• † All magic comes with a price †




    Een groep jongeren wordt één voor één wakker op een magische plek. Bomen groeien hoog tot aan de hemel en de kleuren zijn onbeschrijfelijk.
    Toch weet iedere tiener dat er iets mis is. Dit is niet hun wereld.
    Allemaal hebben ze een eigen talisman in hun hand. Dit kan van alles zijn, een boek, een kaars of bijvoorbeeld een knuffel uit hun jeugdjaren. Ook hebben ze allemaal iets waar ze voor vluchten. Misschien wel een nare thuissituatie, ernstig ziek zijn of zelfmoordneigingen. Als die gevoelens en gedachtes gaan weg in deze wereld en het lijk wel alsof ze worden geheeld.
    Toch klopt er iets niet. Ze worden opgewacht door mensen uit deze wereld. Elven, heksen en andere magische wezens. Deze magische wezens leven in angst voor hun wrede koning die niks liever wil dan alle magie uit te roeien. Zullen de jongeren de magische wezens helpen, of sluiten ze zich aan bij de koning?






    Rollen:

    Alles is vol
    Jongeren:
    - Dimitri Nikolaj Ivanov
    ~ Telcontar {1,6}
    - Adam Isaac Morris. ~ AlphaFox {1,1}
    - Meredith June Grant ~ VladiFerr {1,2}
    - Elefteria Constantinides ~ SergeantCalhoun {1,2}
    - Lilith Priscille Algaia ~ Cicatrix {1,1}
    - Nikolas Myoung ~ Feininger {1,5}
    - Josh Tyler Bryant. ~ Goner {1,2}
    - Sean Fletcher Whiddon ~ IamGroot {1,4}
    - Finn Peredur ~ Majikku {1,2}
    - Gereserveerd ~ Mashtonx
    - Dove Ignis Covekey ~ DreamerN {1,7}

    Magische wezens:
    - Faunalyn Tîwele ~ SergeantCalhoun {1,2}
    - Ophelissa Avahlynn Rosetté ~ Starlord {1,3}
    - Pipkin ~ Seto {1,4}
    - Prins Aven Maeral ~ VladiFerr {1,7}



    Invullen:

    Naam:
    Bijnaam:
    Geslacht:
    Leeftijd:
    Talisman: Alleen als je een jongeren speelt
    Magisch wezen: Alleen als je een magisch wezen speelt
    Innerlijk:
    Uiterlijk:
    Probleem/waarvoor vlucht je: Alleen als je een jongeren speelt
    Extra:


    Regels:

    * Onthoud dat er in de andere wereld geen dingen zijn als telefoons of WiFi. Ook de klederdracht is anders!
    * We houden het gezellig in deze Rpg, dus geen geruzie en behandel elkaar met respect.
    * Minimaal 180 woorden per post.
    * Nee, het is niet erg als je de boeken niet hebt gelezen. Ik hen er ook pas maar 1 gelezen :')
    * Geen één dags vliegen. Je doet mee of niet.
    * Post minimaal 1 keer per week, als dit niet kan, meld het (:
    * Bestuur alleen je eigen personage en niet die van anderen.
    * Als je net nieuw bent in het Rpg gedeelte, vraag gerust om hulp, voor alles is een eerste keer.
    * En natuurlijk de Quizlet huisregels.






    Ja, dit is wel gebaseerd op de boekenreeks Stravaganza van Mary Hoffman. Een geweldige boekenreeks!!




    Het begin

    Iedereen wordt wakker op een open plek. Niemand weet waar hij of zij is, maar het moment voordat ze hier terecht kwamen is er een harde knal te horen door het hele magische land wat magische wezens aantrekt. Ze worden wakker met vreemde, middeleeuwse kleding aan, wat heel normaal is in de magische wereld. In de wereld zal prins Aven hen vertellen waar ze zijn.

    [ bericht aangepast op 22 okt 2014 - 22:16 ]


    "Rebellion's are build on hope"

    [MT]


    Bowties were never Cooler

    (Mijn topics. En nu ga ik slapen :'D)


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    {MT~ Ik zal zo snel mogelijk mijn rol posten in het RT}


    Credendo Vides

    (Mijn topics)

    [MT]


    Sometimes to stay alive, you gotta kill your mind.

    (Mijn topics)


    Happy Birthday my Potter!

    Finn Peredur - kleding



    Een koude rilling trok over mijn lijf terwijl ik mijn benen bewoog. Ze voelde stijfjes aan en de grond voelde hard. Mijn bed was niet zo hard, voor zover ik me kan herinneren. Ik bewoog mijn benen opnieuw. Weer die rilling. Was ik ziek aan het worden?
    Terwijl ik mijn armen bewoog voelde ik iets kriebeligs langs mijn handen wrijven. Het voelde zacht, maar kriebelde mijn huid. Ik sloot mijn hand in een vuist, zodat ik het vastpakte. Nu voelde het wat koud aan, maar alsnog sprietjes. Gras?
    Ik kreunde even toen ik mij op mijn rug draaide. Ja, mijn lichaam was dus echt stijf geworden van deze harde ondergrond. Maar waar ben ik. En waarom had ik nog niet eens de moeite genomen om mijn ogen te openen.
    Ik duwde mezelf omhoog met mijn armen en zat op mijn kont op de ondergrond dat als gras voelde. Ik wreef even in mijn ogen, deed ze met moeite open en stond versteld van de omgeving. Links van mij was een bosachtige omgeving, terwijl rechts van mij een open veld was. Ik fronste even van het licht dat in mijn ogen scheen.
    "Hallo?" Mijn stem kraakte zo erg dat ik er zelf even van schrok. Ik hielt meteen mijn mond en duwde mezelf omhoog, viel even terug op het gras en kon toen uiteindelijk opstaan. Mijn kleren voelde raar, en terwijl ik ernaar keek voelde ik mezelf steeds ongemakkelijker worden in deze wereld. Ik keek op de plek waar ik had gelegen en zag daar iets liggen. Mijn sjaal. Ik pakte hem op en deed hem om mijn hals.
    Toen pas merkte ik op dat ik niet alleen was. Om mij heen lagen meer jongeren. Hoe meer ik rondkeek, hoe meer jongeren ik zag. Ik voelde weer een rilling over mijn lijf trekken en wist dat er iets niet klopte.
    Ik ging naar een willekeurig persoon toe en knielde neer. Toen zag ik dat het mijn nicht was, Meredith. Als reflex legde ik mijn wijs,- en middelvinger op de slagader in haar hals, om te voelen of ze nog leefde. Ik hield mijn adem in maar zuchtte opgelucht toen ik het kloppende gevoel tegen mijn vingers aanvoelde. Zachtjes begon ik Meredith te schudden.
    "Mer..." zei ik zachtjes terwijl ik schudde. "Mer, word wakker."

    [ bericht aangepast op 23 okt 2014 - 9:42 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Mt


    Vampire + Servant = Servamp

    Prins Aven

    De harde knal was tot verre te horen en ik sprong van links naar rechts en maakte mijn eigen pad tussen de takken van de bomen door. Ik had hier over gelezen toen ik klein was. Iets van driehonderd jaar terug. Ik kon het me nog goed herinneren. Als dit de knal was uit het boek, mocht mijn vader er zeker niet achterkomen. Gelukkig zat hij weer eens in zijn werkkamer en was doof voor de geluiden buiten de kamer. Aan de wachter, die hem had willen waarschuwen, had ik gezegd dat ik moest kijken van hem. Een leugen, maar het was voor het goede doel. Ik kwam aan bij een grote, open plek. De bladeren van de bomen waren lichtpaars gekleurd en de stammen waren bijna wit van kleur. Het kleurde prachtig bij het groene gras. Ik keek naar de groep jongeren. Ik wist het! Het was zoals het boek had voorspelt. Ik begon hoofden te tellen en kwam uit op elf mensen. Als vader dit zou weten was er een enorm onthoofdingen festival gekomen. Ik hield me stil toen één van de jongemannen opstond. Hij had rood, krullend haar en liep naar een bruin harige meisje toe. Ik trok mijn wenkbrauw op toen hij haar blijkbaar leek te herkennen en haar naam zei. Elevenoren konden zulke dingen goed opvangen. Dot begon nog interessant te worden.


    Meredith June Grant

    De droom was heerlijk. Zoals elke droom die ze had. Het haalde me weg uit de werkelijkheid van het ziek zijn.
    'Mer'
    De woorden wouden de droom kapot maken. Ik wou het niet. Het was niet mogelijk.
    'Mer word wakker'
    Waarom zou ik wakker willen worden? Ik lag heerlijk. De geur van gras was fijn. Gras?
    De gedachten van mijn stijve lichaam op de harde ondergrond maakte me alsnog wakker. Het gelaat van een rood harige jongen kwam tevoorschijn. Ik trok mijn wenkbrauw op.
    'Finn?' mompelde ik zacht. Ik wreef in mijn ogen en kwam makkelijk overeind. Dat moment kwam sneller binnen dan wat dan ook.
    Mijn haar was terug! Door chemokuren was het weg gegaan en het was terug!
    'Finn,' zei ik. En ik greep zij arm vast. 'Mijn haar. Ik voel me goed!'
    Ik had me altijd ziek gevoeld door de kanker in mijn lichaam en nu leek het wel verdoofd.
    Toen drong het pas tot me door waar we waren. Wat ik wel wist was dat we niet thuis waren.
    'Finn,' mompelde ik. 'Waar zijn we?'

    [ bericht aangepast op 23 okt 2014 - 12:53 ]


    "Rebellion's are build on hope"

    Josh Tyler Bryant
    Het zou zeker niet de eerste keer zijn dat ik met een stijve rug wakker werd; mijn stiefvader zorgde er wel voor dat ik vrijwel elke dag wakker werd met de nodige spierpijn. Toch voelde dit anders dan al die keren. Toen ik wakker werd, werd ik wakker op een harde ondergrond. De lucht op me heen was koud, en de geur die ik via mijn neus inademde was anders dan die van mijn slaapkamer. Dat besef kwam echter pas toen ik overeind ging zitten, terwijl ik in mijn ogen wreef, waarna ik pas echt goed kon kijken. Wat ik daarna zag, zorgde ervoor dat ik even sprakeloos was. Ik bevond me op een open plek, die omringd was met bomen die bijna onnatuurlijke kleuren hadden, en een lucht die perfect felblauw met witte wolkjes was. En ik was niet de enige die zich hier bevond. Nee, om me heen lagen nog meer mensen, allemaal ongeveer rond mijn leeftijd. Twee daarvan waren al opgestaan; een met rode krullen, en een met donkerblond haar. Ook ik stond langzaam op, om me heen kijkend. Op dat moment kwam ik er ook achter dat ik andere kleding aanhad dan normaal. Het was kleding die ik alleen maar herkende uit mijn geschiedenisboek, want zoiets had ik absoluut niet in mijn kast hangen. 'When the hell,' fluisterde ik, niet wetend wat ik anders moest zeggen. Wat moest je zeggen als je buiten wakker werd, omringd door mensen die je niet kende?

    [ bericht aangepast op 23 okt 2014 - 11:59 ]


    Sometimes to stay alive, you gotta kill your mind.

    [Finn* :Y) ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

    Sean Fletcher Whiddon
    De ondergrond waarop ik lag was opeens een stuk zachter geworden. Voor zover ik wist was ik in slaap gevallen in een steegje achter het zaaltje waar ik had gespeeld. Ik was bezopen geraakt tot het punt dat ik niet meer kon lopen en er was nooit iemand om me terug te brengen naar mijn studentenkamer. Gelukkig tastte het nooit mijn herrindering aan en bleef de koppijn eigenlijk altijd binnen de perken. Ik ging met een zachte kreun rechtop zitten en opende mijn ogen. Die werden direct groot en ik keek verward rond. Overal waren andere jongeren in vreemde kleren en we lagen ergens midden in een bos. Twee jongeren leken elkaar te kennen en naast me zat een jongen die voor me net iets te hard zijn uitingen van verbazing uitte. "Shhhh.... Mag het iets zachter?" vroeg ik aan de jongen voor ik mijn muts beter over mijn haren trok. Maar die voelde een stuk anders, wolliger dan normaal. Nu keek ik naar mijn kleren en trok een wenkbrauw op. Ik had me volgens mij niet omgekleed. Ik keek weer naar de jongen en voelde toen toch een soort band over mijn schouder hangen. Ik draaide hem om en zag een soort vreemde gitaar, die niet echt leek op mijn eigen gitaar. Er was gelukkig een ding zeker en dat was dat ik mijn ketting nog wel om had, zelfs al waren Bumper en Bubbles niet hier. Ik keek weer naar de jongen en met een schorre stem vroeg ik hem: "Weet jij toevallig waar we zijn? Ik zou toch zweren dat ik in een steegje ben neergezakt en niet in een park of in het bos." Het stookte allemaal met mijn nog enigsinds brakke en bezopen hoofd. Hopelijk kon hij iets verklaren, want mijn verwarring was groot, maar ik rekende er niet op, gezien zijn eigen woorden van net.

    [Hij heeft het tegen Josh, als je t goed vind]


    Bowties were never Cooler

    Finn Peredur



    Langzaam begon mijn nicht uit haar slaap te ontwaken. Ik haalde mijn hand van haar schouder af om haar de ruimte te gunnen. Haar wenkbrauw schoot een stukje omhoog. Er kwam een klein, goedbedoeld glimlachje op mijn lippen te staan en ik bekeek mijn nicht.
    "Finn?" Ik knikte toen ze mijn naam zei. Meredith kwam overeind en wreef door haar ogen. Ze was sneller dan ze de laatste jaren was geweest. Ik keek haar in de ogen waar plots glinsteringen in kwamen te staan.
    "Finn." Ze greep mijn arm vast. Ik keek er naar, maar al snel ging mijn blik terug naar haar ogen. "Mijn haar. Ik voel me goed!" Ik schrok, keek naar haar hoofd. Haar. Ze had haar. Het was me niet eens opgevallen omdat ik mij had afgesloten van het kale hoofd dat ze had door de chemokuren. Maar nu heeft ze haar, en het is prachtig. Het is zoals het was. Zoals het hoort.
    Plots leek Meredith te beseffen dat er iets niet klopte. Haar blik veranderde namelijk van het ene op het andere moment.
    "Finn," mompelde ze toen. "Waar zijn we?" Ik haalde mijn schouders op na die vraag en keek even rond.
    "Ergens in the middle of nowhere..." Sprak ik zachtjes en ik keek mijn nicht weer aan. Ik pakte een lock van haar haren vast en voelde er aan. "Maar dat maakt niet uit, toch. Je bent genezen!" Ik begon te glimlachen en sloeg mijn armen om haar hals. Ik hielt haar tegen me aan. Het maakte me niet uit waar we waren. Mijn nicht was genezen van haar ziekte, en dat telt.

    [ bericht aangepast op 23 okt 2014 - 13:12 ]


    Egal was kommt, es wird gut, sowieso. Immer geht 'ne neue Tür auf, irgendwo.

          Nikolas Myoung
    Snel nadat Nikolas zijn ogen opende, was hij klaarwakker. Het was hem al vrij snel opgevallen dat hij zich in een vreemde omgeving bevond en hij vond het maar niets. Hij kon zich niet herinneren dat hij afscheid had genomen van zijn familie en voelde zich daardoor nogal onrustig. Hij speelde een belangrijke rol in het dagelijks leven van zijn gezin en hij kon zich niet voorstellen dat ze het zonder hem helemaal konden redden. De mensen in zijn buurt waren namelijk alles behalve vriendelijk tegen buitenlanders, waardoor zijn ouders geen goede baan konden vinden en ze overal boos aangekeken werden. Als Nikolas er niet was geweest, hadden ze soms niet eens boodschappen kunnen doen omdat ze de supermarkt niet in mochten. Het was altijd Nikolas, met zijn indrukwekkende verschijning, die ervoor zorgde dat de winkeliers hen toch binnenlieten, uit angst voor Nikolas.
    Nikolas was wakker geworden terwijl hij op zijn zij lag en er zat al de hele tijd iets scherps in zijn been te prikken. Toen hij rechtop ging zitten voelde hij in zijn broekzak de steen die hij had gekregen van zijn oma. Zij had hem de steen gegeven toen ze op haar sterfbed lag met de belofte dat de steen geluk zou brengen. Tot nu toe had hij daar echter nog niets van gemerkt.
    Het was hem al eerder opgevallen dat er mensen om hem heen lagen, maar hij bestudeerde ze nu pas goed. Er waren al een paar mensen wakker, maar de meerderheid leek nog in een diepe slaap te verkeren. Nikolas ging alle mogelijkheden bij langs: Had hij een feest gehad? Nee, hij ging nooit naar feesten. Daar had hij geen geld voor en er was sowieso nooit iemand die hem uitnodigde. Was hij... ontvoerd? Dat leek hem nogal onrealistisch, dus hij ging opzoek naar nog meer mogelijke verklaringen, maar er was niets te vinden. Misschien kon hij het aan iemand hier vragen?
    "Mag ik jullie iets vragen?" vroeg hij met een luide stem. Hij wist niet zo goed op wie hij af moest stappen dus hij had besloten het aan iedereen die wakker was te vragen. "Waar zijn we?"

    [ bericht aangepast op 23 okt 2014 - 13:42 ]

    Mijn topics.


    It's not that I don't love our little talks, it's just... I don't love them. ~ Loki