich een weg naar boven op het moment dat zijn woorden een beeld in mijn gedachten scheppen. Het klinkt niet als een slechts retorische situatie – maar ik weiger aan te nemen dat dit daadwerkelijk is gebeurt. De bruutheid trekt weerzien met zich mee. Ik kan me gewoonweg niet voorstellen dat er iemand zou zijn die dit vrijwillig zou doen; onschuldige, jonge meisjes verhandelen als vlees aan de slager.
          ‘Probeer er in ieder geval voor te zorgen dat je niets overkomt, oké.’ Voor een moment klinkt zijn stem vloeibaar, haast menselijk. Ik gebruik zijn afwezige houding door mijn hand vluchtig uit zijn vingers te bevrijden en vervolgens enkele centimeters naar de zijkant te schuiven. Ik heb lichamelijk contact nooit prettig gevonden, onnodige knuffels of schouderklopjes. Niemand buiten mijn hechte familie– en vriendenkring laat ik normaliter zo dicht bij komen. Een vreemdeling die mij nota bene ontvoerd heeft door me te drogeren zal dat privilege al helemaal niet krijgen.
          ‘Mijn ouders zullen nooit in die zogenaamde brieven trappen. Ze weten dat ik mijn broertje en zusje nooit in de steek zou laten, noch zou ik abrupt verdwijnen na een feestje. Wat het ook is dat je probeert; ik weet dat ze me zullen vinden.’ Ik snuif, mezelf plotseling bewust van mijn moedeloze houding. Zolang ik het niet opgeef, zijn er kansen.

    [ bericht aangepast op 28 okt 2014 - 20:49 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    DEVON GRANT CALLAHAN

    Wanneer ik merk dat de jongedame direct gelegenheid maakt van mijn moment van “zwakte” vervloek ik mezelf in mijn gedachten kort en klein. Normaliter hield ik me altijd gedeisd wanneer ik een nieuwe jongedame tot me had genomen, maar dat scheen op dit moment totaal niet meer het geval te zijn.
          ‘Mijn ouders zullen nooit in die zogenaamde brieven trappen. Ze weten dat ik mijn zusje en broertje nooit in de steek zou laten, noch zou ik abrupt verdwijnen na een feestje. Wat het ook is dat je probeert; ik weet dat ze me zullen vinden.’
          Zuchtend haal ik een hand over mijn gezicht, hopend dat de jongedame zo meteen zou ophouden met zeuren en gewoon aan zou nemen dat ze hier nooit of te nimmer weg zou komen – behalve als ze werd gekocht door een van mijn klanten. Waarom vonden de jongedames het altijd zo mogelijk om het lot te aanvaarden wat ik voor ze heb uitgesteld?
          ‘Misschien weet je het niet – maar je ouders zijn er bang voor dat je er op een dag onderdoor zou gaan om voor je zusje en broertje te zorgen. Hierdoor zullen ze begrijpen waarom je een pauze hebt genomen en al helemaal wanneer je vriendin ze zal vertellen dat je nooit of te nimmer mee bent geweest naar het feest.’ Glimlachend denk ik terug aan het gegeven dat de vriendin van de jongedame werd versierd door een vriend van me, welke vervolgens drugs heeft gebruikt om het geheugen van de jongedame compleet te wissen en opnieuw in te vullen.
    ‘Daarnaast zijn we in een andere staat, lieverd. Je bent ver weg van huis. Je ouders kunnen deze plaats niet vinden.’ Het was een leugen over het gegeven dat we in een andere staat zijn, maar ik ben al vanaf mijn geboorte een ster geweest in liegen. Daarnaast was het bijna waar, aangezien we wel een eind weg zijn van het thuis van de jongedame en vlakbij de staatgrenzen in het bos stonden.
          ‘Wil je wat eten of drinken?’ Mijn stem maakt opnieuw een ommekeer naar lief en bezorgd. Ik kon alleen streng zijn wanneer woorden uit mijn mond kwamen over de ontvoering, op andere momenten was ze simpelweg een gast waar ik voor diende te zorgen.
    ‘Ik maak geweldige lasagne,’ brom ik dan zacht en haast onzeker over mijn kunnen.



    Abigale Laurelie Monterrey



          ‘Misschien weet je het niet – maar je ouders zijn er bang voor dat je er op een dag onderdoor zou gaan om voor je zusje en broertje te zorgen. Hierdoor zullen ze begrijpen waarom je een pauze hebt genomen en al helemaal wanneer je vriendin ze zal vertellen dat je nooit of te nimmer mee bent geweest naar het feest.’ Woede neemt voor een kort moment de overhand, en zorgt ervoor dat ik gepikeerd op mijn benen schiet. Met mijn ogen nadrukkelijk op zijn gezicht gericht, en mijn handen standvastig over elkaar geslagen geef ik mezelf enkele seconden om hem te bestuderen voor ik mijn overwogen antwoord naar buiten gooi.
          ‘Je kent mijn ouders niet, al claim je alles te weten. Je kunt me niet manipuleren en ik zal je ook helemaal geen macht over mijn denkbeeld geven. Probeer zoveel als je wil; maar mij krijg je niet klein.’ Ik adem diep in om het bij deze, minimale uitbarsting te houden. Ik ben gewoonlijk helemaal niet gemakkelijk boos te krijgen; maar wie over mijn familie begint, kan het heel snel aan de stok krijgen met mijn vurige kant.
          ‘Daarnaast zijn we in een andere staat, lieverd. Je bent ver weg van huis. Je ouders kunnen deze plaats niet vinden.’ Ik trek een kort rondje door de kamer, nadenkend over het tijdsverdrijf dat ik heb gedaan door te slapen. Een andere staat. . . Hoeveel uren zouden daarvoor verstreken moeten zijn? Er verschijnt een diepe frons tussen mijn wenkbrauwen als ik het antwoord niet direct kan vinden. Ik besluit dat ik hier later grondig over na zal denken, maar eerst geef ik me over aan het onrustige rommelen van mijn maag.
          ‘Wil je wat eten of drinken?’ Ik draai me enigszins verward om in zijn richting. De omschakeling van zorgzaam naar bruut en terug bezorgen me langzamerhand een whiplash. Lichtelijk van mijn stuk gebracht schud ik mijn hoofd uiteindelijk met tegenzin wat op en neer. ‘Ik maak geweldige lasagne.’ Ik haal mijn schouders op, mezelf bedenkend dat ik me niet zal laten inpakken door een goed maal. Maar voedsel is brandstof voor het brein, en als ik hier weg wil komen, zal ik honderd procent van mijn hersenen nodig hebben.
          Ik raap restjes moed bij elkaar voor ik mijn keel uiteindelijk ongemakkelijk schraap, ‘Zou ik gebruik mogen maken van een douche?’ Ik ben er vrijwel zeker van overtuigd dat ik word achtervolgd door een alcoholwalm, en op een bepaalde manier wil ik de hele herinnering aan het feest uit mijn geheugen wissen. Te beginnen met een schone start.


    Feel the fire, but do not succumb to it.


    “Johnny 'Fox' Steele.”
    Angstig werd er naar het mes gekeken dat Johnny de Fox vasthield en dreigend voor de jongen hield. “Dus jij wilde onderhandelen, jongen?” Zijn stem klonk gevaarlijk. De jongen slikte bangelijk, waardoor de adamsappel in zijn keel bewoog – zweetdruppels rolden langs de zijkant van zijn hoofd naar beneden.
          Sinds kort is de jongen drugs gaan gebruiken en nu probeerde hij zelfs te onderhandelen met hém over de prijs. De grote Johnny – de Fox. Dat tolereerde hij niet en zeker niet van zo'n snotneus.
    In het zwakke licht van de spaarlamp, was er deels het gezicht van Johnny te zien. Het was voornamelijk donker in de lege loods waar ze in stonden.
          'J-j-ja?' Stotterde de jongen met een onzekere stem, zijn ogen nog steeds angstig naar het mes dat hij voor hem hield. Er klonk een harde lach uit de mond van hem, hij draaide zich even om (de man die achter hem stond begon opeens te lachen; alsof het hem werd opgedragen) en draaide zich toen snel weer om – om hem hard in zijn maag te slaan. Hij kromp in elkaar en spuugde bloed en speeksel uit zijn bakkes. De jongen werd vastgehouden door twee andere gozers die Johnny had meegenomen.
          “Hoorde ik dat nou goed? Zeg 't nog 's, jongen.” Hij kwam wat dichterbij om het antwoord 'wat beter te horen'.
    'N-nee.'
          “Goed.” Hij nam nonchalant plaats op de stoel die er stond. “Je weet duidelijk de regels niet die ik heb opgezet, dus dan is 't alleen maar logisch als ik je ze even bijbrengt – niet?” Hij glimlachte sardonisch. De jongen wist niet wat hem zou overkomen. Kort wreef hij even in zijn hand met de nog spottende, sardonische glimlach op zijn gezicht.
          “Eerst pak ik vanzelfsprekend al je geld af. Laat ik duidelijk zijn, en ik zeg dit maar één keer, ik wil nooit, maar dan ook echt nóóit,” de spottende blik verdween en hij keek hem aan met een serieuze blik – wat bijna geneigd was gevaarlijk te worden, voor hij verder ging. “.. tegengesproken worden.” Alsof de jongen het al direct snapte begon hij als een gek met zijn hoofd te knikken.
          Het is bijna zielig.
          Hij wenkte kort met zijn wijsvinger naar de man achter hem. Direct kwam hij in actie en sloeg enkele keren in de maag van de jongen, waarna de jongen een kopstoot ving. De man ging weer achter hem staan. Bloed kwam er uit de neus van de jongen druppelen en enkele keren hoestte hij bloed op. Zijn neus was gebroken en er kwam bloed uit druppelen. De twee mannen die hem vasthielden lieten hem nu los, maar vlak voor de jongen bewusteloos raakte – liet Johnny een valse lach horen en trapte hem een laatste keer in zijn maag. Hij zakte door zijn knieën om hem bij zijn oor te fluisteren.
          “De volgende keer wordt het je dood als je het weer probeert.”
    Met dat hij wegliep, gooide de forse jongen die achter hem stond de drugs naast hem neer en pakte het geld van de jongen – dat hij aan Johnny gaf, zodra ze de loods uit waren.

    “We ontmoeten elkaar vanavond. Eerst heb ik zin in totaal iets anders gevaarlijks,” hij glimlachte gevaarlijk – bijna pervers. Hij wist al precies wat het was en hij wist één iemand die hier de perfecte persoon voor was om ervoor te zorgen. Robin.
          De forse man knikte kort en liep weg een totaal andere richting uit.
          Robin en hij kenden elkaar al enkele jaren via via, maar hij had tot nu toe niet geklaagd over de regelingen met hem.
          Met dat hij de auto gemakkelijk parkeerde voor de villa, pakte hij al de deurhandel vast om de deur te openen en vervolgens naar het pad voor de villa te lopen. Enkele meiden liepen langs en hij keek ze na tot ze het hoekje om waren.
          Hij liet de deurbel los – alsof het nog niet genoeg was, bonsde hij ook een paar keer op de deur en steunde met een hand tegen de muur tot er open werdt gedaan.

    [ bericht aangepast op 1 nov 2014 - 21:03 ]


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    DEVON GRANT CALLAHAN


    Nadat ik de jongedame voedsel aan heb geboden, merk ik aan het gedrags dat ze geen flauw idee heeft hoe ze op dit aanbod zou moeten reageren. Doordat ik weet dat ze al voor lange tijd geen voedsel of drinken binnen heeft gekregen, weet ik eveneens dat het lichaam van de jongedame op dit moment zal smeken om wat inhoud. Uiteindelijk bleef de gehele routine bij alle jongedames welke ik hierheen bracht hetzelfde, waardoor ik met mijn kijkers dicht zou kunnen vertellen wat er allemaal gedaan en gevraagd zou gaan worden.
          ‘Zou ik gebruik mogen maken van een douche?’
          Glimlachend knik ik enkele malen met mijn hoofd heen en weer, waarna ik mijn lichaam voor een gedeelte draai naar het andere gedeelte van de kamer. ‘Je hebt een eigen badkamer tot beschikking, evenals een grote kledingkast. Natuurlijk zijn er ook andere gedeelten in het huis waar je wellicht zou willen verblijven, maar daarvoor heb je mijn toestemming benodigd – dat komt later.’
          Voor het geven van wat ‘alleen – tijd’ aan de jongedame sta ik op van het bed en trek mijn blouse met een simpele beweging recht. Heel even blijf ik wat onzeker en onwennig staan aangezien ik geen idee heb wat ik op dit moment moet doen of vertellen.
          ‘Ik zal wat eten en drinken voor je halen terwijl je – je op gaat frissen. Ik ben over een kwartier terug, dus dan. . . Moet je weer aangekleed zijn en zo.’ Heel even slik ik, terwijl een rode blos zich over mijn kaken weet te verspreiden – welke direct weer weet te verdwijnen. ‘Dus, tot zo.’
          Met grote passen been ik de kamer uit, welke ik achter mijn rug op het slot draai. Mijn voorhoofd belandt kort op het koele materiaal van de deur om mijn gedachten op een lijn te krijgen, waarna ik besluit naar de keuken te gaan om daar een maaltijd voor de jongedame klaar te gaan maken. Ik weet dat ik lasagne in de koelkast heb staan van gisteren, waardoor dat het hoogstwaarschijnlijk zou gaan worden. Ze scheen me meer een sappen persoon dan een frisdrank persoon, dus ik zou het gaan combineren met een smoothie met het fruit dat ik uit de tuin zou halen.

    Exact een kwartier na het maken van de maaltijd sta ik opnieuw aan de deur, mijn handen vol met lasagne en een immens groot glas smoothie waar een vrolijke paraplu uit steekt en een schijfje ananas op de rand heeft zitten.
          Voor een kort moment laat ik het dienblad op mijn ene hand balanceren op de deur van het slot te draaien, waarna ik op de deur klop en het dienblad weer in mijn beide handen neem. Ik mocht de jongedame dan wel ontvoerd hebben – mijn moeder had me nog steeds manieren aangeleerd.



    Abigale Laurelie Monterrey



          ‘Je hebt een eigen badkamer tot beschikking, evenals een grote kledingkast. Natuurlijk zijn er ook andere gedeelten in het huis waar je wellicht zou willen verblijven, maar daarvoor heb je mijn toestemming benodigd – dat komt later.’ Later. Iets in het woord brengt me opluchting; ik zal dus nog niet direct in de handel verdwijnen. Daar kan ik steun uit putten.
          Ik ben bijna bij de badkamer deur als de stem van de jongeman me opnieuw tot stoppen dwingt, uit beleefdheid draai ik me in zijn richting om hem aan te kunnen kijken terwijl hij tegen me praat.
          ‘Ik zal wat eten en drinken voor je halen terwijl je – je op gaat frissen. Ik ben over een kwartier terug, dus dan. . . Moet je weer aangekleed zijn en zo. Dus, tot zo.’ Ik frons bij het opmerken van de rode kleur die op zijn wangen verschijnt, maar houd wijselijk mijn mond over het aparte fenomeen. Ik ben redelijk gelukkig met de vrije minuten, en besluit deze dan ook ten volle te benutten.
          Allereerst sluit ik de badkamerdeur zorgvuldig achter me, er van verzekerd dat hij goed dicht zit, vooraleer ik een mogelijke, tweede uitgang opzoek. Mijn teleurstelling is groot als ik het vierkanten raampje boven het toilet in mijn vizier krijg. Veel te klein om mee dan een arm doorheen te persen.
          Met gesloten ogen ontdoe ik mezelf van mijn kleding en stap ik onder de kletterende stralen van de douche. Het lauwe water heeft een troostende werking, maar helpt helaas niet mee aan mijn drang om hier weg te komen. Deze man, wie hij ook is, is zich heel bewust van wat hij doet en heeft er een zeker talent voor. In iedere, andere situatie zou ik hem ervoor benijden – maar nu voel ik niet veel meer dan afgunst.
          Het zachte klopje dat aankondigt dat er iemand voor de deur staat – brengt me al snel terug naar het hier en nu. Zijn mijn vijftien minuten nu al voorbij? Ongemak kruipt zich een weg naar boven als ik de kranen vluchtig dicht draai en in alle haast een badjas rond mijn naakte lichaam knoop. Ik glijd uit op de gladde vloer, maar weet mezelf net op tijd vast te pakken waardoor ik enkel mijn hoofd stoot. Er komt een hoge 'au' uit mijn keel terwijl ik met inmiddels rood aangelopen wangen over mijn achterhoofd wrijf, ontzet door de kamer benend om al druipend van het water de deur te openen.
          ‘De tegels zijn. . . glad.’ Mompel ik binnensmonds terwijl ik mijn armen over elkaar sla, beseffend dat ik op een verzopen kat lijk met de zachte badjas die de naaktheid toch enigszins beperkt. Ik weet zeker dat ik een lichte bult kan verwachten, maar dat doet me verrassend weinig.
          Nieuwsgierig dwalen mijn ogen af naar het dienblad in zijn handen. Zowel wantrouwig als hongerig.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    DEVON GRANT CALLAHAN


    Doordat ik de zachte geluiden van de douche kan horen vanaf de gang, weet ik dat geduld moet hebben rondom het gegeven dat de deur geopend zal gaan worden. Hoogstwaarschijnlijk is de jongedame de tijd vergeten en heeft ze de tijd benodigd om zichzelf af te drogen en gereed te maken om te verschijnen in mijn zicht. Doordat ik geen intentie had om de jongedame een onaangenaam gevoel te hebben op seksueel gebied, bleef ik rustig af wachten tot het moment dat de deur geopend zou worden en. . .
          ‘Au!’
          Alhoewel het slechts een zacht woord was hier op de gang, schoot mijn lichaam direct in een staat van paraatheid. Verschillende keuzes schoten door mijn gedachten: wachten, de kamer in stormen, hulp halen bij de anderen? Voordat ik een keuze kon maken, hoor ik echter gestommel aan de deur en houd ik mijn adem in terwijl de jongedame de deur langzaam opent terwijl ze over het achterhoofd wrijft en een rode blos op de wangen heeft liggen.
          ‘De tegels zijn. . . glad.’
          Mijn wenkbrauwen zakken direct omlaag in een lichte frons en binnen enkele stappen sta ik binnen in de kamer – waar ik het dienblad met het eten en drinken op een bijzettafel plaats. Met mijn voet schop ik de deur achter me dicht, welke direct in het slot valt.
          ‘Ik zei je op jezelf te passen,’ brom ik zacht – terwijl ik richting de badkamer loop en daar een van de handdoeken van het rek neem. Wanneer ik terug loop de kamer in, plaats ik mijn handen ferm op de schouders van de jongedame en dirigeer haar op deze wijze naar een van de stoelen om haar daar op te plaatsen.
    Voorzichtig laat ik mijn handen over haar hoofd glijden, waardoor ze nat worden door de druipende blonde lokken. Al snel heb ik de plek gevonden waar ze zich heeft gestoten, waardoor ik de huid rondom dat gebied zacht begin te masseren – een techniek die ik lang geleden van mijn moeder heb geleerd om te voorkomen dat je hoofdpijn krijgt na een lelijke val op je hoofd.
          ‘En normale personen drogen zich af als ze uit de douche komen.’ Vervolgens neem ik de handdoek vast en begin rustig de lokken van de jongedame droog te deppen – alsof het iets is wat ik iedere dag doe. Wanneer ik aan kom bij haar nek, druk ik de handdoek snel in haar handen. Ik wilde haar niet het verkeerde gevoel geven.
    ‘Trek wat aan, dan kun je eten,’ brom ik snel en zacht.