• Kidnapteam
    © Alydia
    Rollentopic || Praattopic

    De al jaren gezochte bende 'The Kidnap Team ' zijn weer op zoek naar nieuwe slachtoffers. De bende is al jaren bezig met hun duivelse plannetjes. Ze ontvoeren onschuldige mensen. The Kidnap Team behandelen hun net als slaven en de mensen moeten alles doen wat ze zeggen. Na een week verkopen ze hen aan onbekende klanten. De klanten komen regelmatig op bezoek om te zien welke nieuwe mensen er bij zijn gekomen. Niemand ontsnapt uit hun klauwen. Ze doen het allemaal voor het geld, hun enige interesse.
          Maar, alles verandert als ze op straat een groepje van zes meisjes tegenkomen. Ze ontvoeren hen en merken al snel iets vreemd. De jongens worden elk verliefd op één van de meisjes. Maar ze hebben het geld hard nodig. . . Elke jongen wilt zijn meisje beschermen bij het verkocht zijn. Ze willen het niet en zijn daarvoor tot alles in staat. De klanten worden ook ongeduldig, wat zullen ze doen?
          Loopt dit nog goed af voor de meisjes? Worden de jongens gearresteerd? Wat zal er gebeuren met de liefde tussen de verschillende personen?



          ––– Vrouwen
    Alydia – Lucia Menac Fins || 1.2, Verliefd op frank
    Disastrous – Abigale Laurelie Monterrey || 1.4, Verliefd op Devon
    Netzwerk – Brooke Sian Adams || 1.2, Verliefd op Zayden
    Nostalgic – Zelie Quinn Navisco || 1.3, Verliefd op Tyler
    Falahee – Adriana Sydney Rivello || 1.3, Verliefd op Rio
    Allirian – Skyler Jordan Mouthen || 1.8, Verliefd op Matthew
    StoryWriterx – Christal Raven Eatside || 1.9, Verliefd op Robin

          ––– Mannen
    Unburnt – Devon Grant Callahan || 1.5, Verliefd op Abigale
    Alphafox – Frank Brandon Winters || 1.7, Verliefd op Lucia
    Falahee – Tyler Jay Santiago || 1.3, Verliefd op Zelie
    OutlawQueen – Matthew Dylan Chase || 1.4, Verliefd op Skyler
    Nostalgic – Zayden Pierce Creed || 1.5, Verliefd op Brooke
    Anakin – Rio Maddox Oliveira || 1.5, Verliefd op Adriana
    Robind19 – Robin Tigrisblack || 1.6, Verliefd op Christal

          ––– Klanten
    Falahee – 1.3, Dimitri Romanov
    Dashner



          ––– Regels
    • Minimaal 250 woorden per post schrijven.
    • Andere personages besturen is verboden.
    • Plaats boven de post van je personage, altijd de naam van je personage.
    • 16 + is toegestaan, mits dit wordt aangegeven en dit gewenst is door beide personen.

    • Geef naamsveranderingen door.
    • Geef korte/lange afwezigheid door.
    • Reageer ten minste een keer per week.



          ––– Begin
    De mannen hebben de vrouwen al ontvoerd en onder gebracht in de grote villa welke ze met de gehele groep bewonen. De ontvoering heeft plaats gevonden door middel van drogering, waardoor de vrouwen langzaam en gedesoriënteerd wakker worden.


    [ topic verplaatst door een moderator ]

    [ bericht aangepast op 13 nov 2014 - 16:31 ]

    [ bericht aangepast door een moderator op 21 okt 2014 - 10:29 ]


    Abigale Laurelie Monterrey



          ‘Ik zei je op jezelf te passen.’ Als hij zich naar binnen heeft gedrongen en de deur achter zich in het slot heeft laten vallen, eindigen zijn open op mij. Twee dwingende puntjes die me droog in het vizier houden, waardoor ik me enkel nog stommer begin te voelen. Hij is hier de boosdoener, en toch weet hij me het gevoel te geven alsof het mijn schuld is dat ik me niet aan de zogenoemde 'afspraak' houd. Onacceptabel.
          Mijn eerste intentie, om het dienblad op te pakken en te eten, wordt naar de achtergrond gedrukt op het moment dat hij een handdoek uit de badkamer ontvreemd en zich intimiderend voor me opstelt. Door zijn dwingende handelingen, eindig ik op een stoel onder zijn bekwame handen.
          Haast zorgelijk glijden zijn zelfzekere vingertoppen over de plek van de buil, waar ze met een vreemde precisie een masserende beweging uitoefenen die zelfs een kleine, genietende ontspanning uit me weten te lokken.
          ‘En normale personen drogen zich af als ze uit de douche komen.’ Mijn antwoord op zijn betweterige woorden zijn lage, brommende geluidjes – die zich er verder niet zo heel veel van aan trekken. Ik heb mezelf niet expres laten uitglijden, dat was puur ongeluk. Ik ben veel te kleinzerig om mezelf opzettelijk iets aan te willen doen – het aanzicht van bloed alleen al kan me knikkende knieën geven. Geen zwakte waar ik trots op ben, overigens.
          De jongeman neemt zijn tijd om mijn haar te drogen – waardoor ik iets onderuitzak in de stoel en geduldig afwacht tot hij klaar is. Op het moment dat de handdoek naar mijn hals verschuift, breng ik mijn handen naar het laken.
          ‘Trek wat aan, dan kun je eten.’ De dirigerende woorden zorgen ervoor dat ik overeind kom en met handdoek en al naar de kast verdwijn, waar ik de eerste kledingstukken in mijn bereik vastpak om zo snel mogelijk in de badkamer te verdwijnen. De badjas is zachtgezegd doorweekt – waardoor ik deze zonder aarzeling in de wasmand achterlaat. Ik haal de handdoek vluchtig over mijn huid voor ik naast ondergoed, in een comfortabele joggingbroek en sweatshirt schiet.
          Bij het ontdekken van een borstel, besluit ik direct mijn lokken te ontklitten voor ik de veilige omheining van de betegelde badkamer achter me laat en op blote voeten de kamer doorkruis, regelrecht op het dienblad af.
          ‘Voor de goede orde; ik ben van nature klunzig. Leer er mee leven, is mijn enige tip.’ Ik haal mijn schouders redelijk nonchalant op voor ik met dienblad en al naar een uithoek van de kamer verkas, waar ik op de grond het maal grondig inspecteer voor ik een eerste hap tussen mijn tanden laat verdwijnen. Er van overtuigd dat het niet vreselijk is, eet ik stevig door voor het geval hij besluit me te pesten door het eventueel weg te pakken (ik heb genoeg ontvoeringsfilms gezien om te weten hoe bizar sommige mensen zijn, dus noem het preventie).
          ‘Het is niet slecht,’ mompel ik uiteindelijk kieskeurig, halverwege, waarna zich een kleine glimlach rond mijn mondhoeken vecht.

    [ bericht aangepast op 1 nov 2014 - 20:08 ]


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Robin Tigrisblack
    Ik hoorde de deurbel en sprintte. Naar beneden. "IK GA WEL!" riep ik. Ik keek door het raam en deed de deur open."Wat een verrassing. Hoe kan ik de heren helpen?" vroeg ik aan Johnny. Ik had hem niet verwacht. "ik wist niet dat ik iets besteld had." grapte ik. Ik keek ze aan en deed een stap opzij. "waar zijn mijn manieren. Kom binnnen ik schenk wel in.bier neem ik aan. " ik liep naar de keuken en pakte drie biertjes. Daarna liep ik naar de banken. Ik zette de biertjes op tafel. "Wat is er? Je kont meestal niet zomaar. En meestal bel je ook eerst. Dan had ij wat in extra's in huis gehaald. "Zei ik grappend.

    (sorry dat het zo kort was. Ik heb hoofdpijn maar als ik niet andwoordde vergat ik het weer)

    [ bericht aangepast op 1 nov 2014 - 21:24 ]

    “Johnny 'Fox' Steele.”
    Voor hij nog een keer kon aanbellen werd de deur al geopend en zag hij het bekende gezicht van Robin. 'Wat een verrassing,' begon hij mee. 'Hoe kan ik de heren helpen?' Johnny begon te lachen door zijn gastvrijheid en aanstekelijke enthousiasme. Hij had dan net een snotneus die de prijs probeerde af te dingen, maar dat had hij al snel verholpen. 'Ik wist niet dat ik iets besteld had.' Johnny lachte mee om het grapje en keek de twee mannen achter hem aan – die op slag het ook grappig vonden.
          “Je bent wel erg vergeetachtig – wat heb je jezelf nu weer toegediend? Het is toch zeker niet de oudheid hé,” grapte hij terug.
          'Waar zijn mijn manieren?'
          “Ik kom niet zomaar langs.” Zijn ogen begonnen, voordat hij het nieuws al vertelde, te fonkelen. Het was de gedachte die hij eraan had, dit kon gewoon niet fout lopen.
          Alvorens Robin zijn zin kon afmaken dat ze binnen moesten komen, stapte hij al lachend naar binnen, toen Robin een stap opzij zette. Johnny opende zijn mond om te zeggen dat hij een pilsje wilde voor hij het nieuws vertelde, maar Robin was hem voor en liep al naar de keuken.
          Terwijl hij naar de banken toeliep, liep de forse man; Deryll genaamd, hem achterna om vervolgens op de bank plaats te nemen. Johnny stond nog echter en hij klopte op de schouder van Robin. “Jongen –“ begon hij tegelijkertijd dat Robin praatte. Hij begon uit volle borst te lachen en wachtte tot Robin klaar was met praten. 'Wat is er? Je komt meestal niet zomaar. En meestal bel je ook eerst. Dan had ik wat extra's in huis gehaald.'
          “Ik heb wat te vieren,” ging hij meteen van start, waarna hij hem begeleidde naar de banken en aan een kant van een bank ging zetten. Hij wees richting de bank – ten teken dat hij ook plaats hiervoor moest nemen; alsof hij er zelf woonde.
          “Vanavond heb ik een grote deal om binnen te halen en dat ga ik samen met jou spenderen. Als dank, voor je eh,” hij lachte ietwat schaapachtig en keek op naar Robin. “Hoe zal ik het noemen? Je jarenlange trouw en goede diensten.”
          Hij legde een voet op zijn knie en ging wat meer onderuit zitten met het biertje in zijn hand. “Je hoeft niks te regelen. Eenmaal als we die deal gesloten hebben, krijg jij een klein deeltje – dat nog groot genoeg is voor jezelf.” Hij zag een verleidelijke vrouw voorbij lopen vanuit zijn ooghoeken en hij keek glimlachend richting haar, knikte kort naar haar en richtte zich weer naar Robin. “Of voor iemand anders.”
          Deryll schraapte kort zijn keel. “Wat zeg je? Ben je in? Ik ben wel in voor een feestje vanavond.” Hij nam een slok van zijn ijskoude biertje.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Robin Tigrisblack

    Ik had het hele gesprek geluisterd. En nam een slok van het biertje. "natuurlijk heb ik zin. Helemaal als ik daar een meid kan scoren. " ik keek naar een meisje die voorbij liep en hield haar tegen. Fluisterde haar wat ik het oor en ze liep weg. Ik had haargezegd dat zr boven moest kijkeb of de meid achter mijn kast al wakker was. En ze moest me shirt mee nemen. Later kwam ze terug met het short en trok hem aan. Ik dieuwde haar daarna naar Johnny. "zie haar maar als een klein cadeautje. " zei ik grijnzend. Ik had haar een paar weken geleden van straat geplukt maar bleek al snel dat ze niet geschikt was voor de gene die ik haar wouw verkopen. Ik had haar maar gehouden toen voor als ik haar aan irmand kon geven. Ze was soms vrij brutaal. En niet vruchtbaar. De gene die haar eerst wouw was van een meiden fokker. En toen ze niet vruchtbaar bleke had hij niks aan haar. Nu kan ze Johnny plezier gaan doen. "wees maar niet bang. Zwanger kan E niet raken." zei ik tegen Johnny. "maar dat feestje is daar nog iets speciaals nee. Want vaak beteken feesten drie dingen. Drugsdeal ontvoering od afpersing. Of is dit echt een normaal feest?" hij had zijn doen niet genoemd maar wel dat het om geld ging. Ik was altijd in voor geld. En dat wist hij. Ik was ook blij dat hij naar mij toe was gekkmen.

    Johnny “Fox” Steele.
    'Natuurlijk heb ik zin.' Johnny knikte goedkeurend. “Hmm.” Als hij het niet had, dan waren zijn gedachten over hem veranderd. 'Helemaal als ik daar een meid kan storen.' Hij moest eventjes lachen om het antwoord van Robin. Robin stelde hem niet teleur. Hij waardeerde wel een vermakelijke avond met wat meiden. Net zoals hijzelf.
          Hij was weleens andere mannen tegengekomen die vonden dat hij te ruig met meiden omging, maar hij heeft al snel zijn mening daarvan laten merken. Een paar lagen nog met ernstige verwondingen in 't ziekenhuis.
          Robin liep naar de vrouw, fluisterde wat in haar oor en ze liep weg – hij kon het niet laten om naar haar kont te kijken en 'm te keuren. Een 8.
          Ze kwam even later terug met een shirt, die Robin aantrok en hij duwde haar in de richting van Johnny. 'Zie haar maar als een klein cadeautje.'
          “O, een tussendoortje.” Hij wierp een blik over haar lichaam en had vrijwel direct zijn oordeel klaar. “Mooi. Zij zal me genoeg vermaak geven.”
    Ze liep met haar volle rondingen, op de juiste plekken moest hij toegeven, naar hem toe en haar gekrulde haren sierden langs haar borsten. Hij wenkte haar op zijn schoot te komen zitten en dat deed ze. Een gedachte kwam in zijn hoofd op en op 't moment dat hij deze wilde uitspreken, had Robin al het antwoord gegeven. Ze kon niet zwanger raken.
          “Is maar goed ook – ik wil geen kleine rotkinderen.” Hij keek naar haar. “Gesnopen?” Hij had haar kin ruw vast tussen zijn vingers. Ze had een herkende flits in haar ogen, waardoor hij strenger uit zijn ogen keek en haar gezichtsuitdrukking veranderde. Ze knikte. Haar bruine haren bewogen zachtjes mee. “Braaf.”
          'Maar dat feestje, is daar nog iets speciaals mee? Want vaak betekenen feesten drie dingen. Drugsdeal, ontvoering of afpersing. Of is dit echt een normaal feest?'
          Hij zuchtte even door de vraag van Robin, greep naar de zak van zijn jacket en pakte een sigaret tevoorschijn uit zijn pakje. Vragend keek hij naar Deryll, terwijl hij het pakje voor hem hield en hij pakte er een uit die hij opstak. “Pak even mijn aansteker, schatje, wil je.”
          'Kun je toch ook –' “Eh,” zei hij betuttelend en hij keek haar waarschuwend aan. 'Best.' Ze reikte naar zijn zakken van zijn jacket, maar daar zaten ze niet in en tastte toen zijn broekzakken af, waar ze er eentje vond en de sigaret aanstak – die al in zijn mond zat. “En nu weg – dit gesprek gaat je verder niets aan.” Ze stond op en hij kon het niet laten om haar een klap op haar kont te geven en haar glimlachend na te kijken. “Mooi werkje,” mompelde hij knikkend.
          Zodra ze helemaal weg was, ging hij rechtop zitten en keek hij naar Robin – zijn beide voeten nu op de grond en zijn ellebogen op zijn knieën. Hij blies de sigarettenrook uit via z'n mond.
          “Daar hoef jij je verder geen zorgen om te maken. Zodra de deal klaar is, zal ik je opbellen om te zeggen dat 't is afgerond.” Hij nam een laatste, grote slok van zijn bier, verfrommelde deze en gooide deze met een gemakkelijke worp de vuilnisbak in. “Waar wil je vanavond de beest uithangen? Er schijnt een nieuwe discotheek geopend vlakbij je buurt heb ik gehoord. Heb nog geen kans gehad om daar een kijkje te nemen, dus verder heb ik geen aannames ervan – maar wat denk je ervan? Een kijkje nemen kan geen kwijt.” Hij tikte zijn sigaret af in de asbak die op de tafel stond en hij grinnikte.
          “Ik zal dan als dank de eerste paar rondjes betalen.” Hij nam nog een hijs, likte even kort over zijn lippen en keek Robin weer aan. “Als jij me nog zo'n meid vind natuurlijk.” Een deal is een deal.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    Robin Tigrisblack

    "nog zoon meid kan.natuurlijk niet. Dan moet ik haar klonen. Maar wel een meid die ip haar lijkt. Maar die disco klinkt tegek. Er zijn weinig discotheeken waar ik mijn gezicht nog kan laten zien. Dus een nieuwe meer kansen. Ik hoop niet op oude bekende meiden.tegen gekomen. Ik waarschuw je wel. Er is iemand die meiden koopt en dan laat gaan. Meestal klikt die ook bij de politie. Ik ben al Drie kopers kwijt door die man. Zullen we MT mijn busje gaan. Kunnen desnoods een extra chick mee nemen. Of twee."zei ik. Ik gooide mijn biertje ook weg. Ik trok mijn shirt aan en deed mijn kraag recht. "ik moet alleen nog even paar pilletjes pakken dan. " zei ik terwijl ik naar een kastje liep. Drie leek me voldoende. Ik had eigelijk een vaste statergie. Iemands zijn dinken om gooien. Excuus aan bieden en.een nieuwe bestellen. Dan snel de pilletje erin en Its don. Als de bewakers nog naar haar vragen zei ik altijd dat het mijn zusje was die teveel ip had. Ik keek Johnny aan."ik heb trouwens een nieuw nummer. Mijn vorige mobiel was bijna achterhaald. " zei ik. Ik schreef mijn nieuwe nummer op enschoof die naar Johnny. Ik kek even rond. "je houd toch van meiden met een tatoeage?" vroeg ik ben nog even. Want dan werd dat mijn doel als we de discoin gingen.

    DEVON GRANT CALLAHAN

    Wanneer de jongedame in de badkamer weet te verdwijnen om zichzelf om te kleden, laat ik mezelf opnieuw op het bed glijden en haal mijn hand een aantal keer door mijn haren als een gevolg van mijn eigen ongemak. Ik wilde mijn jongedames altijd goed verzorgen zodat ze een goede prijs op zouden gaan leveren, maar dit was geheel anders geweest – dit was haast geweest alsof het een ‘normale’ situatie was.
          ‘Voor de goede orde – ik ben van nature klunzig. Leer er mee leven, is mijn enige tip.’
          Mijn blik glijdt naar de jongedame en volgt deze nauwkeurig wanneer ze naar het eten start te lopen en daar eenmaal een grondige inspectie uit start te voeren. Het gegeven dat ze uiteindelijk toch start met eten, geeft voor mij aan dat ze wel degelijk honger had.
          ‘Het is niet slecht.’
          De wijze waar op de woorden over haar lippen rollen, maakt me op de een of andere manier boos en geïrriteerd. Ik had serieus mijn best gedaan op de lasagne en hij werd op dit moment afgeschreven alsof hij ‘wel oké’ was. Mijn lasagne was heerlijk. Punt uit.
          ‘Ik hoef er niet aan te wennen dat je klunzig bent, dat is een taak voor je nieuwe eigenaar. En geniet van die lasagne want je weet nooit wat je te wachten staat als je eenmaal bent verkocht.’ Mijn stem is een grote snauw door mijn irritatie en ik sta met wilde bewegingen op van het bed.
          Enigszins om af te koelen stap ik de badkamer binnen om daar alle spullen uit de wasmand te halen en deze vervolgens in de kamer in het wasluik te gooien. Ik laat de jongedame in stilte eten, wetend dat ik haar alleen maar meer af zou gaan snauwen wanneer ze me opnieuw een bijdehante opmerking zou schenken.
          ‘En wees niet zo sarcastisch. Dat kan je leven kosten als je een nieuwe eigenaar hebt,’ grom ik dan kort, wetend dat sommige klanten verschrikkelijk omgaan met hun nieuwe ‘handelswaar’.



    Abigale Laurelie Monterrey



          De maaltijd is zo goed als op – wel degelijk goedgekeurd in mijn maag verdwenen – en ik ben inmiddels aan de vitaminerijke smoothie begonnen als ik de eerste snauw naar mijn hoofd geslingerd krijg. ‘Ik hoef er niet aan te wennen dat je klunzig bent, dat is een taak voor je nieuwe eigenaar. En geniet van die lasagne want je weet nooit wat je te wachten staat als je eenmaal bent verkocht.’ Om zijn woorden kracht bij te zetten, staat hij met enorme bravoure op, om met enige dreiging op de badkamer af te benen. Goed. Hij mag me niet aardig gaan vinden, exact zoals dat voor mij geld.
          Ik volg zijn bewegingen met enige oplettendheid, maar verlies mijn alertheid op het moment dat ik in de gaten krijg dat hij enkel het wasluik gebruikt om mijn vuile kleding en gebruikte handdoeken te laten verdwijnen. Ik vraag me sterk af of ik die kledingstukken ooit nog terug zal zien, als meneer met zijn tweede snauw aankomt.
          ‘En wees niet zo sarcastisch. Dat kan je leven kosten als je een nieuwe eigenaar hebt.’ Ik slurp hoorbaar de laatste drie slokken naar binnen, voor ik overeind kom en het dienblad minstens even scherp op het bijzettafeltje bij de deur plaats.
          ‘Precies.’ Ik veeg mijn mond af met een servetje, waarna ik mijn vingers kort over de deurklink laat glijden. Ik heb hem in het slot horen vallen, en ik weet dat hij goed beveiligd is, maar de tot nu toe enig bekende weg naar vrijheid is te verleidelijk om niet kort te proberen.
          Ik zucht diep als het automatische slot weigert, waardoor ik een rondje door de kamer maak. Ik probeer zo veel mogelijk te vergeten dat ik hier opgesloten zit met een harteloze crimineel, en richt me meer op de dingen waar ik wél verstand van heb. Bijvoorbeeld de kunstige artikelen die her en der zijn opgehangen om de kamer iets meer leefbaarheid te geven. Voordat mijn vader in een rolstoel terecht kwam, wilde ik kunst studeren. Een risicovol en wellicht wat armzalige toekomst, maar ik heb de visie achter kunst altijd erg fascinerend gevonden. Mijn moeder had me waarschijnlijk meer de psychologische kant op willen duwen, maar uiteindelijk heb ik geen van beiden kunnen doen.
          ‘Liefde is leed, en leed is onontbeerlijk.’ Ik laat mijn ogen over een zwart, haast grauw schilderij glijden, en glimlach. Ik ben vergeten wiens werk het is – maar de context is altijd in mijn hoofd blijven hangen.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    Christal Ravan Eatside



    Ik kreun. Ik heb brastende hoofdpijn. Ik probeer me te herrineren wat er gebeurd is. Het is iets met een feest, jongens, te veel drank en dat is alles wat ik me kan herrineren. Het is één groot gatenkaas in mijn geheugen. Ik voel me gewichtloos en ik droom weer weg. Het is een prachtige droom. Allemaal jongens die om me heen staan en met me flirten en dan verandert het in een nachtmerrie. Ik wordt geslagen en geschopt. De grond verdwijnt. Ik val dan verschijnen er allemaal vreemde wezens om me heen. Ik gil maar niemand hoort me. Ik val in het water dan wordt mijn droom wilde fantasie. Er zwemmen allemaal zeemeerminnen en zeemeermannen om me hen ze draaien rondjes en dan krijg ik ook een staart, Ik zwem naar de waterspiegel. Ik wordt weer meegevoerd in de lucht krijg ik vleugels ik vlieg in het rond en val uiteindelijk in het oneindig. Er komt geen grond in zicht niks. Ik blijf maar vallen, en vallen en vallen.


    We all just wanna be somebody

    DEVON GRANT CALLAHAN

    Wanneer de jongedame tracht om de deur te openen – kan ik het haast niet laten om een harde zucht over mijn lippen te laten glijden. Hoogstwaarschijnlijk was ze enkel en alleen slim van de buitenkant maar bracht deze gehele situatie de jongedame tot een zekere waanzin en hulpeloosheid waarbij ze alles wilde proberen om weg te komen. Het was zowel sneu als bewonderenswaardig om te bezichtigen.
          Doordat ze al het eten en drinken op heeft, besluit ik aan te nemen dat ze er inderdaad van heeft genoten en het inderdaad benodigd heeft gehad om wat energie te verwerven. Met snelle handelingen plaats ik alle elementen zo op het dienblad dat ik het zo dadelijk gemakkelijk mee kan nemen en er niets vanaf zal vallen gedurende mijn tocht naar de keuken.
          ‘Liefde is leed – en leed is onontbeerlijk.’
          Verbaasd richt ik mijn blik op de jongedame, wie naar een van de schilderijen in de kamer staat te kijken. De kamer voor ‘mijn’ jongedames was een van de weinige kamers in het huis welke schilderijen en andere kunst voorwerpen bezat. Hoogstwaarschijnlijk was dit een van de uitingen door het gegeven dat mijn moeder kunsttaxeur is van beroep en hierdoor het gehele huis onder de kunst heeft staan – iets wat ik onbewust heb meegenomen naar de villa.
          ‘Maar leed wordt verzacht door de aanwezigheid van de liefde,’ mompel ik zacht terwijl ik enkele passen naast de jongedame kom te staan – mijn blik tevens op het schilderij gericht. Voor enkele seconden bestudeer ik het kort, wetende dat ik het al honderden keren gezien heb – waarna ik mijn blik op zij werp om het gezicht van de jongedame te bestuderen.
          ‘Ik had niet verwacht dat je dit schilderij zou kennen. De kunstenaar is vrij onbekend. N’avale, als ik het me goed kan herinneren.’ Mijn wenkbrauwen zakken in een nadenkende frons terwijl ik me in gedachten mijn moeder voor me projecteer terwijl ze me het schilderij in handen drukt om op te hangen in mijn ‘studentenkamer’. Bij alle schilderijen welke ze toonde, kon ze uren praten over de oorsprong en de schilder.
          ‘Hoe wist je dat? Die zin?’ Mijn stem is verrassend en voor een gedeelte bewonderend terwijl ik een kleine knik geef naar het schilderij. Ik had altijd gedacht dat mijn moeder de enige persoon op de aarde was die interesse had in oude, muffe tekeningen.



    Abigale Laurelie Monterrey



          Ik staar in gedachten verzonken naar het grijze kleurenspectrum, als de jongeman me bijvalt met de overige woorden, ‘Maar leed wordt verzacht door de aanwezigheid van de liefde.’ Ik laat een bevestigend geluidje horen, zonder mijn blik van het werk los te scheuren. De meeste kinderen kregen speelgoed en snoepgoed voor hun verjaardag; ik wilde boeken van kunstwerken. Thuis, op mijn zolderkamer, heb ik er honderden.
          ‘Ik had niet verwacht dat je dit schilderij zou kennen. De kunstenaar is vrij onbekend. N’avale, als ik het me goed kan herinneren.’ Er trekt een korte steek van heimwee door mijn hart als ik uiteindelijk het contact verbreek om hem aan te kijken, er van overtuigd dat ik evenveel recht heb op het staren als hij.
          ‘Tareqius N'avale, met zijn zure kijk op de liefde en zijn aandeel in het leven. Het is zonde dat hij zelfmoord pleegde op zijn hoogtepunt, maar dat zal vast bij zijn filosofisch uitgestippelde levensplan gehoord hebben.’ Er kruipt een kleine glimlach rond mijn mondhoeken. N'avale is een typisch voorbeeld van een man waarmee ik nu graag eens een kop koffie zou hebben gedronken. Zijn sobere kijk op de emotionele kant op het leven is zowel depressie opwekkend als fascinerend.
          ‘Hoe wist je dat? Die zin?’ Ik haal mijn schouders nonchalant op terwijl ik mezelf op het bed laat zakken. Hoe, waarom, wat. . . De meest vervelende vragen beginnen met die woorden. Als kind beantwoordde ik dat soort vraagstukken nooit; gewoonweg omdat ze zo onbeleefd overkomen.
          ‘Geloof het of niet, maar er zit meer in dit prachtige, blonde hoofdje dan enkel sarcasme.’ Ik tuit mijn lippen kort. Het is makkelijk om mijn ontvoerder te irriteren, maar gezien ik dit niet lang vol houd besluit ik mijn antwoord minder cru te maken. ‘Mijn moeder is arts, mijn vader was politieagent. Ik wilde graag onconventioneel leven en kunst studeren. Dat wist ik al toen ik vijf jaar oud was. Ik heb vakanties lang binnen gezeten om boeken vol biografieën door te spitten op zoek naar de filosofisch psychologische kanten van kunstenaars en hun werken. Sommige mensen verzamelen postzegels, ik verzamel kunst.’ Ik bijt peinzend op de binnenkant van mijn wang, beseffend dat het waarschijnlijk belachelijk moet overkomen om zo geïnteresseerd te zijn in wat verf op een doek en een nietszeggende handtekening onderaan in een hoek.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    DEVON GRANT CALLAHAN

    Alhoewel ik niet weet wat ik van de jongedame verwacht had op het moment dat ik de vraag had gesteld – voel ik enige trots op het moment dat ze laat merken meer van het schilderij en de achterliggende schilder schijnt te weten. Alsof mijn vangst alsmaar beter en beter is geworden en daarmee de prijs hoger en hoger komt te liggen.
          ‘Tareqius N’avale, met zijn zure kijk op de liefde en zijn aandeel in het leven. Het is zonde dat hij zelfmoord pleegde op zijn hoogtepunt, maar dat zal vast bij zijn filosofisch uitgestippelde levensplan gehoord hebben.’
          Zelfmoord. Het was karakteristiek voor mijn moeder dat ze deze informatie voor me heeft achter gehouden en me trachtte te beschermen tegen de ‘donkere’ zijden van het leven. Alsof ik de donkere zijden van het lichaam zelf niet had verkend en zelfs een gedeelte was van deze zijde. Hoogstwaarschijnlijk was ik een van de weinige personen die deze zijde van het leven een geheel stuk donkerder maakten.
          Wanneer ik de vraag stel naar de oorsprong van de kennis van de jongedame, draai ik mijn lichaam met dat van haar mee wanneer ze op het bed plaats neemt.
    ‘Geloof het of niet, maar er zit meer in dit blonde, prachtige hoofdje dan enkel sarcasme. Mijn moeder is arts. Mijn vader was politieagent. Ik wilde graag onconventioneel leven en kunst studeren. Dat wist ik al toen ik vijf jaar oud was. Ik heb vakanties lang binnen gezeten om boeken vol biografieën door te spitten op zoek naar de filosofisch psychologische kanten van kunstenaars en hun werken. Sommige mensen verzamelen postzegels, ik verzamel kunst.’
          Zacht knik ik enkele malen terwijl ik onbewust in mijn gedachten vergelijkingen aan het maken ben tussen de jongedame voor me en mijn moeder welke zich op dit moment thuis zal bevinden in het gezelschap van mijn andere gezinsleden. Zelfs in het uiterlijk schenen ze op elkaar te lijken door middel van hun blonde lokken.
    ‘Mijn moeder is kunsttaxeur, dus ik ben er mijn gehele leven mee dood gegooid.’
          Na het uitspreken van deze korte zin, stromen er opnieuw roze en rode kleuren naar mijn wangen en draai ik me snel om naar het schilderij om het zogenaamd beter te bestuderen. Ik wilde niet dat de jongedame meer kwam te weten over mijn ‘echte’ leven.
          ‘Ik heb een man in het klantenbestaan die een kunstgalerie heeft. Misschien is hij wel wat voor je. Als hij geïnteresseerd is natuurlijk. Hij is wel zestig. Weet niet of je daar problemen mee hebt.
    Ik tracht mijn stem serieus en zakelijk te houden maar ik weet dat ik de poort in mijn gedachten naar mijn echte leven heb geopend en er af en toe beelden van de gezichten van mijn gezinsleden voorbij komen – die ik met alle macht naar de achtergrond tracht te drukken.



    Abigale Laurelie Monterrey



          Mijn moeder is kunsttaxeur, dus ik ben er mijn gehele leven mee dood gegooid.’ Voor een kort moment lijken mijn ogen op te lichten bij het horen van deze ontdekking; het taxeren van prachtige schilderijen moet vast een droombaan zijn. Ikzelf zou liever kunstrecent zijn geworden, maar zelfs de commerciële kant lijkt met kunst iets moois te hebben. Een waarde achter een diep geworteld gevoel koppelen is nauwkeurig en meeslepend werk. Het is zowel absurd als prachtig dat ik iemand heb gevonden met zo'n connectie, zelfs nu ik besef dat ik daar nooit gebruik van zal kunnen maken en mijn ogen hun verrukte enthousiasme verliezen op het moment dat hij zich wegdraait.
          ‘Ik heb een man in het klantenbestaan die een kunstgalerie heeft. Misschien is hij wel wat voor je. Als hij geïnteresseerd is natuurlijk. Hij is wel zestig. Weet niet of je daar problemen mee hebt.’ Er rolt een diepe, milde zucht over mijn lippen terwijl ik me achterover op het bed laat vallen. Heel even waren we gewoon twee jongeren geweest; filosoferend over een magnifiek schilderij. De harde werkelijkheid is een stomp in mijn maag en verduidelijkt nog maar eens dat dit nooit een normale situatie zal kunnen worden.
          ‘Creativiteit is tijdelijk, een schilderij voor altijd.’ Ik staar in stilte naar het plafond terwijl ik in mijn gedachten naar de herkomst van de uitspraak graaf. ‘Het is de beste verkoopzin om iemand een schilderij aan te smeren. Wie wil nu niet een uitstekend staaltje vakwerk in zijn huis laten hangen, bedenkend dat het is geschilderd op de meest euforische dag van de schilder?’ Ik glimlach kort, dat idee heeft me altijd gefascineerd gehouden. Mijn slaapkamer bevat geen dure pareltjes, enkel papieren tekeningen van mijn broertje en zusje. Ik heb het geld er niet voor en heb alle juwelen al in prentenboeken staan. Zoals ik al zei ben ik toch meer aangetrokken tot het verhaal achter schilderijen, waardoor de muren al zijn behangen met poëtische achtergrondverhalen. Zelfs met mijn ogen gesloten kan ik me iedere zin uit mijn kamer voor de geest halen.
          ‘Ik was een goede kunstaanbidder geweest, weetje.’ Prevel ik uiteindelijk zacht.


    Feel the fire, but do not succumb to it.

    “Johnny 'Fox' Steele.”
    “Haha, niet? Ik dacht dat jij de beste was dan al die andere neppers?” Grapte hij. “Een tweeling echter kan ook geen kwaad.” Hij wreef over zijn kin met een bedenkelijke blik. “Ze is vast geen tweeling? Dat zou een boel oplossen.” Hij had het ertussen gekregen voordat Robin over de discotheek begon.
          “Ho, je hoeft mij niet te waarschuwen, makker.” Hij lachte eventjes. “Ik denk dat het eerder slecht is voor jouw business als ik dit zo hoor. Ik doe dit soort zaken niet, dat weet je best.” Ergens voelde hij best beledigd dat er dit tegen hem gezegd werd. Werd hij soms verdacht van liefdadigheid? Wat een gruwelijke gedachte. Hij trok een gruwzaam gezicht.
          “Ik ben geen verklikker, maat.” Hij boog wat voorover om zijn laatste hijs uit te blazen en zijn peuk uit te drukken in de asbak. Zijn stem klonk zakelijk en duidelijk. “Dat wil ik even duidelijk stellen voordat je hier verdere dingen over kwijt gaat.”
          Deryll bewoog en ging op zo'n manier zitten alsof hij ook aangevallen was. Hij werkte dan voor Johnny, maar hij had een kort lontje en je moest hem dan altijd bedaren door een onmisbaar tel keren te vertellen dat hij rustig aan moest doen. En dan zat hij er na enkele dagen nog mee. Misschien was het wel iets verkeerds om hem werk te geven – hij wilde geen politie op zijn dak door iets doms wat Deryll had gedaan.
          Hij schraapte zijn keel. Eigenlijk had hij het laatste wat Robin gezegd wat wazig aangehoord, maar hij had zeker iets mee gekregen. “Goed,” bracht hij nog uit. Zijn blik viel op de tafel. Hij merkte het nu pas op dat er een nummer lag – van Robin. Hij griste het van de tafel en stopte het in zijn jaszak, waarna een volgende peuk eruit kwam – die hij op stak.
          “Meiden zijn altijd een must, maar met een tatoeage is natuurlijk mooi meegenomen,” glimlachte hij goedkeurend. “Ze moet niet onder verhult zijn door die dingen, want dan koop ik niks meer bij je. Dat is namelijk het teken dat je het vak begint te verleren.” Grapte hij.
          Hij nam een hijs van zijn tweede sigaret.


    Don't walk. Run, you sheep, run.

    robin Tigrisblack

    Ik trok een gezicht alsof ik beledigt was. En trok daarna weer mijn oude grijns." Denk je nou echt dat ik dit verleer? Dan ken jij mijn verleden nog niet goed genoeg Johnny. " zei ik lachend. Ik zelf wist al lang dat Johnny niet de klikker was. Daar was Johnny al te groot voor. Het zijn vaak groentjes die breken bij de politie en dan berijd zijn andere te verklikken. Als ik ooit opgepakt werd vertikte ik het om een naam te zeggen. Ik zal hoog uit namen noemen van ouders van meiden. Dat ze naar me toe waren gekomen om te smeken hun dochter te ontvoeren. Wat ik vaak zei tegen de dochter. Terwijl ik die ouders nooit gesproken had. Maar dan braken ze meestal. En kostte mij minder tijd. Plotseling stond ik op."sorry dat ik zo brutaal ben maar u zei dat u de zaak nog niet had afgerond. Straks gaat het mischien niet door en plannen we voor niks dit. Niet dat ik het erg vind. Ik heb trouwens een nieuw meid gevangen. Zouden jullie haar willen zien? Ze ligt boven en is denk ik nog niet wakker. willen jullie haar zien of niet?" hier en daar stopte ik om Johnny tijd te geven om te andwoorden. Ik keek heel even rond en toen weer naar Johnny. Ik wouw eigelijk niet te lang wachten.